Hoogste tijd om een voorlopige korte balans op te maken van de zionistische terreur die sinds de eerste week van oktober 2023 nu 21 maanden lang de Palestijnse burgerbevolking van de bezette Gaza Strook en de Westbank teistert. Wat allereerst opvalt is de uiterst wrede wijze waarop de met de NAVO gelieerde Israelische strijdkrachten te keer gaan, en zich daarbij niets aantrekken van de openlijke kritiek van de meerderheid van de acht miljard leden tellende wereldbevolking. Dit is het resultaat van de collectieve verdwazing van de 6,4 miljoen Joden in Israel, die zichzelf alleen nog kunnen identificeren als slachtoffers van de gojim. Aldus rechtvaardigt het zionistische gecultiveerde slachtofferschap van de afgelopen acht decennia de genocide van de Palestijnse bevolking. Op die manier weet de overgrote meerderheid van de in totaal wereldwijd 15,2 miljoen joden aan de eigen verantwoordelijkheid te ontsnappen. Dit tribale autisme leidt tot ‘afzondering en terughoudendheid, segregatie en apartheid,’ met alle psychologische en politieke gevolgen van dien. De ‘Joodse Apartheidsstaat’ manifesteert zich zo als een schoolvoorbeeld van het Europese fascisme en nazisme. Deze ontwikkeling is daarom zo gevaarlijk omdat de spanningen tussen Azië en het Westen steeds verder oplopen nu de voormalige koloniale imperia in Europa en Noord-Amerika in macht blijven inboeten, terwijl de hegemonie van Azië, — waar zeventig procent van de essentiële grondstoffen, markten en bevolkingscentra zijn geconcentreerd — in belang toeneemt, en desondanks de NAVO-woordvoerder van de VS in 2008 verklaarde dat ‘Wij Rusland tot aan de pijngrens [zullen] irriteren.’
De 47-jarige Italiaanse internationaal-recht-deskundige, Francesca Albanese, sinds 1 mei 2022 benoemd tot Speciaal Rapporteur van de Verenigde Naties voor de Bezette Palestijnse Gebieden, heeft na uitgebreid onderzoek het grootscheeps Israelisch geweld gedefinieerd als een ‘genocide’ tegen de Palestijnse burgerbevolking, een ernstig schending van het internationaal recht, vergelijkbaar met datgene wat de nazi’s in bezet Europa deden. Zij meldde daarover: ‘Na bijna zes maanden van niet aflatende Israëlische aanvallen op de bezette Gazastrook, is het mijn formele plicht om verslag uit te brengen over,’ datgene wat zij betitelde als 'De anatomie van een genocide.'
Eén van mijn belangrijkste bevindingen is dat het uitvoerende en militaire leiderschap en de soldaten van Israël opzettelijk de regels van het internationaal humanitair recht -- onderscheid, evenredigheid en voorzorg -- hebben verdraaid in een poging genocidaal geweld tegen het Palestijnse volk te legitimeren. Door doelbewust de definities van menselijke schilden, evacuatiebevelen, waarschuwingen, veilige zones, collateral damage en medische bescherming op te rekken, heeft Israël zijn beschermende functie als “humanitaire camouflage” gebruikt, met als gevolg dat het gedragspatronen verbergt, waaruit redelijkerwijs de enige gevolgtrekking kan zijn dat het hier een staatsbeleid betreft van genocidaal geweld tegen Palestijnen.
In het licht hiervan ben ik van mening dat er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat de drempel die aangeeft dat de misdaad van genocide tegen de Palestijnen als groep in Gaza is bereikt. Concreet heeft Israël drie genocide-daden gepleegd met de vereiste inhoud, waarbij ernstige lichamelijke of geestelijke schade is toegebracht aan de leden van de groep, waarbij opzettelijk levensomstandigheden zijn opgelegd aan de groep die bedoeld zijn om de fysieke vernietiging ervan geheel of gedeeltelijk te bewerkstelligen, en waarbij maatregelen worden opgelegd, bedoeld om geboorten binnen de groep te voorkomen.'
Opmerkelijk voor de half geïnformeerde buitenstaander is de historische continuïteit van de koloniale terreur die de westerse imperia sinds de vijftiende eeuw in toenemende mate hebben toegepast, en de huidige terreur van de ‘Joodse Staat’ in de door de Verenigde Naties aan de Palestijnse bevolking toegewezen Westbank en Gazastrook. Zo is één van de belangrijkste bevindingen van het VN-Rapport 'The Anatomy Of a Genocide,' geschreven door de Speciale Rapporteur van de VN, Francesca Albanese, over Gaza, dat Israël het Internationaal Humanitair Recht strategisch heeft misbruikt als ‘humanitaire camouflage,’ in een poging het zionistische genocidale geweld in Gaza te legitimeren. Dit mag dan wel opvallend zijn voor de buitenstaander, maar bij nadere beschouwing ontdekt de geïnteresseerde een onmiskenbaar patroon in de politieke machtsstrijd. Ter verduidelijking: ‘Genocide is de doelbewuste en systematische vernietiging, geheel of gedeeltelijk, van een etnische, raciale, religieuze of nationale groep. De term werd in 1944 bedacht door Raphael Lemkin. Het wordt in artikel 2 van het Verdrag inzake de voorkoming en bestraffing van genocide (CPPCG) van 1948 gedefinieerd als “elk van de volgende daden gepleegd met de bedoeling om, geheel of gedeeltelijk, een nationale, etnische, raciale, of religieuze groepering als zodanig: het doden van leden van de groep; het veroorzaken van ernstige lichamelijke of geestelijke schade aan de leden van de groep; het opzettelijk toebrengen van de levensomstandigheden van de groep, bedoeld om de fysieke vernietiging ervan geheel of gedeeltelijk teweeg te brengen; om geboorten binnen de groep te voorkomen [en] het onder dwang overbrengen van kinderen van de groep naar een andere groep.”
