zaterdag 4 mei 2013

The Empire 916


The Political Roots of American Obesity

Saturday, 04 May 2013 00:00By E. Douglas KihnTruthout | Op-Ed
Obesity X-ray(Image: Obesity X-ray via Shutterstock)

The term obesity is defined as a count of 30 or above on a mathematical scale (called BMI, or Body Mass Index) that combines weight and height measurements of individuals. The term overweight is used to describe the BMI of people who fall in between obese and normal.

Over the past three decades, the obesity rate in America has by all accounts climbed to astronomical proportions. Over a third of Americans are officially overweight and another 35.7 percent are obese, according to the latest figures from the Centers for Disease Control and Prevention. Conventional experts blame the "wrong food," bad genes, lack of exercise, chemicals in food, and this or that hormone for the problem.
If these factors play any role at all in stoking the epidemic of fat in American, they are themselves only transmission agents and facilitators for the deeper causes. Over the past 30 years, the standard prescription of diet, exercise and increased nutritional education haven't solved the problem. In fact, it hasn't even slowed it down and could even be contributing to the difficulties.
To really beat it, we have to ask why and when. To discern the fundamental causes of the obesity epidemic in the United States, we will need to go back in history and unearth its beginnings, to find out exactly when it all started. Then we can ask it why.
When we do, we will discover that the obesity epidemic in America is essentially a mental health problem, whose underlying causes are economic and political.
Let us begin by examining the chart below, which was compiled in 2006 by the US Center for Disease Control.
Overweight and Obesity, by Age: United States, 1960-2004
Back when it all started
Overweight and Obesity by Age, US
The chart shows that the obesity and overweight numbers held steady until the period 1976-1980. Something important changed between the Carter administration and the Reagan administration, something that drove American adults and children to dramatically increase their calorie intake and consequent body fat. Whatever that change was, it's still with us because American waistlines since that time have continuously grown bigger.
Remember when Reagan was elected in 1980? He came in just at the beginning of the recession of 1981, when thousands of Americans suddenly found their incomes slashed or eliminated. His administration soon took on the unions, with the aim of breaking them. The first famous victim was PATCO - the Professional Air Traffic Controllers Organization.
On August 3, 1981, the union declared a strike, seeking better working conditions, better pay and a 32-hour workweek. On August 5, following the PATCO workers' refusal to return to work, Reagan fired the 11,345 striking air traffic controllers who had ignored the order and banned them from federal service for life. PATCO wasdecertified from its right to represent workers by the Federal Labor Relations Authority on October 22, 1981.
From that time onwards, American unions have taken a savage beating to the point where only 7 percent of private enterprises are unionized today, and public service union employees - teachers, nurses, office workers, firefighters - are fighting everywhere to keep their jobs and unions.
It was during Reagan's first term that the phrase bean counter came into prominent usage. These were the efficiency experts whose job it was to increase profits for the major corporations, mainly by introducing speedups, job consolidations, forced overtime, the hiring of part-time workers - along with artful and ruthless union-busting.
This was also the beginning of the "War on Iran," the "War on Drugs," the war against the people of Nicaragua and El Salvador (all of them Marxists doubtless bent on rampaging through the streets of US cities) and a dangerous escalation of threats against the Soviet Union/Evil Empire.
As social fear and insecurity rise, mental health declines.

Geert Mak en De Kroning van 2013 (5)


In de ogen van haar pleitbezorgers wordt het lot niet, zoals Napoleon nog dacht, door de politiek, maar door de economie bepaald. Die presenteert zichzelf als een hogere macht die door niets wordt tegengehouden, en zeker niet door de eeuwenoude tradities, mentaliteiten en constituties van de Europese landen.

Hans Magnus Enzensberger.
Brussels, the Gentle Monster or the Disenfranchisement of Europe. 2011



29 april 2013 moet voor de journalist en bestseller-auteur Geert Mak een historische dag zijn geweest, want na duizenden pagina’s te hebben geschreven over Amsterdam, Nederland, Europa en de Verenigde Staten kwam hij op die bewuste maandag tot de ontdekkking dat:

Er machten aan de gang [zijn] boven Europa, ik zeg echt bóven Europa, het klassieke woord grootkapitaal doet hier zijn intrede. Ik heb er nooit zo in geloofd, maar nu wel, die ons totaal ontglipt en waar je niks tegen kunt doen! En dat vind ik buitengewoon beklemmend.

