zaterdag 27 maart 2021

U.S. Terrorism

 

Hasakah YPG SDF US military
US troops in Hasakah, Syria with YPG/SDF forces

‘Wheat is a weapon’: US gov-funded, Democrat-linked think tank proposes starving Syrian civilians to weaken Assad


A fellow at the Center for a New American Security (CNAS), a Democratic Party-linked think tank bankrolled by the US government and arms industry, says the “wheat weapon” can “be used to apply pressure on the Assad regime”

By Ben Norton


As the eight-year war in Syria winds down and the US regime-change operation falters, strategists in Washington are plotting new ways to terrorize Damascus into submission.

An analyst at a think tank bankrolled by the US government and NATO has an idea: Use the “wheat weapon” to starve Syria’s civilian population.

“Wheat is a weapon of great power in this next phase of the Syrian conflict,” insisted Nicholas Heras, a fellow at the Center for a New American Security (CNAS) in Washington, DC.

Washington can pressure its Kurdish allies to restrict the country’s food supply, Heras argued, “to apply pressure on the Assad regime, and through the regime on Russia, to force concessions.”

As a CNAS fellow, Nicholas Heras has produced a paper offering “bottom up” steps to facilitate the arming of Syria’s “moderate opposition.” The header image of the document features fighters from the Salafi-jihadist militia Nour al-Din al-Zinki using US-made TOW missile systems in Syria. In 2017, just months after Heras published his paper, al-Zinki entered into a formal coalition with local al-Qaeda affiliates, including a group that called itself “The Bin Laden Front.”

Heras previously served as a researcher for the Pentagon, and oversaw research projects funded by the State Department’s Bureau of Democracy, Human Rights, and Labor. He is also a senior fellow at the neoconservative Jamestown Foundation, a think tank founded under the watch of CIA Director William Casey in 1984 to provide support for Soviet bloc defectors.

Nicholas Heras

A Democratic elite think tank, brought to you by the arms industry

The Center for a New American Security functions as a revolving door to the Democratic Party’s foreign-policy elite, giving veterans of Barack Obama’s Pentagon and State Department a chance to cool their heels while a Republican controls the White House.

CNAS’ top donors include leading weapons manufacturers like Northrop Grumman, Boeing, Lockheed Martin, Raytheon, and BAE Systems.

CNAS is also directly funded by NATO and the governments of the United States, Japan, Germany, and Switzerland; the Open Society Foundations (OSF) of anti-communist billionaire George Soros, and giants from the fossil fuel industry.

Until this February, the think tank was directed by Victoria Nuland, a key architect of the 2014 Maidan coup in Ukraine, a Hillary Clinton confidant, and the wife of neoconservative ideologue Robert Kagan.

Harnessing the “wheat weapon”

Nicholas Heras issued his call to use Syria’s food supply as a “weapon” against its government in an interview with the international news agency AFP.

CNAS endorsed its fellow’s proposal by approvingly tweeting his quote, along with a link to the report.

On June 11, AFP published “In Syria’s breadbasket, Kurds and regime battle for wheat.” The article, reprinted by Yahoo News, was filed from Amuda, a town in Syria’s northeastern al-Hasakah governorate, which it refers to as the country’s “breadbasket region.”

Though ethnically diverse, this area is largely under the control of the Kurdish Democratic Union Party (PYD), which considers the Syrian territory to be an autonomous Kurdish region, popularly referred to as Rojava.

The local administration’s armed wing, the Syrian Democratic Forces (SDF), is directly allied with the US military. The SDF has collaborated and embedded with American soldiers and enabled the construction of a dozen US military bases, which Kurdish leadership has insisted will remain for decades. (A US general has even taken credit for creating the SDF “brand”.)

The national Syrian government, led by President Bashar al-Assad, is offering farmers in Hasakah a high, subsidized price for their wheat. But the US-backed local Kurdish government has “said no wheat can leave the region under their control,” AFP reported.

The article notes that Syria is “a country where millions depend on bread as a staple food to survive.” Millions of Syrians are food insecure, and crippling sanctions imposed by the United States and Europe have exacerbated the humanitarian situation.

