De geschiedenis herhaalt zich:
We weten niet meer wie we moeten achten en respecteren, en wie niet. In dit opzicht zijn wij barbaren voor elkaar geworden. Want van nature zijn allen gelijk, of het nu barbaren of Grieken zijn. Dat vloeit voort uit wat van nature voor alle mensen noodzakelijk is. Wij ademen allemaal door mond en neus, en we eten allemaal met onze handen.
Antiphon. Over de waarheid. 5e eeuw voor Christus.
Er komen steeds meer mensen die problemen hebben met het definiëren van hun eigen identiteit, die moeite hebben te bepalen waar ze sociaal of cultureel bij horen. Ze voelen zich verloren, en hun ontvankelijkheid voor het gefluister van nationalisten en racisten die hen doen geloven dat de Ander een bedreiging vormt, dat hij een vijand is, dat hij hun vermoeiende frustraties en angsten veroorzaakt, wordt steeds groter.
Ryszard Kapuściński. De Ander. Essays van de reporter van de eeuw. 2006
Een sprekend voorbeeld hiervan is de historicus en jurist dr. mr. Thierry Baudet die in het pamflet dat hij met mr. Geert Mak heeft samengesteld onder de titel Thuis In De Tijd stelt dat
De ethische dimensie van onze Oikos (Oudgriekse equivalent van huis, familie, gezin. svh) is getroffen door een… verstoring. Ethiek gaat over goed leven — oftewel, over en manier van leven die we samen, met elkaar, moreel juist achten. De nog altijd voortgaande massale immigratie brengt elk jaar opnieuw grote groepen mensen naar ons land die niet zelden andere opvattingen hebben over goed en kwaad, andere gewoontes en gebruiken en een volkomen andere historische referentiekader.
Iets soortgelijks verklaarde Geert Mak na zijn Abel Herzberg-lezing toen hij desgevraagd opmerkte dat ‘de overhaaste toelating’ van 'Roemenen en Bulgaren' wel ‘1001 problemen’ oproepen, als gevolg van ‘beslissingen’ die
Europa niet versterkt hebben, zoals sommige mensen denken, maar enorm verzwakt… En hetzelfde is ook gebeurt bij de toelating van Griekenland tot de Euro. Dat had nooit, nooit, nooit, nooit mogen gebeuren!
Het opmerkelijke hierbij is dat en tegenstelling tot de EU-propagandist Mak de EU-scepticus Hans Magnus Enzensberger nu juist vanuit het tegenovergestelde uitgaat. Zijn boek De grote volksverhuizing. Over enkele bijzonderheden bij de mensenjacht (1992) begint hij met de volgende stelling:
Een wereldkaart. Zwermen blauwe en rode pijlen die zich verdichten tot wervelingen en in tegengestelde richting weer uit elkaar drijven. De kaart wordt geaccentueerd door bogen die kleurrijke zones van verschillende luchtdrukken van elkaar scheiden: isobaren en winden. Zo'n klimaatkaart ziet er mooi uit, maar wie geen basiskennis heeft, zal hem nauwelijks kunnen verklaren. Hij is abstract. Hij moet een dynamisch proces met statische middelen afbeelden. Alleen een film kan laten zien waar het om gaat. De normale toestand van de atmosfeer is de turbulentie. Hetzelfde geldt voor het bevolken van de aarde door de mens.
Mensen die door een ideologische bril kijken kunnen de onvergankelijke werkelijkheid niet zien zoals de eerste Europese denkers die zagen. Zij denken dat met de neoliberale Pyrrusoverwinning op het Sovjet-communisme wij het einde van de geschiedenis hebben bereikt. Nee dus:
Panta rhei (Grieks: πάντα ῥεῖ) is een bekende uitspraak die een gedachte van de Griekse filosoof Heraclitus weergeeft. Het betekent alles stroomt of alles is in beweging.
Hiermee wordt verwezen naar de gedachte van Heraclitus dat alles in deze wereld steeds in verandering is: 'Men kan niet tweemaal in dezelfde rivier stappen, want het is steeds weer vers water dat u tegemoet stroomt.'
