Uit gesprekken met Geert Mak weet ik dat hij graag in
Californie komt, en dan vooral in en rond San Francisco, waarover Mark Twain
ooit eens zei dat men daar ‘het
gevaar loopt te bevriezen als men niet flink door stapt.’ Maar ook
voor Californie heeft hij een tamelijk eenzijdige belangstelling. Hoewel hij
enige tijd in Monterey doorbracht, een toeristenoord en voormalige
vissersplaats, 180 kilometer ten zuiden van San Francisco, heeft Mak nooit de gedichten van Robinson
Jeffers gelezen, die volgens de emeritus hoogleraar Albert Gelpi een ‘major
presence is in modern letters – always powerful, by turns disturbing and
exalting in his narritive drive and lyric intensity.’ In het nabij
Monterey gelegen plaatsje Carmel bouwde Jeffers zijn hele werkzame leven lang
aan een natuurstenen huis en toren. Op een koele, mistige augustusochtend in 2006 sta ik samen mijn vrouw, zoon en 6 keurige Amerikanen voor zijn aan de Stille Oceaan gelegen ‘Tor
House,’ wachtend op een rondleiding. In mijn aantekenboekje lees ik het
volgende:
Ik vraag de aanwezigen wat hun mening is over Jeffers’
werk. ‘Zijn gedichten zijn somber en
zwaar,’ aldus een oudere dame. En
inderdaad, ze stralen niet het onstuitbare kinderlijke en vermoeiende optimisme
uit van al die doe-mensen die de VS in hun greep hebben en hun welhaast hysterische energie gebruiken
om rijk te worden en om een imperium in stand te houden. Het onderwerp van
gesprek is ineens de governator Arnold Scharzenegger. Hij is pro-Bush zeg ik
naar aanleiding van een tv-fragment waarin hij zijn steun betuigt voor Bush.
Een vrouw reageert met de opmerking dat ‘Arnold’ niet voor en niet tegen Bush is. ‘Hij zegt wat goed voor hemzelf
is.’ Waarom hebben de Californische
kiezers op een Oostenrijkse B-filmacteur gestemd? Zijn de mensen hier zo
oppervlakkig? ‘Het is propaganda‘en het meeste geld wint,’ zegt een man gelaten. Dat is de
Amerikaanse democratie en daarover zijn veel burgers doorgaans eerlijk. Ze
draaien er niet omheen, zoals in Nederland. Hier bestaat op een gekke manier
veel meer gezond verstand. Opvallend veel Amerikanen oordelen wat ze zien. Toch
worden ze ideologisch gemanipuleerd en komen niet in verzet. De elite kent de
zwakheden van de gewone mens en via propaganda houden ze de mythes in stand. Na
een uur wachten krijgen we te horen dat er niet meer dan zes mensen tegelijk het
huis kunnen bezoeken. Als laatsten kunnen wij niet naar binnen. Ik ga in de tuin
zitten met The Selected Poetry of Robinson Jeffers en lees onder andere het uit de jaren dertig stammende gedicht:
Theory of Truth...
Why does insanity always twist the great answers?
Because only
tormented persons want truth.
Man is an animal like other animals, wants food and success and women,
not truth. Only if the mind
Tortured by some interior tension has despaired of happiness:
then it
hates its life-cage and seeks further,
And finds, if it is powerful enough. But instantly the private
agony
that made the search
Muddles the finding.
Here was a man who was born a bastard, and among the people
That more than any in the world valued race-purity, chastity, the
prophetic splendors of the race of David.
Oh intolerable wound, dimly perceived. Too loving to curse his
mother,
desert-driven, devil-haunted,
The beautiful young poet found truth in the desert, but found also
Fantastic solution of hopeless anguish. The carpenter was not his
father?
Because God was his father,
Not a man sinning, but the pure holiness and power of God.
His personal
anguish and insane solution
Have stained an age; nearly two thousand years are one vast poem drunk
with the wine of his blood.
De Amerikaanse hoogleraar
Engels, James Karman, schrijft naar
aanleiding van dit gedicht in een kritische biografie van Jeffers:
Though Christianity has helped give Western
civilization its restless, dynamic character, Jeffers believed that it has done
far more harm than good. As a way of life, it increases rather than diminishes
psychological distgurbance, especially insofar as the bloody image of
crucifiction is concerned. It seperates people from the world in which they
live by focusing their attention on the world to come. And it catches people in
a net of self-concern. Base don a mistaken notion of love and one’s fellowmen,
and on a mistaken belief that there is a God who cares for people (enough to
appear on earth as one), Christianity deludes its followers into thinking that
humans are the reason for and object of creation.