Hasakah’s local Kurdish government is only offering farmers 160 Syrian pounds for a kilo of wheat, compared to the national Syrian government’s offer of 185 pounds. But the Kurdish grain authority chief, Salman Bardo, told AFP, “We will not allow it to leave northeast Syria.”

AFP reported, “The Kurds would not permit the regime to ferry the cereal to other parts of Syria.”

To explain this strategy, AFP turned to CNAS’s Heras, who said, “Assad needs access to cereal crops in northeast Syria to prevent a bread crisis in the areas of western Syria that he controls.”

The Kurdish leadership and their US ally “have a significant stockpile of this wheat weapon,” Heras told AFP.

“Wheat is a weapon of great power in this next phase of the Syrian conflict,” he added. “It can be used to apply pressure on the Assad regime, and through the regime on Russia, to force concessions in the UN-led diplomatic process.”

https://thegrayzone.com/2019/06/19/wheat-weapon-us-think-tank-starving-syrian-civilians-assad-negotiate/




Rutte en Kaag. Neoliberale Gecorrumpeerden

 


Waarom de Nederlandse Democratie Niet Functioneert

 

Fluistercampagne van partijtop tegen ‘labiele’ Omtzigt bedreigt stabiliteit CDA

De partijtop van het CDA heeft het populaire Kamerlid Pieter Omtzigt bewust zoveel mogelijk buiten de verkiezingscampagne gehouden. Dit bevestigen ingewijden aan HP/De Tijd, die spreken van een situatie waarin de ‘nummer twee’ van het CDA al langere tijd wordt ‘gedoogd’ binnen de partij. Omtzigt zit inmiddels ‘diep in het rood’ thuis en voelt zich de steek gelaten. Leden van de partijtop maken zich zelfs schuldig aan een fluistercampagne tegen Omtzigt en schilderen hem bewust af als ‘labiel’. Dit vormt volgens Ton F. van Dijk een bedreiging voor de stabiliteit van het CDA.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door:Ton F. van Dijk

Omtzigt, razend populair onder kiezers, kreeg bij de verkiezingen vorige week vele honderdduizenden voorkeurstemmen. Een beloning voor zijn ongekende vasthoudendheid in de Toeslagenaffaire, waar hij het als een parlementaire pitbull opnam voor de slachtoffers en hij niet bezweek voor de druk van het kabinet om in deze affaire gas terug te nemen en zo de coalitiebelangen te dienen. 

Abboneer op een lidmaadschap

Hoe sympathiek!

Dit artikel krijg je van HP/De Tijd cadeau. Om ons te steunen en meer artikelen van en uit HP/De Tijd te lezen, word je vanaf slechts vier euro per maand lid in minder dan een minuut. Voor dat luttele bedrag lees je ook alle stukken uit het maandelijkse magazine digitaal. 

Kies een lidmaatschap

Daarbij werd Omtzigt óók dwars gezeten door ministers van het CDA, die met collega’s binnen het kabinet spraken over hoe om te gaan met het kritische Kamerlid uit Twente. 

Zo werd volgens NRC-analist Tom Jan Meeus zelfs in de Trêveszaal gesproken over het ‘probleem’ Omtzigt en stemden CDA ministers Hugo de Jonge en Wopke Hoekstra tegen openbaarmaking van de notulen van de ministerraad uit angst dat bekend zou worden dat zij hadden meegedaan aan een gesprek over het ‘temperen’ van partijgenoot Omtzigt.

Meeus schrijft daarover: “Door openbaarmaking kon bekend worden dat, volgens bronnen met kennis van de notulen, het partijkopstukken als Hugo de Jonge en Wopke Hoekstra waren die zomer 2019 zouden hebben meegepraat over het temperen van Omtzigt.”

In een recent interview in de Leeuwarder Courant formuleerde Omtzigt het zelf als volgt: “Ik ben vier jaar voorgelogen door het kabinet dat ik heb gesteund. Ja hallo. Dat is me niet in de koude kleren gaan zitten. Er is iets in mij geknapt dat nog niet is hersteld.” Het CDA-Kamerlid gaf daarbij aan ‘diep in het rood’ te zijn beland. 

