zaterdag 21 maart 2020

Geert Mak's 'Grote verwachtingen' 40

There is a fine line, isn’t there, between calculation and deceit. 
Director-general of MI5 in de speelfilm Page Eight. (2011)


May 2014: The reality of Ukraine’s Western-backed 'democracy.' Anti-government activists burnt to death in the Odessa Trade Union Hall.


Gezien zijn extreme uitspraken over een Nederlandse collega-journalist is de vraag of de zakenman Robert van der Noordaa, die sinds mei 2019 als freelance journalist voor onder andere De Groene Amsterdammer actief is, een dubbele agenda heeft. Zoals bekend heeft de Raad voor de Journalistiek hem berispt, omdat Van der Noordaa ‘journalistiek onzorgvuldig’ heeft gehandeld door zonder enig concreet bewijs de journalist Max van der Werff te stigmatiseren ‘als medewerker van “DNR-terroristen,” de Oekraïnse separatisten die verantwoordelijk worden gehouden voor het neerhalen van de MH17.’ Van der Noordaa heeft zich ontpopt als een anti-Poetin activist die de mainstream-journalistiek gebruikt om journalisten te criminaliseren, die vraagtekens zetten bij het JIT-onderzoek. Het is een opvallende houding, niet alleen omdat Van der Werff zelf tegenover NRC verklaarde te denken ‘dat de kans groot is dat Rusland het gedaan heeft, maar daar nog onvoldoende bewijs voor’ heeft ‘gezien,’ maar vooral ook door de kritiekloze houding van Van der Noordaa zelf zodra het over Oekraïne handelt, een buitengewoon corrupt land waar hij, volgens eigen zeggen, ‘several years’ als zakenman gewoond en gewerkt heeft. Wat deed hij daar precies? En hoe wist hij zich temidden van alle corruptie staande te houden? Ik mag aannemen dat De Groene Amsterdammer daarover uitgebreid navraag heeft gedaan, voordat dit weekblad hem zoveel ruimte gaf. Alleen kan ik nergens bij De Groene hier informatie over vinden. Wel gaf hijzelf de volgende summiere informatie: ‘Robert van der Noordaa. Investigative journalist, engineer, consultant, photographer. Analist at @trollrensics’ Dit bedrijf waar in elk geval twee mensen actief zijn, die beiden om onduidelijke redenen geen achternaam vermelden, maar zichzelf wel afficheren als deskundigen in staat om ‘disinformation campaigns on social media’ bloot te leggen, beweert in een wervende reclametekst over zijn ‘research’:

Disinfo campaigns, hybrid warfare and troll armies often tend to target specific events. Some examples are referendums, elections, or certain events like for instance the downing of MH17.

Our software can be used to detect disinfo campaigns which have already taken place on internet or we can watch campaigns which will likely happen…

We enable our clients to do research themselves or we can execute projects for our clients. It is also possible for us to team up with our clients and execute the project together…

No specific education or prior knowledge is required for the training.

Participants need to bring their own laptop and have a Twitter, Facebook and Instagram-account. Depending on the specifics of the training other software may be required.

Hier wordt de lezer een rad voor ogen gedraaid, want een ‘eigen laptop en een Twitter, Facebook en Instagram-account’ zijn niet meer dan wat basisvoorwaarden om een onderzoeksjournalist te worden. Het allerbelangrijkste zijn evenwel de contacten waarover een journalist, na vele jaren serieus werk, beschikt. Zonder betrouwbare contacten binnen het staatsapparaat zou ’s werelds bekendste onderzoeksjournalist Seymour Hersh nooit iets hebben kunnen onthullen. Wat de Van der Noordaa’s kennelijk niet beseffen is dat zij, net als elke journalist, gebruikt worden door geopolitieke en/of economische belangen. Als journalist dient men dan ook eerst te weten hoe in het poldermodel de deep state functioneert, hoe vertakt die is, en wie waar aan de touwtjes trekt, wie wie gebruikt en waarvoor, en uiteindelijk dat je als journalist altijd gebruikt wordt. Concreet gesteld: juist Woodward en Bernstein van The Washington Post werden gebruikt door hun ‘Deep Throat,’ Mark Felt, de tweede man van de FBI, die een dubbelrol in het Watergate-schandaal speelde, en van wie bekend is dat ‘haat jegens Nixon zijn drijfveer’ was. De reden van de bekendmaking dat hij 'Deep Throat' was, werd door Felt’s dochter aldus verklaart: ’Wij zouden er ten minste genoeg geld aan moeten overhouden om wat openstaande rekeningen te betalen, zoals de oplopende schuld voor de opleiding van de kinderen.’ Niks nobele motieven, haat en geldproblemen, meer niet. Mark Felt zelf had 'groot respect’ voor J. Edgar Hoover, hoofd van de FBI ten tijde van het beruchte: 

