Amerikanen zagen zichzelf als
uitverkoren volk dat na veel ontberingen eindelijk het ‘beloofde
land’ had bereikt.
Geert Mak.
Reizen zonder John. Pagina 97.
Achter
de mainstream-versie van de werkelijkheid schuilt de complexere werkelijkheid.
The
percentage of Americans who joined Protestant churches increased sixfold
between 1800 and 1860.
Hoe massaler
de blanke binnendringers de indianen uitroeiden en hun land in beslag namen des
te meer kolonisten de christelijke god begonnen te aanbidden. De grootscheepse
misdaad moest door het ‘uitverkoren volk’ op de een of
andere manier gelegitimeerd worden. Daarbij gold wat de auteurs van The Chosen Peoples. America, Israel and the Ordeals
of Divine Election poneren:
If the
hero incarnated a man’s duty to stand strong for an exceptional nation, he
could rise to the Oval Office. Later, Herman Melville would capture this mood
in Moby-Dick with a rhapsody to ‘immaculate manliness… that democratic dignity which… radiates without
end from God Himself… thou just Spirit of Equality… thou great democratic God!
who didst pick up Andrew Jackson (Amerikaanse president, bijgenaamd de
‘Indian-Killer’ svh) from the pebbles; who didst hurl him upon a war-horse; who
didst thunder him higher than a throne!’ Jackson
bore no small resemblance to Captain Ahab, the wouded, weathered warrior who
maniacally, ruthlessly, violently seeks to subdue the natural world… it is in
the nature of a nation that believes itself chosen to antagonize the unchoseen,
to suspect them, test them, encroach upon them, and often enough go to war with
them, as those on the other side of the vanishing boundary feel called upon to
do the same reciprocally.
For
most Americans who left any record of their views, there was no stopping with
the Louisiana Purchase. As the market economy flourished, a nation whose
citizens were increasingly individualistic would be bound together with an idea
of a common destiny, a manifest destiny that was (to use an earlier term for
America’s confidence in its truths) ‘self evident’ – a destiny that
could be read off from the natural wonder on display in American territory.
Of om
het kort samen te vatten:
Only a
whole nation defined against outsiders could enfold a multiplicity of American
ideals that ranged, not least, from slavery to abolition.
Zonder
een gemeenschappelijke vijand kan de pluriforme VS met al zijn interne tegenstellingen
tussen arm en rijk, machtig en machteloos, uitbuiters en slachtoffers niet
bestaan. En om dit te verhullen werd de ideologie van het expanionisme gebruikt
of, zoals John O’Sullivan het stelde, de journalist die de term ‘manifest
destiny’ in 1845 voor het eerst gebruikte:
We are
the nation of human progress, and who will, what can, set limits to our onward
march? Providence is with us… the nation of many nations is destined to
manifest to mankind the excellence of divine principles.
De ‘future
history’ van de VS zou zijn ‘to establish on earth the moral dignity and
salvation of man – the immutable truth and beneficence of God.’ Het is
niet verwonderlijk dat een dergelijk irrationeel geloof in de dagelijkse praktijk
buitengewoon gevaarlijk uitwerkt. Manifest betekent immers onweerlegbaar, onomstotelijk,
onaanvechtbaar, en op die manier gaat de VS dan ook te werk. Om een willekeurig, tamelijk recent, voorbeeld te geven: nadat in 1988 de Amerikaansde marine een
Iraans verkeersvliegtuig neerschoot, waarbij alle 290 burgers, onder wie 66
kinderen, om het leven kwamen, verklaarde president Bush senior ‘I'll
never apologize for the United States of America. Ever. I don't care what the
facts are.’ De betreffende Amerikaanse commandant werd naderhand zelfs
onderscheiden met ‘The Legion of Merit,’ om daarmee de Amerikaanse
meedogenloosheid te onderstrepen tegenover degenen die niet ‘uitverkoren’ zijn.