De uitspraak zou niet afkomstig zijn van Heraclitus zelf, maar van Plato. In zijn eenzijdige interpretatie van de heraclitische filosofie poneerde hij dat alles in de zintuiglijke wereld aan zulk een verandering onderhevig is dat ze op zich volledig structuurloos is en dus niet kan gekend worden (dit in contrast met de platoonse vormenwereld). Deze interpretatie is waarschijnlijk geïnspireerd door één van de zogenaamde "rivierfragmenten".
Onder meer Plato ('Niets is ooit, maar alles wordt'), Ovidius ('Omnia mutantur, nihil interit' – 'alles verandert, niets gaat ten gronde') en Aristoteles ('Niets is standvastig.') werden door deze gedachte geïnspireerd.
Niets is statisch, alles verkeert in staat van turbulentie. Met andere woorden: Baudet's en Mak's pleidooi voor het 'behoud van het ''thuis''' is gedoemd te falen. Een terugkeer naar het oude vertrouwde is onmogelijk; elke cultuur weet dit, elk tijdsgewricht weet dit. In The Greeks And The Irrational (1951) citeert de Britse classicus E.R. Dodds de elfde-eeuwse Perzische wijsgeer Al Ghazali:
There is no hope in returning to a traditional faith after it has once been abandoned, since the essential condition in the holder of a traditional faith is that he should not know he is a traditionalist.
Waar de twee dolende Nederlanders naar op zoek zijn bestaat niet meer, althans niet in de betekenis die zij eraan geven. Zij willen zich 'thuis' voelen in een wereld die geglobaliseerd is. Na vijf eeuwen de aarde te hebben afgestroopt op zoek naar alle mogelijke rijkdommen, wil het blanke christelijke deel van Europa zijn grenzen sluiten om te voorkomen dat anderen van zijn rijkdom profiteren. Hoe paradoxaal dat nu juist de historicus Baudet die als rechts wordt aangekondigd en de vermeend historicus Mak die als links wordt gepresenteerd beiden in Thuis In De Tijd pleiten voor herstel van het 'thuis,' dat hun voorouders overal ter wereld hebben geschonden. Eduardo Galeano in De aderlating van een continent. Vijf eeuwen economische exploitatie van Latijns Amerika (1973)
Roven in binnen- en buitenland was het belangrijkste middel voor de primitieve accumulatie van kapitaal die na de middeleeuwen een nieuwe historische fase in de economische evolutie van de wereld deed ontstaan. Naarmate de geldeconomie zich uitbreidde, kregen steeds meer sociale lagen en gebieden van de aardbol met de ongelijke uitwisseling te maken.
De heren willen nu rust, een rust die de blanke macht eeuwenlang elders heeft verstoord, en nog steeds verstoort zodra de onmisbare grondstoffen voor hun comfortabele leven bedreigd lijken te worden. En dus schrijven ze:
In deze gezamenlijke essaybundel zoeken we niet naar wat ons verdeelt, maar naar waar we elkaar vinden. Omdat we er toch met elkaar uit zullen moeten komen in dit land. En op z'n minst zouden we eens rustig naar elkaar kunnen luisteren.
