zaterdag 21 november 2009

Willem van Genugten en de Mensenrechten 36


Beste Willem van Genugten,

Jij schreef me gisteren dit:

'Een van degenen uit jouw lijst van geadresseerden liet mij weten, naar aanleiding van jouw opmerking dat ik "te fatsoenlijk" ben, dat ik dat maar vooral moet blijven en dat hij zich erover verbaasde dat ik uberhaupt op jouw aanvallen reageer.'

Willem, wat wil je hiermee nu precies vertellen? Dat deze naar alle waarschijnlijkheid politicus van christelijke huize gelijk heeft? Dat het onbetamelijk is om een hoogleraar in het internationaal recht met feitelijke argumenten en plein publique te bekritiseren? Zo nee, wat probeer je dan te stellen?

Als journalist juich ik het toe dat dankzij internet de commerciele media het monopolie op de berichtgeving heeft verloren, zodat nu 'gewone' burgers allerlei autoriteiten kunnen aanspreken, zonder tussenkomst van betaalde opiniemakers, die vooral hun eigen belangen dienen. Bovendien kan de burger nu zonder hinderlijke tussenkomst van de commerciele pers zelf de primaire bronnen raadplegen. En tenslotte kan men via internet in korte tijd veel meer informatie vergaren dan voorheen toen men nog afhankelijk was van het werk van de commerciele pers. Men kan nu ook de Nederlandse kranten en omroepen met hun focus op het poldergebeuren links laten liggen en publicaties raadplegen die in talloze andere talen op internet staan. In de VS en andere grote landen heeft het progressieve deel van de burgerij zich inmiddels georganiseerd via zogeheten listservers, waardoor nu ook geheel andere voor autoriteiten onwelgevallige informatie beschikbaar komt. Het allerbelangrijkste gevolg is dat burgers ineens kunnen bewijzen dat hun autoriteiten slecht of niet geinformeerd zijn, of dat academici politieke spelletjes spelen, of dat hun politici op de loonlijst staan van grote concerns. De keizer is ineens zonder kleren komen te staan. De autoriteit verliest daardoor nog meer aan gezag en aanzien. Het is te vergelijken met de introductie van de boekdrukkunst, toen het gezag van de geestelijkheid fundamenteel werd ondermijnt doordat burgers de bijbel zonder tussenkomst van de priesters konden gaan lezen. Op die manier kon men zich een eigen voorstelling van de werkelijkheid maken en dat betekende het einde van het absolute gezag van de Paus in Rome. Zonder boekdrukkunst had de rooms-katholieke clerus nog jaren ongestoord door kunnen gaan. Zo is het ook nu. Dat deel van de academische stand dat politieke belangen dient wordt niet meer klakkeloos gelooft. Vandaar dat ik in het openbaar, zonder gehinderd te worden door de officiele consensus van journalistieke praatjesmakers, jou kan aanspreken. En mijn kritiek wordt nog gelezen ook. Die groeiende tegenmacht, gevoed door internet, is iets nieuws en betekent in principe een bedreiging voor de macht, een gevaar dat niet door iedereen wordt beseft. Kennelijk ook niet door de politicus die zich verbaasde over het feit dat ik jou publiekelijk met feiten bekritiseer, en jij gedwongen wordt erop te reageren. Jouw probleem is nu het volgende: het feit dat jij geen antwoord geeft op door mij gestelde vragen is niet iets dat alleen ik zie. Ook de lezers van mijn weblog zien dat en vragen zich net als ik af waar jouw autoriteit nu precies op gebaseerd is. In dit geval in elk geval niet op inzicht. Je zou kunnen stellen dat mijn lezers een te verwaarlozen detail vormen in jouw bestaan. Problematischer is dat als je jouw naam op google inttikt je dan als vijfde vermelding dit ziet:

  • stan van houcke: Willem van Genugten en de Mensenrechten 15

  • Willem van Genugten, voor alle duidelijkheid: dat is dus dezelfde minister Verhagen die jij in bescherming neemt. Hetgeen mij leidt tot de volgende ...
    stanvanhoucke.blogspot.com/.../willem-van-genugten-en-de-mensenrechten_12.html - In cache -
  • stan van houcke: Willem van Genugten en de Mensenrechten 26

    Professor Willem van Genugten, de grote mensenwereld gaat gewoon door. Israel stopt niet met het schenden van het internationaal recht, tenzij de zionisten ...
    stanvanhoucke.blogspot.com/.../willem-van-genugten-en-de-mensenrechten_18.html -

  • Met andere woorden Willem, op die manier verspreidt zich de informatie over jou. En dat geldt voor iedereen. Daarom adviseer ik je om deze opmerking aan mij 'dit is wel mijn laatste antwoord aan je' te heroverwegen. Het aardige van internet is dat iedereen mee kan doen aan een werkelijk publieke discussie die gebaseerd is op feiten en argumenten, waardoor de parlementaire democratie weer enige inhoud krijgt. Het heeft geen zin om je daarvan af te sluiten uit angst voor statusverlies. Jouw autoriteit is niet langer meer alleen afhankelijk van een kleine kongsi van direct belanghebbenden, maar nu ook van 'gewone' burgers die elke dag weer geconfronteerd worden met het démasqué van de macht.

    Wederom, wat wil je nu precies stellen met deze opmerking: 'Een van degenen uit jouw lijst van geadresseerden liet mij weten, naar aanleiding van jouw opmerking dat ik "te fatsoenlijk" ben, dat ik dat maar vooral moet blijven en dat hij zich erover verbaasde dat ik uberhaupt op jouw aanvallen reageer'? Meer later.

    De Pro Israel Lobby 154

    Zionist control of Britain’s government: 1940-2009

    By William A. Cook

    21 November 2009

    William A. Cook charts the history of Zionist control of Britain's government and argues "it’s time that Britain is reborn, free from the shackles that bind it to this corrupt power that flouts international law, wantonly commits crimes against humanity and in brazen arrogance tells the United Nations to shove its demands to comply with the civilized communities of the world".

    After so many years of setting the tone, bribing UK politicians and controlling the BBC they [the Zionists] are used to being untouchable.” (Gilad Atzmon, “Time for Britain to reclaim its sovereignty and dignity by de-Zionizing itself”)

    This week the British people listened to the Daily Mail’s Peter Oborne present, on Channel 4 TV, his devastating account of the Jewish lobby’s control of the British government. Now we know that virtually all the principal politicians in the UK of both parties, like their brothers across the lake in our House and Senate, take “contributions” from the Israeli lobby machine, ensuring that the Anglo-American Middle East policies follow the dictates of the Israeli government. Gilad Atzmon responded to this report in his article “Time for Britain to reclaim its sovereignty and dignity by de-Zionizing itself,” noting that, because this control has been in place for so many years, the lobby feels “untouchable”.

    How many years are “many” one might ask? On 16 October 1941 the high commissioner of Palestine, Harold MacMichael, senior Palestine Mandate officer for the British Mandate forces in Palestine, sent the following “Top Secret” “Memorandum on the participation of the Jewish national institutions in Palestine in acts of lawlessness and violence” to the secretary of state, a report prepared by the Palestine Police, Criminal Investigation Department:

    The memorandum illustrates – indeed, brings into full limelight – the fact that the Mandatory is faced potentially with as grave a danger in Palestine from Jewish violence as it ever faced from Arab violence, a danger infinitely less easy to meet by the methods of repression which have been employed against Arabs. In the first place, the Jews … have the moral and political support … of considerable sections of public opinion both in the United Kingdom and the United States of America … all the influence and political ability of the Zionists would be brought to bear to show that the Jews in Palestine were the victims of aggression, and that a substantial body of opinion abroad would be persuaded of the truth of the contention.

    Quite obviously, MacMichael understands that the Mandatory has little power at home over the zealous actions of the Zionists as they manipulate public and political opinion even as they expand their terrorism against the British Mandate government in Palestine. This is an untenable position to be in, responsible for government control and security of those under its authority, i.e. Palestinians as well as Jews, and knowing that the Jews are set on driving the British out of Palestine, and knowing that the home government can offer little help.

