Vandaag, zaterdag 18 maart 2017, beweerde Ariejan Korteweg, politiek verslaggever van
de Volkskrant:
Het vertrek van Hans Spekman als partijvoorzitter is maar een heel kleine stap voor de PvdA op weg naar totale renovatie.
Ik herhaal:
Het vertrek van Hans Spekman als partijvoorzitter is maar een heel kleine stap voor de PvdA op weg naar totale renovatie.
De parlementaire journalistiek in Nederland heeft altijd, zelfs na de zogeheten ontzuiling, als twee druppels water geleken op de sportverslaggeving. De politiek verslaggever heeft, net als de modale voetbalfan, een favoriete club en favoriete spelers. Maar belangrijker nog: hij kan zich niet voorstellen dat zijn club ooit eens uit de eredivisie zal verdwijnen. De gedachte alleen al zou zijn eigen ineenstorting betekenen. U moet zich voorstellen wat het betekend heeft toen de Pravda, het officiële orgaan van het Centraal Comité van de Communistische Partij, besefte dat de Sovjet Unie politiek, ideologisch, economisch, cultureel en moreel failliet was. In één klap verdween daarmee de grond onder haar voeten weggeslagen, de Noordpool was de Noordpool niet meer, en haar waarheid, de waarheid niet meer. Net als twee jaar geleden Bas Heijne ontdekte dat de Vooruitgang niet bestaat, zo wordt de Haagse journalist nu geconfronteerd met het feit dat de PVDA tot het verleden behoort. Maar zoveel ‘pravda’ kan een ideologische verslaggever niet ineens verwerken. Plotseling ziet hij dat de werkelijkheid, zoals hij die zich altijd voorgesteld heeft, op haar kop staat, en dus schrijft hij, als uit een geconditioneerde reflex, dat ‘[h]et vertrek van Hans Spekman als partijvoorzitter maar een heel kleine stap [is] voor de PvdA op weg naar totale renovatie.’ Ariejan Korteweg is niet bij machte zich voor te stellen dat de PVDA zich niet als sociaal-democratische partij zal ‘vernieuwen, herstellen.’ Maar net als toen God dood werd verklaard, kan diezelfde God nooit in dezelfde gedaante terugkeren. Wat Ariejan niet begrijpt is dat hij getuige is van een historische gebeurtenis, te weten: het definitieve einde van de sociaal-democratie zoals zij een eeuw heeft bestaan. Hij maakt dezelfde fout die Trump en zijn medewerkers maken nu zij menen dat ze bezig zijn met de ‘totale renovatie’ van de Amerikaanse Droom. Het tragische feit is namelijk dat ‘You can’t go home’ zoals de titel luidt van het postuum verschenen roman van Thomas Wolfe, die daarin de veranderende Amerikaanse samenleving van de jaren twintig en dertig analyseerde,
including the stock market crash, the illusion of prosperity, and the unfair passing of time which prevents Webber (de hoofdpersoon. svh) ever being able to return ‘home again.’
De titel verwijst naar het besef van de protagonist dat
You can't go back home to your family, back home to your childhood... back home to a young man's dreams of glory and of fame... back home to places in the country, back home to the old forms and systems of things which once seemed everlasting but which are changing all the time — back home to the escapes of Time and Memory.
The phrase ‘you can’t go home again’ has entered American speech to mean that once you have left your country town or provincial backwater city for a sophisticated metropolis you can’t return to the narrow confines of your previous way of life and, more generally, attempts to relive youthful memories will always fail.
Wanneer de mens eenmaal zijn ‘onschuld’ heeft verloren, zal hij die nooit terugvinden, omdat hij inmiddels geen ‘onschuldige’ meer is, en zich daarvan bewust is. Men kan niet een teloor gegane naïviteit in haar oude vorm herstellen, men weet inmiddels te veel. Een politieke partij, kan, net als de mens, niet opnieuw worden wat zij eens was. Een volwassene kan nooit meer een kind worden, zonder zichzelf te bedriegen. Dat is ook meteen het fundamentele probleem van mensen die de zogenaamde goede oude tijd terug willen. In het schitterende boek The Greeks And The Irrational (1951) citeert in verband hiermee de Britse classicus E.R. Dodds de elfde eeuwse Perzische wijsgeer Al Ghazali, die heeft opgemerkt dat
[t]here is no hope in returning to a traditional faith after it has once been abandoned, since the essential condition in the holder of a traditional faith is that he should not know he is a traditionalist.
