De uitgezette NRC-correspondent Derk Walters en Ha’aretz-verslaggever Amira Hass spraken afgelopen week in een bomvol Nieuwspoort over pers en persvrijheid in Israël. ‘De leugens, de propaganda, het ging maar door.’
‘Israël is een koloniserende staat.’
‘Israël heeft een apartheidsregime.’
‘Gaza is een gigantisch concentratiekamp.’
‘Op de Westbank zijn Bantustans ontstaan.‘
‘We moeten aanvaarden dat Israël een koloniale staat is, waarbij de originele bevolking eruit wordt gejaagd en een nieuwe groep wordt geplaatst.’
Bovenstaande uitspraken zijn niet afkomstig van een Arabische Israël-hater of een linkse activist, maar van Amira Hass, sterverslaggever van de Israëlische kwaliteitskrant Ha’aretz. Al twintig jaar woont ze in de Palestijnse stad Ramallah op de Westbank, van waaruit ze verslag doet van de ‘misdaden die dag in dag uit’ worden gepleegd door het Israëlische leger. Deze week was ze te gast in Nederland.
In de Nederlandse media is het Israëlisch-Palestijnse conflict zo goed als van de agenda verdwenen, óók bij Vrij Nederland. Het is steeds meer van hetzelfde, het is een uitzichtloos conflict. Stichting Een Ander Joods Geluid wil het onderwerp op de agenda houden en organiseerde aflopen week het Enough = Enough-festival. Ze vroegen mij een avond te leiden waarin Amira Hass (welbespraakt, vol met verhalen, fel) en de NRC-correspondent Derk Walters (bedachtzaam, bescheiden) in een bomvol Nieuwspoort met elkaar in gesprek gingen.
Vrij Nederland meent dat 'niemand er wakker van [ligt].' Dit is in zoverre juist dat de Hollandse mainstream-journalistiek er 'niet wakker van [ligt],' maar daar staat tegenover dat bijvoorbeeld VN er nooit van wakker heeft gelegen. Dat kwam omdat twee van voormalige VN-journalisten, Max van Weezel en Leonard Ornstein, beiden zionisten, ervoor zorgden dat zij als pro-Israel lobbyisten, de Israel verslaggeving in handen hadden. Ornstein staat bij ingewijden vooral bekend door formulering als deze over de 'butcher' Sharon: 'een lastig iemand, niet echt een tacticus,' een eufemistische typering die in progressieve kringen in Israel als een bijna hilarische absurditeit werd gezien. Voor hen is Sharon een oorlogsmisdadiger en daar is uitgebreid over geschreven. Ik kwam Leonard een keer in Israel tegen waar hij me met een knipoog wist te melden dat op de WC van Arafat een fotootje van Hillary Clinton hing. 'Echt waar, we hebben het zelf gezien.' En die 'we' was hij en zijn reisgenoot Max van Weezel. Dat was overigens een van de weinige keren dat het duo in Palestijns gebied was geweest, en een rondreis hadden ze er nooit gemaakt. Desondanks waren ze toen bezig met het schrijven van een boek dat als ondertitel kreeg: 'Achter de schermen van het Vredeproces.' Ik was net terug uit een rondreis door de Westbank en Gaza en probeerde mijn collega's voorzichtig aan het verstand te brengen dat er in de praktijk geen sprake was van een 'Vredesproces.' Dat kon ook niet omdat -- in de woorden van Shlomo Ben-Ami de Oslo Akkoorden: ‘were founded on a new colonialist basis, on a life of dependence of one on the other, forever.’ Ben-Ami was de Israelische voormalige minister van Buitenlandse Zaken en de belangrijkste Israëlische onderhandelaar tijdens de Camp David onderhandelingen. Maar van dit alles wisten Van Weezel en Ornstein niets. Behalve Arafat hadden ze zich gericht op Israelische politici, en die laatsten vertelden iets heel anders. Toen later bleek hoe erg ze zich door de Israelische propaganda in de luren hadden laten leggen, waren ze volgens eigen zeggen verbijsterd geweest en bleek dat Sharon meer dan een heel 'lastig iemand' was om te geloven.