    The Zionists and their “gangs”, a euphemism for well equipped and well trained military forces, launched a full-scale terrorist rebellion against the British by robbing banks, indiscriminate killing of British police and the assassination of British minister-resident Lord Moyne in 1944. By the end of World War II things got even worse:

    The Haganah carried out anti-British military operations – liberation of interned immigrants from the Atlit camp; the bombing of the country’s railroad network; sabotage raids on radar installations and bases of the British police mobile force; sabotage of British vessels ... and the destruction of all road and railroad bridges on the borders.

    All of this terrorism was conducted against the Mandate Government while the home government remained silent under the pall of Israeli Zionist propaganda (Meir Pa’il, “From Hashomer to the Israel Defence Forces: Armed Jewish Defence in Palestine,” World War II).

    But recording the acts of terrorism does not do justice to the conditions the Mandate government faced. MacMichael describes the reality of the forces aligned against the police in Palestine.

    A second matter which deeply impressed me is the almost Nazi control exercised by the official Jewish organizations over the Jewish community, willy nilly, through the administration of funds from abroad, the issue of labour certificates in connection with the immigration quota, the forced contributions to funds and the power of the Histadruth… The community is under the closed oligarchy of the Jewish official organizations which control Zionist policy and circumscribe the lives of the Jewish community in all directions…

    Perhaps one of the most frightening observations MacMichael makes comes at the very end of his dispatch: “As matters now stand it seems to me inevitable that the Zionist juggernaut which has been created with such intensity of zeal for a Jewish national state will be the cause of very serious trouble in the Near East.” Prophetic words indeed.

    The memorandum provided by the Palestine Police Department includes approximately 500 pages of seized documents from the Jewish Agency and related organizations. These documents reveal the intention of the Zionists that controlled operations in Palestine as they worked to force into existence a Jewish state.

    We regard it as our duty to caution you against any attempt to decide on an anti-Zionist solution… We regard it as a duty to utter another warning. Do not postpone the political solution for 10 years… The Jews are a nation. The land of Israel belongs to the people of Israel. The Jewish state will be established. It is better that it should be established with your help and for your benefit, than against you. (The Jewish Resistance Movement, 25 March 1946, Rhodes House Archives)

    The Mandate Criminal Investigation Department was headed by Richard Catling. Catling’s memorandum begins with an understanding of the “intricate Jewish political, social and economic structure in Palestine”. A series of appendices chart these structures, remarking in passing that

    … the Palestine Royal Commission Report of 1937 understood “The Agency (Jewish) is obviously not a governing body; it can only advise and cooperate in a certain wide field”. But allied as it is with the Vaad Leumi, and commanding the allegiance of the great majority of the Jews in Palestine, it unquestionably exercises, both in Jerusalem and in London, a considerable influence on the conduct of government.

    Catling’s frustration with the actual control of the Jews over British policy in Palestine glares through this document: “This powerful and efficient organization amounts in fact to a government existing side by side with the Mandatory Government…”

    The Zionist-controlled Jewish Agency actively undermined the legal authority in Palestine even as it operated to undermine support for that government in Britain, placing UK forces in harm’s way as they attempted to fulfil their authorized responsibilities in Palestine. It also demonstrates the determination of the Jewish Agency’s leadership in undermining the very nation that gave it a means of establishing a “homeland” in Palestine through the Balfour Declaration. The wording of that declaration is rarely presented in its full form:

    His Majesty’s government view with favour the establishment in Palestine of a national home for the Jewish people, and will use their best endeavours to facilitate the achievement of this object, it being clearly understood that nothing shall be done which may prejudice the civil and religious rights of existing non-Jewish communities in Palestine, or the rights and political status enjoyed by Jews in any other country.

    The declaration did not intend to establish a Jewish state. Indeed, the wording, “national home”, was used intentionally instead of “state”. Additionally, the first draft referred to the principle “that Palestine should be” reconstituted “as the national home of the Jewish people”. In the final text, the word “that” was replaced with “in” to avoid committing all of Palestine to the Jews only.

    Now perhaps we can answer the question, “How many years has the British government been under the control of the Zionist influence?” Three score and ten, the biblical age. Perhaps it’s time that Britain is reborn, free from the shackles that bind it to this corrupt power that flouts international law, wantonly commits crimes against humanity, and in brazen arrogance tells the United Nations to shove its demands to comply with the civilized communities of the world.

    (Note: Sir Richard C. Catling’s files have been released to this writer by the chief archivist of the Rhodes House Library of the Bodleian Libraries at Oxford University. Some of the material presented above comes from the “Introduction” of a yet to be published book due out this coming spring.)


    William A. Cook is a professor of English at the University of La Verne in southern California and serves as editor and writer for multiple internet publications. His published books include Tracking Deception: Bush Mid-East Policy, Hope Destroyed, Justice Denied: The Rape of Palestine, and The Chronicles of Nefaria, a novella.


    http://www.redress.cc/stooges/wacook20091121

    Het Poldermodel 7

    De Volkskrant-redactrice Yvonne Hofs geeft een goed beeld:

    Zalm verdedigde wanbeleid DSB

    Yvonne Hofs op 21 november '09, 06:00, bijgewerkt 21 november '09, 10:27

    Amsterdam - Oud-minister Gerrit Zalm negeerde in zijn periode bij DSB Bank talloze waarschuwingen van managers die misstanden bij de bank rapporteerden. Hij bleef aan terwijl vele topmanagers vertrokken omdat zij geen verantwoordelijkheid wilden dragen voor het wanbeleid van de leiding.

    In de wetenschap dat er van alles mis was bij de bank, verdedigde hij als financieel directeur het gevoerde beleid tegenover de Autoriteit Financiële Markten (AFM). In een brief die de Volkskrant heeft ingezien, ontkent Zalm dat DSB klanten met te hoge leningen opzadelde. Hij verwijst daarbij naar de eigen kredietnormen van DSB, die veel soepeler zijn dan de normen die de AFM hanteert. De toezichthouder kwam na eigen onderzoek tot een andere conclusie en legde DSB Bank eerder dit jaar boetes op.

    Opgestapt

    Zalm, die als financieel directeur 750.000 euro per jaar verdiende voor een vierdaagse werkweek, begon in juni 2007 bij DSB Bank als hoofdeconoom. Hij draaide meteen mee in de raad van bestuur. Enkele maanden later, in november 2007, diende financieel directeur Jaap van Dijk in aanwezigheid van Zalm zijn ontslag in. Van Dijk verklaarde dat hij vertrok omdat zijn medebestuursleden Dirk Scheringa en Hans van Goor zijn waarschuwingen over hun riskante beleid in de wind hadden geslagen.

    In het kielzog van Van Dijk vertrokken nog meer managers, onder wie diverse accountants, het hoofd risicomanagement en de functionaris die erop moet toezien dat de bank de wet naleeft. Uit gesprekken met een aantal van hen blijkt dat zij zijn weggegaan uit onvrede over de misstanden, waaronder het bewust achterhouden van informatie voor toezichthouder De Nederlandsche Bank. Ook klagen zij over onverantwoorde kredietverstrekking, een sfeer waarin kritiek op de bedrijfstop niet werd getolereerd en het feit dat Scheringa de bank gebruikte als melkkoe voor zijn hobby’s. Zalm hield zich tijdens de uitstroom van het topkader afzijdig en vroeg hen niet naar hun beweegredenen, zeggen zij.

    Frank de Grave

    Toen Zalm eind 2008 vertrok om topman van ABN Amro te worden, schetste hij tegenover zijn opvolger Frank de Grave een rooskleurig beeld van de situatie bij DSB Bank. De Grave hield het maar twee maanden vol als financieel directeur. Ook hij kwam, net als Van Dijk, in conflict met Scheringa omdat hij misstanden aan de kaak stelde.

    Lees verder: http://www.volkskrant.nl/economie/article1318947.ece/Zalm_verdedigde_wanbeleid_DSB

    The Empire 493

    Iraq War Veteran on a Mental-Health Mission
    Saturday 21 November 2009

    by: Dahr Jamail, t r u t h o u t | Report

    Chuck Luther, who served 12 years in the military, is a veteran of two deployments to Iraq, where he was a reconnaissance scout in the 1st Cavalry Division. The former sergeant was based at Fort Hood, Texas, where he lives today.

    "I see the ugly," Luther told Truthout. "I see soldiers beating their wives and trying to kill themselves all the time, and most folks don't want to look at this, including the military."