We
hebben hier te maken met dezelfde gedachtewereld als die van de Amerikaanse Senator
Thomas Hart Benton waarbij de buitenstaander een verwaarloosbare rol speelt. In
de negentiende eeuw verklaarde Benton dat de indianen net als de Mexicanen goed
land ‘verspilden,’
terwijl de blanke kolonisten de grond gebruikten ‘according to the intentions of
the Creator,’ en dat zij ‘children of Israel’ waren die ‘entered
the promised land, with the implements of husbandry in one hand and the weapons
of war in the other.’ Vandaar de veel gebruikte woorden van ook de huidige
generatie presidenten: ‘God Bless America,’ al dan niet met
de hand op het hart. De overtuiging uniek te zijn was en is wijd verspreid
onder het Amerikaanse establishment. De dichter des vaderlands, Walt Whitman,
schreef:
What
has miserable, inefficient Mexico – with her superstition, het burlesque upon
freedom, her actual tyranny by the few over the many – what has she to do with
the great mission of peopling the new world with a noble race? Be it ours, to
achieve that mission!
Zonder enige
terughoudendheid was men openlijk racistisch over gekleurde volkeren die
onderworpen konden worden aan de macht van de blanke protestantse christen als ‘another
clinching proof of the indomitable energy of the Anglo-Saxon character.’ Een energie die schril afstak tegen de ‘ignorant, prejudiced, and perfectly
faithless,’ katholieke Mexicanen. En daarom was het in ‘the
interst of mankind that [America’s] territory should be extended – the farther
the better. We claim those lands, thus, by a law superior to parchments and dry
diplomatic rules,’ zo stelde Whitman meer dan een halve eeuw voordat de
Britse dichter Rudyard Kipling de bloedige Amerikaanse onderdrukking van de
Filipijnse bevolking bejubelde met woorden als deze: ‘Take up the White Man’s Burden. The
savage wars of peace…’ Voor de elite die van de VS een hegemonistische wereldmacht
wilde maken gold dat ‘America was simply too splendid, too
intoxicating, to be taken as anything less than spectacularly entitled.‘ Het
land moest expanderen, vandaar dat Lincoln en de noordelijke geldaristocratie
bereid waren 625.000 Amerikanen op te offeren om de afgescheiden staten te
dwingen binnen de federatie te blijven, overigens zonder enige juridische
bevoegdheid daartoe. Expansie als de verlossing van de mensheid waarbij Lincoln
verklaarde:
I shall be most happy
indeed if I shall be an humble instrument in the hands of the Almighty, and of
this, his almost chosen people, for perpetuating the object of that great strugle,
te weten: het behoud van de
de federale macht in Washington. Omdat elke rationaliteit, behalve machtslust,
hiervoor ontbrak was Lincoln aangewezen op metafysische begrippen als:
Divine Providence, the
Providence of God, that God who
has never forsaken this people, the Divine Power, without whose aid we can do
nothing, that Supreme Being who has never forsaken this favored land, the Maker
of the Universe, Almighty God,
en meer van deze
hoogdravende begrippen om het onvoorstelbare bloedbad te rechtvaardigen. Het is niet verwonderlijk dat, zoals de auteurs van The Chosen Peoples over Lincoln schreven,
As he assumed and endured
responsibility for hundreds of thousands of deaths in the course of steering
the Union through the Civil War, his latent religiosity came to the surface…
The immensity of the Civil War brought to a boil the sense, shared in North and
South alike, that America must have a providential role to play in God’s
design… It became common to suggest that God must have a purpose in this war.
The question was, what purpose? […] Lincoln found it politic to ally himself
with the militant clergy. Some Protestant clergymen in the North went so far as
to say that the war was hastening the millennium. More common was the humbler
belief that America’s suffering marked it for a distinct mission.
Omdat het bloedoffer van
625.000 landgenoten toch gelegitimeerd moest worden en de de Emancipation Proclamation, waarbij de
slavernij in de afgescheiden staten zou worden afgeschaft, pas twee jaar na het
begin van de burgeroorlog door Lincoln als reden van de burgeroorlog werd
afgekondigd, moest opnieuw een beroep worden gedaan op het metafysische en op een 'missie' om de hele mensheid te ‘verlossen’ :
Once the nation was purged
of its original and besetting sin, what could stand in the way of that mission?
