Punkers. De Makjes, op hun paasbest, braaf poserend. Zij, twee passen achter hem, als vrouw van...
Tijdens de Radio I-uitzending van 29 april j.l.
deelde Geert Mak het publiek mee dat in de huidige neoliberale tijd er ‘een
soort evenwicht [is] gevonden met de jaren zestig,’ die qua
democratisering te ver was doorgeschoten, met als gevolg het oproer van 30 april
1980. Kennelijk bestaan er verschillende ‘soorten’ evenwicht, maar hoe die ‘soorten’
gestandaardiseerd zijn bleef onduidelijk. En dit is toch belangrijk te weten
aangezien Mak tevens beweerde dat ‘verdraaid, ook tussen de generaties veel
meer evenwicht [is] ontstaan,’ en wel omdat hij in Wenen twee weken
eerder ‘punks’ had gezien, terwijl in Amsterdam en in de provincie
waar hij woont ‘punks’ uit het straatbeeld zijn verdwenen. Het normatieve ‘evenwicht’
waar Mak het in dit geval over heeft, is een uiterlijk verschijnsel, namelijk:
de malle hanekammen die zijn verdwenen en de mensen er weer ‘normaal’ uitzien,
dat wil zeggen: niemand wijkt meer af van de gestandaardiseerde norm, en dat
ervaren Mak, en het publiek voor wie hij schrijft, als ‘evenwicht.’ Voor hen was het allemaal geen gezicht, zoals ‘die
erbij liepen.’ In de ogen van de gevestigde orde is de onevenwichtigheid, veroorzaakt door de jaren zestig, afgelopen en daarmee het ‘generatieconflict,’ waarbij de toenmalige jeugd
zich verzette tegen de kleinburgerlijke waarden van hun ouders.
Geert Mak’s
gesprekspartner in de uitzending, de socioloog Eric Duivenvoorden, auteur van het boek Het Kroningsoproer, probeerde een
tegenwicht te bieden aan Mak’s simplistische en absurde uiteenzetting over 30 april 1980. En opnieuw
gebeurde het onvermijdelijke zodra iemand met hem in discussie gaat, zoals ik
uit tientallen gesprekken met Mak weet. Nadat hij eerst had beweerd dat in de
huidige ‘crisistijd’ de ‘mensen gewoon zin hebben in een feestje,’
en dat er nu ‘een soort evenwicht [is] gevonden’ sinds de maatschappelijke explosie
van 1980, die volgens hem was veroorzaakt door de te ver doorgeschoten vrijzinnigheid
van de jaren zestig, werd hij door Duivenvoorden's analyse gedwongen over het onderwerp na te denken en draaide
hij weer eens 180 graden om:
Ik
vind wat Eric aanstipt héél, héél belangrijk, namelijk dat je het omgekeerde
ziet, wat misschien nog veel krankzinniger is dan al die rare knokpartijen uit
de jaren tachtig, dat er nu niks gebeurt, dat alles zonder protest gebeurt, dat
blijkbaar links na die Koninginnedag, na de jaren tachtig, zijn vorm heeft
verloren om te protesteren en denkt: wat moeten we doen. Iedereen zit
machteloos als een bevroren hond op een ijsschots.
Het
gaat niet alleen om de monarchie, of om de republiek, ik vind dat niet het
grootste probleem op dit moment. Het gaat om de Europese crisis! Er gebeuren nu
echt dingen waar in de jaren zeventig en tachtig theoretisch over werd gepraat
en vaak ook geleuterd, die nu echt gebeuren. Er zijn machten aan de gang boven
Europa, ik zeg echt bóven Europa, het klassieke woord grootkapitaal doet hier
zijn intrede. Ik heb er nooit zo in geloofd, maar nu wel, die ons totaal
ontglipt en waar je niks tegen kunt doen. En dat vind ik buitengewoon
beklemmend,
aldus de auteur
die door dezelfde Europese 'machten' met onder andere het chevalierschap werd
beloond voor zijn 1223 pagina’s tellende boek In Europa. Reizen door de twintigste eeuw dat negen jaar geleden
nog als geruststellende conclusie had:
De zwakte van Europa, diversiteit, is tegelijk haar
grote kracht. Europa als vredesproces was een eclatant succes. Europa als
economische eenheid is ook een eind op weg.