Toen ik eens voor Vrij Nederland een artikel had geschreven, waarin ik de onafhankelijkheid in twijfel trok van de opvallend veel joodse correspondenten in het heilige land die voor de Nederlandse commerciële massamedia werkten, werd Ornstein naar voren geschoven om in VN met suggestieve opmerkingen mijn betoog niet eens te bestrijden, maar verdacht te maken. Een weerwoord werd me niet gegund. Het was nog in de tijd dat Van Weezel en Ornstein erop toe konden zien dat in hun weekblad een Israelische moordaanslag, waarbij onschuldige burgers om het leven kwamen, 'een knappe surgical action' werd genoemd.
Hun pro-Israel berichtgeving bracht hen ook wel eens in moeilijkheden, zo bleek in juni 2002, toen Amira Hass, de joods-Israëlische correspondente op de Westbank van de Israelische kwaliteitskrant Haaretz, in de Amsterdamse Balie sprak. De bijeenkomst vond plaats onder voorzitterschap van Ornstein's zionistische makker Max van Weezel, die in Nederland tekenend genoeg werd gezien als de deskundige bij uitstek op het gebied van de Israelische politiek. Amira Hass, wier werk door de Israëlische auteur David Grossman is geprezen als ‘een van de zeldzame tekenen van gezond verstand, moed en menselijke waardigheid,’ leeft al jarenlang tussen de Palestijnen in bezet gebied. Dit in tegenstelling tot de Nederlandse correspondenten. De meesten van hen spreken geen Arabisch en gaan zelden of nooit naar de bezette gebieden, met als excuus dat ze zich daar als joodse journalisten niet welkom voelen. Nadat Amira Hass ruim een uur lang voor een volle zaal over de Israëlische terreur tegen de Palestijnse burgerbevolking had verteld, stelde Van Weezel de vraag: ‘Waarom hebben wij in Holland niet enkele van de ontwikkelingen gezien waarover Amira Hass schreef en zag in Gaza en Ramallah? Waarom hebben wij daar nooit over gediscussieerd?’ Een luid gejoel steeg op. Een jonge vrouw in het publiek reageerde met de opmerking: ‘Spreek voor je zelf. Je moest je schamen dat je dit vraagt. Als je het had willen zien dan had je het makkelijk kunnen zien. Veel buitenlandse journalisten hebben daarover geschreven, veel mensen hier zijn in Israël geweest en zagen zelf wat daar gebeurde. Als journalist zou je hebben moeten spreken met de mensen die daarheen gingen en terug kwamen, en verhalen te vertellen hadden,’ daarbij verwijzend naar onder andere joodse Nederlanders in de zaal die spontaan applaudisseerden. Kennelijk in tegenstelling tot de Nederlandse commerciele massamedia weten degenen die zich in het conflict hebben verdiept, maar al te goed aan welke kant Ornstein en Van Weezel stonden en misschien nog steeds staan.
De toegewijde pro-Israel lobbyist doet al het mogelijk om moslims in een verdacht daglicht te plaatsen. Dat is soms zelfs komisch. Zo sprak Van Weezel in 2006 als presentator van het Radio I Journaal over 'Niet Marokkaanse Nederlanders.' De voor de hand liggende impliciete vraag was of een fatsoenlijke burger zich bij een 'Marokkaanse Nederlander,' veilig kon voelen? Vele jaren geleden verklaarde Max van Weezel: 'De belangrijkste levensles die ik heb geleerd gaat over vertrouwen in mensen. Dat kreeg je vroeger mee van je ouders als je net na de Tweede Wereldoorlog werd geboren en joods was. Als ik iemand leer kennen vraag ik me af of ik in tijden van nood bij hem of haar zou durven onderduiken, zou ik me bij deze persoon veilig en geborgen voelen?' Dat benoemen van iedereen, het eeuwige kwalificeren. Zou de pro-Israel lobby er nooit moe van worden, ik bedoel van die levenslessen die bijvoorbeeld Max als kind kreeg?