Dit algemeen bekende feit was voor hem zo’n openbaring dat zelfs de klankkleur van zijn stem veranderde. Niet alleen heeft Mak ontdekt wat elke eerstejaars student economie leert, elke academicius uit de andere sociale wetenschappen weet, en iedere werknemer die zich niet heeft laten hersenspoelen, hij weet vandaag de dag tevens dat die economische macht ‘ons totaal ontglipt.’ Bovendien zegt zijn 'gevoel' hem dat

iedereen die een beetje bij zinnen is moet nadenken over vormen waarmee je je daartegen kunt verweren.

Wat opvalt is dat bij Mak onmiddellijk de dominee in hem oprijst, de ‘hoop’ op verlossing moet levend gehouden worden. Vele honderdduizenden woorden gebruikte hij tot nu toe om te kunnen verzwijgen dat een ware democratie in het Westen niet bestaat, om nu toch te bekennen dat, ik citeer, ‘het grootkapitaal’ de touwtjes in handen heeft. Zelfs hij kan het voor de hand liggende niet langer meer negeren.  

Hele bossen zijn omgekapt, urenlange televisieprogramma’s zijn er gemaakt om Mak’s hoopvolle boodschap optimaal te kunnen verspreiden. Vergeefs allemaal, want Mak verzweeg de kern van onze consumptiecultuur, het alles onderwerpende, meedogenloze, kapitalistische winstprincipe ‘waar je niks tegen kunt doen.’ Waarom komt deze populaire opiniemaker daar nu pas achter? Ik vraag dit met enige nadruk aangezien de rechtse Financial Times hem als volgt ziet: ‘Geert Mak is de geschiedenisleraar die we allemaal graag hadden willen hebben.’ Had deze favoriete ‘geschiedenisleraar,’ van de mainstream dit alles niet eerder kunnen beseffen? Jazeker, want ik probeer hem al decennialang op de feiten te wijzen. Niet voor niets schreef Mak mij:

Het probleem met jou is dat je verdomd vaak gelijk hebt, en dat het vaak geen prettige mededelingen zijn die je te melden hebt… Jij ziet veel dingen scherper en eerder, maar,

en da nu is Mak’s probleem:

Ik kan niet zonder hoop, Stan, dat klinkt misschien wat pathetisch, maar het is toch zo.

Het is dit wanhopige verlangen naar een verlossing die de domineeszoon blind maakte en waarom hij op 29 april j.l. over de alleenheerschappij van het ‘grootkapitaal’ publiekelijk verklaarde: ‘Ik heb er nooit zo in geloofd, maar nu wel…’

Nu de werkelijkheid door hem niet meer kan worden verzwegen, moet Mak op zoek naar een andere ‘hoopvolle’ leer. En dus komt hij met de ‘hoop’ dat ‘iedereen die een beetje bij zinnen is’ gaat ‘nadenken over vormen waarmee je je daartegen kunt verweren.’ Volgens ‘de geschiedenisleraar die we allemaal graag hadden willen hebben’ moeten alle consumenten ineens in verzet komen tegen de macht van het ‘grootkapitaal,’ zoals Mak het noemt. Hoe? Die vraag is relevant gezien het feit dat Geert Mak in zijn, een half jaar geleden verschenen, Reizen zonder John met instemming stelde dat

De Amerikaanse soft power… nog altijd sterk aanwezig [is]… Soft power is, in de kern, de overtuigingskracht van een staat, de kracht om het debat naar zich toe te trekken, om de agenda van de wereldpolitiek te bepalen… En nog steeds zijn de Verenigde Staten het anker van het hele Atlantische deel van de wereld in de ruimste zin van het woord. Het is nog altijd de ‘standaardmacht’, een rol die Rusland, Europa en ook China niet snel zullen overnemen.

Uit zijn 576 pagina’s tellende bestseller, die bij de VPRO zelfs genomineerd is voor een prijs, blijkt dat Mak tevreden is met de leidende rol van het imperium van ‘al die vrije, eigenwijze Amerikanen die ik tijdens dit project tegen het lijf liep.’ De VS is een grootmacht waarvoor hij ‘altijd al’ een ‘geheime liefde’ heeft gekoesterd, zo deelt hij zijn lezers mee.