De vraag is alleen naar wat men moet luisteren. Dat Baudet en Mak menen dat de 'nog altijd voortgaande massale immigratie elk jaar opnieuw grote groepen mensen naar ons land [brengt] die niet zelden andere opvattingen hebben over goed en kwaad,' is een bewering die in Thuis In De Tijd nergens onderbouwd wordt en neerkomt op levensgevaarlijke stigmatisering en stemmingmakerij. Tegenover hun provinciale meningen staat de kosmopolitische visie van iemand als de grote Poolse journalist Ryszard Kapuściński die enkele jaren voor zijn dood in De Ander schreef:
Het volgende probleem in de contacten tussen Wij en Zij, de Anderen, is het feit dat alle beschavingen een neiging tot narcisme vertonen. Hoe sterker een beschaving is, des te sterker zal deze neiging zich manifesteren. Deze trend duwt beschavingen in de richting van conflicten met de Anderen, wekt daarin arrogantie en de lust tot domineren. Dit gaat altijd gepaard met minachting voor de Anderen… Dat narcisme wordt gecamoufleerd door allerlei soorten retoriek, meestal die van de uitverkoren natie, of van de natie die aangewezen is om de verlossingsmissie in vervulling te doen gaan, of beide clichés tegelijk…
De Anderen, laten we het nog eens herhalen, vormen de spiegel waarin we onszelf bekijken en die ons doet beseffen wie we zijn. Toen ik in mijn vaderland woonde, realiseerde ik me niet dat ik een blanke was en dat dit van betekenis zou kunnen zijn voor mijn lot. Ik realiseerde me dat pas nadat ik ik in Afrika belandde en de zwarte bewoners daarvan zag. Dankzij hen ontdekte ik mijn eigen huidskleur, waaraan ik anders nooit zou hebben gedacht.
Maar juist dat willen Baudet en Mak niet. Nu 'Afrika' hierheen wil komen dreigt het tweetal zijn 'eigen huidskleur' te ontdekken en dat wil het absoluut niet. Hun blanke 'huidskleur' biedt namelijk de garantie van hun rijkdom en comfort, en die willen ze niet delen met een andere 'huidskleur.' Vandaar dat ze de 'strijd voor behoud van het "thuis"' aangaan. Daarbij is de inzet wat Mak tijdens zijn Abel Herzberg-lezing aldus verwoordde:
Ieder mens kent het soort gevoelens als wij rondom Jorwerd hadden en hebben, al heeft het woord in bijna elke taal een andere lading, van het knusse ‘Home’, het trotse ‘Lieu’ tot het beladen ‘Heimat’. We doelen op hetzelfde: de plaats waar we ons thuis voelen, waar traditie en omgangsvormen voorspelbaarheid, orde en veiligheid bieden, waar oude en nieuwe verhalen samenbinden, waar een gezamenlijk doorleefde geschiedenis vertrouwen biedt voor een gezamenlijke toekomst.
Vooral dit laatste onthult de leugen die Mak verspreidt. De 'gezamenlijk doorleefde geschiedenis' die 'vertrouwen biedt voor een gezamenlijke toekomst' zonder alle buitenlanders die, zoals Baudet benadrukt, 'niet zelden andere opvattingen hebben over goed en kwaad.' De geschiedenis à la Mak. Maar er bestaat ook een door hem verzwegen 'gezamenlijke' geschiedenis. Allereerst de geschiedenis van het blanke christelijke uiterst gewelddadig en regelmatig genocidaal expansionisme, van de verovering van het Amerikaanse continent tot Azië, Afrika en Oceanië. De geschiedenis van de slavernij, de uitbuiting en respressie van inheemse volkeren, het plunderen van hun bodemschatten, het vernietigen van andermans 'Heimat,' die alle ervoor hebben gezorgd dat de blanke christelijke cultuur materieel schatrijk werd. Die geschiedenis is alles behalve een 'gezamenlijk doorleefde.' Ze wordt namelijk bewust verzwegen, waardoor de blanke, christelijke cultuur onbelemmerd zichzelf kan blijven wijsmaken dat het overal ter wereld onder het mom van 'responsibility to protect' door kan gaan met het gebruik van maximaal geweld om de eigen belangen te behartigen, zoals nu nog steeds in de Oekraïne en het Midden-Oosten gebeurt. Maar voor deze verzwegen geschiedenis hebben de Makkianen geen plaats ingeruimd omdat het ondere andere zo duidelijk maakt dat hun huidige verlangen naar een 'thuis' wanstaltig pathetisch en onnozel is. Het was Kapuściński die op het volgende wees:
De Anderen werpen licht op mijn eigen geschiedenis. Bij het horen van de verhalen over naziconcentratiekampen en de Sovjetkampen verbazen zij zich erover dat een blanke zo wreed kan zijn jegens een andere blanke. Waarom haten blanken elkaar zo erg dat ze elkaar, met miljoenen tegelijk, vermoorden? Het blanke ras pleegde, in hun ogen, in de twintigste eeuw zelfmoord. Dit moedigde hen aan om de strijd tegen het kolonialisme aan te vangen.