    Luther, who founded and directs "The Soldier's Advocacy Group of Disposable Warriors," knows about these types of internal problems in the military because he has been through it himself.

    The Web site for the group explains his story:

    "SGT Luther unknowingly suffered PTSD [post-traumatic stress disorder] after living in the combat environment. After weeks of suffering with sleepless nights/nightmares, headaches, bouts of anger, lack of focus, weight loss, depression, high stress and extreme exhaustion, SGT Luther sought out his Command for help. Knowing he was not able to perform his daily duties in this state of mind, he'd hoped to be sent for some form of treatment and sent back into battle. Unfortunately, this is not what happened. SGT Luther's chain of command responded with phrases such as, 'Drink water and drive on ...' and told he was 'malingering' and 'faking' his symptoms. After being belittled and stripped of his dignity, still, with no assistance from those in charge, he was then placed on suicide watch and held in an Aid Station for five weeks.

    "Those sent to watch over him for potential 'suicide' spoke down to him, and he was not given meals or showers on a regular basis. Even prisoners receive better treatment. SGT Luther was told that if he continued in this manner, he would be discharged from the Army with a Chapter 5-13, Personality Disorder. Because SGT Luther would not give in to the demands of his command to 'drink water and drive on' - knowing he needed some form of treatment, he was brought back to Ft. Hood in July of 2007 where he was quickly discharged with a Personality Disorder. His 12 years of Military Service was ended abruptly with the brush of a Colonel's pen."

    The Web site adds:

    "After being immediately diagnosed with Combat Stress, Combat Exhaustion, and PTSD by the V.A., which is charged with treating our Veterans, SGT Luther knew he had not been 'faking' and had not been 'malingering' and was finally given a diagnosis - he knew there was a name for his symptoms - PTSD."

    Since founding the group, Luther has been on a mission to help other soldiers who have suffered from being undiagnosed, misdiagnosed and mistreated in other ways by the military.

    "We are an advocacy group that addresses soldiers' mistreatment and lack of treatment in the Army," Luther explains.

    According to Luther, the tragedy at Fort Hood on November 5, when Army psychiatrist Maj. Nidal Hasan allegedly went on a shooting rampage, killing 13 people and wounding dozens more, could have easily been avoided.

    "The way things are set up right now in the military is that if a soldier gets a chance to go to mental health, which is something military commanders tend to try to prevent from happening in the first place, but if soldiers go, psychologists and psychiatrists address and diagnose their PTSD and write it up, but this does not mean that they will get treatment," Luther explained to Truthout, "The doctors then send it to command, but that doesn't mean the soldiers will get treatment. The soldier can push it up to the commander, but the commander can deny it and that's as high as it gets. Soldiers are listed as not being able to serve by a military doctor, but they are nonetheless medicated and sent out into combat anyway."

    "Examples of how the military is treating soldiers like this are common," Kathleen Gilberd, co-chair of the Military Law Task Force, told Truthout. Gilberd says that the military is stretched so thin that it is downplaying severe medical conditions of soldiers to keep them eligible for service overseas.

    "A lot folks who are under-diagnosed or misdiagnosed are being deployed second and third times," says Gilberd, "Barrier mechanisms that should prevent this from happening are being routinely ignored ... if someone is on psychotropic medication or is diagnosed with a fresh psychiatric condition, there should be a 90-day observation period and delay, under DOD [Department of Defense] policy."

    Lees verder: http://www.truthout.org/1121091

    Michael Jackson

    MICHAEL JACKSON - THEY DON´T CARE ABOUT US (with OLODUM).fl


    Adelheid Roosen


    Als mijn moeder nog had geleefd en ze zou Alzheimer hebben gehad, zou ik haar dan in een luier in beeld hebben gebracht? Nee, en zeker niet ter meerdere eer en glorie van mezelf. Wat mankeren mensen toch dat ze met hun eigen leed nu langs de deuren komen leuren? Eerst Frenk van der Linden en nu weer Adelheid Roosen. Ik vrees dat ons nog heel wat te wachten staat, want het beeld is god geworden, alles moet in beeld worden gebracht, belikt en betast. En hoe zichtbaarder de mens lijkt te worden des te onzichtbaarder hij/zij is. Hoe meer de mens als individu wordt geportretteerd des aangepaster hij/zij is. Hoe authentieker de mens lijkt des te conformistischer hij/zij is, tot hij/zij uiteindelijk is gereduceerd tot een pop, waarmee men alles kan doen. Alles moet worden gelijk geschakelt. Alles moet genadeloos worden ontleed onder de microscoop van de commerciele media. Kijk mijn moeder nou toch, in een luier, op het toneel, onbeschermd tegen het meedogeloze oog van de camera.

    Het kenmerk bij uitstek van een totalitaire maatschappij is dat er geen onderscheid meer bestaat tussen het openbaar en prive domein. Alles moet begluurbaar zijn, en daarmee beheersbaar. Een oude vrouw met een luier. Mijn god, kan het ontluisterender? Kan het vernederender? Daar zijn moeders niet voor. En het walgelijke eraan is dat de dochter laat zien hoe de rollen zijn omgedraaid, eindelijk kan ze met de moeder doen wat ze vroeger niet kon. Ze heeft het laatste woord. En de bodem van de put is nog steeds niet in zicht.

    Klimaatverandering 150


    THE NATION ACTIVISM & ORGANIZING GLOBAL JUSTICE MOVEMENT
    Copenhagen: Seattle Grows Up
    Lookout

    by NAOMI KLEIN

    This article appeared in the November 30, 2009 edition of The Nation.
    November 11, 2009

    The other day I received a pre-publication copy of The Battle of the Story of the Battle of Seattle, by David Solnit and Rebecca Solnit. It's set to come out ten years after a historic coalition of activists shut down the World Trade Organization summit in Seattle, the spark that ignited a global anticorporate movement.