Een half jaar later ontdekt Mak plotseling dat in de geglobaliseerde wereld de democratie niet bestaat, dat het ‘grootkapitaal’ de macht in handen heeft, dat zijn visie en daarmee zijn boeken dus gedateerd zijn, en dat ‘het grootste probleem op dit moment’ het organiseren van verzet tegen het ‘grootkapitaal’ is. Na als opiniemaker, tegen beter weten in, al die jaren zijn lezers op het verkeerde been te hebben gezet, moeten diezelfde lezers nu ineens in beweging komen. Hoe? En moet dan niet eerst iemand als Mak zelf zijn boeken als de donder gaan herschrijven voor zijn omvangrijke lezerspubliek? Jazeker, er zit niets anders op, de macht van ‘het grootkapitaal’ is immers geen futiliteit, geen te verwaarlozen detail van ons systeem. Mak kan niet eerst in het boek In Europa Russische vrouwen laten beweren dat het glossy kapitalistische reclametijdschrift ‘Cosmopolitan de Russinnen  nieuwe rolmodellen [toont]’ van ‘ongebonden vrouwen… in staat om de genoegens van de postmoderne samenleving ten volle uit te buiten,’ zonder hen te confronteren met de keerzijde van datzelfde economische systeem. Mak roept het beeld op dat het kapitalisme een oplossing biedt aan de moderne mens, zeker  wanneer hij de uitgever van de Russische Playboy en Cosmopolitan, de SP-multimiljonair Derk Sauer, onweersproken laat beweren dat ‘dit blad de mensen [leerde] om hun individualiteit weer uit te dragen.’

Kortom, wie is Geert Mak? Allereerst iemand die met knippen en plakken, gedachten en meningen van anderen door zijn typmachine haalt en op die manier een chaotisch en eclectisch postmodern allegaartje produceert dat naadloos aansluit bij de smaak en behoeften van de mainstream, voor wie consumeren het hoogste gebod is. Meer later.



Sinds 29 april 2013 beseft zelfs Geert Mak dit.


Noam Chomsky 73



Boston and Beyond: Terrorism at Home and Abroad

When we experience terror at home, we must remember the United States’ use of terror abroad.

