zaterdag 2 januari 2010

De Filosemiet en de Antisemiet



[article2_1.jpg]
Sonja heeft een nieuwe reactie op uw bericht "De Nuance van de NRC 148" achtergelaten:

Hoe zou de wereld reageren op appetijtelijke vrouwelijke militanten met uniform en Kassam-raketten en
"Ze heeft haar beste dagen als ze op pad is. „Het is zo spannend als er iets gebeurt en je er ‘s nachts met honden op uit kunt. Het geeft me een goed gevoel, dat is waar ik het voor doe.”'

Vergeet niet dat het filosemitisme uit dezelfde bron put als het antisemitisme. Beide stromingen bepleiten terreur. En alle ideologien zijn dodelijk. Men moet goed naar hun taal luisteren. De antisemiet vond voordat de genocide begon het doodnormaal dat joden met honden opgespoord werden. Ook toen vonden talloze brave burgers het wel 'spannend als er iets' gebeurde en ze 'er nachts met honden op uit' konden. De filosemiet zal niets doen om de terreur van de extremistische zionisten aan banden te leggen. Ook zij vinden het doodnormaal dat Palestijnen worden vervolgd, gemarteld en vermoord. Er is geen wezenlijk verschil, de filosemiet is even inhumaan als de antisemiet. Het is alleen een kwestie van gradatie en tijd.

Lees die tekst nog eens: 'Zij kan ook doden'. Niet alleen kan zij baren, maar ook doden. Wat een ziek beeld de NRC verspreidt over vrouwen. Je kunt met haar neuken, maar zij kan je ook vermoorden. Kennelijk verwacht de NRC-redactie dat dit beeld opwindend is voor beter opgeleide man die zich dood verveelt met zijn eigen vrouw.

The Empire 508


After Change You Can Believe In,
WALLY SHAWN reads from his
Essays

and discusses human nature with a communist.


A benefit to save REVOLUTION BOOKS

Friday, January 8, 2010, 7:30pm

Friends Meeting House

222 East 15th Street, New York, NY, between 2nd & 3rd Aves. #4, 5, 6, N, R, Q to Union Square


Tickets $25, Premium benefit tickets $100, $250
Available at REVOLUTION BOOKS, 146 W. 26th

Or online at revolutionbooksnyc.org or call the store with your credit card
For information or to volunteer, call Revolution Books:
212-691-3345

$100 ticket includes signed copy of Essays

$250 ticket includes Essays, plus 1 year membership in Friends of Revolution Books

GET YOUR TICKETS NOW. Limited seating. Buy tickets here.


WALLACE SHAWN's plays include THE FEVER, THE DESIGNATED MOURNER, AUNT DAN AND LEMON, and most recently GRASSES OF A THOUSAND COLOURS. He appears frequently on stage and television, and in many films including "My Dinner with Andre" and "Vanya on 42nd Street." His book Essays was published this fall.

ANDY ZEE is the spokesperson for Revolution Books, a photographer, and a writer for Revolution newspaper. In April 2009, Revolution published his piece, "In the Era of Obama: The Collapse of 'The Movement'; the Resistance and the Revolutionary Movement We Need."

Hear Wally Shawn read short clips from his new book Essays:

On being a citizen of a country that can act with impunity . . .

On reading the morning newspaper . . .

On the quiet crushing of poor people . . .

On the feeling of being superior to others . . .

Watch Wally Shawn interviewed by Laura Flanders on GritTV:

on GritTV

* * *

There is no place like REVOLUTION BOOKS -- a bookstore that is breaking through the stifling political atmosphere with critical thinking, radical discourse and revolutionary possibility...
Keep Revolution Books open and thriving. Buy a premium ticket ($100, $250) for this evening and

Contribute to the $100,000 Fund Drive


Chelsea Now
Revolution Books / Libros Revolución

146 W. 26 Street 212-691-3345
www.revolutionbooksnyc.org
revbooksnyc@yahoo.com
Join Revolution Books' fanpage on
FACEBOOK

De Nuance van de NRC 148


De NRC-porno: 'Dikla vindt het leger wel leuk. Ze bewaakt de grens met Egypte, waar veel gesmokkeld wordt. Ze heeft haar beste dagen als ze op pad is. „Het is zo spannend als er iets gebeurt en je er ‘s nachts met honden op uit kunt. Het geeft me een goed gevoel, dat is waar ik het voor doe.”'


De NRC-porno gaat als volgt. Foto's van 'meisjes' met een knuffelbeer op hun rug en een geweer tussen hun benen. En teksten als deze: '
Dikla vindt het leger wel leuk. Ze bewaakt de grens met Egypte, waar veel gesmokkeld wordt. Ze heeft haar beste dagen als ze op pad is. „Het is zo spannend als er iets gebeurt en je er ‘s nachts met honden op uit kunt. Het geeft me een goed gevoel, dat is waar ik het voor doe.” Ze heeft na twee jaar absoluut geen spijt van haar keuze voor de Karakal. „Nu ik dit kan, weet ik dat ik alles kan.”

Volgens Dikla is het effect van meisjes in het leger dat zíj sterker worden, niet dat het leger zachter wordt. Of: „Je gaat praten als een man. Je verbergt je vrouwelijke eigenschappen om één van de jongens te zijn. Om erbij te horen”, zoals een soldate zegt in de documentaire To see if I’m smiling, van Tamar Yarom. De Israëlische documentairemaakster interviewde vrouwen die terugkijken op hun diensttijd in de bezette Palestijnse gebieden.