COINTELPRO (Counter Intelligence Program), een reeks van geheime en deels illegale projecten die werden uitgevoerd door de Federal Bureau of Investigation (FBI) gericht op het observeren, infiltreren, in diskrediet brengen en verstoren van binnenlandse politieke organisaties.

Deze illegale activiteiten van de FBI:

vonden plaats tussen 1956 en 1971. De tactieken van COINTELPRO waren het in diskrediet brengen van politieke groepen door middel van psychologische oorlogsvoering door individuen en groepen met behulp van vervalste documenten en door valse berichten in de media in diskrediet te brengen, intimidatie, onrechtmatige gevangenisstraffen en door illegaal geweld, met inbegrip van moord. De officiële motieven van de FBI waren ‘het beschermen van de nationale veiligheid, het voorkomen van geweld en handhaving van de bestaande sociale en politieke orde.’ 


Uiteindelijk dient de journalistiek altijd, per definitie en overal, een bepaald belang in de nooit ophoudende machtsstrijd, en pas gaandeweg leert hij soms, dus niet altijd, welk belang. De Van der Noordaa’s handelen daarentegen alsof ze dit feit niet kennen, en dat gebrek maakt hen zo fanatiek en gevaarlijk. In al hun bravoure laten zij op https://www.trollrensics.com weten dat: ‘Most of our projects are confidential and we are unable to disclose them.’ Robert van der Noordaa schrijft op de site met betrekking tot zichzelf:

Robert is a Dutch engineer and analist who has previously lived a number of years in Russia and Ukraine, which aroused his interest in studying and analyzing Russian propaganda, disinfo and trolls.

Dit laatste roept bij mij als een oude rot in het vak meteen de vraag op: waarom ‘zijn belangstelling voor het bestuderen en analyseren’ beperkt blijft tot ‘Russische propaganda, desinformatie en trollen’? Door wie of wat is ‘zijn belangstelling’ zo beperkt geraakt? Zou De Groene Amsterdammer dit onderzocht hebben voordat het weekblad hem zoveel ruimte gaf om zijn anti-Rusland hetze te ventileren? Welk belang verdedigt Robert van der Noordaa dat hij een Nederlandse collega valselijk ervan beticht met ‘terroristen’ samen te werken? In NRC Handelsblad las ik dat ‘Van der Noordaa in zijn Twitterprofiel [heeft] vermeld dat hij journalist is’ en dat hij zijn onjuiste beschuldiging van een andere journalist ‘vanuit zijn journalistieke expertise gedaan.’ Maar het malle is nu dat hij deze ‘journalistieke expertise’ juist mist. Dat is dan ook de voornaamste reden geweest dat de Raad voor de Journalistiek hem berispte. Ik blijf wat langer bij deze zaak stilstaan, niet omdat Robert van der Noordaa als journalist zo belangrijk is, geenszins, maar omdat zijn houding exemplarisch is voor de propagandistische wijze waarop de mainstream-media, in het tijdperk van toenemende ‘Nep Nieuws,’ te werk gaat. Zo meldt de NRC na zijn berisping:

Maandag (16 maart 2020. svh) wees Van der Noordaa er ook nog op dat de openbare aanklagers vorige week dinsdag in de MH17-rechtszaak zeiden dat op Bonanza, het platform waarop Van der Werff publiceert, gelekte informatie staat die vermoedelijk is verkregen door hacks van de Russische militaire inlichtingendienst GROe. Het OM: ‘Deze website is er niet op uit om op een journalistiek verantwoorde manier informatie te delen, maar om desinformatie te verspreiden.’ Het OM noemt overigens niet de naam van Van der Werff.