Waarom Korteweg fantaseert over een ‘PvdA op weg naar totale renovatie,’ is niet zo moeilijk te begrijpen, het ontbreekt parlementaire journalisten enerzijds aan verbeeldingskracht, en anderzijds is een aanzienlijk deel van hen sociaal-democratisch angehaucht. Ze horen bij die club, net als de F-side bij Ajax hoort. Dit is tevens een belangrijke reden dat de Nederlandse parlementaire verslaggeving zo gruwelijk slecht is. Het gaat altijd over de mannetjes, nooit over de context waarin de neoliberale democratie functioneert. Een voorbeeld van vandaag. De staatsomroep, de NOS, geeft het volgende ANP-bericht door:
Asscher: PvdA moet niet gaan mee-regeren
De Partij van de Arbeid moet niet gaan meeregeren in de komende coalitie, heeft PvdA-partijleider Lodewijk Asscher gezegd op een bijeenkomst met PvdA-leden in Utrecht. Asscher reageert hiermee op oproepen van bezorgde leden die de gedecimeerde partij buiten een centrumrechtse coalitie willen houden.
De leden schaarden zich in meerderheid achter Asscher: 80 procent van de aanwezigen stemde tegen meeregeren met een coalitie met de VVD. Algemeen wordt aangenomen dat de partij door de kiezers is afgerekend op de jarenlange nauwe samenwerking met coalitiepartner VVD.
Asscher wees erop dat de verkiezingen heel veel winnaars hebben opgeleverd en één verliezer: de PvdA. ‘De winnaars moeten nu gaan besturen, en wij niet.’ Gisteren opperde VVD-fractievoorzitter Zijlstra de mogelijkheid om de PvdA als vierde partij aan een mogelijke coalitie VVD-CDA-D66 toe te voegen.
De leden in Utrecht stemden ook in meerderheid tegen deelname aan welke coalitie dan ook.
Verdriet
Zo'n duizend afgevaardigden deelden in de Jaarbeurs in Utrecht hun verdriet, boosheid, bezorgdheid en voorstellen voor hervormingen met het partijbestuur en de demissionaire PvdA-bewindslieden. Bij een lang applaus voor de vertrekkende voorzitter Hans Spekman, hield hij het niet droog.
Partijleider Asscher hoeft niet voor zijn positie te vrezen: 87 procent van de leden in Utrecht sprak zijn vertrouwen uit in Asscher.
De partij leed afgelopen woensdag een historische verkiezingsnederlaag en komt volgende week in de Kamer met een negenkoppige fractie. De PvdA had 38 zetels.
Allereerst de kop: ‘Asscher: PvdA moet niet gaan mee-regeren.’ Dit is geen nieuws. Met slechts 9 zetels heb je niks te willen, de PVDA is nu een splinterpartij, en zoals mainstream-opiniemaker Bas Heijne namens de voltallige Nederlandse pers stelde: ‘Een partij met een handvol zetels is geen democratie, dat is politiek narcisme.’ Bovendien wees Freek de Jonge er in zijn verkiezingsconference 2017 terecht op dat de PVDA ‘een dood paard’ is. En met een ‘dood paard’ wil niemand regeren, en zeker niet de renpaarden die elkaar straks voor de camera’s vertrappen. Alleen als de kop had geluid: ‘Asscher: PVDA moet gaan mee-regeren’ was er sprake geweest van nieuws, hond bijt man is geen nieuws, het omgekeerde wel. Het korte bericht dat de NOS klakkeloos overneemt, staat bol van de absurditeiten. Neem deze twee zinnen:
De leden schaarden zich in meerderheid achter Asscher: 80 procent van de aanwezigen stemde tegen meeregeren met een coalitie met de VVD. Algemeen wordt aangenomen dat de partij door de kiezers is afgerekend op de jarenlange nauwe samenwerking met coalitiepartner VVD.