Op beelden uit die tijd zijn het lachende meisjes die in uniform dansen en poseren bij het lijk van een gevangene. Nu vertellen ze over de verschrikkingen; de martelingen, de doodsangst, de verantwoordelijkheid voor mensenlevens. Gruwelijke gebeurtenissen waar ze jaren later nog mee worstelen. „Soms voel ik me een beetje gek, ik heb deze herinneringen die niets met de realiteit te maken hebben.” Het is voor vrouwen niet de vraag of ze anders omgaan met de ervaringen dan mannen, maar hoe ze er, net als de mannen, mee moeten leven. Eén oud-soldaat die nu moeder is, zegt in de documentaire: „Telkens als mijn baby hysterisch begint te huilen, werkt het op die ene zenuw. Het brengt me terug naar die tijd. Ik ben geen slechte moeder, behalve op die momenten. Dan ben ik als de duivel.”

Die problemen hebben deze jongere meisjes in de Karakal fotoserie niet. Omdat ze niet in bezet gebied werken. Maar ook omdat ze nog middenin de euforie van het leger zitten. Ze genieten van de kameraadschap, de stoere uitstraling, de waardering van hun landgenoten. En waar ze helemaal van genieten, is van deze fotosessie. „Elk meisje droomt ervan zo mooi op de foto te staan. Ik ben een strijder en daar ben ik trots op”, zegt Dikla.'

Tot zover de NRC. De reden waarom de summiere informatie over To see if I’m smiling van Tamar Yarom erin staat, is niet zo moeilijk te traceren. Het is een poging om de fotoporno die gepresenteerd wordt als 'fotoreportage' te legitimeren. Natuurlijk is het geen reportage want alles is in scene gezet, totaan de make up toe. Het is geen verslag van de werkelijkheid, maar juist een vertekening ervan, om op die manier de werkelijkheid onzichtbaar te maken. De werkelijkheid is namelijk het langdurige geweld dat op de Palestijnse burgerbevolking wordt toegepast en dat 'leuk' gevonden wordt. Leest u even mee: 'Dikla vindt het leger wel leuk. Ze bewaakt de grens met Egypte, waar veel gesmokkeld wordt. Ze heeft haar beste dagen als ze op pad is. „Het is zo spannend als er iets gebeurt en je er ‘s nachts met honden op uit kunt. Het geeft me een goed gevoel, dat is waar ik het voor doe.”' En zo zorgen de Dikla's met hun knuffelberen en hun honden ervoor dat de Gazastrook in 1 groot concentratiekamp is veranderd, waar volgens internationale waarnemers sprake is van een 'humanitaire ramp.'

Drie jaar jaar geleden interviewde ik Tamar Yarom die To see if I'm smiling maakte. Een interessante Joods Israelische vrouw die nooit door de NRC werd geinterviewd omdat de redactie haar informatie niet relevant genoeg vond, in elk geval niet zo relevant als de gefotografeerde 'meisjes' die 'leven geven,' maar ook 'kunnen doden'. En dat is opmerkelijk, want Tamar Yarom had wel iets te vertellen, ze was met haar documentaire zelfs winnaar van de publieksprijs en van de Zilveren Wolf Award voor de beste documentaire met een lengte van maximaal zestig minuten.

Tamar zei ondermeer dit tegen me:

“Als je door eigen geweld jezelf kwijt raakt, dan verlies je de morele legitimiteit om een land te hebben, om een plaats te hebben voor jezelf.”

Tamar Yarom is een 36-jarige filmmaakster uit Tel Aviv. Begin december 2007 won ze tijdens de IDFA zowel de Zilveren Wolf voor de beste korte documentaire als de Volkskrant Audience Award (met een gemiddelde waardering van 8,84) voor haar film ‘To See If I’m Smiling,’ waarin zes voormalige dienstplichtige vrouwen vertellen over het moreel verval en de emotionele afstomping tijdens hun stationering op de bezette Westbank en Gaza Strook. Zelf zag ze ‘vreselijke dingen,’ maar dat ‘is onvermijdelijk’ wanneer ‘het ene volk het andere volk overheerst.’

‘Waarom heb je de documentaire gemaakt?