Dat een journalist ‘gelekte informatie’ doorgeeft, maakt hem noch de inhoud ervan verdacht, ook als die ‘informatie,’ volgens het Openbaar Ministerie, ‘vermoedelijk is verkregen door hacks van de Russische militaire inlichtingendienst.’ Integendeel zelfs, het feit dat de overheid toegeeft dat de betreffende informatie ‘gelekt’ is, betekent dat die informatie volgens de Nederlandse staat juist is, maar niet openbaar mocht worden gemaakt. De journalistieke vraag is dan ook gerechtvaardigd: waarom moet informatie van het JIT-onderzoek geheim blijven? Heeft de Nederlandse regering iets te verbergen voor haar burgers? Met andere woorden: welk belang dient NRC Handelsblad om te suggereren dat Van der Noordaa een goed argument heeft Bonanza,’ een ‘platform waarop Van der Werff publiceert,’ in een kwaad daglicht te stellen?  

Bovendien kan uit NRC’s voorstelling van zaken allereerst worden opgemaakt dat het avondblad het geclaimde journalistieke principe van hoor en wederhoor niet meer van doorslaggevend belang acht. Immers, het gebruikmaken van ‘gelekte informatie’ van een belanghebbende partij in het proces, namelijk het Openbaar Ministerie, wordt ook door de NRC als verdacht beschouwd, aangezien het, let op, ‘vermoedelijk is verkregen door hacks van de Russische militaire inlichtingendienst.’ De NRC weet het niet, zo blijkt uit het begrip ‘vermoedelijk,’ maar de ‘gelekte informatie’ is inmiddels wel verdacht gemaakt, inclusief degenen die over die ‘informatie’ beschikken. Een onafhankelijke waarnemer krijgt zodoende de indruk dat een postmoderne journalist alleen informatie van één partij mag toelaten, terwijl informatie van een andere partij moet worden verzwegen. 


Hier treedt nog een ander aspect aan het licht. Dinsdag 10 maart 2020 berichtte een andere Nederlandse journalist die het JIT-onderzoek kritisch volgt, Joost Niemöller, het volgende:

Via de Nederlandse onderzoeker Max van der Werff en de Russische (ex-Russia Today) journaliste Yana Erlashov van het onafhankelijke Bonanza Media, komen de laatste weken steeds weer nieuwe gelekte documenten naar buiten uit het JIT onderzoek naar de MH17 zaak. Bonanza Media kondigde aan dat er nog meer zal komen. NRC Handelsblad speculeerde dat de bron van deze lekken de Russische geheime dienst zou zijn. Maar ze konden dat niet hard maken.

Het laatste ‘lek’ werd afgelopen zaterdag door Bonanza Media gepresenteerd tijdens een persconferentie in het Carlton Beach Hotel in Scheveningen. De Nederlandse media waren daar nadrukkelijk afwezig. 

Het OM heeft vandaag bevestigd dat dit een echt document is.

Afgelopen zaterdag hebben de initiatiefnemers van deze website nieuwe stukken naar buiten gebracht. Dit betroffen vergaderstukken van intern JIT-overleg. Uit die stukken blijkt wat wij eerder al bespraken: dat er afstemming plaatsvond tussen de JIT-landen over welk onderzoek er kon worden gedaan. 

Het is beslist een spectaculaire onthulling: Een intern verslag van een weekend van het Joint Investigation Team MH17 (JIT), in Driebergen, op 25 januari 2018.

Bij dit weekend in Driebergen waren vertegenwoordigers van het Nederlandse OM en de Nederlandse politie aanwezig, van de Australische politie, het Belgische OM en de politie en een justitie medewerker uit Oekraïne. Ze worden met naam en toenaam genoemd en in de vorm van notulen met hun uitspraken opgevoerd. Opvallende afwezige was Maleisië. Dat bevestigt nog eens dat Maleisië alleen maar voor spek en bonen mee lijkt te mogen doen aan het JIT onderzoek.

Door het Russische persbureau Tass werd het belang van dit gelekte document snel ingezien. Tass bracht dan ook het bericht: 

‘Onderzoeksteam JIT overwoog inbreuk Russische soevereiniteit.’

Een ernstige aantijging. Ik kom daar later in dit stuk op terug.

Geen van de Nederlandse media heeft melding gemaakt van het nieuwe gelekte document. De sfeer in dit land over MH17 in de media is er alleen maar krampachtiger op geworden: er mag geen woord van kritiek meer klinken over het onderzoek en de opgevoerde bewijzen. Wie dat doet is een ‘complotgek’ of een ‘Poetin lover.’ Iedere nuance, iedere poging tot kritiek wordt uit de berichtgeving gehouden.