    The book is a fascinating account of what really happened in Seattle, but when I spoke to David Solnit, the direct-action guru who helped engineer the shutdown, I found him less interested in reminiscing about 1999 than in talking about the upcoming United Nations climate change summit in Copenhagen and the "climate justice" actions he is helping to organize across the United States on November 30. "This is definitely a Seattle-type moment," Solnit told me. "People are ready to throw down."
    There is certainly a Seattle quality to the Copenhagen mobilization: the huge range of groups that will be there; the diverse tactics that will be on display; and the developing-country governments ready to bring activist demands into the summit. But Copenhagen is not merely a Seattle do-over. It feels, instead, as though the progressive tectonic plates are shifting, creating a movement that builds on the strengths of an earlier era but also learns from its mistakes.
    The big criticism of the movement the media insisted on calling "antiglobalization" was always that it had a laundry list of grievances and few concrete alternatives. The movement converging on Copenhagen, in contrast, is about a single issue--climate change--but it weaves a coherent narrative about its cause, and its cures, that incorporates virtually every issue on the planet. In this narrative, our climate is changing not simply because of particular polluting practices but because of the underlying logic of capitalism, which values short-term profit and perpetual growth above all else. Our governments would have us believe that the same logic can now be harnessed to solve the climate crisis--by creating a tradable commodity called "carbon" and by transforming forests and farmland into "sinks" that will supposedly offset our runaway emissions.
    Climate-justice activists in Copenhagen will argue that, far from solving the climate crisis, carbon-trading represents an unprecedented privatization of the atmosphere, and that offsets and sinks threaten to become a resource grab of colonial proportions. Not only will these "market-based solutions" fail to solve the climate crisis, but this failure will dramatically deepen poverty and inequality, because the poorest and most vulnerable people are the primary victims of climate change--as well as the primary guinea pigs for these emissions-trading schemes.
    But activists in Copenhagen won't simply say no to all this. They will aggressively advance solutions that simultaneously reduce emissions and narrow inequality. Unlike at previous summits, where alternatives seemed like an afterthought, in Copenhagen the alternatives will take center stage. For instance, the direct-action coalition Climate Justice Action has called on activists to storm the conference center on December 16. Many will do this as part of the "bike bloc," riding together on an as yet unrevealed "irresistible new machine of resistance" made up of hundreds of old bicycles. The goal of the action is not to shut down the summit, Seattle-style, but to open it up, transforming it into "a space to talk about our agenda, an agenda from below, an agenda of climate justice, of real solutions against their false ones.... This day will be ours."
    Some of the solutions on offer from the activist camp are the same ones the global justice movement has been championing for years: local, sustainable agriculture; smaller, decentralized power projects; respect for indigenous land rights; leaving fossil fuels in the ground; loosening protections on green technology; and paying for these transformations by taxing financial transactions and canceling foreign debts. Some solutions are new, like the mounting demand that rich countries pay "climate debt" reparations to the poor. These are tall orders, but we have all just seen the kind of resources our governments can marshal when it comes to saving the elites. As one pre-Copenhagen slogan puts it: "If the climate were a bank, it would have been saved"--not abandoned to the brutality of the market.
    In addition to the coherent narrative and the focus on alternatives, there are plenty of other changes too: a more thoughtful approach to direct action, one that recognizes the urgency to do more than just talk but is determined not to play into the tired scripts of cops-versus-protesters. "Our action is one of civil disobedience," say the organizers of the December 16 action. "We will overcome any physical barriers that stand in our way--but we will not respond with violence if the police [try] to escalate the situation." (That said, there is no way the two-week summit will not include a few running battles between cops and kids in black; this is Europe, after all.)
    A decade ago, in an op-ed in the New York Times published after Seattle was shut down, I wrote that a new movement advocating a radically different form of globalization "just had its coming-out party." What will be the significance of Copenhagen? I put that question to John Jordan, whose prediction of what eventually happened in Seattle I quoted in my book No Logo. He replied: "If Seattle was the movement of movements' coming-out party, then maybe Copenhagen will be a celebration of our coming of age."
    He cautions, however, that growing up doesn't mean playing it safe, eschewing civil disobedience in favor of staid meetings. "I hope we have grown up to become much more disobedient," Jordan said, "because life on this world of ours may well be terminated because of too many acts of obedience."
    ***
    An updated tenth-anniversary edition of Naomi Klein's No Logo: Taking Aim at the Brand Bullies comes out in November.
    Get The Nation at home (and online!) for 68 cents a week!
    If you like this article, consider making a donation to The Nation.
    Reprint this article. Click here for rights and information.
    About Naomi Klein
    Naomi Klein is an award-winning journalist and syndicated columnist and the author of the international and New York Times bestseller The Shock Doctrine: The Rise of Disaster Capitalism (September 2007); an earlier international best-seller, No Logo: Taking Aim at the Brand Bullies; and the collection Fences and Windows: Dispatches from the Front Lines of the Globalization Debate (2002). more...

    Zie: http://www.readersupportednews.org/off-site-opinion-section/60-environment/369-naomi-klein-copenhagen-seattle-grows-up

    The Empire 492

    The Fifty-Year War
    by JONATHAN SCHELL

    This article appeared in the November 30, 2009 edition of The Nation.


    I was about to write that there can be no military solution to the war in Afghanistan, only a political one. But I almost fainted with boredom and had to stop. Who, as President Obama lengthily ponders his decisions regarding the war, wants to repeat a point that's been made 11,000 times before? Is there anyone on earth who doesn't know by now that you can't win a guerrilla war without winning the "hearts and minds" of the people? The American public has known this since the American defeat in Vietnam. The formerly colonized peoples of the Third World, whose hearts and minds were the ones contested, know it. American officialdom knows it. (In a recent New Yorker profile by George Packer of Richard Holbrooke, Obama's envoy to the so-called Af-Pak region, Leslie Gelb, who worked in the Pentagon in the 1960s, recalled, "Changing hearts and minds--all the smart young men thought that.") Today, even the general in charge in Afghanistan, Stanley McChrystal, now asking for 40,000 or more troops, knows it. He can read all about it in the new Army counterinsurgency manual produced by his boss, Centcom commander Gen. David Petraeus. There he can learn that "political factors have primacy in COIN [counterinsurgency]" and that "arguably, the decisive battle is for the people's minds."

    But if one has repeated this point anyway (as I have, by a backdoor route), then one must go on to make the rather newer point that there is no political solution that serves the foreign invader either. The problem is structural and fundamental. Like the imperial powers of the past, the United States wants to impose its will on other countries. Yet it is different from those previous powers in at least one respect: it does not aim to rule the countries it invades indefinitely. Conscious that the American public will not support war without end, it means to leave one day. Therefore the art of victory has to be to try to set up a government that can both survive US withdrawal and serve US interests. The circle to be squared is getting the people of a whole country to want what Washington wants. The trouble is that, left to their own devices, other peoples are likely to want what they want, not what we want.
    One problem flowing from this dilemma is that the more the United States does to set up such a government, the more the "Afghans themselves" (or the Vietnamese themselves or the Iraqis themselves or the whoevers themselves) are tainted by the association. If the paradox of military engagement in such a conflict is that the more you fight the more you lose, then the paradox of political engagement is that the more you rule the weaker the native component of the government becomes, and the more likely it is to collapse when you leave, as the South Vietnamese government did in 1975. That is scarcely a new point, either. For instance, as far back as 1964, Senator Richard Russell said in a phone conversation with President Lyndon Johnson, "It appears that our position is deteriorating, and it looks like the more we try to do for them, the less they're willing to do for themselves." (Holbrooke reprised the point to Packer when he commented on the Afghan government, "The more help they need, the more dependent they get.... In Vietnam, that's exactly what happened.")
    The problem of the missing government is no detail of policy; it is fatal to the whole enterprise. And the absence is even more acute in Afghanistan today than it was in Vietnam. Johnson's defense secretary, Robert McNamara, pointed out in 1965 that the government of South Vietnam was a "non-government." And the same year Under Secretary of State George Ball, an in-house dissenter, wrote, "The 'government' in Saigon is a travesty. In a very real sense, South Vietnam is a country with an army and no government." The difference in Afghanistan in 2009? No army, either. (That's why one difficulty that plagued Vietnam, repeated coups d'état, is one problem the United States does not have in Afghanistan.) After touring the Garmsir District in Afghanistan recently, New York Times reporter Dexter Filkins wrote, "In Garmsir, there is nothing remotely resembling a modern state that could take over if America and its NATO allies left." In January a Defense Department report stated, "building a fully competent and independent Afghan government will be a lengthy process that will last, at a minimum, decades." Yet without such a government, US policy in Afghanistan is not merely destined to fail; it is incoherent. In a sense, it is not a policy at all. There is a lot in Afghanistan that is different from Vietnam, but this much is the same or worse.
    PAGE 1 2 3 4 NEXT »
    Lees verder: http://www.thenation.com/doc/20091130/schell

    Willem van Genugten en de Mensenrechten 35


    Beste Willem van Genugten,

    Je eindigt jouw email aan mij met de volgende woorden:

    Een van degenen uit jouw lijst van geadresseerden liet mij weten, naar aanleiding van jouw opmerking dat ik "te fatsoenlijk" ben, dat ik dat maar vooral moet blijven en dat hij zich erover verbaasde dat ik uberhaupt op jouw aanvallen reageer. Ik heb dat gedaan om allerlei redenen die ik niet aan de publiciteit prijsgeef, maar dit is wel mijn laatste antwoord aan je.

    Met hartelijke groet,
    Willem


    Dat nu, professor, is een onfatsoenlijke reactie. Ten eerste omdat je opnieuw de context verzwijgt. Ik had dit geschreven: 'Ik vermoed dat jouw probleem is dat je te fatsoenlijk bent. Het ontbreekt je aan verbeeldingskracht, en aan historische kennis waardoor je niet beseft hoe doortrapt de realpolitiek van onze machiavellisten kan zijn.'

    Ik was zo fatsoenlijk om jouw politiek opportunisme toe te schrijven aan burgerlijk fatsoen. Voor alle duidelijkheid, fatsoen is iets anders dan moreel verantwoord. Fatsoenlijkheid heeft vooral te maken met het dagelijks gedrag van mensen. En gebrek aan verbeeldingskracht kan leiden tot dit soort fatsoen.