Wat staat hier nu? Wel, dat de PVDA na vier jaar afbraakbeleid van het kabinet Rutte/Asscher, en met als lijsttrekker Lodewijk Asscher ‘is afgerekend,’ waardoor de sociaal-democraten een historisch verlies van 29 Tweede Kamerzetels heeft geleden. Met andere woorden: ’80 procent’ van de aanwezige PVDA-‘leden schaarde zich achter Asscher,’ wiens beleid als vice-premier werd ‘afgerekend’ met een zetelverlies van meer dan 75 procent. Bovendien werd zijn lijsttrekkerschap beoordeeld als onder de maat. Daarentegen moest PVDA-voorzitter Hans Spekman ‘vertrekken.’ Dit bericht roept meer vragen op dan het antwoorden geeft, en dat komt omdat er geen context gegeven wordt. Bij een echte journalist roept dit meteen de vraag op: waarom moet de brokkenmaker Lodewijk Asscher niet opstappen? Hij is de eerste verantwoordelijk voor de ondergang van de PVDA als grote partij. De man is een charlatan, over wie Elsevier twee jaar geleden onder de kop ‘Asschers spoor van mislukkingen: steeds net op tijd vertrokken’ het volgende berichtte:
De PvdA-leden hebben vicepremier Lodewijk Asscher gekozen als lijsttrekker, ondanks een spoor van mislukkingen. Die hem gek genoeg niet aankleven.
Lodewijk Asscher (42) is een man met dromen en een visie. De in november overleden Duitse oud-bondskanselier Helmut Schmidt (SPD) vond dat dit soort mensen naar de dokter moet, maar vooralsnog hebben weinigen zo’n gezonde politieke loopbaan als Lodewijk Asscher.
Hij werd na zes jaar wethouderschap in Amsterdam in 2012 vicepremier en minister van Sociale Zaken. Nu geldt hij als een potentiële leider van zijn partij, de in de peilingen gedecimeerde PvdA. En dat terwijl hij over zijn dromen en visies in 2010 al schreef: ‘Er zijn genoeg dingen die niet goed uitpakten.’ Dit is een understatement. Na Amsterdam pakken voor Asscher ook in Den Haag wederom ‘genoeg dingen niet goed uit.’
De gepromoveerde jurist Asscher heeft een soepele politieke carrière. Op zijn 27ste werd hij raadslid in Amsterdam, op zijn 31ste was hij al wethouder van Financiën, de belangrijkste post. Zowel in 2006 als in 2010 won hij de Amsterdamse raadsverkiezingen. De tweede keer zelfs met een campagne volledig gebouwd op zijn persoon. De PvdA was destijds impopulair, Asscher populair. Hij is een goede campaigner. De campagne leverde 15 van de 45 Amsterdamse raadszetels op. ‘Hij speecht net zo makkelijk voor een congres als op een zeepkist op een markt in Amsterdam-Zuidoost,’ zei Evelyn Lindeman eerder tegen Elsevier. Zij was vier jaar directeur Financiën onder Asscher.
In 2012 stapte Asscher na zes jaar wethouderschap op en werd vicepremier en minister van Sociale Zaken in het kabinet Rutte II (VVD/PvdA). Sindsdien probeert de in de oppositie belande Amsterdamse PvdA Asschers erfenis te redden én hem te lanceren als nieuwe partijleider.
Asschers agenda in Amsterdam bestond uit vier hoofdpunten: een islamitische zuil opzetten als vehikel voor moslim-emancipatie, de Wallen ‘opschonen,’ bureaucratie in de jeugdzorg verminderen en het zwakke Amsterdamse basisonderwijs verbeteren.