Ik ben vier jaar voorgelogen door het kabinet dat ik heb gesteund. Ja hallo. Dat is me niet in de koude kleren gaan zitten. Er is iets in mij geknapt dat nog niet is hersteld.

Pieter Omtzigt in de Leeuwarder Courant

Daags na de voor het CDA desastreus verlopen verkiezingen – de partij eindigde als vierde met 15 zetels – liet Omtzigt via zijn Twitter-account weten het voorlopig rustig aan te zullen doen: “Het herstel kost mij langer en ik heb in de afgelopen weken toch nog net te veel campagne proberen te voeren, soms tegen beter weten in.”

De nummer twee van het CDA was tijdens de campagne tamelijk ‘onzichtbaar’ als running mate van lijsttrekker Wopke Hoekstra. Omtzigt deed weliswaar een bescheiden tour langs de boekhandels om zijn nieuwe boek te promoten, maar werd niet aan de zijde van de lijsttrekker gezien.

Waar Hoekstra struikelde over een schaatspartij en zijn plan om de WW-duur te verkorten naar één jaar, pleitte Omtzigt voor een groter verhaal: Nederland heeft behoefte aan een nieuw sociaal contract, waarin afspraken worden gemaakt over hoe burgers en overheid zich fundamenteel tot elkaar verhouden. Partijleider Hoekstra liet echter veelzeggend weten het boek ‘niet van kaft tot kaft’ te hebben gelezen.

Partijleider Hoekstra liet echter veelzeggend weten het boek ‘niet van kaft tot kaft’ te hebben gelezen

Omtzigt wees er tijdens de signeersessies op dat de verkiezingen zijn verworden tot een ‘spelshow’ waarbij het niet langer gaat over de vraag welke visie écht nodig is voor Nederland. Daarbij maakte hij ogenschijnlijk geen uitzondering voor de aanpak van zijn eigen partij, hetgeen kwaad bloed zette bij de partijleiding.

De situatie is zo uit de hand gelopen dat de tweede man van het CDA zich bewust niet liet zien tijdens de eerste fractievergadering van de nieuwgekozen Tweede Kamerfractie van zijn partij. 

Inmiddels wordt in kringen van het partijbestuur een beeld gecreëerd van Omtzigt als iemand die ‘labiel’ is en niet in staat is een rol te spelen in het leiderschap van het CDA. De aanval van de partijtop op Omtzigt werd maandag ondermeer zichtbaar in een column van Wouter de Winther van De Telegraaf.

De Winther: “Wanneer de overwerkte Omtzigt terugkeert is onduidelijk. Het CDA zegt dat dit aan het Kamerlid zelf is. Op hoog niveau wordt rekening gehouden met maanden, gezien ervaringen met huilbuien, door de kamer vliegende projectielen en onbehoorlijke gesprekken waar zowel ambtenaren als bewindspersonen de afgelopen maanden mee te maken kregen.”

Huilbuien, door de kamer vliegende projectielen en onbehoorlijke gesprekken

Wouter de Winther in De Telegraaf

Het beeld dat ontstaat is dat van een ‘labiel’ politicus. Het directe gevolg van een ‘fluistercampagne’ van de CDA-top richting Omtzigt, zo bevestigt een bron met kennis van de situatie. Immers de informatie waarop De Telegraaf zich baseert kan alleen afkomstig zijn uit de boezem van het CDA en is volgens een andere bron ‘zwaar aangezet’ om Omtzigt zo te beschadigen.

Het CDA neemt daarbij grote risico’s. Los van het feit dat iedere burger snapt waarom Omtzigt na een ongekende politieke strijd – waarbij hij door zijn eigen bewindspersonen in het kabinet werd dwars gezeten – ‘overwerkt’ is, zal de strategie om de immens populaire politicus persoonlijk aan te vallen mogelijk als een boomerang terug keren in het gezicht van het partijbestuur en CDA-leider Wopke Hoekstra. 

Met alle politieke en persoonlijke gevolgen van dien. De kwestie vormt in potentie een bedreiging voor de stabiliteit van het CDA en daarmee voor iedere coalitie waaraan de partij deel zal nemen. Partijleider Hoekstra doet er dan ook goed aan in te grijpen en te zorgen dat de aanvallen op Omtzigt als ‘labiel’ politicus ophouden.