    En zo kom ik bij het tweede punt. Werkelijk onfatsoenlijk is nu om je te verschuilen achter een niet bij naam genoemde vertegenwoordiger uit de politiek of de commerciele media, want aan hen heb ik mijn stukken opgestuurd. Met jouw medeweten. Ik strijd met open vizier en verschuil me achter niemand, aangezien ik ervan uit ga dat de zakelijke feiten en argumenten die ik aanvoer dit onnodig maken. Ik had bijvoorbeeld kunnen bekend maken dat de NOS graag op de hoogte wil blijven van de kritiek die ik op jouw standpunten aanvoer. Maar waarom zou ik dit als argument inzetten? Je schrijft dat je 'om allerlei redenen die ik niet aan de publiciteit prijsgeef,' op mijn 'aanvallen' hebt gereageerd. Ook dit is onfatsoenlijk. Zo reageer je niet op een tegenstander die met feiten en argumenten in de grootst mogelijke openheid je standpunten bestrijdt. Geheime redenen? Waarom kan de reden niet zijn dat je de op feiten gebaseerde argumenten van je tegenstander serieus neemt? Die reden kun je toch 'aan de publiciteit' prijsgeven, nietwaar? Of neem je de kritische argumenten niet serieus? Dan zal je de feiten waarop jouw tegenstander zijn argumenten baseert, moeten bestrijden, maar dat doe je in dit geval niet.

    Willem, voor mijn boek over het Israelisch-Palestijns drama heb ik met talloze joods-Israelische hoogleraren en academici gesproken die serieus antwoord gaven op vragen die ik stelde, zonder gedraai. Ze zijn zich ervan bewust dat gedraai en weigeren in te gaan op vragen onfatsoenlijk is. Dat doen geschoolde mensen niet, die houden zich aan elementaire normen en waarden aangaande een openbare gedachte-uitwisseling. Ik ben sinds enige tijd bezig met het interviewen van Amerikaanse hoogleraren, schijvers, academici, en ook zij gaan serieus in op vragen die ik stel. Al meer dan drie decennia interview ik buitenlanders en nog nooit in mijn hele loopbaan als journalist heb ik het meegemaakt dat een ontwikkeld mens mij probeerde af te schepen met zoveel onnozelheid als waarmee jij denkt weg te komen. Toen ik je emailde dat Madeleine Allbright de dood van een half miljoen Irakese kinderen 'de prijs waard' vond, en zij dus een ongeschikte kandidaat was om 'zitting te nemen in de raad van toezicht van een nieuw onderzoeks- en opleidingsinstituut in Den Haag... op het terrein van vrede, recht en internationale veiligheid' schreef jij me dat 'anders dan jij ik dat geen verkeerde keuze [vind].' En toen ik aandrong door te stellen dat oorlogsmisdaden toch niet beloond kunnen worden, schreef je: 'Wat betreft Albright: je mail over haar las ik, zij het ''cross'', maar ik weet niet of het allemaal zo gezegd is. Dat zou ik verder moeten onderzoeken.' Om weer later te melden: 'Met die uitspraak was ik niet bekend. Daar laat ik het maar bij.'

    Zoiets getuigt van onfatsoen Willem, en van een gebrek aan intellectuele integriteit. Een eerstejaars student zou onmiddellijk opdracht hebben gekregen om eens goed zijn huiswerk te doen. Het gaat hier om mensenlevens. Mijn kritiek is geen borrelpraat maar een serieuze poging je te confronteren met de werkelijkheid, zoals die door de slachtoffers wordt ervaren. Willem, ik heb talloze vragen aan je gesteld. Je weigert die te beantwoorden. Dat is onfatsoenlijk. Een democratie staat of valt bij juiste informatie. Wat ook van onfatsoen getuigt, is het telkens weer suggereren dat ik iets anders bedoel dan ik schrijf, en is me een bepaalde overtuiging toeschrijven die ik zelf nooit heb gehad. Het is bovendien niet alleen onnozel maar ook onfatsoenlijk om een serieuze tegenstander te onderschatten. Het feit dat deze trukendoos wel geaccepteerd wordt door de Nederlandse intelligentsia maar niet door de angelsaksische intelligentsia, zoals ik uit ervaring weet, zegt genoeg. Het academisch en journalistiek niveau hier is een afspiegeling van Nederland, provinciaals en corrupt, alleen noemen we dat trots: het poldermodel. Als zelfs een academicus niet in staat is zich eerlijk en duidelijk uit te drukken, dan is er iets wezenlijk fout. Het schrijnende gebrek aan intellectuele integriteit is desastreus voor een democratie, hoe gebrekkig die ook mag functioneren. Het kwalijkste gevolg van een gecorrumpeerde elite is dat daardoor de samenleving grondig depolitiseert en het cynisme onder de bevolking groeit. Meer later.

    Willem van Genugten en de Mensenrechten 34


    Reactie van oud premier Dries van Agt op Willem van Genugten in de NRC:



    Er is helemaal geen vredesproces

    Gepubliceerd: 20 november 2009 11:24 | Gewijzigd: 20 november 2009 13:05

    Het is zonneklaar dat Israël onwillig is zelf tot strafvervolging over te gaan. Het door Willem van Genugten opgeworpen bezwaar tegen internationale berechting is derhalve ongegrond.

    Door Dries van Agt

    De minister van Buitenlandse Zaken heeft een adviesraad. Die raad heeft een commissie voor de Rechten van de Mens. De door de minister benoemde voorzitter van die commissie, Willem van Genugten, is “zijn” minister te hulp gesneld (NRC, 9 november) na de kritiek die ik en mijn co-auteurs enkele dagen voordien (NRC, 3 november) hadden uitgebracht op het njet-gedrag van de minister jegens het Goldstone-rapport over de oorlog in Gaza. In ons betoog, aldus Verhagen’s pleitbezorger, wint verontwaardiging het van de ratio. Wij zouden dus niet goed bij ons hoofd zijn.

    Justice Richard Goldstone en zijn mede-onderzoekers hebben na grondig onderzoek geconcludeerd dat er sterke bewijzen zijn dat Israël ernstige schendingen heeft gepleegd van mensenrechten en van het internationale oorlogsrecht en dat ook Palestijnse milities zich aan het internationale recht hebben vergrepen. Goldstone en de zijnen bevelen de VN-Veiligheidsraad aan van Israël te eisen een geloofwaardig onderzoek hiernaar te entameren, onder toezicht van onafhankelijke deskundigen.

    Mocht dat niet gebeuren, dan moet de Veiligheidsraad de zaak-Gaza verwijzen naar het Internationaal Strafhof. Ten aanzien van de Palestijnse autoriteiten beveelt Goldstone hetzelfde aan. Zo spreekt het rapport-Goldstone. Iets anders hebben wij niet beweerd. Niettemin stelt Van Genugten, blijkbaar pogend toch een haak te vinden om zijn pleidooi ten faveure van de werkwijze van de minister aan op te hangen, dat het “lijkt” alsof ik Goldstone voorbij draaf.

    De Nederlandse regering is ook geporteerd voor onderzoek als door Goldstone c.s. noodzakelijk geacht, meldt onze hooggeleerde opponent. Maar waarom heeft Nederland dan binnen de VN tegen het rapport-Goldstone gestemd? Van Genugten voert hiervoor verscheidene redenen aan, juridische en politieke. Eén juridische bedenking is dat het rapport eerst in de VN-Mensenrechtenraad (Genève) besproken moet worden alvorens het hogerop in de VN (New York) aan de orde te stellen. Dat zou sporen met het Statuut van het Strafhof. Welnu, het Strafhof staat los van de VN en de Raad in Genève hééft over het rapport gesproken en bij overgrote meerderheid geconcludeerd dat doorverwijzing naar New York geboden is. Wat is daar verkeerd aan? Had de Raad in Genève langer over het rapport moeten discussiëren, breedvoeriger, diepgaander?

    Een andere juridische bedenking is “dat het Hof pas in actie mag komen als staten onwillig of onbekwaam zijn om zelf strafvervolging in te stellen”. Het opwerpen van dit bezwaar is een slag in de lucht. De Israëlische regering heeft immers herhaaldelijk en met stemverheffing te kennen gegeven er niet over te piekeren eigen militairen voor de rechter te brengen. “Netanyahu vows never to let Israelis be tried for war crimes”, berichtte de Israëlische krant Haaretz al op 12 oktober. De premier sprak over een “distorted report written by this distorted committee”. De Israëlische VN-ambassadeur zei op 4 november in de Algemene Vergadering van de VN dat het rapport-Goldstone was verwekt in haat en totstandgebracht in zonde.