Zo’n achttien jaar geleden heb ik in de bezette gebieden gediend. Eenmaal uit het leger bleven de vreselijke herinneringen eraan al die tijd bij me. Ik wilde het uitschreeuwen dat wat wij daar deden onrechtvaardig en onmenselijk was. Ik kon de herinneringen moeilijk verwerken. Tijdens mijn diensttijd maakte iemand me eens diep in de nacht wakker om mij een gemartelde Palestijn in een cel te laten zien. Dat gruwelijke beeld bleef me jarenlang achtervolgen. Ik vroeg me af of ik de enige was die met deze zware last rondliep. Ik wilde weten of de ervaringen voor andere vrouwen net zo traumatisch waren geweest als ze voor mij waren. Toen ik in het leger zat heb ik mij niet tegen het onrecht verzet. Ik was als jonge vrouw onderdeel van een groot mechanisme. Net als de anderen ging ik er naartoe met het idee dat ik mijn plicht deed, mijn land diende, en mijn volk verdedigde. Het kostte me destijds enige tijd voordat ik begreep wat dat in feite betekende. Tijdens de tweede intifada is dat anders, want nu zijn de jonge mensen bewuster van wat een bezetting daadwerkelijk betekent. Ze hebben getuigenverklaringen gehoord van soldaten die weigeren in de bezette gebieden te dienen. Maar destijds wist ik niet hoe ingrijpend de consequenties waren van het dienen in een leger dat het land van een ander volk bezet. Wat het voor mij zo moeilijk maakte is dat kritiek ogenblikkelijk ook door jezelf sterk gevoeld wordt als verraad aan eigen volk. Zodra je protesteert doe je je eigen mensen pijn. Pas later realiseerde ik me dat als je werkelijk van je land houdt je het dan wel moet bekritiseren. Ik zou natuurlijk Israël kunnen verlaten omdat het voor mij zo moeilijk is te accepteren wat hier gebeurt, maar juist omdat ik om mijn land geef blijf ik er en probeer ik te doen wat moreel verantwoord is. Wat ook meespeelt, is de machteloosheid, het besef dat ik niets kan veranderen, dat je niet meer kan doen dan af en toe te demonstreren of één keer in de vier jaar te stemmen. Je wilt die verhalen over het immense onrecht op den duur niet meer horen, want ze doen werkelijk pijn. Een buitenstaander kan er betrekkelijk consequentieloos naar luisteren, maar in Israël weten we dat het over onszelf gaat, dat wij een onderdeel vormen van die onderdrukking, en dat wij immoreel zijn. Dat maakt het veel moeilijker de waarheid te aanvaarden. Je sluit je af, je wilt die gruwelijke verhalen niet langer meer horen.

Wat wil je precies laten zien?

Hoe complex de situatie is. Ik bedoel: het is overduidelijk dat wat de Palestijnen wordt aangedaan verkeerd is en niet getolereerd moet worden, dat is ook mijn boodschap. Maar daarnaast probeer ik te complexiteit van de bezetting te verklaren. Toen ik in het leger zat werd een vriend van me gedood, het was schokkend, maar een uitzondering. Voor de jonge vrouwen die sinds de tweede intifada dienen is de situatie inmiddels extremer, ze hebben meerdere vrienden gedood zien worden. Je nu uitspreken tegen de immoraliteit van de onderdrukking is nog moeilijker geworden, omdat je dan het idee hebt dat je daardoor tevens de doden verraadt omdat je niet allereerst aan hen denkt. Maar voor mij en de vrouwen in de documentaire geldt dat we willen voorkomen dat het doden doorgaat. Op die manier doen we iets aan de nagedachtenis van de gesneuvelden. Desondanks is het emotioneel vreselijk moeilijk om te zeggen dat die soldaten gedood zijn terwijl ze deelnamen aan een immorele onderdrukking. Het is alsof je je eigen familie verraadt. De kritiek begrijp ik ook wel, maar accepteer ik niet. Ik wil geen samenleving die door een bezetting immoreel is geworden. Al heel erg lang geleden hebben wij een grens bereikt. De bezetting en confiscatie van Palestijns gebied heeft ons inhumaan gemaakt. Dat proberen we vergeefs voor onszelf en voor de buitenwereld te verbergen. Wat vandaag de dag gebeurt, is een cosmetische verandering. Zo zien de militaire controleposten er nu menselijker uit, want we hebben een ontwikkeling doorgemaakt in de kunst van het bezetten. Het leger zal mijn film gebruiken om ervan te leren, om menselijker te lijken, maar uiteindelijk is het niet meer dan een vormverandering. Een vrouwelijke militair kreeg tijdens een bepaalde cursus te horen dat ze het morele kompas moest zijn. Als ze iets verkeerds merkte, bijvoorbeeld soldaten die plunderden, moest ze dit onmiddellijk aan de officieren melden. Ze deed dat wel, maar het hielp niets om de simpele reden dat de bezetting zelf illegaal en immoreel is en mensen ontwricht. Als je onderdeel van een bezetting bent, ben je onderdeel van een immoreel systeem. Een menselijk gezicht proberen te geven aan een onmenselijk bezettingsregime is gedoemd te mislukken. Je kunt wel allerlei menswaardige gevoelens hebben voor de Palestijnen maar in de praktijk zul je die snel moeten onderdrukken, omdat er eenvoudigweg geen plaats voor is. Het is absurd om de loop van een geweer op iemand te richten en hem of haar tegelijkertijd vriendelijk toe te lachen.

Wat is je opgevallen aan de kritiek?

Wel, deze documentaire zou niet tot stand zijn gekomen als er niet zes zeer dappere vrouwen hun mond hadden opengedaan en bereid waren geweest het risico te lopen dat de kijkers in Israël juist hen als het probleem zouden gaan beschouwen. Ze waren bereid de prijs te betalen om anderen te laten weten waaraan ze hadden meegedaan. Buitengewoon dapper, want het gaat niet alleen om het bekennen van jouw fouten, maar om het nemen van verantwoording daarvoor. Opvallend was dat ik in Israël veel kritiek van links kreeg. Ze zeiden dat deze vrouwen niet deugden en dat dit gegeven het ware probleem was, alsof zij de immorele bezetting waren begonnen. Ze gingen voorbij aan het feit dat niet die vrouwen vreselijk waren, maar dat het bezettingsregime gruwelijk is en iedereen verontmenselijkt. Die vrouwen zijn dapper, ze behoren tot de zeer weinigen die zich durven uit te spreken. Die vrouwen laten zien wat er gebeurt als je onderdeel bent van een repressief systeem. Ze hebben allen het meest pijnlijke gedaan dat een mens kan doen, verantwoording tegenover zichzelf afleggen, zichzelf genadeloos in de ogen kijken. Vervolgens deden ze dit ook nog eens voor het oog van de wereld en dat is angstaanjagend en gevaarlijk, want die buitenwereld kent jou niet, begrijpt misschien niet wat het systeem met je heeft gedaan. Bovendien denken veel kijkers dat zij betere mensen zijn die zich in dezelfde situatie niet zouden misdragen. De kritiek is zeer moeilijk te verwerken omdat ze zo persoonlijk is. Het is alsof de wereld tegen jou zegt dat je een door en door slecht mens bent, terwijl je allang weet dat je fout was. Het is kritiek die ze niet nodig hebben omdat deze vrouwen zichzelf al genadeloos hebben geanalyseerd en bekritiseerd. Daarvoor zitten ze ook in deze film. In mijn geval was het makkelijker omdat mijn familie me steunt. Ze zeiden dat ik oké was, een goed mens, “dat weten we,” verklaarden ze, “we hebben je immers zo opgevoed”. Het moeilijkste voor de vrouwen was de kritiek van de mensen met wie ze in het leger hadden gediend. Die zeiden: “Jullie hebben ons verraden.”