Dat eerste mislukte faliekant. De blikvanger van de Asscher-agenda was de bouw van de enorme Westermoskee (2013) als beoogde emancipatiemachine. Waar velen voor waarschuwden, is inmiddels werkelijkheid. Het Turks-conservatieve Mili Görös uit Duitsland runt de moskee. Ook probeert de Turkse overheid via het directoraat Diyanet invloed te verwerven en zo greep te houden op Turkse Amsterdammers. Niks integratie. In televisieprogramma Collegetour noemde Asscher de bouw dit jaar ‘geen goed idee.’ En over de 6 à 7 miljoen euro gemeentelijke subsidie: ‘Dat had de gemeente niet moeten doen.’ Om eraan toe te voegen dat ‘er vreselijk veel mis was gegaan.’
Deze laatste zinnen zijn typisch Asscher. Als hij een plan lanceert, is hij en niemand anders verantwoordelijk. Niet zijn partij, niet het college. Asscher stond met zijn plannen in Amsterdam vaak zelfs eerst in de krant voordat de gemeenteraad werd geïnformeerd. Maar als het misgaat, gebruikt hij vage begrippen als ‘de gemeente’ en ‘er.’ Of schuift de verantwoordelijkheid naar een ander. Zo lanceerde Asscher in 2009 operatie Frankenstein, het tegengaan van bureaucratie in de jeugdzorg. Waarna hij het project weggaf aan ambtenaren die Frankenstein omdoopten in het nietszeggende Systeem in Beeld. In 2010 nam VVD’er Eric van der Burg de portefeuille over. Niemand heeft meer iets gehoord over Frankenstein.
Getuigenissen als basis voor beleid
Als PvdA-lijsttrekker schreef Asscher voor de campagne van 2006 het boek ‘Nieuw Amsterdam,’ een particulier verkiezingsprogramma. Daarin stelde hij dat de raamprostitutie op de Wallen in handen is van een klein aantal criminelen en dat een flink aantal vrouwen gedwongen achter de ramen zit. ‘Liever een toeristenattractie minder, dan medeplichtigheid aan misbruik van vrouwen.’ Zijn suggestie om de Wallen te sluiten, haalde de wereldpers. En doorbrak een taboe in de Amsterdamse PvdA, die prostitutie als vrijheid, blijheid zag. Het was PvdA-raadslid en ex-prostituee Karina Schaapman die ‘me de ogen opende voor de donkere kanten van de prostitutiebranche,’ schreef Asscher.
Asscher wil als lijsttrekker ‘haat van populisten en islamisten’ bestrijden
Zonder harde cijfers — schattingen van het aandeel mensenhandel in de prostitutie lopen uiteen van 10 tot 90 procent – maar geïnspireerd door Schaapmans getuigenis kocht Asscher vanaf 2007 panden met een prostitutievergunning. Het is een typische Asscher-methode: persoonlijke getuigenissen gebruiken als basis voor beleid.
Voor 105 miljoen euro werden ondernemers uitgekocht, de prostitutievergunning werd van het pand gehaald en er werden gesubsidieerd restaurants en ateliers in gehuisvest. Van de 482 ramen zouden er 290 moeten overblijven. Het project is volledig vastgelopen. Slechts 131 ramen zijn gesloten en het aantal ‘criminogene’ bedrijven zoals coffeeshops en massagesalons is juist toegenomen, concludeerde de Amsterdamse Rekenkamer. Uitgekochte ondernemers kochten met de opbrengst horecazaken en villa’s in Zuid-Frankrijk.
Overheid die burgers kan sturen
‘Het sluiten van prostitutieramen helpt niet tegen mensenhandel. Dan gaan de prostituees naar elders,’ concludeerde raadslid Marco de Goede (GroenLinks) destijds. Ook lokale ondernemers zijn boos. Zij hebben soms al jaren een restaurant op de Wallen en kregen plots door de gemeente gesubsidieerde concurrentie. Asscher is al drie jaar weg uit Amsterdam; de ‘opschoning’ van de Wallen sterft langzamerhand een stille dood. Het huidige college zonder de PvdA bouwt het project af.