Hoewel Mak in zijn reisboek vermeldt dat in 1940 in
Carmel ‘al een bloeiende kunstenaarskolonie’ bestond, de ‘Greenwich
Village on the Pacific,’ en regelmatig aandacht besteedt aan de rol van
het christendom in de VS negeert hij Robinson Jeffers, ‘a major voice in twentieth-century
American poetry, a poetic alternative to the high modernism of Eliot and Pound,’
aldus de Amerikaanse hoogleraar Tim Hunt. En dat terwijl het christendom in de
VS vanaf het allereerste begin als koloniaal project politiek is gebruikt in de
ideologie van het blanke expansionisme, van de fundamentalistische Pilgrim Fathers tot hun natuurlijke
Verlichtingsopvolgers met hun manifest destiny. Op pagina 99 van zijn reisboek
schrijft Geert Mak:
‘A city upon
a hill,’ preekte John Winthrop over zijn
nieuwe land. ‘We zullen zijn als een stad op de heuvel, met de ogen van
alle mensen op ons gericht…’ Hier liggen
de religieuze wortels van de zogenaamde ‘uitzonderlijkheid’, het ‘exceptionalisme’, de diepe overtuiging dat Amerika een
speciaal door God uitverkoren en gezegend land is, dat de Amerikaanse normen en
waarden universeel zijn, en dat ieder mens volgens die waarden hoort te denken.
Anders lopen ze achter in hun ontwikkeling.
Mak verzuimt hier zijn lezers te vertellen over welke ‘ontwikkeling’
hij het heeft en over welke ‘Amerikaanse normen en waarden’ het
hier gaat. Laten daarom de feiten voor zich spreken.
John Winthrop (12 January 1587/8[1] –
26 March 1649) was a wealthy English Puritan lawyer and one of
the leading figures in the founding of the Massachusetts
Bay Colony, the first major settlement in New England after Plymouth Colony. Winthrop
led the first large wave of migrants from England in 1630, and served as
governor for 12 of the colony's first 20 years of existence. His writings and
vision of the colony as a Puritan "city upon a hill"
dominated New England colonial development, influencing the government and
religion of neighboring colonies.’
Net als andere puriteinse leiders was Winthrop van
mening dat indianen geen enkel recht bezaten op het land waar hun families al
millennia leefden, in tegenstelling tot de blanke christenen die met geweld
elke plaats op aarde in beslag mochten nemen. Omdat de Europese binnendringers hun
eigen cultuur en technologie als superieur beschouwden eisten ze het recht op
om de indianen te verjagen dan wel te vermoorden, om er in de woorden van
Winthrop ‘to raise a Bulworke against the kingdome of the Ante-Christ.’
Tweederde van de indiaanse bevolking (de antichrist) stierf al snel door een pokkenepidemie die door de komst van de Europeanen was veroorzaakt, een teken van God’s
‘marvelous goodness and providence,’ zo schreef de gouverneur
van de Massachusetts Bay Colonie. Het kon immers niet anders dan dat God aan
hun kant stond, want, om het door Mak gebruikte citaat af te maken:
if we shall deal falsely with our God in this work we have
undertaken, and so cause Him to withdraw His present help from us, we shall be
made a story and a by-word through the world.
Met de ‘wonderbaarlijke goedheid’
van de christelijke god aan hun kant richtten de troepen van Winthrop een
slachting aan onder de Pequot indianen die zich in hun door
palisaden omheinde dorp hadden
verschanst. De voor het merendeel
vrouwen en kinderen die probeerden te ontsnappen werden dood geschoten en de rest
verbrandde levend nadat de blanken het dorp in brand hadden gestoken.
'nearly two thousand years are one vast poem drunk with the wine of his blood.'
Vanaf het Pequot bloedbad tot aan de Filipijnen, Vietnam, Abu Ghraib en Falluja eindigen ‘de Amerikaanse normen en waarden,’ in grootschalige terreur. 'De diepe overtuiging dat Amerika een speciaal door God uitverkoren en gezegend land is' is de voedingsbodem van het verwoestende Amerikaanse superioriteitsgevoel. Of Geert Mak hier op doelt is onwaarschijnlijk aangezien hij hier de feiten verzwijgt.
In elk geval is terreur het kenmerk geworden van de Amerikaanse
politiek. Nog steeds wordt ‘de ontwikkeling’ van andere volkeren door Washington als argument gebruikt om met maximaal geweld onwillige naties
in het gareel te meppen. Mak zwijgt ook over het feit dat het christendom zich dan wel mag zien als de hoogste beschaving
in de geschiedenis der mensheid, het tegelijkertijd een feit is dat deze religie 'the most bewildered and self-contradictory, the least integrated, in some phases the most ignoble
civilization’ is ‘that has ever existed,’ aldus de
door Mak genegeerde Robinson Jeffers. James Karman:
The modern age, Jeffers believed, represents the
final, fullest phase of that civilization, and perhaps its most contemptible.