    Voordien waren er al verscheidene andere rapporten verschenen die zware kritiek op het optreden van de Israëlische krijgsmacht bevatten: van een VN-commissie die onderzoek deed naar Israëlische aanvallen op VN-installaties, van de commissie-Dugard (voormalige VN-rapporteur over mensenrechten in bezet Palestijns gebied), van Amnesty International, van Breaking the Silence (vereniging van gewetensbezwaarde Israëlische ex-militairen). Al die rapporten zijn door de Israëlische regering terzijde geschoven. Die regering heeft vervolgens geweigerd enige medewerking te verlenen aan het onderzoek van de commissie-Goldstone. De onderzoekers van die commissie werden zelfs niet toegelaten, in Israël zelf noch in de bezette gebieden. Welaan, het is zonneklaar dat Israël onwillig is zelf tot strafvervolging over te gaan. Het door Van Genugten opgeworpen bezwaar tegen internationale berechting (na deugdelijk onderzoek zoals door Goldstone bepleit) is derhalve ongegrond.

    Lees verder: http://www.nrc.nl/opinie/article2418728.ece/Er_is_helemaal_geen_vredesproces


    Willem van Genugten en de Mensenrechten 33


    Beste Willem van Genugten,

    Je schreef me gisteren dit:

    'Er is in de loop van enkele decennia veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit van sancties (boycots en embargo's). Ik heb daar zelf, samen met anderen, ook een boek aan gewijd: "United Nations Sanctions: Effectiveness and Effects, Especially in the Field of Human Rights". Overall conclusie: brede sancties werken bijna nooit. De VN is na het echeck met de sancties tegen Irak steeds actiever gaan zoeken naar "smart sanctions": bevriezing van banktegoeden, reisverboden, etc. Dat lijkt af en toe wel te werken. Een overall boycot dan wel embargo komt in het VN-arsenaal niet meer voor.'

    Willem, allereerst dit: ik weet niet met wie jij nu in discussie bent, maar in elk geval niet met mij. Integendeel zelfs. Het was juist ik die jou aansprak op de keuze van Madeleine Allbright om in de raad van toezicht van 'een van de belangrijkste opleidingen op het terrein van vrede, recht en internationale veiligheid' 'in Den Haag zitting te nemen. Jij schreef me destijds dat 'anders dan jij vind ik dat geen verkeerde keuze.' Waarom ik de keuze van deze, in de strikte zin van het woord, oorlogsmisdadigster wel verkeerd vond, heb ik voor jou nog eens uit de doeken gedaan op 9 november j.l. toen ik dit schreef:

    4 maart 2000 wees Denis Halliday, de voormalige VN-coordinator van het Humanitaire Programma in Irak het Westerse publiek erop dat wij de mensenrechten in Irak op grote schaal schenden. Na uit protest te zijn opgestapt verklaarde hij in The Guardian: 'Ik had de opdracht gekregen om een politiek te voeren die voldoet aan de definitie van genocide: een bewust beleid dat in feite meer dan een miljoen individuen, kinderen en volwassenen, heeft vermoord. We weten allemaal dat het regime, Saddam Hoessein, de prijs voor de economische sancties niet betaalt… Het zijn de gewone mensen die hun kinderen verliezen of hun ouders door gebrek aan gezuiverd water. Duidelijk is dat de Veiligheids Raad momenteel zijn boekje te buiten gaat, want zijn acties ondermijnen hier het eigen handvest… De geschiedenis zal de verantwoordelijken afstraffen.' Mei 1996 verscheen de toenmalige Amerikaanse ambassadrice bij de VN, Madeleine Albright, in het befaamde CBS programma '60 Minutes.' Haar werd een reactie gevraagd op een VN-rapport waarin melding werd gemaakt van het feit dat als gevolg van de sancties en de Amerikaanse en Britse bombardementen die de infrastructuur volledig hadden verwoest, meer dan een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar om het leven was gekomen. De programmamaakster voegde eraan toe: 'Dat zijn meer kinderen dan in Hiroshima stierven… Is het de prijs waard?' Albright antwoordde: 'Wij denken dat het de prijs waard is.' Toen programmamaakster Lesley Stahl aandrong en de ambassadrice vroeg of de Amerikaanse regering 'zelfs met de hongerdood' van kleuters akkoord ging, rechtvaardigde Albright deze genocidale politiek met de opmerking: 'Weet je Lesley… het is moeilijk voor mij om dit te zeggen, want ik ben een humaan mens, maar mijn eerste verantwoordelijkheid is om ervoor te zorgen dat Amerikaanse troepen niet weer opnieuw de Golfoorlog hoeven uit te vechten.' Met andere woorden: een ongewapend, hulpeloos kind wordt opgeofferd voor een getrainde militair die zich wel kan verdedigen. Burgers worden opgeofferd voor militairen, de omgekeerde wereld, meer dan 1000 jaar nadat in het jaar 975 in het Zuid-Franse Le Pui voor het eerst in de geschiedenis de bescherming van burgers tegen oorlogsgeweld werd vastgelegd. Nog geen zes maanden na haar uitspraak werd Madeleine Albright bevorderd tot minister van buitenlandse zaken. Vier jaar later confronteerde de Australische journalist John Pilger de Amerikaanse onderminister van buitenlandse zaken James Rubin met haar uitspraak. Zijn reactie kwam erop neer dat Pilger te 'idealistisch' was. 'Bij het uitvoeren van politiek beleid moet men een keuze maken tussen twee kwaden… en helaas zijn de gevolgen van de sancties groter dan we gehoopt hadden,' aldus Rubin. Hij adviseerde Pilger niet zo naïef te zijn omdat er nu eenmaal een 'echte wereld' bestaat waar 'werkelijke keuzes moeten worden gemaakt.'

    Zie: http://home.wxs.nl/~houck006/Cliteur.html

    Zie: http://www.youtube.com/watch?v=FbIX1CP9qr4

    Tweede voorbeeld: De Nederlandse diplomaat Peter van Walsum, die rond 2000 als voorzitter van de 'Iraq Sanctions Committee' medeverantwoordelijjk was voor de genocidale politiek die ertoe leidde dat meer dan een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar wegteerde.

    De Telegraaf berichtte enige tijd geleden: 'Albright heeft haar medewerking persoonlijk toegezegd aan burgemeester Jozias van Aartsen (VVD) van Den Haag, aldus de woordvoerder. De twee kennen elkaar uit de tijd dat beiden minister van Buitenlandse Zaken waren, tijdens de tweede ambtstermijn van president Bill Clinton. Van Aartsen was toen minister van Buitenlandse Zaken in het tweede kabinet-Kok (1998-2002). Ze werden vrienden en hebben ook na hun ministerschap contact gehouden.'

    Vrienden dus. Van Aartsen was verantwoordelijk voor de benoeming van Peter van Walsum als voorzitter van het sanctiecomite dat de genocide in Irak mogelijk maakte. Een genocide die volgens Madeleine Albright 'de prijs waard' was.

    In tegenstelling tot de Nederlandse journalisten ondervroeg de angelsaksische onderzoeksjournalist John Pilger voorzitter Van Walsum op een kritische manier, zoals u hier kunt lezen:

    In December 1999 John Pilger asked Peter van Walsum, Chairman of the UN Sanctions Committee to explain why Iraq is still being subjected to economic sanctions. The transcript of the interview appears below.

    John Pilger: Why should the civilian population, innocent people, be punished for Saddam's crimes?

    Peter van Walsum: It's a difficult problem. You should realise that sanctions are one of the curative measures that the Security Council has at its disposal. And obviously they hurt. They are like a military measure.

    JP: But who do they hurt?

    PW: Well, this, of course is the problem, but with military action, too, you have the eternal problem of collateral damage.

    JP: So an entire nation is collateral damage? Is that correct?

    PW: No, I am saying that sanctions have (similar) effects. You understand we have to study this further.

    JP: Do you believe that people have human rights no matter where they live or under what system?

    PW: Yes.

    JP: Doesn't that mean that the sanctions you are imposing are violating the human rights of millions of people?