April is usually a cheerful month in New England, with the first signs of spring, and the harsh winter at last receding. Not this year. Panic spread after two bombs exploded during the 117th Boston Marathon on April 15, 2013. (Photo by Alex Trautwig/Getty Images)
There are few in Boston who were not touched in some way by the marathon bombings on April 15 and the tense week that followed. Several friends of mine were at the finish line when the bombs went off. Others live close to where Dzhokhar Tsarnaev, the second suspect, was captured. The young police officer Sean Collier was murdered right outside my office building.
It's rare for privileged Westerners to see, graphically, what many others experience daily—for example, in a remote village in Yemen, the same week as the marathon bombings.
On April 23, Yemeni activist and journalist Farea Al-Muslimi, who had studied at an American high school, testified before a U.S. Senate committee that right after the marathon bombings, a drone strike in his home village in Yemen killed its target.
It's rare for privileged Westerners to see, graphically, what many others experience daily—for example, in a remote village in Yemen.
The strike terrorized the villagers, turning them into enemies of the United States—something that years of jihadi propaganda had failed to accomplish. His neighbors had admired the U.S., Al-Muslimi told the committee, but “Now, however, when they think of America, they think of the fear they feel at the drones over their heads. What radicals had previously failed to achieve in my village, one drone strike accomplished in an instant.”
Rack up another triumph for President Obama's global assassination program, which creates hatred of the United States and threats to its citizens more rapidly than it kills people who are suspected of posing a possible danger to us someday.
The target of the Yemeni village assassination—which was carried out to induce maximum terror in the population—was well-known and could easily have been apprehended, Al-Muslimi said. This is another familiar feature of the global terror operations.
There was no direct way to prevent the Boston murders. There are some easy ways to prevent likely future ones: by not inciting them. That's also true of another case of a suspect murdered, his body disposed of without autopsy, when he could easily have been apprehended and brought to trial: Osama bin Laden.
This murder too had consequences. To locate bin Laden, the CIA launched a fraudulent vaccination campaign in a poor neighborhood, then switched it, uncompleted, to a richer area where the suspect was thought to be.
The CIA operation violated fundamental principles as old as the Hippocratic oath. It also endangered health workers associated with a polio vaccination program in Pakistan, several of whom were abducted and killed, prompting the U.N. to withdraw its anti-polio team.
The CIA ruse also will lead to the deaths of unknown numbers of Pakistanis who have been deprived of protection from polio because they fear that foreign killers may still be exploiting vaccination programs.
Columbia University health scientist Leslie Roberts estimated that 100,000 cases of polio may follow this incident; he told Scientific American that “people would say this disease, this crippled child is because the U.S. was so crazy to get Osama bin Laden.”
And they may choose to react, as aggrieved people sometimes do, in ways that will cause their tormentors consternation and outrage.
Even more severe consequences were narrowly averted. The U.S. Navy SEALs were under orders to fight their way out if necessary. Pakistan has a well-trained army, committed to defending the state. Had the invaders been confronted, Washington would not have left them to their fate. Rather, the full force of the U.S. killing machine might have been used to extricate them, quite possibly leading to nuclear war.
There is a long and highly instructive history showing the willingness of state authorities to risk the fate of their populations, sometimes severely, for the sake of their policy objectives, not least the most powerful state in the world. We ignore it at our peril.
There is no need to ignore it right now. A remedy is investigative reporter Jeremy Scahill's just-published Dirty Wars: The World Is a Battleground.
In chilling detail, Scahill describes the effects on the ground of U.S. military operations, terror strikes from the air (drones), and the exploits of the secret army of the executive branch, the Joint Special Operations Command, which rapidly expanded under President George W. Bush, then became a weapon of choice for President Obama.
We should bear in mind an astute observation by the author and activist Fred Branfman, who almost single-handedly exposed the true horrors of the U.S. “secret wars” in Laos in the 1960s, and their extensions beyond.
Considering today's JSOC-CIA-drones/killing machines, Branfman reminds us about the Senate testimony in 1969 of Monteagle Stearns, U.S. deputy chief of mission in Laos from 1969 to 1972.
Asked why the U.S. rapidly escalated its bombing after President Johnson had ordered a halt over North Vietnam in November 1968, Stearns said, “Well, we had all those planes sitting around and couldn't just let them stay there with nothing to do”—so we can use them to drive poor peasants in remote villages of northern Laos into caves to survive, even penetrating within the caves with our advanced technology.
JSOC and the drones are a self-generating terror machine that will grow and expand, meanwhile creating new potential targets as they sweep much of the world. And the executive won't want them just “sitting around.”
It wouldn't hurt to contemplate another slice of history, at the dawn of the 20th century.
In his book Policing America's Empire: The United States, the Philippines and the Rise of the Surveillance State, the historian Alfred McCoy explores in depth the U.S. pacification of the Philippines after an invasion that killed hundreds of thousands through savagery and torture.
The conquerors established a sophisticated surveillance and control system, using the most advanced technology of the day to ensure obedience, with consequences for the Philippines that reach to the present.
And as McCoy demonstrates, it wasn't long before the successes found their way home, where such methods were employed to control the domestic population—in softer ways to be sure, but not very attractive ones.
We can expect the same. The dangers of unexamined and unregulated monopoly power, particularly in the state executive, are hardly news. The right reaction is not passive acquiescence.

vrijdag 3 mei 2013

Selling Hillary Clinton 5


De kandidaat van de pro Israel lobby:



PELOSI 'PRAYING' FOR HILLARY RUN

Obama as Con Man


Tijdens de uitzending van Pauw en Witteman op 3 oktober 2012 over de Amerikaanse presidentsverkiezing vroeg Witteman zijn gasten het volgende:

'Waarom is de armoede niet de topic van de campagne?' 

De auteur Geert Mak reageerde onmiddellijk met de bewering dat de armoede 'onderhuids natuurlijk wel' een topic was. 'Bij Obama speelt het erg over het verdedigen van verworven rechten.'

Nu de werkelijkheid zoals Mak die niet kent:


Billionaire Bankster Penny Pritzker
Breaks into Obama's Cabinet


Thursday, May 2, 2013
By Greg Palast 

You made fun of me when I suggested that President Barack Obama would nominate a confessed bank scammer, a loan-sharking mortgage predator, to his cabinet.  But thar she blows!
Today, Obama has named Penny Pritzker Secretary of Commerce. As the President says, It's a milestone:  the first female fraudster to hold that post. No longer will criminal bankers have to lobby the administration - because now they'll have one of their own in the Cabinet.