In America, the modern age was created by people who believed they had a
manifest destiny to conquer the land. Inspired by passages in the Bible in
which God says ‘Be the terror and dread’ of everything that exists, and driven by dreams of greatness, early
settlers pushed west. Without hunger, love, need, or mercy, they raped the
continent and killed its native peoples. As they cleared fields, ammed rivers,
laid roads, and built buildings, they carried civilization wherever they went
and allowed it to spread like a fungus throughout the land. Seeing ‘the
beautiful places killed like rabbits’ to make cities, Jeffers mourned ‘the
hopeless prostration of the earth/Under men’s hands and their minds.’ (‘The Broken Balance’) He was especially concerned about
California and his own coast’s future. When Highway I was constructed between
Carmel and Big Sur (ten zuiden van Carmel), for instance, he wrote a poem
titled ‘The Coast Road’ in which a
horseman looks down from above. He shakes his fist at the bridge-builders, trucks,
and power-shovels carving up the mountain and then rides on. The poem continues
with Jeffers’ own response.
At the far end of those loops of road
Is what will come and destroy it, a
rich and vulgar and bewildered civilization dying at the core,
A world that is feverishly preparing
new wars, peculiarly vicious ones, and heavier tyrannies, a strangely
Missionary world, road-builder,
wind-rider, educator, printer and picture-maker and broad-caster
So eager, like an old drunken whore,
pathetically eager to impose the seduction of her fled charms
On all that through ignorance or
isolation might have escaped them. I hope the weathered horseman up yonder
Will die before he knows what this
eager world will do to his children. More tough-minded men
Can repulse an old whore, or
cynically accept her drunken kindnesses for what they are worth,
But the innocent and credulous are soon corrupted.
De argelozen en lichtgelovigen zijn verstrikt geraakt
in de zogeheten beschaafde wereld, zo meende Jeffers:
I thought, We have geared the
machines and locked all together
into interdependence; we have built
the great cities; now
There is no escape. We have
gathered vast populations incapable
of free survival, insulated
From the strong earth, each
person in himself helpless, on all
dependent. The circle is closed, and
the net
Is being hauled in.
Karman:
All the various ideologies of the age, says Jeffers in
‘The
Broken Balance’ such as capitalism,
communism, or Christianity, draw people into contact and conflict with each
other. ‘Having no center/But in the eyes and mouths that surround them’ and
‘no function but to serve and support/Civilization,’ it is no wonder that people ‘live insanely’ – desiring ‘with their
tongues, progress; with their eyes , pleasure; with their hearts, death.’ And in the twentieth century, death is
easily found. World Wars I and II were orgies of destruction and convulsive
spasms of cruelty, vividly described by Jeffers in ‘The King of Beasts.’
Wat veroorzaakt toch
deze mateloze onvrede van het christendom? De indiaanse politieke- en milieu-activiste Charlotte
Black Elk:
Look at the origen legends of the judeo-christian people. You have an
origen legend that says that Adam and Eve were banished onto earth and earth is
an enemy. And you have native people, and Lakota people in particular, who say
the earth is my mother and we all have to live together as a family. Those are
very, very opposed viewpoints from one who says: this is my mother and the
other who says: this is a place of banishment and you don’t really have to care
for it because someday you are going back to paradise when you complete your
banishment. And I think those attitudes are what came into play when you had
western encroachment and the wars of the 1800s, the whole uprooting of native
people.
En nu staan we aan het eind van deze weg. Hoe nu
verder? Het zijn de schrijvers, de dichters, de beeldend kunstenaars, de
politiek gemarginaliseerden die ons het dichtst bij de waarheid brengen. Zonder
hun stem te horen, zonder hun beeldentaal te zien kan men onmogelijk de
werkelijkheid beschrijven. En toch probeert Mak dit in zijn zoektocht naar ‘Amerika’
en hij faalt jammerlijk. Zijn reisboek komt niet verder dan het politieke
cliché, oftewel de gepropageerde waarheid, de dode taal. Milan Kundera constateert terecht dat ‘the Europe we live in no longer looks for
its identity in the mirrors of its philosophy and its arts.’ Alles is
verpolitiekt en wie die taal niet spreekt wordt niet gehoord. Reizen zonder John staat vol met politiek. En juist dat is het wezenlijke probleem van het werk van
Geert Mak. Hij heeft geen behoefte aan filosofie en kunst. Zijn bouwwerk is gebaseerd op ‘hoop,’ op drijfzand. En dus laat hij
Jeffers en al die andere dichters en schrijvers links liggen. Daarover morgen
meer.