Dat Omtzigt ‘diep in het rood’ zit, is niet meer dan begrijpelijk en mag nooit tegen hem worden gebruikt door zijn eigen CDA.

https://www.hpdetijd.nl/2021-03-23/fluistercampagne-van-partijtop-tegen-labiele-omtzigt-bedreigt-stabiliteit-cda/

‘Diversity, Respect, Embrace’ But Critics See Through the Wash Job

 

NATO Video Talks ‘Diversity, Respect, Embrace’ But Critics See Through the Wash Job

NATO’s latest video is yet another example of how superficially progressive language is used to put a gloss on fundamentally regressive institutions.

March 05th, 2021


Geert Mak's Gebrek aan 'Courage'

 













Mei 2015 verklaarde Geert Mak heldhaftig tegenover
The Irish Times


You have to show courage. You have to empathize with what is happening in your society, and where necessary you must have the courage to oppose. This elite has become fearful and has lost that courage.

https://www.irishtimes.com/news/world/europe/dutch-deep-thinker-says-like-minded-elites-must-oppose-racism-of-wilders-1.2199761 


In zijn bestseller Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika (2012) beweert Geert Mak met grote stelligheid dat de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring ‘een van de mooiste staatsdocumenten’ is ‘die ooit zijn geschreven,’ hetgeen onmiddellijk de vraag oproept hoeveel onafhankelijkheidsverklaringen mijn oude vriend gelezen heeft. Nog afgezien van deze smaakkwestie, is Mak’s volgende bewering op zijn minst twijfelachtig: over Thomas Jefferson, de slaveneigenaar die had geschreven ‘We hold these truths to be self-evident, that all men are created equal, that they are endowed by their Creator with certain unalienable rights, that among these are Life, Liberty and the Pursuit of Happiness,’ verkondigde het orakel van Jorwerd dat Jefferson’s 


uitgangspunt een staat [was] waarin de burgers niet alleen rechten hadden om zich tegen machthebbers te verdedigen — zoals hier en daar in Europa al het geval was —- maar waarin alle soevereiniteit bij het volk werd gelegd. 


In de Constitutie werd het systeem verder uitgewerkt: de Verenigde Staten van Amerika zouden samen een federatie vormen, die de macht deelde met de diverse staten en, uiteindelijk, het Amerikaanse volk.


Dit mag dan wel mooi klinken in de oren van een ongeïnformeerde lezer, maar in werkelijkheid is hier sprake van aloude propaganda van ingehuurde broodschrijvers als Mak. Wanneer hij uit ‘een van de mooiste staatsdocumenten’ citeert ‘dat alle mensen als gelijken worden geschapen,’ en ‘dat zij door hun schepper met zekere onvervreemdbare rechten zijn begiftigd,’ waaronder zich ‘bevinden het leven, de vrijheid en het nastreven van geluk,’ dan verzuimt ‘de populairste geschiedenisleraar van Nederland’ te vermelden dat vrouwen, witte slaven (indentured servants) en degenen zonder bezit geen stemrecht bezaten. Bovendien hadden zwarte slaven én de oorspronkelijke bewoners, de Indianen, al helemaal geen enkel recht. Die spelen dan ook geen rol van betekenis in Mak’s eurocentrische, c.q. witte, ‘geschiedschrijving.’ Toch is het volgende bekend over de welgestelde grootgrondbezitter Jefferson uit de staat Virginia:   

 