Nu, beter is misschien te zeggen dat deze kritische houding er al nooit geweest was bij de Nederlandse media, maar de agressieve vorm die het nu heeft aangenomen, de verstikkende deken die er nu over het dossier hangt, de aanvallen op kritische volgers van het dossier, is werkelijk ongekend en angstaanjagend. Zo kan er niet eens meer het begin van waarheidsvinding zijn. De Nederlandse media hebben zich massaal zelfcensuur opgelegd. De critici worden de mond gesnoerd. Iets wat in Nederland de Russen steeds wordt verweten, maar wat in werkelijkheid dus hier in ‘het vrije Westen’ plaatsvindt.

Waarom waren de ‘Nederlandse media daar nadrukkelijk’ collectief ‘afwezig’? Het is tekenend voor de propagandistische rol die de Nederlandse ‘corporate press’ ook in deze zaak speelt. Waarom waren mijn mainstream-collega’s met zijn allen niet geïnteresseerd in wat was uitgelekt? Waarom verzwegen zij die informatie voor hun publiek? Welk of wiens onuitgesproken belang behartigen zij? Waarom worden deze vragen niet publiekelijk bediscussieerd in een zogeheten ‘democratische rechtstaat,’ waar de vrijheid van meningsuiting bestaat? En misschien wel de belangrijkste vraag: waarom tonen zij hun kadaverdiscipline zo openlijk? In haar meesterwerk The Origins of Totalitarianism (1951) beklemtoonde Hannah Arendt dat:

Totalitarian government can be safe only to the extent that it can mobilize man’s own will power in order to force him into that gigantic movement of History or Nature which supposedly uses mankind as its material and knows neither birth nor death. 

The compulsion of total terror on one side, which, with its iron band, presses masses of isolated men together and supports them in a world which has become a wilderness for them, and the self-coercive force of logical deduction on the other, which prepares each individual in his lonely isolation against all others, correspond to each other and need each other in order to set the terror-ruled movement into motion and keep it moving. 

Just as terror, even in its pre-total, merely tyrannical form ruins all relationships between men, so the self-compulsion of ideological thinking ruins all relationships with reality. The preparation has succeeded when people have lost contact with their fellow men as well as the reality around them; for together with these contacts, men lose the capacity of both experience and thought. 

The ideal subject of totalitarian rule is not the convinced Nazi or the convinced Communist, but people for whom the distinction between fact and fiction (i.e., the reality of experience) and the distinction between true and false (i.e., the standards of thought) no longer exist.

Wat zo benauwend in deze beschrijving is dat Arendt diep besefte dat ‘de zelfdwang’ die inherent is aan ‘het ideologische denken, alle betrekkingen met de werkelijkheid verwoest.’ Juist dit proces voltrekt zich nu voor ‘onze’ ogen, als gevolg van de ideologische opvatting dat de Russen niet deugen, en ‘wij’ tot taak hebben het Kwaad in de wereld te vernietigen. Het manicheïsme is opnieuw de rechtvaardiging bij uitstek geworden om blind te zijn voor feiten die niet passen in het algemeen aanvaarde en bewust gecreëerde beeld. Het is een millennia-oude primitieve reflex. Het gevaar is dat juist deze mentaliteit het fascisme mogelijk maakt, of zoals Arendt stelt: 

De ideale onderdaan van een totalitaire heerschappij is niet de overtuigde Nazi of de overtuigde Communist, maar de mens voor wie het onderscheid tussen feit en fictie en het onderscheid tussen waar en onwaar niet langer meer bestaat.

De Nederlandse commerciële pers met de zelfbenoemde kwaliteitskranten voorop,  in handen van slechts een paar kapitaalkrachtige elites, zijn uit commerciële en ideologische overwegingen vandaag de dag druk doende ‘het onderscheid tussen feit en fictie, waar en onwaar’ te vernietigen. En mijn collega’s weten dit ook, getuige bijvoorbeeld Geert Mak’s woorden uit 2012:

Waar blijft, in deze chaos van telkens botsende en elkaar tegensprekende verhalen, de rol van de historicus? Zijn werk is — en ik volg nu de definitie van de Amerikaans/Hongaarse historicus John Lukacs — in de eerste plaats ‘het streven naar waarheid door het uitbannen van onwaarheid,’ 

om aansluitend het volgende op te merken:

Doen we dat genoeg? Nemen wij, chroniqueurs van het heden en verleden, onze taak, het ‘uitbannen van onwaarheid,’ serieus genoeg. Zeker in deze tijd? Ik vraag het me af. Op dit moment vindt op Europees en mondiaal niveau een misvorming van de werkelijkheid plaats die grote consequenties heeft.

