Beste Willem van Genugten,
Je schrijft me: 'Natuurlijk besef ik dat de lijn van minister Verhagen verkeerd uit kan pakken.' Daarmee doe je het voorkomen dat het beleid van minister Verhagen erop gericht is om de Israelische oorlogsmisdadigers daadwerkelijk juridisch te laten vervolgen. Dit is een onjuiste voorstelling van zaken. Minister Verhagen werd gisteren niet voor niets bedankt door de uitgesproken racistische Israelische minister van Buitenlandse Zaken Lieberman, die overigens voor een algehele etnische zuivering pleit.
Zoals de NRC berichtte:
Nederland uitzondering in Europa
Er is sprake van 'Nederlandse steun aan Israel in de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties', laat dat duidelijk zijn. We hebben het over de minister van Buitenlandse Zaken die jij als voorzitter van de Commissie voor de Rechten van de Mens van de Adviesraad Internationale Vraagstukken adviseert. Uit jouw woorden maak ik nu op dat je er vanuit gaat dat de Israelische vice-premier Lieberman zijn Nederlandse collega kwam 'bedanken' voor zijn 'lijn' die volgens jou erop gericht is de Israelische oorlogsmisdadigers juridisch te vervolgen, inclusief degenen die hen opdracht gaven, te weten de zionistische politieke leiders. Willem, je gelooft dit toch zelf niet. Israel zal nooit zijn oorlogsmisdadigers vervolgen, enerzijds omdat dan de opdrachtgevers zich dan zullen moeten verantwoorden voor een rechtbank en ten tweede: als de 'Joodse staat' dit zou doen dan zou het de gevechtsbereidheid van de bevolking definitief ondermijnen. Welke soldaat, die voor zijn nummer opkomt, zal willen vechten wetende dat hij/zij daarvoor veroordeeld kan worden?
Minister Verhagen is vooral ook bekend vanwege het onverminderd pleiten voor een verbetering van de status van 'de joodse natie' bij de EU, terwijl artikel 2 van het Associatie-Akkoord bepaalt: "De betrekkingen tussen de partijen en alle bepalingen van deze overeenkomst berusten op de eerbiediging van de mensenrechten en de democratische beginselen die ten grondslag ligt aan het interne en externe beleid van de partijen en die een essentieel onderdeel van deze overeenkomst vormen". Aangezien Israel weigert het internationaal recht te respecteren zoals dat nog eens in 2004 werd duidelijk werd gemaakt door het Internationaal Gerechtshof in Den Haag toen het de Israelische Muur en de Joodse nederzettingen in bezet gebied illegaal verklaarde, kan artikel 82 van het Associatie-Akkoord in werking treden: "Elk der partijen kan deze overeenkomst door kennisgeving aan de andere partij opzeggen. De overeenkomst verstrijkt zes maanden na datum van de genoemde kennisgeving". De grootschalige Israelische schendingen van het internationaal recht zouden moeten leiden tot op zijn minst een opschorting van het Associatie-Akkoord, immers de mensenrechten zijn volgens het verdrag 'een essentieel onderdeel van deze overeenkomst.' Maar dat hoef ik jou als hoogleraar internationaal recht toch niet uit te leggen.
Willem, of de Nederlandse minister, die jij adviseert, respecteert de mensenrechten en bestrijd de grootschalige schendingen ervan, of hij respecteert de mensenrechten niet en beloond Israel voor de schendingen ervan. Gezien zijn 'lijn' heeft minister Verhagen lak aan de mensenrechten zodra die de Palestijnen betreffen. Kortom jouw stelling: 'Natuurlijk besef ik dat de lijn van minister Verhagen verkeerd uit kan pakken' is nonsens.
Dan schrijf je te hopen dat de niet bestaande 'lijn van minister Verhagen' alsnog vruchten zal afwerpen vanwege het feit dat 'ik de hoop (naief zul je zeggen) heb dat dat onder regie van Obama medio 2010 anders zal zijn. Waar die hoop op is gebaseerd? Wellicht op drijfzand; dat kan alleen de tijd uitwijzen.' Hier is sprake van een denkfout of een fout in de formulering van je gedachten. Ik bedoel dit: je kunt in een rationeel debat je gesprekspartner nooit overtuigen als je je betoog fundeert op een niet door feiten onderbouwde 'hoop', een 'hoop' die volgens jouzelf 'wellicht op drijfzand' is gebaseerd. Zo is een discussie niet mogelijk.