Kortom: ‘eclatant
succes’ en ‘een eind op weg.’ En het nu ontstane 'evenwicht' is dus geen 'evenwicht,' maar iets wat 'misschien nog veel krankzinniger is,' namelijk het door hem eerst geprezen feit dat ‘mensen gewoon zin hebben in een feestje.’ We mogen dan wel met zijn allen 'een eind op weg' zijn, maar die weg blijkt nu volgens dezelfde Mak doodlopend te zijn, een niet te verwaarlozen gegeven dat de
gelauwerde ‘Europadeskundige’ destijd zijn lezers en zijn televisiekijkers
nog niet kon mededelen vanwege het
simpele feit dat Mak volgens eigen zeggen niet doorhad wat er daadwerkelijk aan
het gebeuren was, en hij toen nog niet ‘geloofde’ dat er ‘machten
aan de gang [zijn] boven Europa,’ die om het nu eens ouderwets
marxistisch te stellen het ‘grootkapitaal’ worden genoemd, een
klassieke werkelijkheid waarin Mak ‘nooit zo geloofd’ had, maar ‘waar
je niks tegen kunt doen,’ aldus de huidige, geheel vernieuwde Geert
Mak, die tegelijkertijd onze neoliberale tijd kenmerkt als het vinden van ‘een
soort evenwicht.’ Een ‘soort’ dus, terwijl het ‘evenwicht’ altijd per
definitie in het harmonieuze midden ligt. Daarom heet het 'evenwicht.' Volgt u het allemaal nog? De conclusie moet zijn dat we hier te
maken hebben met een warhoofdige opiniemaker die in zijn eigen onzin verstrikt
is geraakt, zonder dat hijzelf en erger nog de intelligentsia in Nederland ook maar iets doorheeft.
Veelzeggend in dit verband is dat in januari 2012 Mak mij nog mailde dat de Duitse
auteur Hans Magnus Enzensberger een ‘grumpy old,’ man was die
‘alles heeft opgegeven,’ omdat
deze Duitse auteur, in tegenstelling tot Mak, veel sceptischer was over de
zogeheten ‘Europese eenwording.’ Zo schreef hij over opiniemakers
als Mak:
In de ogen van haar pleitbezorgers
wordt het lot niet, zoals Napoleon nog dacht, door de politiek, maar door de
economie bepaald. Die presenteert zichzelf als een hogere macht die door niets
wordt tegengehouden, en zeker niet door de eeuwenoude tradities, mentaliteiten
en constituties van de Europese landen.
Gezien het
feit dat Mak, die tegenover mij in januari 2012 nog rotsvast leek te geloven dat
‘Europa als economische eenheid ook
een eind op weg,’ was, om pas nu te beseffen
dat de macht van ‘het grootkapitaal… ons totaal ontglipt,’
zit Enzensberger met zijn essay Brussels, the Gentle Monster or the Disenfranchisement
of Europe, veel dichter bij de waarheid wanneer hij
concludeert dat er
Er bestaat geen gebrek aan uitingen van
ressentiment, van stille of publieke sabotage, maar in het algemeen heeft het
fameuze democratische deficiet niet geleid tot revolte, eerder tot apathie en
cynisme,
tot minachting van de politieke kaste of tot collectieve moedeloosheid.
Ruim een
jaar geleden schreef ik het volgende:
Duidelijk
is dat ook het westers imperium onder aanvoering van de Verenigde Staten steeds
verder afbrokkelt en daarmee ook de invloed van Europa. Enzensberger:
Alle imperia in de geschiedenis
bloeiden niet langer dan een beperkte tijd, voordat ze door expansie en interne
tegenstellingen ten onder gingen.