The following is taken from the Chapter, "Penny's from Heaven?" you'll find in my bestseller, Billionaires & Ballot Bandits.  [Get a copy, I'll sign it, and you send it to the President.]
We never heard of this guy Barack Obama until 2004. Less than three years before taking the presidency, he was in the Illinois state senate, a swamp of scammers, backhanders, and party machine tools - not a stellar launch pad for the White House. And then, one day, state Sen. Barack Obama was visited by his fairy godmother. Her name is Penny Pritzker.

Pritzker's net worth is listed in Forbes as $1.8 billion, which is one hell of a heavy magic wand in the world of politics. Her wand would have been heavier, and her net worth higher, except that in 2001, the federal government fined her and her family $460 million for the predatory, deceitful, racist tactics and practices of Superior, the bank-and-loan-shark operation she ran on the South Side of Chicago.
Superior was the first of the deregulated go-go banks to go bust - at the time, the costliest failure ever. US taxpayers lost nearly half a billion dollars. Superior's depositors lost millions and poor folk in Sen. Obama's South Side district lost their homes.
Penny did not like paying $460 million. No, not one bit. What she needed was someone to give her Hope and Change. She hoped someone would change the banking regulators and the Commerce Department so she could get away with this crap.
Pritzker introduced Obama, the neophyte state senator, to the Ladies Who Lunch (that's really what they call themselves) on Chicago's Gold Coast. Obama got lunch, gold and better - an introduction to Robert Rubin. Rubin is a former Secretary of the Treasury, former chairman of Goldman Sachs and former co-chairman of Citibank. Even atheists recognized Rubin as the Supreme Deity of Wall Street.
Rubin opened the doors to finance industry vaults for Obama. Extraordinarily for a Democrat, Obama in 2008 raised three times as much from bankers as his Republican opponent.

This article is based on the chapter Penny's from Heaven? From Palast's New York Times BestsellerBillionaires & Ballot Bandits with comics by Ted Rall.Donate and get a signed copy.

So what did Citibank's Rubin get for showering Obama with gold? Obama agreed to take care of Rubin's poodles, Larry Summers and Tim Geithner. They became Obama's first cabinet picks: Summers as Economics Czar and Geithner as his czarina, Secretary of the Treasury.
Geithner and Summers were the gents who, under Treasury Secretary Rubin, designed the deregulation of banking. In effect, they had decriminalized the kind of financial flim-flammery that brought the planet to its knees while bringing Rubin, Pritzker and the banksters loads of lucre.
So, in 2008, Summers and Geithner were put back in the saddle - Obama's horse but Rubin's saddle.
Rubin received more than $100 million from Citigroup, the gargantuan commercial bank/investment bank/casino created by deregulation. It is worth a mention that Rubin's centi-million-dollar payoff went unchallenged by Citi's new owner, the US Treasury, which had put up more than a trillion dollars in loans and guarantees to pull Rubin's creature out of bankruptcy.
Rubin rocked, but Penny was pissed off. Pritzker had taken this state senator/community organizer from the ghetto, made him a US Senator, then, as Obama's campaign finance chairwoman, raised a mind-blowing three-quarters of a billion dollars to make him president.
In return, in 2008, Obama decided to make his patron Penny the Secretary of Commerce. But then, in November 2008, just as Obama was about to submit her nomination to Congress, a bunch of Pritzker's victims marched on Washington. They were not from her busted bank, but unhappy workers from the lucrative nursing homes that her family owns through a string of complex offshore trusts. Obama slammed the door on Penny pronto.
The Pritzker family made its billions mostly from Hyatt Hotels and Hyatt nursing homes. Penny, on the Hyatt board of directors, is an infamously combative anti-union apostle. UNITE HERE, the union that represents Hyatt workers, has called for an international boycott of Hyatt hotels. In 2012, UNITE HERE and its parent, the AFL-CIO, were crucial to Obama's winning Ohio, Michigan and Wisconsin. So, in this last campaign, Obama had to keep his billionairess heiress on the down-low.
Obama appeared to keep the door shut on Pritzker throughout the 2012 campaign, reducing her to hosting an election fundraiser at her Gold Coast digs, which she had to bill as a Goldman Sachs PAC event. This marks possibly the first time and last time anyone used Goldman Sachs as a PR cover.
But today, with the unions' money and votes already pocketed and counted, Obama can give working folks The Finger and give Penny her pound of flesh: the Commerce post.
The New York Times says that, "At Commerce, Ms. Pritzker could provide the president with a new way to reach out to the business community." The last time Pritzker reached out to the business community was to sell them sub-prime mortgage securities, worthless bags of financial feces manufactured by Superior Bank.
By giving Penny, the Piggy Banker, Commerce, we have to change Obama's rating to sub-prime.
I do note that some woman's organizations are applauding the appointment of the first female to the Commerce post.  But I prefer to honor the victims of the Chicago femme fatale.  Most of Penny's victims, busted bank borrowers and underpaid health care workers, are women, too. But, unlike those wounded and destroyed by Pritzker, she worked hard for her money: it was not easy inheriting her first billion from her daddy.
* * * * * * * *
Greg Palast earned his degree in finance at the University of Chicago but has since gone legit.  View his reports for BBC Television, Vice Magazine and more at www.GregPalast.com
Greg Palast is the author of the New York Times bestsellers Billionaires & Ballot Bandits: How to Steal an Election in 9 Easy Steps, The Best Democracy Money Can Buy, Armed Madhouse and the highly acclaimed Vultures' Picnic, just named Book of the Year on BBC Newsnight Review.
Visit the Palast Investigative Fund's store and find great Holiday Gifts for your loved ones.
Or simply make a contribution to keep our work alive!
Subscribe to Palast's Newsletter and podcasts.
Follow Palast on Facebook and Twitter.
www.GregPalast.com