Laten we daarom naar de werkelijkheid kijken zoals die in de praktijk van alledag eruit ziet. Feit is dat een Amerikaanse president niet in staat is de machtige joodse lobby buiten spel te zetten. Obama ook niet. Dat zegt de joodse lobby zelf, en de Amerikaanse academici die serieus onderzoek hebben verricht naar de macht van de joodse lobby in de VS, zoals John J. Mearsheimer en Stephen M. Walt, de auteurs van De Israël-lobby, een baanbrekende analyse van de invloed en werkwijze van de machtige Amerikaanse Israëllobby. Mearsheimer is hoogleraar Politieke Wetenschappen aan de Universiteit van Chicago, wiens artikelen in onder andere The New York Times en The Atlantic Monthly verschenen. Walt is hoogleraar Internationale Betrekkingen aan de prestigieuze Harvard Universiteit. Ze wezen erop dat zelfs The New York Times, die gezien wordt als een pro-Israëlspreekbuis, de machtige joodse lobby AIPAC heeft beschreven als ‘een belangrijke macht bij het bepalen van de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten in het Midden-Oosten’. Het artikel stelde tevens vast dat de joodse lobbyorganisatie ‘de macht heeft gekregen om een presidentiele kandidaat te beïnvloeden bij de keuze van zijn stafmedewerkers, het blokkeren van praktisch elke wapenverkoop aan een Arabisch land, en als katalysator te dienen voor hechte militaire banden tussen het Pentagon en het Israëlische leger. De leidinggevende functionarissen (van AIPAC, SvH) worden geraadpleegd door het ministerie van Buitenlandse Zaken en de beleidsbepalers van het Witte Huis, door senatoren en generaals.’
Citaat uit De Israël-lobby: ‘Democraten en Republikeinen wedijverden met elkaar om te laten zien wie de beste vriend van Israël was. Een joodse lobbyist vond ‘’het een goede zaak dat de leden van het Congres zich met elkaar meten om te tonen dat hun pro-Israëlische gezindheid nog groter is dan die van de anderen’’. Uiteindelijk onderscheidden beide partijen zich niet van elkaar in hun oordeel over het optreden van Israël in Libanon. Dat is hoogst merkwaardig, als we denken aan de grote meningsverschillen tussen Democraten en Republikeinen over de meeste andere aangelegenheden in de buitenlandse politiek, zoals Iran. Abraham Foxman, de nationale directeur van de Anti-Defamation League, wees hierop: "De Democraten, die in 99 procent van de gevallen tegen de president zijn, hebben toen het om Israël ging de rijen gesloten.’’ In overeenstemming met deze ongewone consensus nam het Huis van Afgevaardigden op 20 juli 2006 een krachtig geformuleerde resolutie aan, waarin Hezbollah veroordeeld werd en steun werd betuigd aan Israëls beleid in Libanon. De stemverhouding was 410 tegen 8.’
Ook in de Senaat steunde de meerderheid Israël. Tegenover mij verklaarden Mearsheimer en Walt: ‘Een aantal prominente Democraten, onder wie de partijleiders in beide huizen van het Congres, probeerde te voorkomen dat de Irakese premier Nuri al-Maliki het Congres zou toespreken, omdat hij kritiek had uitgeoefend op Israëls optreden in Libanon. Howard Dean, voorzitter van de Democratische Partij, die in het verleden door de lobby aangevallen was, noemde de Irakese premier zelfs ''een antisemiet''. De steun van de Amerikaanse volksvertegenwoordigers staat in schril contrast met de scherpe VN-veroordeling van de Israëlische militaire aanvallen en hun ‘'systematisch mikken op en vermoorden van’' Libanese burgers. De Mensenrechten Raad van de Verenigde Naties constateerde dat Israël in 2006 op grote schaal de mensenrechten en het internationaal humanitair recht had geschonden. Human Rights Watch schatte dat er 1125 mensen waren gedood, en 4399 gewond, en daarnaast een miljoen burgers verdreven werden door de meedogenloze raketaanvallen, vliegtuigbombardementen en artilleriebeschietingen, gericht op civiele gebieden. Israël werd ook wereldwijd veroordeeld omdat het in de laatste drie dagen van de inval meer dan 400 gebieden in Zuid-Libanon bombardeerde met clusterbommen en fosforgranaten, een oorlogsmisdaad die ook door een Israëlische commandant van een raketeenheid fel bekritiseerd werd: '‘We vuurden meer dan een miljoen clusterbommen af op Libanon. Wat we deden was krankzinnig en monsterlijk, we bedekten hele steden met clusterbommen.’' Naar schatting 100.000 ongeëxplodeerde bommen liggen nog in dit dichtbevolkte gebied en veroorzaken slachtoffers onder boeren en spelende kinderen.'