Asscher gelooft in een sterke overheid die burgers kan sturen. Lukt dat niet, zoals bij de bouw van een islamitische zuil, dan bedenkt hij nieuw overheidsingrijpen. Hij sloot het Islamitisch College Amsterdam en werd pleitbezorger van door de staat voorgeschreven verlicht onderwijs. Als minister stelde hij zelfs dat immigranten een contract moeten tekenen waarmee ze beloven verlichte waarden te eerbiedigen. Alles bedekt onder een morele saus. Hij komt er telkens mee weg. Asscher is verbaal sterk en noemt de aanpak van de Wallen ‘een kwestie van beschaving’. Wie kan tegen beschaving zijn? Tweede Kamerlid Anne Mulder (VVD) concludeerde in De Telegraaf: ‘Pr-technisch doet hij het heel goed.’
Financiële chaos
Asschers grootste gebrek verwoordde hij zelf in zijn maidenspeech als raadslid in 2002. ‘Juristen kunnen niet tellen,’ zei hij tegen toenmalig wethouder van Financiën Geert Dales (VVD) – ook jurist. Asscher had de jaarrekening over 2001 gelezen en concludeerde: ‘Als ik zie hoe hier de gemeenterekening wordt beheerd, als dat enig beeld geeft van hoe hier de Financiën beheerd worden, dan baart mij dat grote zorgen.’
Asschers conclusie klopte. Het steenrijke Amsterdam maakt al jaren een puinhoop van de boekhouding. Maar in plaats van daar als wethouder van Financiën iets aan te doen, bleef het een zooitje. De in 2014 aangetreden wethouder van Financiën Udo Kock (D66) was eerder permanent vertegenwoordiger van het Internationaal Monetair Fonds in de Palestijnse gebieden.
De econoom concludeerde al na een paar dagen in het Amsterdamse college dat de financiële chaos groter was dan daar. De schuld groei- de onder Asscher en steeg onder opvolger Pieter Hilhorst met 700 miljoen euro door naar 5,5 miljard euro. Ook bleek de jaarrekening elk jaar anders opgemaakt, waardoor een financieel doolhof ontstond. Asschers Amsterdam maakte jaarlijks meer schulden, en boekte veronderstelde toekomstige inkomsten uit vastgoed alvast in. Het huidige stadsbestuur is meteen gaan bezuinigen om te voorkomen dat Amsterdam onder curatele van Rijk of provincie wordt geplaatst.
De Amsterdamse gemeenteraad besloot in december 2014 tot een raadsenquête naar de financiële chaos. Asscher verscheen afgelopen oktober voor de commissie. Die verweet Asscher dat hij vooral bezig was met persoonlijke passies, zoals het Wallen-project en onderwijs, terwijl hij zijn hoofdtaak financiën verwaarloosde. Opvolger Kock zei het zo: ‘Als bestuurders bezig zijn met andere zaken, gaan ambtenaren zich ook op die zaken richten.’ Asscher antwoordde tijdens het verhoor vaak: ‘Dat weet ik niet meer.’
De commissie wist het wel en concludeerde dat het bestuur weinig tot niets deed om de financiën inzichtelijk en in orde te maken. Hoofddocent Tjerk Budding van de Vrije Universiteit vond zelfs dat het rapport harder had moeten zijn. Vooral over opeenvolgende colleges waarin Asscher grotendeels verantwoordelijk was meldde hij in Het Parool: ‘Het college heeft te weinig gekeken naar de financiën.’
Niet alles ging fout
Asscher boekte één succes. De kwaliteit van zwakke basisscholen in Amsterdam verbeterde fors door het programma Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs (KBO). Asscher liet de scores van scholen publiceren en leraren en schooldirecteuren monitoren. Wie niet presteerde, werd afgerekend. Hoogleraar onderwijsprestaties Jaap Dronkers (1945-2016) van de Maastricht University: ‘Asscher heeft een paar slechte scholen in Amsterdam weten te sluiten, wat ik erg bijzonder vind.’ Maar, voegt Dronkers toe, Asschers aanpak leidde niet tot betere resultaten dan in andere gemeenten. Hij baseert zich op een vergelijkend onderzoek van het Centraal Planbureau.