http://www.gregpalast.com/billionaire-bankster-breaks-into-obamas-cabinet/

Geert Mak en De Kroning van 2013 (4)







Punkers. De Makjes, op hun paasbest, braaf poserend. Zij, twee passen achter hem, als vrouw van...

Tijdens de Radio I-uitzending van 29 april j.l. deelde Geert Mak het publiek mee dat in de huidige neoliberale tijd er ‘een soort evenwicht [is] gevonden met de jaren zestig,’ die qua democratisering te ver was doorgeschoten, met als gevolg het oproer van 30 april 1980. Kennelijk bestaan er verschillende ‘soorten’ evenwicht, maar hoe die ‘soorten’ gestandaardiseerd zijn bleef onduidelijk. En dit is toch belangrijk te weten aangezien Mak tevens beweerde dat ‘verdraaid, ook tussen de generaties veel meer evenwicht [is] ontstaan,’ en wel omdat hij in Wenen twee weken eerder ‘punks’ had gezien, terwijl in Amsterdam en in de provincie waar hij woont ‘punks’ uit het straatbeeld zijn verdwenen. Het normatieve ‘evenwicht’ waar Mak het in dit geval over heeft, is een uiterlijk verschijnsel, namelijk: de malle hanekammen die zijn verdwenen en de mensen er weer ‘normaal’ uitzien, dat wil zeggen: niemand wijkt meer af van de gestandaardiseerde norm, en dat ervaren Mak, en het publiek voor wie hij schrijft, als ‘evenwicht.’  Voor hen was het allemaal geen gezicht, zoals ‘die erbij liepen.’  In de ogen van de gevestigde orde is de onevenwichtigheid, veroorzaakt door de jaren zestig, afgelopen en daarmee het ‘generatieconflict,’ waarbij de toenmalige jeugd zich verzette tegen de kleinburgerlijke waarden van hun ouders.

Geert Mak’s gesprekspartner in de uitzending, de socioloog Eric Duivenvoorden, auteur van het boek Het Kroningsoproer, probeerde een tegenwicht te bieden aan Mak’s simplistische en absurde uiteenzetting over 30 april 1980. En opnieuw gebeurde het onvermijdelijke zodra iemand met hem in discussie gaat, zoals ik uit tientallen gesprekken met Mak weet. Nadat hij eerst had beweerd dat in de huidige ‘crisistijd’ de ‘mensen gewoon zin hebben in een feestje,’ en dat er nu ‘een soort evenwicht [is] gevonden’ sinds de maatschappelijke explosie van 1980, die volgens hem was veroorzaakt door de te ver doorgeschoten vrijzinnigheid van de jaren zestig, werd hij door Duivenvoorden's analyse gedwongen over het onderwerp na te denken en draaide hij weer eens 180 graden om:

Ik vind wat Eric aanstipt héél, héél belangrijk, namelijk dat je het omgekeerde ziet, wat misschien nog veel krankzinniger is dan al die rare knokpartijen uit de jaren tachtig, dat er nu niks gebeurt, dat alles zonder protest gebeurt, dat blijkbaar links na die Koninginnedag, na de jaren tachtig, zijn vorm heeft verloren om te protesteren en denkt: wat moeten we doen. Iedereen zit machteloos als een bevroren hond op een ijsschots.