Wat ging er fout met de droom van een joodse staat?

Ik denk dat joden angstig zijn. Wij hebben een specifieke geschiedenis waarin wij ons nooit echt veilig hebben gevoeld. Wanneer dat sterke gevoel diep in je leeft dan is het als een emotionele ziekte. Het je nooit veilig voelen is een typisch joods iets, nietwaar? En logischerwijs wordt dan het belangrijkste het gevoel van veiligheid, van geborgen zijn. Maar ik ben nu van mening dat dat gevoel niet het belangrijkst is.

Wat is dan het belangrijkst?

Als je door eigen geweld jezelf kwijt raakt, dan verlies je de morele legitimiteit om een land te hebben, om een plaats te hebben voor jezelf. In 1948 hadden we net de holocaust achter de rug en de joden wilden een land om te kunnen schuilen, we waren volledig gericht op overleven. Veiligheid was het allerbelangrijkste, maar na zoveel jaren zouden we ons nu verantwoordelijker moeten gedragen. Wij hebben een land, en een sterk land. We moeten ons op dit moment afvragen wat voor maatschappij wij hebben opgebouwd en welke morele waarden die zou moeten hebben. Er zijn na de eerste intifada documentaires gemaakt, waarin soldaten vertelden wat voor vreselijke dingen er gebeurden. We hebben op dit moment al die informatie en daar zouden we van moeten leren. 60 jaar geleden was dat anders. We zouden vandaag de dag wijzer moeten zijn. Ik zeg niet dat er onderweg geen fouten gemaakt kunnen worden, maar we moeten een andere weg in slaan. De zionisten hebben een land geschapen, ze hebben een veilige plaats voor mij gecreëerd waar ik veilig geboren kon worden. Ik hoef me niet druk te maken over antisemitisme, het leven is hier comfortabel. Ik ben hen daar dankbaar voor en ik beschouw deze verworvenheden niet als vanzelfsprekend. Ik zal zeker niet alles bekritiseren, maar ik verwacht nu toch van mezelf en mijn generatie dat we kritisch zijn over ons handelen. We moeten ons realiseren dat we een veilige plaats hebben en laten we er nu een plaats van maken waar we bij willen horen, een land waarvoor ik me niet hoef te schamen, waar ik werkelijk trots op kan zijn. We moeten van onze fouten leren en verantwoording nemen voor onze daden. En dat betekent onder andere dat we de bezette en geconfisqueerde Palestijnse gebieden zullen moeten ontruimen en teruggeven. Dat is voor mij maar al te duidelijk.’

Zie: http://www.stanvanhoucke.net/deoneindigeoorlog/interviews/filmmakers3.html

Maar voor deze informatie van Tamar Yarom had de pro-Israel lobby bij de NRC geen belangstelling. Het paste niet in de propaganda van de filosemieten. De fotoporno daarentegen wel. Zo simpel is het bij de Rotterdamse 'kwaliteitskrant'.




Igor Kruter


Citaat uit de NRC:

IGOR KRUTER FOTOGRAFEERDE VROUWELIJKE ISRAËLISCHE SOLDATEN ALSOF HET OM EEN MODEREPORTAGE GING. ‘DE VROUW GEEFT LEVEN. MAAR ZE KAN OOK DODEN'

Welnu, Igor Kruter, volgens de tekst wilde je 'de absurdistische combinatie benadrukken van de brutaliteit van het wapen met de schoonheid van de meisjes.'

Maar hoe kom je daar nu bij? Is er bijvoorbeeld sprake van 'de absurdistische combinatie van de brutaliteit van een gaskamer en de schoonheid van de meisjes, die je daar kunt neerzetten in plaats van met een scherpschuttersgeweer tussen uitgebrande olijfbomen? De oorlog is onvoorstelbare wreedheid, jongeman, het wordt met wapens uitgevochten. Kinderen worden uiteengereten, bejaarden, vrouwen evengrote 'schoonheden' als jij deze 'meisjes' vindt. 'Meisjes', die geen meisjes zijn maar zwaarbewapende militairen, mensen getraind om te moorden. Deze 'meisjes' zijn in dienst van een meedogenloze staat die al decennialang met 'disproportioneel geweld' stukken land van de Palestijnen steelt. Weet je Igor Kruter, de Nederlandse auteur Harry Mulisch adviseerde in dit verband naar aanleiding van de mens Adolf Eichmann: 'Ik zou willen zeggen: wie niet geloven kan en dus ook niet geloven kan dat massamoord in waarheid verschrikkelijk is, laat die het dan tenminste willen geloven... en wel op grond van niets.'