    PW: It's also documented that the Iraqi regime has committed very serious human rights breaches.

    JP: There is no doubt about that. But what is the difference in principle between human rights violations committed by the regime and those caused by your committee?

    PW: It's a very complex issue Mr Pilger.

    JP: What do you say to those who describe sanctions that have caused so many deaths as 'weapons of mass destruction' as lethal as chemical weapons?

    PW: I don't think that's a fair comparison.

    JP: Aren't the deaths of half a million children mass destruction?

    PW: I don't think you can use that argument to convince me. It is about the invasion of Kuwait in 1990.

    JP: Let's say the Netherlands was taken over by a Dutch Saddam Hussein, and sanctions were imposed, and the children of Holland started to die like flies. How would you feel about that?

    PW: I don't think that's a very fair question. We are talking about a situation which was caused by a government that overran its neighbour, and has weapons of mass destruction.

    JP: Then why aren't there sanctions on Israel which occupies much of Palestine and attacks Lebanon almost every day of the week. Why aren't there sanctions on Turkey which has displaced 3 million Kurds and caused the deaths of 30,000 Kurds?

    PW: Well, there are many countries that do things that we are not happy with. We can't be everywhere. I repeat it's complex.

    JP: How much power does the United States exercise over your committee?

    PW: We operate by consensus.

    JP: And what if the Americans object?

    PW: We don't operate.

    Zie: http://www.johnpilger.com/page.asp?partid=118

    Maar ook dat verzwijgen de Nederlandse commerciele massamedia en de Nederlandse politici. Overigens: op 14 december 2003 werd Van Aartsen door de parlementaire pers verkozen tot beste politicus van 2003.

    Derde voorbeeld: Dirk Jan van den Berg. Wat weten we van Dirk Jan? Niet veel, maar toch genoeg. De Telegraaf meldde over Dirk Jan met betrekking tot het instituut waar Albright in de Raad van Bestuur is gevraagd door burgemeester Van Aartsen:

    'De voorlopige werknaam van de op te richten instelling luidt Institute for Global Justice. Een commissie onder leiding van bestuursvoorzitter Dirk Jan van den Berg van de TU Delft werkt aan het ontwikkelingsplan voor het Institute for Global Justice. De commissie komt in juni met het plan naar buiten.'

    Van den Berg is econoom en was de Permanente Vertegenwoordiger van Nederland bij de Verenigde Naties in New York. Daarna werd Dirk Jan ambassadeur in China en vervolgens werd hij de

    'nieuwe CvB-voorzitter TU Delft'

    08 oktober 2007

    Dirk Jan van den Berg, de ambassadeur van Nederland in China, wordt de nieuwe voorzitter van het College van Bestuur van de TU Delft. De Raad van Toezicht heeft hem benoemd per 1 maart 2008. Hij volgt ir. Hans van Luijk op die deze functie heeft vervuld sinds 1 november 2001. Zijn benoeming is door de universitaire gemeenschap, waaronder de medezeggenschapsorganen, met instemming begroet.'

    Laat 1 ding duidelijk zijn: Dirk Jan is multi-inzetbaar, een man die je filiaalchef van Albert Heijn kunt maken, maar ook de baas van een strafkamp. Van den Berg is een ambtenaar die je om een boodschap kan sturen, een pion die weet wanneer hij moet zwijgen en wanneer hij dient te spreken. Ik bedoel: als ambassadeur in het machtige China zal deze econoom uit een handelsnatie natuurlijk niet hebben gehamerd op zulke pijnlijke zaken als mensenrechten. Navigare Necesse Est. En bij de VN zal hij hetzelfde hebben gedaan als zijn collega Peter van Walsum deed: namelijk gehoorzaam de Amerikaanse politiek volgen. Of in Peter van Walsum's eigen woorden:

    'We operate by consensus.

    John Pilger: And what if the Americans object?

    Peter van Walsum: We don't operate.'

    Kortom, net als alle andere slippendragers zal Dirk Jan van den Berg doen wat de macht van hem verwacht bij het 'nieuw onderzoeks- en opleidingsinstituut in Den Haag. Het gaat om een nog op te richten Haagse instelling die in samenwerking met de Universiteit Leiden moet uitgroeien tot een van de belangrijkste opleidingen op het terrein van vrede, recht en internationale veiligheid.' Daarom is hij er ook gedetacheerd.

    Om concreet te worden, het is uitgesloten dat het instituut bijvoorbeeld een serieus onderzoek zal instellen naar de Israelische politiek die een steeds groter gevaar is voor 'vrede, recht en internationale veiligheid' in de wereld. Tegen een dergelijk broodnodig onderzoek zijn de joodse en christelijke lobbies fel gekant. Dat is slecht voor de economische belangen en trouwens ook slecht voor het Atlantisch Bondgenootschap onder leiding van de moreel en financieel failliete VS. En opnieuw: zo sluit zich de cirkel van de macht. En van de burgers wordt maart 1 ding geeist: de hele zaak te financieren. De mensenrechten spelen hierbij alleen een rol als het de economische macht zo uitkomt. Anders niet. Dat weet Dirk Jan als econoom beter dan wie dan ook.

    Als het recht goed zou functioneren dan zou Madeleine Albright zich in Den Haag moeten verantwoorden voor het plegen van oorlogsmisdrijven.

    Jose van Leeuwen emailde me het volgende bericht uit de Telegraaf:

    Amerikaanse oud-minister doet mee aan Haags instituut

    DEN HAAG - Oud-minister Madeleine Albright is bereid zitting te nemen in de raad van toezicht van een nieuw onderzoeks- en opleidingsinstituut in Den Haag. Het gaat om een nog op te richten Haagse instelling die in samenwerking met de Universiteit Leiden moet uitgroeien tot een van de belangrijkste opleidingen op het terrein van vrede, recht en internationale veiligheid. Dat heeft een woordvoerder van de gemeente Den Haag maandag bevestigd.

    De voorlopige werknaam van de op te richten instelling luidt Institute for Global Justice. Een commissie onder leiding van bestuursvoorzitter Dirk Jan van den Berg van de TU Delft werkt aan het ontwikkelingsplan voor het Institute for Global Justice. De commissie komt in juni met het plan naar buiten.

    Albright heeft haar medewerking persoonlijk toegezegd aan burgemeester Jozias van Aartsen (VVD) van Den Haag, aldus de woordvoerder. De twee kennen elkaar uit de tijd dat beiden minister van Buitenlandse Zaken waren, tijdens de tweede ambtstermijn van president Bill Clinton. Van Aartsen was toen minister van Buitenlandse Zaken in het tweede kabinet-Kok (1998-2002). Ze werden vrienden en hebben ook na hun ministerschap contact gehouden.

    Den Haag profileert zich de laatste jaren nadrukkelijk als internationale hoofdstad van vrede en recht. De stad huisvest inmiddels tientallen organisaties en instellingen op dit terrein, waaronder het Internationaal Gerechtshof, het Permanente Hof van Arbritage, het Internationale Strafhof, Europol en het Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië.'

    Zie: http://www.telegraaf.nl/binnenland/3999029/__Albright_bij_Haags_instituut.html

    In 2002 schreef ik dit in een artikel voor het tijdschrift De Humanist:

    De Nederlandse kranten als de Telegraaf en de Volkskrant verzwijgen deze informatie, waardoor niet bekend wordt dat een van oorlogsmisdaden beschuldigde Amerikaanse politica in de raad van toezicht van 'een van de belangrijkste opleidingen op het terrein van vrede, recht en internationale veiligheid' zitting gaat nemen. Dat daardoor 'vrede, recht en internationale veiligheid' een farce worden interesseert de commerciele massamedia niet, en speelt dus geen rol. En ook onze politici spelen het spelletje mee. Geen enkel Kamerlid komt op het idee om hier eens vragen over te stellen. De gedachte alleen al benauwt ze. Ze betalen Albright liever voor haar geweldige inzet.

    Ook de academici in Nederland die hun status ontlenen aan de mensenrechten zwijgen in alle talen, en zo sluit de cirkel van de macht zich.'

    Na dit geschreven te hebben emailde ik deze informatie naar een vooraanstaande Nederlandse academicus, een groot pleitbezorger van de mensenrechten.