De preambule van de CPPCG stelt dat “genocide een misdaad is onder het internationaal recht, in strijd met de geest en doelstellingen van de Verenigde Naties en veroordeeld door de beschaafde wereld,” en stelt tevens dat “genocide in alle perioden van de geschiedenis grote verliezen heeft toegebracht aan de mensheid.”’
https://en.wikipedia.org/wiki/Genocides_in_history
Met andere woorden: ondanks de beweringen van de Duitse en Israelische autoriteiten is de Joodse Holocaust geenszins uniek, maar een millennia-oud fenomeen, waardoor de huidige genocidale aanvallen van de zelfbenoemde ‘Joodse’ staat Israel niet onverklaarbaar zijn. De genocidale strategie van Netanyahu’s Israel lijkt als twee druppels water op de terreur van Hitler’s nazi-regime.
‘A Moment of Truth’ is de titel van een essay dat de Joods Israëlische auteur Amos Oz schreef voor zijn bundel The Slopes of Lebanon (1990), over de ‘diepste angsten, hoop en vooroordelen’ van de zionisten in Israel. Toen ik Oz begin jaren negentig in zijn woonplaats Arad aan de noordoostkant van de Negev interviewde, betrad ik het mythische land van de hedendaagse zionisten, waarover Joden millennia-lang zwegen, omdat de toenmalige religieuze fundamentalisten met hun opstand tegen het Romeinse bestuur een einde maakten aan het eigen ‘Joodse Rijk.’ Tweeduizend jaar later speelt de strijd tussen mythe en werkelijkheid opnieuw een centrale- en uiterst bloedige rol in het bestaan van de zionisten, en daarmee in zowel het leven van de Joden in Israel als in het bestaan van de zogeheten ‘diaspora joden,’ verspreidt over de vijf continenten. Oz begint in ‘Een Moment van Waarheid’ met de aanname: ‘De bezetting van de gebieden tijdens de Zesdaagse Oorlog bracht ons naar zo'n moment van waarheid. Het dwong Israël een operationeel besluit te nemen over een kwestie van theologische, ideologische en morele dimensies. Achter de controverse over de toekomst van de gebieden schuilde een veel diepere vraag: waarvoor zijn wij hierheen gekomen? Het antwoord op die vraag werd, net als andere beslissingen, uitgesteld en onderdrukt op grond van de stelling: “Hoe dan ook, er is niemand om mee te praten aan de Arabische kant” en “We zullen die brug oversteken als we zover zijn.” Omdat het erop leek dat het antwoord op de vraag waar Israel’s grenzen liggen, kon wachten (“totdat er een telefoontje is van de Arabieren,” zoals Moshe Dayan placht te zeggen), vermeden we het probleem van wie wij zijn, en waarvoor wij hier zijn gekomen, vragen die niet los kunnen worden gezien van het probleem van de toekomst van de [bezette. svh] gebieden, het doel van de oorlog en de waarde van vrede.
Daarna kwam de schok van de Jom Kipoeroorlog, die een eerste betaling voor deze repressie (van de Palestijnen. svh) eiste. Dit werd gevolgd door het bezoek van Sadat en het vredesverdrag met Egypte, en vervolgens door de (Israelische. svh) verschrikkingen in Libanon. Er waren bepaalde aanwijzingen dat de Arabieren bereid waren het bestaan van Israël te aanvaarden (onder omstandigheden die voor de meerderheid van de Israëliërs onaanvaardbaar waren); Tegelijkertijd ontstonden er nieuwe ideologieën over het voordeel van het joodse leven in de diaspora. Emigratie (uit Israel. svh) werd een massaverschijnsel, en toch bleef Israël de vraag naar het doel en de inhoud van zijn bestaan onderdrukken en beslissingen over zijn basisplannen en blauwdruk vermijden. In plaats daarvan concentreerde de controverse zich op de ondiepe wateren van de “grenzen van de macht,” van wat “realistisch” is en wat niet. Het lijkt onmogelijk om de vraag naar onze doelstellingen te beantwoorden zonder eerst het dilemma van de grenzen van de macht op te lossen. Waar ligt de kracht van Israël? Wat is de bron ervan? Kunnen we er voor altijd op vertrouwen? Wij moeten dit allemaal bespreken om de weg te effenen voor een discussie over wie wij zijn, wat wij willen zijn, en welke bron van autoriteit er moet zijn: de wil van de bevolking of de religieuze geboden.