En in Het ironische van de ironie noteerde hij iets dat jou zou moeten aanspreken. Over het racisme en antisemitisme van het geval G.K. van het Reve schreef hij aan het eind van de jaren zeventig:

“De ironie leidt to parodie, de parodie leidt tot identificatie – dat is de onwrikbare wet, waaraan Van het Reve nog het meest onderhorig is… Zo wordt het spel ernst. De corpsstudent speelt net zo lang de man met de grote bek, tot hij het is. Dat is het ironische van de ironie: dat zij het plotseling niet meer is. Hij is als het ware door de dubbele bodem van de ironie gezakt. Wie ironisch spreekt, zegt het tegendeel van wat hij meent, maar zodanig, dat de ander dat doorziet. Van het Reve zegt wat hij meent, maar zodanig, dat de ander dat niet doorziet en denkt nog steeds met ironie te doen te hebben… Als hij… schrijft: ‘Ik vind, dat de arbeiders in bepaalde aparte wijken zouden moeten wonen, die ze alleen op weg van of naar hun werk zouden mogen verlaten, & verder alleen met speciale verlofpasjes’- dan is dat eenvoudig zijn mening, geen grap, geen fantasie.”

Spelen met beelden van de oorlog is geen ironie of absurditeit Igor Kruter, het is dodelijke ernst. Koketteren met het leed van anderen is smeerlapperij van poseurs die er geld aan verdienen.

De Nuance van de NRC 147




Zie ik het nu goed? Klikt u eens op het plaatje. Staat deze Israelische militair nu tussen uitgebrande olijfbomen? Zoals bekend hebben de Israelische strijdkrachten op de bezette Westoever vele tienduizenden olijfbomen vernietigd en daarmee de inkomsten van veel Palestijnse burgers. Bij de NRC geldt kennelijk geen enkele norm, geen enkele waarde meer. Alles van waarde is er weerloos. Respect voor een mensenleven is er niet. Het is ander voorbeeld van wat de joods-Israelische filmmaker Eyal Sivan tegenover mij betitelde als het filosemitisme:


‘het moderne antisemitisme in Europa is het filosemitisme. De jood is heilig verklaard. We zien een liefde voor joden, louter en alleen omdat ze joden zijn. Voor de filosemiet blijft een jood de ander, de buitenstaander, net als voor de antisemiet. Als we het over Israel hebben dan hebben we het in feite over Europa, over het Europese onvermogen om met de ander te leven, over de continuïteit van het Europese antisemitisme dat zich nu tegen de Arabier richt, daarbij aangemoedigd door de zionistische propaganda. Opvallend is dat nu de joden in Europa worden geaccepteerd, zij grotendeels uit Europa zijn verdwenen. Het is als het ware alsof de wandelende jood eindelijk naar huis is gegaan, een gedachte die je zowel bij christenen als zionisten aantreft. Het Europees racisme heeft geleid tot de geboorte van Israel en het filosemitisme komt tevens voort uit het Europees besef gefaald te hebben in de geschiedenis. Maar waar het in feite allemaal om draait is niet de liefde voor de jood, maar de liefde voor het slachtoffer. Die geeft de filosemiet, dus niet het slachtoffer, maar de filosemiet zelf het gevoel een goed mens te zijn.'

Die ontwikkeling van antisemitisme naar filosemitisme is onvermijdelijk geweest, want de 20 eeuwen lang zorgvuldig gekweekte en gekoesterde haat tegen de ander, de vreemdeling, de afwijkende kon na 1945 natuurlijk niet van de ene op de andere dag verdwijnen. Die wordt nu geprojecteerd op de Arabier, de islamiet. Ondertussen mogen militairen in Israel gefotografeerd worden als leuke meiden die volgens de NRC ook kunnen doden. De filosemiet kent net als de antisemiet van wie hij afstamt geen normen en waarden.

De Nuance van de NRC 146


'Zij kan ook doden.' Palestijnse kinderen als het zo uitkomt.

En wie is hij? De fotograaf:

Igor Kruter
Male
Tell-Aviv, Israel /Arnhem, Netherlands
www.igorkruter.com
Mayhem #384405
Photographer


MM URL: http://www.modelmayhem.com/igorkruter
About me
My name is Igor Kruter and I am a Fine Art & Fashion Photographer. In 2007 I graduated from the academy of fine arts in Arnhem, The Netherlands. After my study, I did an internship at Erwin Olaf.
I ike to put my vision in Fashion Photography, and make a kind of bridge between fashion and fine art.
For my Art Photography, please visit www.igorkruter.nl and for my Fashion photography: www.igorkruter.com.
I am here to collaborate with other creative people.

Publications:
2009 Foto & Video Magazine, Moscow, Russia
2009 RTV International, TV interview, Israёl/Russia/USA/Europe
2009 Channel 9, Broadcasting, Israёl
2009 Trendsetter Magazine, Turkey
2009 OAK Magazine, The Netherlands
2009 Cultprosvet Magazine, interview, Odessa, Oekraïne
2009 Shots directory, London, United Kingdom
2008 180 Magazine, Canada
2008 Arte Al Limite Magazine, interview, Santiago, Chile
2008 RH-08, book project, The Netheralnds
2008 Portfolio Magazine, Russia
2007 Eigen Huis & Interieur, The Netherlands
2006.Moooi catalog, The Netherlands

Juist ja, een modefotograaf.