Virginia played a central role in the American Revolution. Forty per cent of the country’s slaves were to be found there, but a majority of the authors of the rebellion unleashed in the name of liberty also came from there. For thirty-two of the United States’ first thirty-six years of existence, slave owners from Virginia occupied the post of president. This colony or state, founded on slavery, supplied the country with its most illustrious statesmen. It is enough to think of George Washington (great military and political protagonist of the anti British revolt) and Thomas Jefferson and James Madison (authors, respectively, of the Declaration of Independence and the federal Constitution of 1787), all three of them slave owners. Regardless of this or that state, the influence slavery exercised on the country as a whole is clear. Sixty years after its foundation, we see that ‘of the first sixteen presidential elections, between 1788 and 1848, all but four placed a southern slaveholder in the White House,’


aldus Domenico Losurdo, de in 2018 overleden Italiaanse filosoof en historicus. In zijn Liberalism. A Counter-History (2014), dat door de Financial Times werd gekwalificeerd als ‘a brilliant exercise in unmasking liberal pretensions,’ laat hij omstandig zien hoe Amerikaanse zowel als Britse ‘liberal’ theoretici en politici uit de zeventiende, achttiende en zelfs nog de negentiende eeuw ‘were firmly committed to  the defense of colonial slavery.’  Over ‘one of the major authors and great minds in the liberal tradition and pantheon,’ de zeventiende eeuwse Engelse Verlichtingsfilosoof John Locke, merkt Losurdo op dat dit boegbeeld van ‘liberalism’:


regarded slavery in the colonies as self-evident and indisputable, and personally contributed to the legal formalization of the institution in Carolina. He took a hand at drafting the constitutional provision according to which ‘[e]very freeman of Carolina shall have absolute power and authority over his Negro slaves, of what opinion or religion… However, this did not prevent him from inveighing against the political 'slavery' that absolute monarchy sought to impose. Similarly, in Calhoun (vooraanstaande negentiende eeuwse, Amerikaanse politicus. svh) the theorization of black slavery as a 'positive good' went hand in hand with warnings against a concentration of power that risked transforming 'the governed' into 'the slaves of the rulers.’ Of course, the American statesman was a slave-owner, but the English philosopher also had sound investments in the slave trade. 


Ik blijf wat uitgebreider stilstaan bij de valse voorstelling van zaken met betrekking tot Thomas Jefferson -- volgens Mak 'een man van de Verlichting' -- omdat het verschil tussen mythe en werkelijkheid bij hem zo groot is. Zo verwees de inmiddels overleden Amerikaanse historicus Richard Drinnon naar het 'brilliantly iconoclastic' portret van Jefferson and Civil Liberties uit 1963, waarin de Amerikaanse historicus en Pulitzer Prijs-winnaar, wijlen professor Leonard W. Levy, beschreef hoe Jefferson als:


ideologue of freedom came out for dictatorship in times of crisis, supported loyalty oaths, favored prosecution — at the state level — for 'seditious' libel, accepted concentration camps for the politically unreliable, adopted censorship, and indulged in other authoritarian acts that led Levy to find 'a strong pattern of un-libertarian, even anti-libertarian thought and behavior extending throughout Jefferson's long career.’ 


Op zijn beurt merkt Drinnon in zijn boek Facing West. The Metaphysics of Indian-Hating and Empire Building (1997) over Jefferson's diepgeworteld racisme op dat:


in Notes on the State of Virginia (Paris, 1785) he tried to extricate himself by depicting blacks as creatures of the body and sensation rather than of the mind and reflection, and doubted their fitness for freedom; but he disguised this 'anti-negro diatribe' by casting it as a scientific hypothesis...


Jefferson, die bij zijn slavin, Sarah ‘Sally' Hemings, zes kinderen verwekte, was een rijke aristocraat uit Virginia met een: 


great personal aversion to miscegenation, or, as he put it, ‘to the mixture of color here.’ 


Om te voorkomen dat er ‘rassenvermenging’ zou ontstaan en:


stain 'the blood of the master,' the great revolutionary proposed to rid the country of them all, those previously freed and those newly emancipated: through 'expatriation' to Afrika or the West Indies — he wavered on 'the most desirable receptacle' — the problem would disappear with the last shipload,


aldus Jefferson, die -- opnieuw de veel geprezen Geert Mak -- 'alle soevereiniteit bij het volk' wilde leggen. Ook Jefferson's standpunt ten aanzien van Indianen is veelzeggend. De oorspronkelijke bewoners van de VS, van wie hij en de zijnen letterlijk het land stal, mochten van Jefferson blijven op voorwaarde dat:


they should give up the chase, dispose of lands needed only for hunting, become tawny yeomen farmers, and intermix with the white population.