Aldus de alom gelauwerde journalist Geert Mak, die in Nederland doorgaat voor ‘de populairste geschiedenisleraar van het land,’ en als het geweten van de polder niet meer uit de media weg te denken is. ‘Chroniqueurs van het heden en verleden,’ die hun ‘taak, het “uitbannen van onwaarheid,”’ geenszins ‘serieus genoeg’ nemen, creëren nu juist de voedingsbodem voor wat Arendt het ‘totalitarisme’ noemde. Als de waarheid of de werkelijkheid door de waan van de dag elk moment kan veranderen, dan is er geen enkele waarheid of werkelijkheid meer. Dan is de journalist ook niet meer geïnteresseerd in wat door de staat geheim wordt gehouden, en dat terwijl ‘power tends to corrupt, and absolute power corrupts absolutely. Great men are almost always bad men,’ zoals het Britse parlementslid Lord Acton in de negentiende eeuw opmerkte. In verband met dit alles schreef Hannah Arendt:  

It has frequently been observed that terror can rule absolutely only over men who are isolated against each other and that, therefore, one of the primary concerns of all tyrannical government is to bring this isolation about. Isolation may be the beginning of terror; it certainly is its most fertile ground; it always is its result. This isolation is, as it were, pre-totalitarian; its hallmark (kenmerk. svh) is impotence insofar as power always comes from men acting together, ‘acting in concert’ (Burke); isolated men are powerless by definition. 

Isolation and impotence, that is the fundamental inability to act at all, have always been characteristic of tyrannies. Political contacts between men are severed in tyrannical government and the human capacities for action and power are frustrated. 

But not all contacts between men are broken and not all human capacities destroyed. The whole sphere of private life with the capacities for experience, fabrication and thought are left intact. We know that the iron band of total terror leaves no space for such private life and that the self-coercion of totalitarian logic destroys man’s capacity for experience and thought just as certainly as his capacity for action. 

What we call isolation in the political sphere, is called loneliness in the sphere of social intercourse. Isolation and loneliness are not the same. I can be isolated — that is in a situation in which I cannot act, because there is nobody who will act with me — without being lonely; and I can be lonely — that is in a situation in which I as a person feel myself deserted by all human companionship — without being isolated. 

Isolation is that impasse into which men are driven when the political sphere of their lives, where they act together in the pursuit of a common concern, is destroyed… 

In isolation, man remains in contact with the world as the human artifice; only when the most elementary form of human creativity, which is the capacity to add something of one’s own to the common world, is destroyed, isolation becomes altogether unbearable… 

While isolation concerns only the political realm of life, loneliness concerns human life as a whole. Totalitarian government, like all tyrannies, certainly could not exist without destroying the public realm of life, that is, without destroying, by isolating men, their political capacities. But totalitarian domination as a form of government is new in that it is not content with this isolation and destroys private life as well. It bases itself on loneliness, on the experience of not belonging to the world at all, which is among the most radical and desperate experiences of man. 

Loneliness, the common ground for terror, the essence of totalitarian government, and for ideology or logicality, the preparation of its executioners and victims, is closely connected with uprootedness and superfluousness which have been the curse of modern masses since the beginning of the industrial revolution and have become acute with the rise of imperialism at the end of the last century and the break-down of political institutions and social traditions in our own time. 

To be uprooted means to have no place in the world, recognized and guaranteed by others; to be superfluous (overtollig. svh) means not to belong to the world at all. Uprootedness can be the preliminary condition for superfluousness, just as isolation can (but must not) be the preliminary condition for loneliness.