Godzijdank heeft naar aanleiding van deze propaganda voor het Israelische leger een van mijn buren zijn NRC-abonnement opgezegd. Weer 1 lezer minder.

De Nuance van de NRC 145


Precies een jaar na de Israelische oorlogsmisdaden in Gaza waarbij tenminste 300 Palestijnse kinderen werden vermoord, vond de pro-Israel lobby bij de NRC het hoogste tijd om dit dappere leger weer eens salonfahig te maken door een leuk portret te presenteren onder de titel: 'ZIJ KAN OOK DODEN'. Ook 'zonder make up.' Kinderen vermoorden alsof het 'om een modereportage ging'. De krant van ondermeer de marxist lininist Derk Sauer kent geen intellectuele integriteit. Kijkt u maar hoe pervers de Nederlandse intelligentsia kan zijn:



Zonder make up

Linkerpagina Ofek

Igor Kruter fotografeerde vrouwelijke Israëlische soldaten alsof het om een modereportage ging. ‘De vrouw geeft leven. Maar ze kan ook doden.’


BEELD IGOR KRUTER TEKST ILSE VAN HEUSDEN

Dikla Mimouni (21 jaar) slaapt nooit alleen. Naast haar ligt haar knuffel, een konijn, en onder haar kussen haar geweer. Het konijn heeft geen naam. Haar geweer wel: Pikachu. Maar dat is dan ook niet alleen ’s nachts bij haar. „Ik slaap ermee, eet ermee, ga ermee uit. Mijn wapen beschermt me. Ik heb nooit eerder zo’n lange relatie gehad.” Als ze in de bus wil slapen, slaat ze haar armen eromheen. ‘s Nachts wordt ze soms wakker omdat ze op het wapen ligt.

Igor Kruter fotografeerde Dikla met geweer en konijn voor zijn zevendelige serie ‘Karakal-meisjes’. De 30-jarige Israëlische fotograaf studeerde in Arnhem aan de Kunstacademie en won met de serie de Tarbut kunstprijs in Israël. Kruter wilde de absurdistische combinatie benadrukken van de brutaliteit van het wapen met de schoonheid van de meisjes.

De Karakal is de enige gevechtseenheid binnen het Israëlische leger waar jongens en meisjes dezelfde training krijgen en hetzelfde werk doen. Als Dikla over straat loopt in haar gevechtsuniform, spreken mensen haar vol bewondering aan. In Israël geldt de dienstplicht voor jongens en voor meisjes, maar een gevechtseenheid is voor vrouwen een vrijwillige keuze.

Zoals de meisjes er op de fotoserie van Kruter uitzien, zo mogen ze er onder werktijd niet bij lopen. Geen sieraden. Dikla: „Dan ziet de vijand je glinsteren.” Geen make up. „Dat heeft geen zin, want we smeren camouflagekleuren op ons gezicht.” Wie even het haar los laat hangen, krijgt meteen het bevel er een elastiekje in te doen. Zelfs de opgestroopte mouwen in de serie zijn in het veld uit den boze.

„Dit is geen realiteit”, licht de fotograaf toe. „Ik gebruik de realiteit voor de symbolen en iconen die ik wil uitbeelden. In mijn werk wil ik onderzoek doen naar het bestaan van de vrouw. Ze geeft leven. Maar ze kan ook doden.” Ook al heeft hij zelf in het leger gezeten, over de harde kant wil de fotograaf niet praten. Ja, zegt hij desgevraagd, hij droeg ook een wapen. „Helemaal leuk was het niet.”

Dikla vindt het leger wel leuk. Ze bewaakt de grens met Egypte, waar veel gesmokkeld wordt. Ze heeft haar beste dagen als ze op pad is. „Het is zo spannend als er iets gebeurt en je er ‘s nachts met honden op uit kunt. Het geeft me een goed gevoel, dat is waar ik het voor doe.” Ze heeft na twee jaar absoluut geen spijt van haar keuze voor de Karakal. „Nu ik dit kan, weet ik dat ik alles kan.”

Volgens Dikla is het effect van meisjes in het leger dat zíj sterker worden, niet dat het leger zachter wordt. Of: „Je gaat praten als een man. Je verbergt je vrouwelijke eigenschappen om één van de jongens te zijn. Om erbij te horen”, zoals een soldate zegt in de documentaire To see if I’m smiling, van Tamar Yarom. De Israëlische documentairemaakster interviewde vrouwen die terugkijken op hun diensttijd in de bezette Palestijnse gebieden.

Op beelden uit die tijd zijn het lachende meisjes die in uniform dansen en poseren bij het lijk van een gevangene. Nu vertellen ze over de verschrikkingen; de martelingen, de doodsangst, de verantwoordelijkheid voor mensenlevens. Gruwelijke gebeurtenissen waar ze jaren later nog mee worstelen. „Soms voel ik me een beetje gek, ik heb deze herinneringen die niets met de realiteit te maken hebben.” Het is voor vrouwen niet de vraag of ze anders omgaan met de ervaringen dan mannen, maar hoe ze er, net als de mannen, mee moeten leven. Eén oud-soldaat die nu moeder is, zegt in de documentaire: „Telkens als mijn baby hysterisch begint te huilen, werkt het op die ene zenuw. Het brengt me terug naar die tijd. Ik ben geen slechte moeder, behalve op die momenten. Dan ben ik als de duivel.”