Op 3 november 1802, Jefferson was inmiddels de derde president van de VS geworden, schreef hij aan Handsome Lake — die door de Seneca-indianen als een groot profeet werd vereerd — dat diens angst voor het verlies van nog meer land aan de witte kolonisten volkomen ongegrond was. Jefferson:


You remind me, brother, of what I said to you when you visited me the last winter, that the lands you then held would remain yours, and shall never go from you but when you should be disposed to sell. This I now repeat and will ever abide by.


Nog geen twee maanden na Jefferson’s geruststellende woorden:


a working paper 'Hints on the Subject of Indian Boundaries' contained Jefferson's covert suggestions for extinguishing titles to lands they refused to sell; the following month a confidential message shared his disingenuous hints with Congress — minus some awkward details — on how to undermine Indian leaders who persisted 'obstinately in these dispositions.' Though duty required him to submit his views to the legislature, he warned that, 'as their disclosure might embarrass and defeat their effect, they are committed to the special confidence of the two houses.' Therewith he secretly launched a systematic campaign of psychological warfare against the tribes... it entrapped their leading men into running up debts at government trading posts so they would have to sell their lands to pay... Jefferson's letters to lieutenants in the field filled in the details,


aldus wederom de Amerikaanse historicus Richard Drinnon, die hieraan toevoegde:


Jefferson's letter to Governor William Henry Harrison of the Indiana Territory revealed most candidly how the trap should be sprung, leaving the Indians dependent on the market economy and relieved of their extensive forests:


'To promote this disposition to exchange lands, which they have to spare and we want, for necessaries, which we have to spare and they want, we shall push our trading uses, and be glad to see the good and influential individuals among them run in debt, because we observe that when debts get beyond what the individuals can pay, they become willing to lop them off by a cession (afstand doen. svh) of lands.’


Belangrijk is ook het volgende te onthouden: 


The Haitian Revolution created the second independent country in the Americas after the United States became independent in 1783. U.S. political leaders, many of them slaveowners, reacted to the emergence of Haiti as a state borne out of a slave revolt with ambivalence, at times providing aid to put down the revolt… Under President Thomas Jefferson’s presidency, the United States cut off aid to L’Ouverture (leider van de Haïtiaanse Revolutie, die leidde tot de afschaffing van de slavernij en de onafhankelijkheid van de Franse kolonie Saint-Domingue als de republiek Haïti. svh) and instead pursued a policy to isolate Haiti, fearing that the Haitian revolution would spread to the United States. These concerns were in fact unfounded, as the fledgling Haitian state was more concerned with its own survival than with exporting revolution. Nevertheless, Jefferson grew even more hostile after L’Ouverture’s successor, Jean-Jacques Dessalines, ordered the execution of whites remaining after the Napoleonic attempts to reconquer St. Domingue and reimpose slavery (French defeat led to the Louisiana Purchase.) Jefferson refused to recognize Haitian independence, a policy to which U.S. Federalists also acquiesced. Although France recognized Haitian independence in 1825, Haitians would have to wait until 1862 for the United States to recognize Haiti’s status as a sovereign, independent nation.

https://history.state.gov/milestones/1784-1800/haitian-rev 


Kortom, Geert Mak’s stelling dat de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring ‘een van de mooiste staatsdocumenten’ is ‘die ooit zijn geschreven,’  omdat zij er vanuit zou gaan ‘dat alle mensen als gelijken worden geschapen,’ en ‘dat zij door hun schepper met zekere onvervreemdbare rechten zijn begiftigd,’ is gebaseerd op een illusie, en daardoor een makkelijk aantoonbare leugen. Maar zoals met alles in Nederland, wordt deze leugen als zoete koek geslikt zowel door de massa als de polder-intelligentsia. Zijn betoog demonstreert Mak’s schrijnende gebrek aan ‘dapperheid.’ Juist  hij is het levende bewijs van het feit dat ook de polder-‘elite has become fearful and has lost that courage.’ Ondermeer zijn lafheid vormt in deze crisistijd een groot gevaar voor de toekomst van het Westen. Daarover volgende keer meer.