Het gaat niet alleen om de monarchie, of om de republiek, ik vind dat niet het grootste probleem op dit moment. Het gaat om de Europese crisis! Er gebeuren nu echt dingen waar in de jaren zeventig en tachtig theoretisch over werd gepraat en vaak ook geleuterd, die nu echt gebeuren. Er zijn machten aan de gang boven Europa, ik zeg echt bóven Europa, het klassieke woord grootkapitaal doet hier zijn intrede. Ik heb er nooit zo in geloofd, maar nu wel, die ons totaal ontglipt en waar je niks tegen kunt doen. En dat vind ik buitengewoon beklemmend,

aldus de auteur die door dezelfde Europese 'machten' met onder andere het chevalierschap werd beloond voor zijn 1223 pagina’s tellende boek In Europa. Reizen door de twintigste eeuw dat negen jaar geleden nog als geruststellende conclusie had:

De zwakte van Europa, diversiteit, is tegelijk haar grote kracht. Europa als vredesproces was een eclatant succes. Europa als economische eenheid is ook een eind op weg.


Kortom: ‘eclatant succes’ en ‘een eind op weg.’ En het nu ontstane 'evenwicht' is dus geen 'evenwicht,' maar iets wat 'misschien nog veel krankzinniger is,' namelijk het door hem eerst geprezen feit dat ‘mensen gewoon zin hebben in een feestje.We mogen dan wel met zijn allen 'een eind op weg' zijn, maar die weg blijkt nu volgens dezelfde Mak doodlopend te zijn, een niet te verwaarlozen gegeven dat de gelauwerde ‘Europadeskundige’ destijd zijn lezers en zijn televisiekijkers nog niet kon mededelen vanwege het simpele feit dat Mak volgens eigen zeggen niet doorhad wat er daadwerkelijk aan het gebeuren was, en hij toen nog niet ‘geloofde’ dat er ‘machten aan de gang [zijn] boven Europa,’ die om het nu eens ouderwets marxistisch te stellen het ‘grootkapitaal’ worden genoemd, een klassieke werkelijkheid waarin Mak ‘nooit zo geloofd’ had, maar ‘waar je niks tegen kunt doen,’ aldus de huidige, geheel vernieuwde Geert Mak, die tegelijkertijd onze neoliberale tijd kenmerkt als het vinden van ‘een soort evenwicht.’ Een ‘soort’ dus,  terwijl het ‘evenwicht’ altijd per definitie in het harmonieuze midden ligt. Daarom heet het 'evenwicht.' Volgt u het allemaal nog? De conclusie moet zijn dat we hier te maken hebben met een warhoofdige opiniemaker die in zijn eigen onzin verstrikt is geraakt, zonder dat hijzelf en erger nog de intelligentsia in Nederland ook maar iets doorheeft. Veelzeggend in dit verband is dat in januari 2012 Mak mij nog mailde dat de Duitse auteur Hans Magnus Enzensberger een ‘grumpy old,’ man was die ‘alles heeft opgegeven,’ omdat deze Duitse auteur, in tegenstelling tot Mak, veel sceptischer was over de zogeheten ‘Europese eenwording.’ Zo schreef hij over opiniemakers als Mak:

In de ogen van haar pleitbezorgers wordt het lot niet, zoals Napoleon nog dacht, door de politiek, maar door de economie bepaald. Die presenteert zichzelf als een hogere macht die door niets wordt tegengehouden, en zeker niet door de eeuwenoude tradities, mentaliteiten en constituties van de Europese landen.

Gezien het feit dat Mak, die tegenover mij in januari 2012 nog rotsvast leek te geloven dat Europa als economische eenheid ook een eind op weg,’ was, om pas nu te beseffen dat de macht van ‘het grootkapitaal… ons totaal ontglipt,’ zit Enzensberger met zijn essay Brussels, the Gentle Monster or the Disenfranchisement of Europe, veel dichter bij de waarheid wanneer hij concludeert dat er

Er bestaat geen gebrek aan uitingen van ressentiment, van stille of publieke sabotage, maar in het algemeen heeft het fameuze democratische deficiet niet geleid tot revolte, eerder tot apathie en cynisme, tot minachting van de politieke kaste of tot collectieve moedeloosheid.