Een collega van me attendeerde me eens op een stuk van de oud VN-journaliste Elma Verhey:
Islambashing door Vrij Nederland De zogenaamde kwaliteitspers wil wel vaker een loopje nemen met de waarheid, zeker als het om de islam gaat. Maar Vrij Nederland maakte er een marathon van. 'Dit weekend had ik een feestje waar ook veel Turken en Irakezen waren,' schreef politiek commentator Max van Weezel in Vrij Nederland van 10 juni. 'Zelfs daar werd een glas ouzo geheven op Rita Verdonk. Die had Ayaan Hirsi Ali, die de profeet had belasterd, toch maar over de grens gezet! Het is een merkwaardig monsterverbond dat Verdonk steunt.' Heidi Zandbergen, radiojournalist, wees me op het stuk in VN; het was dan ook háár feestje. En ik, net als Max van Weezel en andere (ex)collega’s van VN, waren uitgenodigd. Er waren helemaal geen Turken en slechts één Irakees: het vriendje van Heidi, een Koerd, die kok is in een van de beste specialiteitenwinkels in de Amsterdamse binnenstad. Hij heeft niets met religie en beslist geen glas ouzo geheven op Ayaan/Verdonk, omdat Ayaan 'de profeet had belasterd.'
Terug naar collega Ornstein, die overal opdook, niet vanwege zijn grote kennis van het Midden Oosten, laat staan zijn inzicht in de materie, maar vooral ook omdat hij op de lijst van de Speakers Academy stond. Voorbeeld:
Onderwerp: De evolutie van de oorlog. Van de Marne tot Irak Spreker: Martin van Creveld (hoogleraar Militaire Geschiedenis, Hebrew University, Jerusalem) Interviewer: Leonard Ornstein (journalist) Locatie: De Balie, Amsterdam In samenwerking met: Uitgeverij Het Spectrum Deelnemers: 70 begunstigers, Nederlandse en buitenlandse universitair docenten, journalisten, leden van het corps diplomatique, politici, vertegenwoordigers van de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Defensie en overige belangstellenden. Klik hier voor een verslag van de bijeenkomst.
Na VN stapte Ornstein over naar de AVRO, maar dat weerhield hem genszins om volop mee te draaien in het schnabbelcircuit. Men kon hem als dagvoorzitter inhuren voor een prijs tussen de 2000 en 3500 euro, een avondje co-referentschap was wat goedkoper, terwijl pro-Israel activiteiten ongetwijfeld gratis waren. Had dit allemaal nog met onafhankelijke journalistiek te maken? Nee, geenszins. Hier was sprake van schnabbelende propagandisten.
Ornstein trad net als de toenmalige Volkskrant-correspondent in Israel, Alex Burghoorn, voor het CIDI op. Onder de kop 'Radiokijken bij CIDI-bijeenkomst' kon de geïnteresseerde destijds lezen:
Forumdiscussies... afgewisseld met telefoongesprekken met Joop Meijers, correspondent voor het Algemeen Dagblad in Israel. Dat is met recht 'radiokijken', zeker als de bekende 'radiostem' Max van Weezel (regelmatig te horen bij Met het oog op morgen op radio 1) Meijers aan de telefoon heeft. Meijers doet verslag van de gang van zaken in Israel en geeft achtergrondinformatie... Bij het eerste forumgesprek, onder leiding van journalisten Leonard Ornstein en Van Weezel, zitten joodse jongeren achter de tafel.
Kortom, wanneer Vrij Nederland anno 2017 beweert dat 'niemand er wakker van [ligt],' weet u nu dat het ter ziele gegane weekblad Vrij Nederland daar mede voor verantwoordelijk is.
Het zionistische koppel van het voormalige weekblad Vrij Nederland, boven Van Weezel. Hieronder: Ornstein.