Laat ik een concreet voorbeeld geven van Arendt’s knappe theoretische uiteenzetting. Zij stelt dat ‘terreur alleen absoluut kan heersen, op voorwaarde dat mensen geïsoleerd tegenover elkaar staan, en dat daarom één van de primaire doelen van elk tiranniek systeem is om dit isolement teweeg te brengen.’ Dit is precies de tactiek van de Nederlandse zogeheten ‘vrije pers’ met betrekking tot dissidente journalisten. Terecht constateert Joost Niemöller, mede op grond van zijn eigen ervaringen, dat elke kritische journalist in de MH17-zaak onmiddellijk uitgemaakt wordt voor ‘complotgek,’ een ‘Poetin lover,’ of een ‘trol.’  Hij voegt hieraan toe:

Iedere nuance, iedere poging tot kritiek wordt uit de berichtgeving gehouden.

Nu, beter is misschien te zeggen dat deze kritische houding er al nooit geweest was bij de Nederlandse media, maar de agressieve vorm die het nu heeft aangenomen, de verstikkende deken die er nu over het dossier hangt, de aanvallen op kritische volgers van het dossier, is werkelijk ongekend en angstaanjagend. Zo kan er niet eens meer het begin van waarheidsvinding zijn. De Nederlandse media hebben zich massaal zelfcensuur opgelegd. De critici worden de mond gesnoerd. Iets wat in Nederland de Russen steeds wordt verweten, maar wat in werkelijkheid dus hier in ‘het vrije Westen’ plaatsvindt.

Dit ‘terroriseren’ van De Ander, de dissident, heeft uiteindelijk een politiek doel, namelijk het criminaliseren van burgers met afwijkende opvattingen of feiten, zodat alle ‘mensen geïsoleerd tegenover elkaar’ komen te ‘staan,’ waardoor een ‘totalitair systeem’ mogelijk wordt. Ik spreek uit ervaring wanneer ik stel dat de overgrote meerderheid van de Nederlandse journalisten die ik ken, zich hier niet eens van bewust is. Het is veeleer angst voor verlies aan inkomen en aanzien, en het verlangen door de macht te worden erkend, waardoor de zelfcensuur moeiteloos bij hen is geïnternaliseerd. De voormalige hoofdredacteur van Trouw en Vrij Nederland, Frits van Exter, de huidige voorzitter van de Raad voor de Journalistiek waarschuwde eens in een onbewaakt ogenblik dat burgers ‘wantrouwend [horen] te zijn tegenover de media,’ aangezien de ‘aandacht van de media natuurlijk voor een belangrijk deel wordt gestuurd,’ door niets anders dan ‘door de politieke machten. Dat geldt voor de nationale politiek, maar natuurlijk ook voor de internationale politiek.’ Als verklaring wees  hij erop dat dit ‘voor een deel te maken [heeft] met de vluchtigheid van het medium. Deels ook volgen de media elkaar, sommige zijn dominanter, en andere lijden aan kuddegedrag.’ Met als resultaat dat als:

je volgend bent, dan betekent dat als een autoriteit, of iemand die gekozen is om een bepaald gezag uit te oefenen, zegt 'ik vind dit een belangrijk onderwerp, daar gaan we nou es wat aan doen,' dat je dat ook bekijkt. De dingen waar hij het niet over heeft, die volg je dus minder.

Ook Van Exter sprak uit decennialange ervaring toen hij tenslotte concludeerde dat dit alles ‘voor een deel reflexmatig [werkt]. Reflexen zijn het, je bent daar geconditioneerd in.’ Zijn interview had als kop 'de conditionering van de kudde,’ en zonder overdrijven kan op grond van Angelsaksisch wetenschappelijk onderzoek gesteld worden dat de ‘geconditioneerde reflexen’ van zeker ook de polderpers voor ‘een belangrijk deel’ worden ‘gestuurd door de politieke machten.’ Die worden op hun beurt weer ‘gestuurd’ door de elites, en hun ‘deep state.’ Dit geheel wordt gepresenteerd als ‘democratie.’ Een totalitaire ‘democratie’ dat wel. En in een dergelijke ondemocratische context kan een medewerker van De Groene Amsterdammer en de Volkskrant zonder enige ophef te veroorzaken onder Hollandse mainstream-journalisten beweren dat een kritische Nederlandse journalist ‘terecht’  op een dodenlijst van Oekraïense extremisten staat omdat ‘Max (Van der Werff. svh) met terroristen’ samenwerkt. ‘Verbaast me dat het zolang duurde.’ Over dit soort ‘Propaganda Campagnes’ schreef de prominente Amerikaanse hoogleraar en cultuurcriticus Edward S. Herman in zijn boek Beyond Hypocrisy. Decoding The News In An Age Of Propaganda (1992):