The Chicago Tribune was not alone in expressing the judgement that the Civil
War ‘is in its profoundest
aspect, a religious contest… a war for Christian civilization, for God’s pure
truth,’ and in wondering what subsequently
‘shall prevent the American Union from being, henceforth the crowning national
work of the Almighty, the wonder of the world?’ […] the renowned theologian Horace Bushnell indulged in a one-man orgy
of consecration on the theme that ‘without shedding of blood, there is
almost nothing great in the world’ and thus that ‘the blood of our dead has…
begotten… the possibility of… a true public greatness,’
een argument dat elke
hedendaagse terrorist zou kunnen gebruiken. Opnieuw The Chosen Peoples:
Bushnell so effusively, so
breathtakingly stirred together the themes of blood sacrifice, national
destiny, and the Genesis and Christian frames as to warrant quotation at
length. he declared that 'as when the flood of Noah
recede… so the unity now to be developed, after this war-deluge is over, is
even like to be more cordial. It will be no more thought of as a mere human
compact… but it will be that bond of common life which God has touched with
blood; a sacredly heroic, Providentially tragic unity, where God’s cherubim
stand guard over grudges and hates and remembered jealousies, and the sense of
nationality becomes even a kind of religion. […] In these rivers of blood we
have now bathed our institutions, and they are henceforth to be hallowed in our
sight. Government is now become Providential – no more a mere creature of our
human will, but a grandly moral affair… What then shall we look for but for a
new era now to break forth, a day of new gifts and powers and holy endowments
from on high, wherein great communities and friendly nations shall be girded in
sacrifice, for the cause of Christ their Master?'
Het bleef niet bij krijgszuchtige
taal, het volk dat meer dan een half miljoen van zijn eigen mensen had
opgeofferd, was bereid om miljoenen buitenlanders te vernietigen om de eigen
doeleinden na te jagen. Bushnell’s rede weerklonk in een natie die wanhopig
zichzelf overtuigde dat de oorlog het aantal slachtoffers waard was geweest. De
Amerikaanse historica Drew Gilpin, president of Harvard University:
The war’s staggering human
cost demanded a new sense of national destiny, one designed to ensure that
lives had been sacrificed for appropriately lofty ends.
In haar essay in Harvard Magazine getiteld In My Mind I Am Perplexed. The Civil War and
the invention of modern death wees ze in 2008 op de continuiteit die na de Amerikaanse
Burgeroorlog was ontstaan:
Killing was the essence of war. But it also challenged men’s
most fundamental assumptions about the sanctity of their own and other human
lives. Killing produced transformations that were not readily reversible—the
living into the dead, most obviously, but the survivors into different men as
well, men required to deny, to numb basic human feeling at costs they may have
paid for decades after the war ended, as we know twentieth- and
twenty-first-century soldiers from Vietnam to Iraq continue to do; men who,
like James Garfield (Generaal
tijdens Burgeroorlog en later Amerikaanse president. svh), were never quite the same again after seeing fields of slaughtered
bodies destroyed by men just like themselves. […] We still live in the world of death the Civil War created. We take
for granted the obligation of the state to account for the lives it claims in
its service. The absence of next-of-kin notification, of graves registration
procedures, of official provision for decent burial all seem to us
unimaginable, even barbaric. The Civil War ended this neglect and established
policies that led to today’s commitment to identify and return every soldier
killed in the line of duty. But even as the Civil War brought new humanity—new
attentiveness to ‘sentiment’—in the
management of death, so too it introduced a level of carnage that foreshadowed
the wars of the century to come. Even as individuals and their fates assumed
new significance, so those individuals threatened to disappear into the
bureaucracy and mass slaughter of modern warfare. We still struggle to
understand how to preserve our humanity and our selves within such a world. We
still seek to use our deaths to create meaning where we are not sure any
exists. The Civil War generation glimpsed the fear that still defines us—the
sense that death is the only end. We still work to live with the riddle that they—the
Civil War dead and their survivors alike—had to solve so long ago.
En zo ontstond het wonderlijke beeld dat de VS de wereld moest verlossen van het kwaad, een efficient werkend
argument om het Amerikaanse expansionisme te rechtvaardigen, terwijl het in werkelijkheid
om economische motieven ging en nog steeds gaat, om het met geweld verkrijgen
van nieuwe markten en vitale grondstoffen. Zelfs een intelligente
abolitionistische zwarte leider als Frederick Douglass was ineens voorstander
van ‘manifest
destiny,’ een ideologie van ‘sacred significance… to unify and
reorganize the institutions of the country.’ Sterker nog:
The blow we strike is not
merely to free a country or continent, but the whole world, from slavery; for
when slavery falls here, it will fall everywhere… We are writing the statutes
of eternal justice and liberty in the blood of the worst of tyrants as a
warning to all aftercomers.