Mearsheimer and Walt have collected and quoted some of the lobbyists' comments on their organizations' political capital. For example, Mearsheimer and Walt quote Morris Amitay, former AIPAC director as saying, "It’s almost politically suicidal ... for a member of Congress who wants to seek reelection to take any stand that might be interpreted as anti-policy of the conservative Israeli government."[71] They also quote a Michael Massing article in which a staffer[who?] sympathetic to Israel said, "We can count on well over half the House – 250 to 300 members – to do reflexively whatever AIPAC wants."[72] Similarly they cite former AIPAC official Steven Rosen illustrating AIPAC’s power for Jeffrey Goldberg by putting a napkin in front of him and saying, "In twenty-four hours, we could have the signatures of seventy senators on this napkin."[73]
Some politicians have echoed these views. Former U.S. Senator James Abourezk wrote:
...the U.S. Congress is despicable in its silence. They are all bought off by the Israel lobby and are afraid to criticize. If this were happening in any other country by any other country, there would be speeches on the floor of Congress, legislation introduced to stop aid and other help to whomever would be committing this cruelty. But since their campaign money comes from the Israeli lobby, we hear only silence.[74]... Individual journalists each have their own opinions on how powerful the Israel lobby is. Glenn Frankel, a Jewish-American Pulitzer Prize winning journalist for the Washington Post, wrote: "On Capitol Hill the Israel lobby commands large majorities in both the House and Senate."[78] Michael Lind produced a cover piece on the Israel lobby for the UK publication Prospect in 2002 which concluded, "The truth about America’s Israel lobby is this: it is not all-powerful, but it is still far too powerful for the good of the U.S. and its alliances in the Middle East and elsewhere.".[79] Tony Judt, writing in the New York Times, asked rhetorically, "Does the Israel Lobby affect our foreign policy choices? Of course – that is one of its goals. [...] But does pressure to support Israel distort American decisions? That's a matter of judgment."[80]
Mitchell Bard has conducted a study which attempts to roughly quantify the influence of the Israel lobby on 782 policy decisions, over the period of 1945 to 1984, in order to move the debate on its influence away from simple anecdotes. He
"found the Israeli lobby won; that is, achieved its policy objective, 60 percent of the time. The most important variable was the president's position. When the president supported the lobby, it won 95 percent of the time. At first glance it appears the lobby was only successful because its objectives coincided with those of the president, but the lobby's influence was demonstrated by the fact that it still won 27 percent of the cases when the president opposed its position."
Zie: http://stanvanhoucke.blogspot.com/2009/11/de-pro-israel-lobby-150.html
Kortom Willem, wanneer je schrijft dat je 'de hoop (naief zul je zeggen) heb(t) dat dat onder regie van Obama medio 2010 anders zal zijn. Waar die hoop op is gebaseerd? Wellicht op drijfzand; dat kan alleen de tijd uitwijzen', dan kan ik niet anders dan bevestigen dat je 'hoop' louter en alleen gebaseerd is op naieviteit, een naieviteit die voortkomt uit onwetendheid, op wishful thinking en niet op de werkelijkheid van de realpolitiek die ons leven steeds meer in zijn greep heeft. En ook de veronderstelling 'dat kan alleen de tijd uitwijzen' is ronduit fout. Het is zeker 'niet alleen de tijd' die dit 'kan uitwijzen'. Ook de geschiedenis wijst dit uit, de werkelijkheid zoals die tot nu toe is geweest. Het feit dat Israel door het Westen al zestig jaar beloond wordt voor terreur tegen de Palestijnse bevolking en tot nu toe geen enkele keer werkelijk de consequenties heeft ondervonden van zijn permanente schendingen van het internationaal recht, daarbij gesteund door talloze westerse apologeten, onder wie nu ook jij.
1 opmerking:
Adviseer jij dan die smalle, smalle, smalle
marges, Willem? Dat kan toch niet waar zijn?
Hoogleraar internationaal recht. Ik kan dit niet geloven.
anzi
Een reactie posten