Die problemen hebben deze jongere meisjes in de Karakal fotoserie niet. Omdat ze niet in bezet gebied werken. Maar ook omdat ze nog middenin de euforie van het leger zitten. Ze genieten van de kameraadschap, de stoere uitstraling, de waardering van hun landgenoten. En waar ze helemaal van genieten, is van deze fotosessie. „Elk meisje droomt ervan zo mooi op de foto te staan. Ik ben een strijder en daar ben ik trots op”, zegt Dikla.

Kruter liep rond met een idee voor een serie over militairen en ontmoette Tania, een van de geportretteerden. „Voor de fotosessie vroeg ik haar te gaan staan als een soldaat, maar een vrouw in uniform staat anders dan een man. Deze meisjes hebben zelf gekozen voor de Karakal. Die trotsheid zie je terug in de foto.” Via Tania benaderde hij de andere meisjes. Hij vroeg ze iets persoonlijks mee te nemen van toen ze klein waren. Daarna fotografeerde hij ze in uniform op verschillende plekken in Israël, aan het einde van de middag, bij zacht licht dat de serie het gevoel geeft van een modereportage.

De fotograaf wilde zo het contrast laten zien tussen de hardheid van de oorlog en de zachtheid van een vrouw en de jeugd. Voor Dikla is de hardheid van de oorlog nog niet dichtbij gekomen. Ze heeft haar wapen niet hoeven gebruiken. Behalve één keer om een waarschuwingsschot te lossen bij een achtervolging. Ze heeft nog vier maanden te gaan, dan zit haar diensttijd erop en moet ze haar geweer inleveren.



Irak 286

Judge Dismisses Charges Against Blackwater Guards Involved in Iraq Massacre

by: Jason Leopold, t r u t h o u t | Report

photo
Blackwater Security outside Republican Palace in Iraq. (Image: Jared Rodriguez / t r u t h o u t; Adapted: jamesdale10, thaths, Nomads: will create)

A federal judge in Washington, DC on Thursday dismissed criminal charges against five Blackwater guards involved in the massacre of 14 Iraqi civilians in Baghdad in September 2007, an incident that led to a public outcry over the government's increasing reliance on contractors in the battlefield.

US District Court Judge Ricardo Urbina ruled that federal prosecutors improperly used statements the men gave to State Department investigators under a promise of immunity to secure indictments against them.

“In their zeal to bring charges...in this case, the prosecutors and investigators aggressively sought out statements the defendants had been compelled to make to government investigators in the immediate aftermath of the shooting and in the subsequent investigation,” Urbina wrote in a 90-page opinion.

"In so doing, the government’s trial team repeatedly disregarded the warnings of experienced, senior prosecutors, assigned to the case specifically to advise the trial team on [legal] issues, that this course of action threatened the viability of the prosecution. The government used the defendants' compelled statements to guide its charging decisions, to formulate its theory of the case, to develop investigatory leads, and ultimately to obtain the indictment[s] in the case.

"The explanations offered by prosecutors and investigators in an attempt to justify their actions and persuade the court that they did not use the defendants' compelled testimony were all too often contradictory, unbelievable and lacking in credibility. In short, the government has utterly failed to prove that it made no impermissible use of the defendants’ statements or that such use was harmless beyond a reasonable doubt. Accordingly, the court must dismiss the indictment against all of the defendants."

Urbina did not rule on the merits of the case. Still, the Iraqi government expressed outrage at his decision to dismiss criminal charges against the guards.

On Friday, Ali al-Dabbagh, a spokesman for the Iraqi government, said the government would pursue criminal "proceedings against Blackwater in Iraqi courts to prosecute the company and will preserve the rights of Iraqi citizens, of the victims and their families affected by this crime."

He added that an investigation conducted by "by specialized Iraqi authorities unequivocally found that the Blackwater guards committed murder and broke use-of-force rules when there was no threat requiring the use of force."

At the time of the Nisour Square shooting, which federal investigators said was unprovoked, Blackwater had a contract to provide security to the State Department in Iraq.

The guards, who were escorting State Department diplomats en route to a meeting, claimed they were being fired upon by insurgents and responded with machine guns, a sniper rifle and grenade launchers. An investigation determined there was no evidence to support Blackwater's version of events that unfolded. Seventeen Iraqis were killed in the massacre and 27 were wounded. The guards were held accountable for 14 of the deaths.

The guards--Paul Slough, Evan Liberty, Dustin Heard, Donald Ball and Nicholas Slatten--were indicted on manslaughter and weapons charges in December 2008. A sixth guard, Jeremy Ridgeway, pled guilty to killing one Iraqi civilian and wounding another. He was expected to testify against his former colleagues.

Earlier this month, the Department of Justice filed a motion asking Urbina to close the court proceedings in the case to the public, saying classified information may be disclosed. The trial was scheduled to begin in January.

In a statement, Justice Department spokesman Dean Boyd said, "we're still in the process of reviewing the decision and considering our options."

Ali-Dabbagh said the Iraqi government would urge the Justice Department to appeal Urbina's ruling.

Explosive Allegations

Last August, a Blackwater employee and a former ex-Marine employed by the company in a security capacity said in sworn affidavits filed in federal court in Virginia that Prince may have murdered or assisted in the murder of individuals who were cooperating with federal law enforcement authorities investigating the company.

The explosive allegations, which included claims the company was involved in the distribution of controlled substances, tax evasion and child prostitution, were made in a civil lawsuit filed against Prince, Blackwater and the firm's subsidiaries. It charges the company with Racketeer Influenced and Corrupt Organizations Act (RICO) violations.