Het bloedoffer van de
Amerikaanse Burgeroorlog, het opofferen van mensen voor een vermeend hoger
doel, heeft logischerwijs diepe sporen achter gelaten in de geest van de
Amerikanen. Gitlin en Leibovitz:
With the devaluing of
individual life, amid all the carnage, came numbness, and after numbness came a
surge of vigorous, aggressive, militaristic love for the nation that had
suffered, and commanded, so much death.
One of the nonfiction
best-sellers of the nineteenth century – it sold 130.000 copies during the
first five years in print, and excerpts were widely reprinted in newspapers –
was a millenarian tract by an Ohio missionary declaring: ‘Ours is the elect nation for the age
to come. We are the chosen people. We cannot afford to wait. The plans of God
will not wait.’
De predikant die dit
beweerde, Josiah Strong, onderbouwde de ‘plannen’ van zijn protestants-christelijke
god met de laatste wetenschappelijke kennis op het gebied van demografie en
economische statistieken, de evolutietheorie van Charles Darwin en de ‘survival
of the fittest’ theorie van de Britse filosoof Herbert Spencer. Om de Amerikaanse ‘mission’
op aarde waar te maken in ‘one of the closing stages in the world’s
career,’ moest de VS alles in het werk stellen ‘to become God’s right arm in his
battle with the world’s ignorance and oppression and sin.’ Of zoals de
imperialistische president Theodore Roosevelt tijdens een toespraak in 1899
stelde, de Angel-Saksische Amerikanen moesten een ‘streneous life’ leiden.
De Amerikaanse elite was net als vooraanstaande Amerikaanse geestelijken van mening
dat ‘the
Anglo-Saxon race… an instinct or genius for colonizing’ bezat en dat
daarom ‘it is chiefly to the English and American peoples that we must look
for the evangelization of the world.’ God was namelijk
druk doende ‘the Anglo-Saxon race’ op te leiden ‘for an hour sure to come in the
world’s future,’ voor het moment dus dat de mensheid de fase in zal gaan van
‘the final competition of races, for which the Anglo-Saxon is being schooled.’
Men was er diep van overtuigd dat de mens aan de vooravond stond van de lang
gehoopte en verwachte Verlossing
van de Mensheid uit het Kwaad, en dat alles onder leiding van Washington en
Londen. Deze gedachte komt telkens weer naar voren bij vooraanstaande
Amerikaanse politici, als bijvoorbeeld president George W. Bush toen hij op 11 september 2001
sprak van ‘This crusade, this war
on terrorism is going to take a while.’ En op een meer verhulde manier
vinden we het terug bij de voormalige Democratische presidentskandidaat John
Kerry toen hij het volgende zei: ‘The American spirit wears no political
label. In service to others and yes, in sacrifice for out country, there are no
Republicans; there are no Democrats; there are only Americans.’ Telkens weer duikt de religieuze
terminologie op om de vermeende Amerikaanse ‘missie’ in de wereld te
onderstrepen. Aan het begin van het Amerikaanse overzeese imperium, eind
negentiende eeuw, stelde de Amerikaanse geestelijke Josiah Strong de volgende
retorische vraag:
Is there room for
reasonable doubt that this race, unless devitalized by alcohol and tobacco, is
destined to dispossess many weaker races, assimilate others and mold the
remainder, until, in the very true and important sense, it has Anglo-Saxonized
mankind.
Blanke protestantse
Amerikanen zagen zichzelf als een uitverkoren ‘master race,’ drie
decennia voordat de Nazi’s zichzelf een ‘Herrenvolk’ betitelden. Dit geloof is
bij de Amerikaanse protestantse aristocratie nooit verdwenen, en in feite geldt
dit voor een aanzienlijk aantal Amerikanen. Het maakt daarbij niet uit of ze in
een hogere macht geloven dan wel in de macht van geavanceerde technologische
wapens. Meer daarover maandag.