Ruim een jaar geleden schreef ik het volgende:

Duidelijk is dat ook het westers imperium onder aanvoering van de Verenigde Staten steeds verder afbrokkelt en daarmee ook de invloed van Europa. Enzensberger:

Alle imperia in de geschiedenis bloeiden niet langer dan een beperkte tijd, voordat ze door expansie en interne tegenstellingen ten onder gingen.

Enzensberger komt uit een groot land met een tragische geschiedenis en niet, zoals Mak, uit een kleine handelsnatie, gekenmerkt door ‘hypocrisie en farizeïsme,’ die volgens Johan Huizinga ‘hier individu en gemeenschap [belagen],’ en daardoor een bevolking heeft gecreëerd die ‘een lichte graad van knoeierij of bevoorrechting van vriendjes zonder protest verdraagt.’ Het is het wereldje van het poldermodel waarbij de deelnemers altijd een oogje houden op de eigen portemonnee, maar niet in staat zijn het grotere geheel te overzien. Als Geert Mak schrijft dat ‘bij een overdracht van soevereiniteit aan Brussel kleine landen aan macht [winnen], hoe vreemd dat ook klinkt,’ dan blijkt hoe failliet het analytisch vermogen is van het typisch Nederlandse poldermodel, want in het neoliberale globalisme hebben niet de politici de macht in handen, maar de banken en het management van de grote concerns. Zij sturen hun lobbyisten in Brussel aan om het politieke beleid te bepalen. En zodra bijvoorbeeld  de banken door hun eigen gespeculeer in grote financiële moeilijkheden dreigen te komen dan is één telefoontje voldoende om buiten het parlement om in enkele uren tijd de macht van de institutionele beleggers weer veilig te stellen. Een ieder die dit niet inziet, begrijpt absoluut niets van de macht, ‘hoe vreemd dat ook klinkt’ voor hem of haar.


Wall Street. 2009

Ondanks zijn in het oog lopende gebrek aan kennis en inzicht blijft Geert Mak de nationale geschiedschrijver en geliefd opiniemaker van de commerciele massamedia. Je kunt met hem alle kanten op, zonder dat dit zijn publiek opvalt. Zijn producten zijn in intellectueel opzicht nooit opvallend, zeker niet controversieel, zijn boeken zijn een neerslag van het matte midden. Zijn werk is een grabbelton, in de chaos van van alles en nog wat vind je er altijd wel iets. Enfin, bijna een decennium na zijn 1223 bejubelde pagina’s In Europa waar met geen woord wordt gerept over ‘het grootkapitaal’ schijnt Mak een glimp van de werkelijkheid te hebben gezien, en ontwaart ook hij een zwarte wolk boven het Europese landschap. Dat wordt zijn nieuwe boodschap. Mark my words! Hij is druk bezig daarover een nieuwe bestseller te schrijven. Door de realiteit gedwongen moet hij zijn werk herzien en herschijven. Want als hij pas nu beseft dat ‘er machten aan de gang [zijn] boven Europa, ik zeg echt bóven Europa, het klassieke woord grootkapitaal doet hier zijn intrede,’ dan kan het niet anders in een tijd van globalisering dat ook in de VS 'that cold black cloud is coming down,' terwijl Mak tijdens het schrijven nog niet geloofde dat ‘het grootkapitaal… zijn gang’ kon gaan. Met andere woorden: dan is ook zijn vuistdikke boek Reizen zonder John na een half jaar gedateerd, en zal hij een boek over het belangrijkste kapitalistische bolwerk moeten schrijven vanuit zijn nieuwe visie, te weten dat zij daar net als wij hier niet in een democratie leven, omdat de economische macht ‘ons totaal ontglipt’ en je daar ‘niks tegen kunt doen.’ Sterker nog, in zijn vorig jaar verschenen boek, waarin hij volgens eigen zeggen ‘op zoek naar Amerika’ is, presenteert hij zijn lezers met het beeld van de VS als een land dat ‘decennialang als ordebewaker en politieagent [fungeerde] – om maar te zwijgen van alle hulp die het uitdeelde,’ en dit allemaal kennelijk volstrekt belangeloos zonder dat ‘het grootkapitaal’ daar ook maar een cent aan verdiende. Later meer daarover.