The complaint, filed by the Center for Constitutional Rights (CCR) on behalf of Iraqi civilians who were wounded and others whose family members were killed in the Baghdad massacre, alleged that Blackwater “created and fostered a culture of lawlessness amongst its employees, encouraging them to act in the company’s financial interests at the expense of innocent human life.”


Lees verder: http://www.truthout.org/123109jl01

Yochanan Visser als Crimineel 31











Yochanan Visser met JNF-petje



Yochanan Visser is a Dutch-language analyst for the Israel Facts Group (www.israelfacts.eu), a European media watchdog organization, as well as manager of Israel Facts Monitorgroup and www. israelfacts. eu. He lives in Efrat, Israel.


Yochanan Visser,


Zou u een reactie kunnen geven op de feiten zoals die in dit videoverslag gegeven worden? Aangezien u op gestolen Palestijns land leeft in de Joodse kolonie Efrat op de bezette Westoever veroorzaken u en de uwen al zeer lang leed bij uw Palestijnse buren. Kijkt u maar:

http://www.youtube.com/watch?v=dEAAMTHpfjs

Yochanan Visser, mijn vraag aan u is simpel: waarom houdt u niet op met het terroriseren van de Palestijnse bevolking op de Westbank? Waarom denkt u recht te hebben op het land van anderen? Waarom vertrekt u niet naar Israel zoals het internationaal recht gebiedt en de wereldgemeenschap eist? Waarom meent u dat u en de uwen boven de wet verheven zijn? Op wat berust deze gekte nu precies? Over dit onderwerp sprak ik onder andere met de joods-Israëlische hoogleraar Idith Zertal. Zij doceert geschiedenis en cultuur aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem en is algemeen bekend door haar publicaties. Ze was als hoogleraar verbonden aan zowel de Universiteit van Chicago als aan de École des Hautes Études en Sciences Sociales in Parijs, en doceert momenteel ook aan het Institut für Jüdische Studien van de Universiteit van Bazel. Haar boeken zijn naast het Hebreeuws in het Engels, Frans, Duits en Spaans verschenen. In haar opzienbarende studie Israël’s Holocaust and the Politics of Nationhood laat de historica zien hoe het proces van het heilig verklaren van de Holocaust – dat op zichzelf al een vorm van devaluatie is -- gekoppeld aan het concept van de heiligheid van het land… een vaderland heeft veranderd in een tempel en een eeuwig altaar.’ Ze zet helder uiteen op welke manier de herinnering aan de Holocaust een ideologisch wapen werd voor een verwerpelijke politiek, in feite ten koste van de ware slachtoffers zelf. Terwijl de Israëlische samenleving de herinnering aan de Holocaust nationaliseerde – door leiders en woordvoerders die '‘daar'’ niet geweest waren – en organiseerde… in een geritualiseerde, didactische herinnering, die een nationale les uitdraagt in overeenstemming met haar visie, sloot ze de directe boodschappers van deze herinnering uit – zo’n kwart miljoen Holocaustoverlevenden die naar Israël waren gemigreerd.’

Tegenover mij verklaarde Zertal: 'Wij hebben onze eigen joodsheid verloochend en dat komt omdat in het zionisme de oorspronkelijke ander niet de Arabier was, maar de diaspora-jood. De ontkenning van de exil-jood was een centrale leerstelling. De jood uit de diaspora was voor de zionisten een bron van schaamte, het zionisme moest om zichzelf als revolutionaire beweging te kunnen scheppen, tegen de andere joden in opstand komen. Die rebellie vormt nu juist een onderdeel van de joods-Israëlische identiteit. Na zo lang vernederd te zijn geweest en zo lang te zijn vervolgd, was het historisch gesproken ook een noodzakelijke stap om een werkelijke verandering mogelijk te maken. Maar vervolgens dient men zich te realiseren wat men gedaan heeft, en dient men terug te gaan naar zijn bronnen om weer meer joods te kunnen worden in moreel, cultureel en historisch opzicht. Ben-Goerion mocht dan wel schrijven dat ‘’de stichting van de joodse staat een sprong over eeuwen [was]’’, maar dat is in feite nonsens. Men kan niet tweeduizend jaar geschiedenis in één klap uitwissen. Wij zijn zo lang zelf vluchtelingen geweest, waarom kunnen we dan niet de andere vluchtelingen zien? Waarom kunnen we de hopeloze situatie van de Palestijnse vluchtelingen niet erkennen? Waarom helpen we hen niet om hun situatie te verbeteren? Wij zijn verantwoordelijk voor hun erbarmelijke situatie. En het is waar dat mishandelde kinderen later vaak hun eigen kinderen mishandelen, maar toch zullen we deze vicieuze cirkel moeten doorbreken, anders zullen we altijd slachtoffer blijven van ons eigen verleden, van onze eigen tekortkomingen en opvoeding en zullen we niet in staat zijn onze eigen toekomst vorm te geven. We blijven dan gevangenen van onze -- vooral zelf -- gecreëerde eigen angsten.’

De rest kunt u in mijn boek De oneindige oorlog lezen. Yochanan Visser, denkt u dat de 'vooral zelf -- gecreëerde eigen angsten’ zullen verdwijnen zolang de Israelische terreur tegen de Palestijnse bevolking doorgaat?

In afwachting van een reactie van u,
Stan van Houcke
Journalist/schrijver
Amsterdam.