Enzensberger
komt uit een groot land met een tragische geschiedenis en niet, zoals Mak, uit
een kleine handelsnatie, gekenmerkt door ‘hypocrisie en farizeïsme,’
die volgens Johan Huizinga ‘hier individu en gemeenschap [belagen],’
en daardoor een bevolking heeft gecreëerd die ‘een lichte graad van
knoeierij of bevoorrechting van vriendjes zonder protest verdraagt.’
Het is het wereldje van het poldermodel waarbij de deelnemers altijd een oogje
houden op de eigen portemonnee, maar niet in staat zijn het grotere geheel te
overzien. Als Geert Mak schrijft dat ‘bij een overdracht van
soevereiniteit aan Brussel kleine landen aan macht [winnen], hoe vreemd dat ook
klinkt,’ dan blijkt hoe failliet het analytisch vermogen is van het
typisch Nederlandse poldermodel, want in het neoliberale globalisme hebben niet
de politici de macht in handen, maar de banken en het management van de grote
concerns. Zij sturen hun lobbyisten in Brussel aan om het politieke beleid te
bepalen. En zodra bijvoorbeeld de banken door hun eigen gespeculeer in
grote financiële moeilijkheden dreigen te komen dan is één telefoontje
voldoende om buiten het parlement om in enkele uren tijd de macht van de
institutionele beleggers weer veilig te stellen. Een ieder die dit niet inziet,
begrijpt absoluut niets van de macht, ‘hoe vreemd dat ook klinkt’
voor hem of haar.
Wall Street. 2009
Ondanks zijn in het oog lopende gebrek aan kennis en inzicht blijft Geert Mak de nationale
geschiedschrijver en geliefd opiniemaker van de commerciele massamedia. Je kunt met hem
alle kanten op, zonder dat dit zijn publiek opvalt. Zijn producten zijn in intellectueel opzicht nooit opvallend,
zeker niet controversieel, zijn boeken zijn een neerslag van het matte midden.
Zijn werk is een grabbelton, in de chaos van van alles en nog wat vind je er
altijd wel iets. Enfin, bijna een decennium na zijn 1223 bejubelde pagina’s
In Europa waar met geen woord wordt
gerept over
‘het grootkapitaal’ schijnt Mak een glimp van de werkelijkheid
te hebben gezien, en ontwaart ook hij een zwarte wolk boven het Europese landschap.
Dat wordt zijn nieuwe boodschap.
Mark my words! Hij is druk bezig daarover een
nieuwe bestseller te schrijven. Door de realiteit gedwongen
moet hij zijn werk herzien en herschijven. Want als hij pas nu beseft dat
‘er machten aan de gang [zijn] boven
Europa, ik zeg echt bóven Europa, het klassieke woord grootkapitaal doet hier
zijn intrede,’ dan kan het niet anders in een tijd van globalisering
dat ook in de VS
'that cold
black cloud is coming down,' terwijl Mak tijdens het schrijven nog niet geloofde dat
‘het grootkapitaal… zijn gang’
kon gaan. Met andere woorden: dan is ook zijn vuistdikke boek
Reizen zonder John na een half jaar gedateerd,
en zal hij een boek over het belangrijkste kapitalistische bolwerk moeten
schrijven vanuit zijn nieuwe visie, te weten dat zij daar net als wij hier
niet
in een democratie leven, omdat de economische macht
‘ons totaal ontglipt’ en je daar
‘niks
tegen kunt doen.’ Sterker nog, in zijn vorig jaar verschenen boek,
waarin hij volgens eigen zeggen
‘op zoek naar Amerika’ is,
presenteert hij zijn lezers met het beeld van de VS als een land dat
‘decennialang
als ordebewaker en politieagent [fungeerde] – om maar te zwijgen van alle hulp
die het uitdeelde,’ en dit allemaal kennelijk volstrekt belangeloos
zonder dat
‘het grootkapitaal’ daar ook maar een cent aan verdiende. Later
meer daarover.