Dat concludeerde dat mede door de KBO de Cito-scores van Amsterdamse kinderen tussen 2008 en 2012 1,7 procent lager lagen dan elders. Leraren en directeuren zagen het KBO als georganiseerd wantrouwen en velen vertrokken of keerden zich ertegen.
Mislukt bakenplan
Asscher zou Asscher niet zijn als hij niet ook in Den Haag plannen zou lanceren. Zijn stokpaardje: een banenplan tegen werkloosheid. 600 miljoen euro belastinggeld, met geld van bedrijven en vakbonden, zou 300.000 mensen ‘moeten raken.’
Deze zomer concludeerden CDA en D66 dat het plan is mislukt. Er is niemand aan een baan geholpen, hoogstens zijn mensen gesubsidieerd aan het werk gebleven. Asscher noemde de conclusie ‘cynisch’, maar laat wel de Algemene Rekenkamer het plan evalueren.
Ook coalitiepartner VVD en de SP zien dat onder Asschers banenplan en retoriek als ‘echte banen voor echte mensen’ weinig zit. De werkloosheid blijft met meer dan 600.000 mensen hoog, de arbeidsmarkt hervormen wil Asscher niet. VVD-Kamerlid Mulder zei eerder in De Telegraaf: ‘De beeldvorming is dat er wat gebeurt, maar als je inzoomt, dan zie je dat er niks gebeurt. Asscher levert niet.’
Wet Werk en Zekerheid te ingewikkeld
Asschers belangrijkste initiatief was de Wet Werk en Zekerheid, beter bekend als de Flexwet. Het zou werkgevers moeten aansporen meer mensen in vaste dienst te nemen en ontslag te vereenvoudigen. Dit omdat Asscher minder zpp’ers wil. Dit jaar zijn de effecten van de wet uit 2013 voor het eerst in het volle zicht gekomen.
De conclusies: werknemers nemen minder mensen in vaste dienst, het aantal zpp’ers stijgt juist, net als de bureaucratie voor hen. De Wet is zo ingewikkeld dat de enige winnaars juristen zijn. Tijdens een speciale hoorzitting met experts en ook in de Tweede Kamer werd Asscher hevig bekritiseerd. Volgens Asscher was het nog te vroeg om aan de wet te twijfelen en zijn de intenties toch goed.
Tweede Kamerlid Martijn van Dam (PvdA) werd zondag bij Buitenhof gevraagd naar het verschil tussen Asscher en PvdA-leider Diederik Samsom, die strijden om het lijsttrekkerschap. Van Dam: ‘Diederik is meer praktisch gericht. (…) Lodewijk heeft meer het ideaalbeeld van de samenleving waar hij ook naar toe werkt en maatregelen bij neemt.’
Tot nu toe verandert Asscher op tijd van baan, of doet hij zijn portefeuille over voordat de consequenties van zijn beleid op weg naar de ideale samenleving zich openbaren. Zo kleeft hem weinig aan. Elsevier schreef eerder dit jaar dat het voor Asscher dan ook zaak is bijtijds weg te zijn als minister van Sociale Zaken en dat het PvdA-lijsttrekkerschap een ontsnappingsroute is. Dan kan hij als eventuele PvdA-leider weer nieuwe visies presenteren.
Dit is een bijgewerkte versie van een artikel dat eerder verscheen in Elsevier nummer 51, 9 december 2015.
Samenvattend: Ariejan Korteweg’s opmerking is het typische gezwets van de gecorrumpeerde parlementaire pers in Nederland, die suggereert dat door ‘het vertrek van Spekman,’ de ‘PVDA’ onder leiding van Lodewijk Asscher ‘op weg’ is ‘naar totale renovatie.’ Ga zo door, jongens en meisjes, de geloofwaardigheid van de mainstream-journalistiek is ook in Nederland even laag als die van politici. Hoe zou dat nou komen?