    Dit was zijn reactie:

    Dag Stan,

    Je weet vast dat ik deel uitmaak van de driekoppige

    commissie die Den Haag over dit alles heeft geadviseerd.

    Wij gaan overigens niet over het aantrekken van mensen als Madeleine Allbright, maar anders

    dan jij vind ik dat geen verkeerde keuze. Verder zal een Raad van

    Toezicht zich niet gaan bezighouden met de dagelijkse gang van zaken

    binnen het instituut. Dus voor mij staat het helemaal niet vast dat

    er geen onderzoek zou kunnen worden gedaan naar zaken als de

    Israelische aanval op Gaza. Als de dagelijkse leiding dat nuttig

    vindt, zal dat zeker gebeuren.

    Kan het zijn dat de rest van je mails nogal op de man is?

    Hartelijke groet,


    Ik antwoordde hem als volgt:


    dag

    zeker op de man c.q. vrouw. ik hecht namelijk grote waarde aan

    persoonlijke verantwoordelijkheid. dat is voor mij in feite de kern

    van de mensenrechten. die kunnen pas echt gewaarborgd zijn op het

    moment dat het individu zich persoonlijk verantwoordelijk voelt voor

    hetgeen hij doet of juist niet doet. Het is interessant om te

    weten waarom jij als pleitbezorger van de mensenrechten Madeleine

    Albright wel degelijk een goede keuze vindt ondanks haar uitspraak dat

    de dood van meer dan een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf

    jaar 'de prijs waard' was. Welke reden heb je daarvoor?

    vriendelijke groet

    stan


    Vervolgens kreeg ik deze reactie:


    Dag Stan,

    Wat betreft Albright: je mail over haar las ik, zij het 'cross', maar ik weet

    niet of het allemaal zo gezegd is. Dat zou ik verder moeten

    onderzoeken.

    Hgr,


    Nu ik wist dat hij mijn informatie niet serieus had bestudeerd, wees ik hem op het volgende:


    'dag

    je kunt via mijn weblog de uitspraak in die uitzending direct

    beluisteren, zodat er geen misverstand over kan bestaan. dus vandaar

    mijn vraag aan jou: op grond waarvan vind jij Madeleine

    Albright wel degelijk een goede keuze ondanks haar uitspraak dat

    de dood van meer dan een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf

    jaar 'de prijs waard' was? Welke reden heb je daarvoor?

    vriendelijke groet

    stan


    Tenslotte reageerde deze vooraanstaande hoogleraar aldus:

    Dag Stan,

    Met die uitspraak was ik niet bekend. Daar laat ik het maar bij.

    Hgr,'

    Wat wil ik hiermee nu zeggen? Het volgende: mensenrechten, beschaving in het algemeen, is in onze westerse cultuur vooral een instrumenteel wapen dat vanwege politieke overwegingen wel of niet gebruikt wordt. En omdat vooral de Nederlandse academici en de 'politiek literaire elite', zoals Hofland deze polderelite noemt, allereerst de consensus omarmen waarbij het kwaad in de ander wordt geprojecteerd, blijft deze elite vooral geleid worden door conformisme. En op het moment dat u of ik hen daarop betrap dan is hun enige reactie een donderende stilte, of in de woorden van deze academicus die zijn inkomen en status verdient met het bepleiten van het handhaven van de mensenrechten: 'Met die uitspraak was ik niet bekend. Daar laat ik het maar bij.' Vooral dat woordje 'maar' is zo veelzeggend. Vindt u ook niet? Mensenrechten is big business geworden.

    Het is nu 9 november 2009. De academicus met wie ik correspondeerde en die Madeleine Albright naar voren schoof, wier beleid leidde tot grootschalige oorlogsmisdaden en schendingen van de mensenrechten, was niemand anders dan Willem van Genugten, de man die volgens eigen zeggen hier niets van wist en 'daar laat ik het maar bij'. Willem is tevens de hoogleraar die vanavond onder de kop 'Verhagen handelt Gaza-rapport goed af' de minister van Buitenlandse Zaken in bescherming neemt, terwijl toch Verhagen alles in het werk heeft gesteld om te voorkomen dat Israel gedwongen wordt consequenties te verbinden aan de grootschalige oorlogsmisdaden van de 'joodse staat'. De vraag is waarom Willem van Genugten deze opmerkelijke rol speelt. Meer daarover later.

    Zie: http://stanvanhoucke.blogspot.com/2009/11/willem-van-genugten-en-de-mensenrechten.html

    Willem, zo begon mijn serie stukken over jou. Duidelijk zal zijn dat ik al lang begreep dat 'brede sancties bijna nooit [werken].' Sterker nog, al 14 jaar geleden waarschuwde ik voor de onmenselijke gevolgen ervan. In 1995 zag ik in het grootste kinderziekenhuis van Bagdad een zaal vol kinderen sterven aan de gevolgen van verarmd uranium, dat massaal door het Westen was ingezet tijdens de Golfoorlog. Omdat het Westen een boycot van Irak had bewerkstelligt was er voor deze kinderen, die aan verschillende vormen van kanker stierven, geen pijnstillers en geen medicijnen om de kanker te bestrijden. De artsen van het ziekenhuis deden een beroep op mij om na mijn terugkeer in het beschaafde Westen burgers te mobiliseren tegen deze misdaad. Ik heb als journalist gedaan wat ik kon, besteedde er bij de VPRO-Radio aandacht aan, maar kreeg geen respons. Geen enkele Nederlandse hoogleraar internationaal recht, geen enkele Nederlandse academicus die mensenrechten doceert, geen enkele Nederlandse politicus van links dan wel rechts toonde enige belangstelling. Het waren immers Arabische kinderen. Waren het daarentegen joodse kinderen geweest dan waren de Nederlandse politiek en academische wereld collectief in het geweer gekomen. Maar nu niet. Men nam het voor kennisgeving aan. De enige die ooit reageerde, was mijn collega Rudie van Meurs die opmerkte dat het grof schandaal was dat de politiek dit accepteerde. Ik heb er daarna regelmatig aandacht aan besteed, maar niets.


    Kortom Willem, je bent niet met mij in discussie. Ik heb ook nooit gepleit voor een brede boycot van Israel. Ik pleit voor het respecteren van het Associatie-Akkoord dat de EU met Israel heeft gesloten, waarin de mensenrechten een fundamentele rol spelen. Ik pleit ook voor een academische boycot, onder andere omdat joods-Israelische academici volop meedraaien in de dagelijkse terreur tegen de Palestijnse bevolking. Maar daarop weiger je in te gaan. Je probeert bij gebrek aan eerlijke antwoorden de aandacht te verleggen naar iets wat ik nooit gesteld heb. En ondertussen ben je nog geen 1 keer serieus ingegaan op alle vragen aan jou die ik in 32 stukken heb gesteld. Er is geen serieuze discussie in Nederland over dit soort zaken. Een Schreibtisch-Mörder als de in Nederland gerespecteerde diplomaat Peter van Walsum moest door een Australische journalist aan de tand worden gevoeld, voordat duidelijk werd hoe doortrapt deze autoriteit is. John Pilger: Why should the civilian population, innocent people, be punished for Saddam's crimes? Peter van Walsum: It's a difficult problem. You should realise that sanctions are one of the curative measures that the Security Council has at its disposal. And obviously they hurt. They are like a military measure.'

    'Curative measures'??? Curative betekent genezend, heilzaam, geneeskrachtig. Dus: het vermoorden van een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar door 'heilzame maatregelen'. Dit is de taal van terroristen. Endlösung. Niemand in Nederland, ook jij niet, heeft deze autoriteit publiekelijk ter verantwoording geroepen. Dat moest een buitenlandse onderzoeksjournalist doen. In Nederland zweeg men, want dat is het kenmerk van het poldermodel en de apenrots. 'And obviously they hurt. They are like a military measure.' Een half miljoen kinderen onder de vijf jaar!

    Willem, waarom weiger je mijn vragen te beantwoorden? Meer daarover later.

    Everything about 1sr@el and 1sr@elis makes my skin crawl!

      https://x.com/umyaznemo/status/1870426589210829260 Rania @umyaznemo Everything about 1sr@el and 1sr@elis makes my skin crawl! 12:10 p.m. ·...