Terwijl 'De Ander' heeft geleerd wie de blanke is, weigert op zijn beurt de blanke te leren van 'De Ander.' Die moet uit zicht blijven, zowel daar als nu ook hier. Niet alleen weigert de consumptiemens 'De Ander' te respecteren voor wie hij is, in een wereld waarin 85 van de rijkste mensen evenveel geld bezitten als 3,5 miljard van de armste mensen tezamen, is waardigheid een volstrekt onbekend begrip geworden. In de westerse neoliberale staten waarin geld de maat aller dingen is, geldt voor de economische elite dat 'overtollige mensen goedkoop [zijn]' en voor de mainstream dat 'Vreemden vreemder [zijn] naarmate ze armer zijn,' zoals Hans Magnus Enzensberger opmerkte in zijn essay De Grote Volksverhuizing. Over enkele bijzonderheden bij de mensenjacht. (1992). Twee parasitaire groepen staan tegenover elkaar, de rijke versus de kleinburger, terwijl de derde partij, de armen zoals gezegd onzichtbaar blijven. Vandaar de toenemende weerzin tegen de Europese Unie, die met haar deregulering en privatisering, open grenzen, vrije markt en alle andere dogma's van de neoliberale ideologie een steeds grotere bedreiging vormen voor de samenleving als geheel. De maatschappelijke spanningen moeten een uitlaatklep vinden, en zolang mainstream-opiniemakers als Thierry Baudet en Geert Mak de buitenstaander stigmatiseren door hen de schuld te geven van de vervreemding, die eigen is aan het kapitalistisch systeem, zal de misvatting onuitroeibaar zijn dat de 'nog altijd voortgaande massale immigratie elk jaar opnieuw grote groepen mensen naar ons land [brengt] die niet zelden andere opvattingen hebben over goed en kwaad.' Of zoals Enzensberger schreef:
Hoewel de bereidheid tot integratie bij de immigranten afneemt, lokken niet zij het conflict uit, maar degenen die zich autochtonen voelen. Ja, wáren het maar alleen de gedeclasseerden, de skinheads en de neonazi's! Maar die bendes vormen slechts de gewelddadige, zelfbenoemde voorhoede van de vreemdelingenhaat. Door een groot deel van de Europese bevolking wordt de integratie tot op heden niet geaccepteerd. De meerderheid is er niet toe bereid, ze is er op dit moment misschien zelfs niet eens toe in staat.
Op die manier wordt de 'mensenjacht' gelegitimeerd, zodat Baudet en Mak rustig 'thuis' kunnen slapen. Nooit zal de volgende gedachte van Kapuściński in hun hoofden opkomen:
Erkennen dat de wereld multicultureel is, betekent uiteraard vooruitgang, omdat dit een gunstig klimaat schept voor de promotie van culturen waaraan gisteren nog onrecht werd gedaan en die werden vernederd.
Nooit zullen Baudet en Mak en al die andere Makkianen beseffen dat hun provincialisme in een geglobaliseerde wereld een anachronisme is, omdat, zoals Enzensberger terecht benadrukt:
Hoe feller een beschaving zich te weer stelt tegen een bedreiging van buitenaf, hoe meer ze zich inmetselt, des te minder heeft ze uiteindelijk te verdedigen. Maar wat de barbaren betreft, die hoeven we niet aan de poorten te verwachten. Die zijn er altijd al.
De barbaar is alleen geïnteresseerd in het effect en nooit in het wezen der dingen. In een ontzielde wereld speelt de ziel, die achter het uiterlijk schuilgaat, geen rol meer. Nut en doelmatigheid, dus geld, vormen de enige waarheid. Al het andere kan niet meer in zijn eigen taal met de consumptie-mens spreken. Meer later.