Structurally-based bias and the power laws make the mass media extremely serviceable for system-supportive propaganda campaigns. This all works very naturally as the proprietors, advertisers, and government usually have parallel biases, and their experts and flak machines combine to push the media in the same direction. Thus the great Red Scare of 1919-1920 helped thwart (verijdelen. svh) a threatening unionization of major industries; the Red Scare of the Truman-McCarthy years (1948-1955) served to liquidate the old New Deal coalition and clear the ground for an aggressive pursuit of U.S. global interests under the guise of ‘containment’ and protecting ‘national security’; and the Soviet Threat could be rehabilitated to provide the rationale for the Reagan era stoking of the arms race and a cover for the upward redistribution of income. In the latter period, the terrorist threat, Kadaffi, the KGB-Bulgarian slot to kill the Pope, and the ‘barbaric’ Soviet shooting down of Korean airliner 007 in 1983 could all be brought on line in propaganda campaigns to reinforce the demands of the state. 

In all of these cases the mass media collaborated with the government to help engineer consent by means of propaganda outbursts that were built, in whole or in part, on lies. They were also built on Orwellian processes of doublethink: only selected incidents that served the state were subject to propaganda campaigns (Libya and Abu Nidal, not South Africa, Guatemala, Orlando Bosch, or Luís  Posada); only politically useful shutdowns of airliners aroused indignation and stimulated concentrated media coverage; and only selected cases of torture, murder, and aggression aroused concern. Crucial to the process was the reliance on the powerful and their accredited experts for information, and the exclusion of contesting viewpoints by dissidents and unaccredited experts. 

De MH17-zaak is hiervan een schoolvoorbeeld. Maar omdat in het kleine Nederland iedereen van de ander afhankelijk is, heerst hier het corrupte poldermodel, en ziet men doorgaans dat ook het universitaire wereldje ondanks al zijn mediastudies aan dit onderwerp geen serieus onderzoek besteedt. Alle kleine ego’s moeten door dezelfde deur naar binnen, terwijl het aantal te vergeven aanstellingen beperkt blijft. Wie niet meedoet, zet zichzelf buiten spel. Vandaar dat het Nederlandse academische wereld internationaal niets voorstelt. Op The World University Rankings 2020 staat de eerst genoemde Nederlandse universiteit op een beschamende 59ste plaats van ‘top universities.’  

In ons intellectueel moeras kan een lichtgewicht als Robert van de Noordaa op 17 maart 2020 het volgende twitteren:

Iemand spande een zaak aan tegen me bij de Raad voor de Journalistiek. Betreft wonderlijk genoeg geen artikel maar tweets. Raad zegt niet dat wat ik tweette niet waar is maar oordeelde dat ik onzorgvuldig handelde. Dit schreef NRC er over…


Het is alsof ‘we’ kijken naar Pieter Bruegel’s schilderij ‘De val van de blinden’ uit 1568. Nog steeds strompelen de blinden naar hun eigen ondergang. 'There is a fine line between calculation and deceit.' 




U.S. Threatens International Law Again

US Threatens Families Of Int'l Criminal Court Staff If They Try Americans For War Crimes


US Secretary of State Mike Pompeo has threatened the family members of International Criminal Court staff, vowing that Washington will take punitive action against them if the court tries American soldiers for war crimes.
Pompeo also announced an intensification of unilateral US sanctions on Iran and Syria, which are illegal under international law, and which are undermining the countries’ attempts to contain the coronavirus pandemic.
In March 2019, the Pompeo State Department threatened to revoke or deny visas to any International Criminal Court (ICC) personnel investigating crimes committed by American forces.
A year later, on March 5, 2020, the ICC took a defiant step forward, officially approving an investigation into allegations of war crimes and crimes against humanity committed by the US military and CIA in Afghanistan.
Pompeo responded by angrily condemning the court and its proceedings. His broadside was an apparent attempt at discrediting the institution, which the US government is not a party to.
In a subsequent State Department press briefing on March 17, Pompeo launched another tirade against the ICC, belittling it as a “so-called court,” a “nakedly political body,” and an “embarrassment.” Pompeo, who previously served as director of the CIAtook the denunciations a step further, threatening the family members of ICC staff.