Wie zich ook maar enigszins verdiept in het tot stand komen van de zionistische staat, ontsnapt niet aan het besef hoe naïef en hypocriet de linkse zowel als de rechtse zionisten waren en nog steeds zijn. Zo vertelde de zionistische voorman Chaim Weizmann, Israel’s eerste president, al in 1907: ‘Een staat kan niet per decreet worden gecreëerd, maar door de krachten van een volk en in de loop van generaties. Zelfs als alle regeringen van de wereld ons een land zouden geven, zou het slechts een geschenk van woorden zijn. Maar als het Joodse volk Palestina gaat bouwen, zal de Joodse Staat een realiteit worden – een feit.’ Dat het land niet van de zionisten was, speelde ook voor deze succesvolle, in Wit Rusland geboren biochemicus, geen enkele betekenisvolle rol, want zoals hij in 1937 het Zionistisch Congres over de oorspronkelijke Palestijnse bevolking vertelde ‘De ouderen zullen overlijden; zij zullen hun lot dragen, of niet. Zij waren stof, economisch en moreel stof, in een wrede wereld… "Sheerith Hapleta," slechts een tak zal overleven. Ze zullen het moeten accepteren. De rest moeten zij aan de toekomst overlaten – aan de jeugd. Als ze voelen en lijden, zullen ze de weg aan het einde der tijden vinden.’
Weizmann’s zionistische zienswijze getuigde van hetzelfde gebrek aan wijsheid en empathie die zo kenmerkend was voor Adolf Hitler’s visie toen de nazi-leider aan het einde van zijn Obersalzberg Rede op 22 Augustus 1939, een week voorafgaand aan de Duitse invasie van Polen, verklaarde: ‘Wer redet heute noch von der Vernichtung der Armenier?’ ‘Wie spreekt vandaag de dag nog over de vernietiging van de Armenen?’
Lafheid is altijd de overlevingsstrategie geweest van de macht. Daarom durfde de westerse mainstream-journalistiek decennialang niet te vermelden dat David Ben-Goerion anno 1937 in een brief aan zijn zoon Amos had opgemerkt dat ‘een Joodse staat op slechts een deel van het land niet het einde is, maar het begin’ en wel ‘omdat we daardoor onze kracht vergroten.’ Immers, de ‘vestiging van een staat — al is het maar op een deel van het land — is de maximale versterking van onze kracht op dit moment en een krachtige impuls voor onze historische inspanningen om het hele land te bevrijden.’ Vanaf het begin werden de Palestijnse boeren en handelaren, de herders en vissers, gezien als bezetters, die voor de moordende Joodse zionisten geen enkel recht op hun eigen grond bezaten. Nog vóór de stichting van de staat Israel werden in het geheim militaire acties beraamd om ‘Eretz Israel,’ het ‘Groot Israel’ van de Nijl tot de Eufraat te ‘bevrijden.’ Dit enorm groot gebied moest volledig etnisch worden gezuiverd zodat de joden Lebensraum zouden verwerven. In 1938 wees Ben-Goerion dan ook tijdens een toespraak: ‘Laten wij de waarheid onder elkaar niet negeren... politiek gezien zijn wij de agressors en zij verdedigen zichzelf... Het land is van hen, omdat zij het bewonen, terwijl wij hierheen willen komen om ons te vestigen.’ Na de stichting van de staat Israel in mei 1948, terwijl de etnische zuivering van Palestina nog in volle gang was, schreef Ben-Goerion op 18 juli 1948 in zijn dagboek ‘Wij moeten er alles aan doen om ons te verzekeren dat zij (de Palestijnen. svh) nooit meer terugkeren.’ Als eerste premier van het land verklaarde hij: ‘Als ik een Arabische leider was, zou ik nooit een overeenkomst met Israël ondertekenen… wij hebben hun land ingenomen. Het is waar dat God het ons heeft beloofd, maar hoe zou dat hen kunnen interesseren? Onze God is niet de hunne. Er is antisemitisme geweest, de nazi's, Hitler, Auschwitz, maar was dat hun schuld? Ze zien maar één ding: wij zijn gekomen en wij hebben hun land gestolen. Waarom zouden ze dat accepteren?’
Deze woorden spreken voor zichzelf. In 2004 verklaarde Benny Morris, de meest prominente Israëlische historicus, wiens geschiedschrijving, volgens eigen zeggen, ‘is gebaseerd op vele documenten, waarvan de meeste afkomstig zijn uit de archieven van de Israel Defense Forces,’ dat: ‘het nieuwe materiaal laat zien dat er veel meer Israëlische bloedbaden hebben plaatsgevonden dan ik eerder had gedacht. Tot mijn verbazing waren er ook veel gevallen van verkrachting. In de maanden april-mei 1948 kregen eenheden van de Haganah (de linkse voorganger van de Israëlische strijdkrachten. svh) operationele orders waarin expliciet stond dat zij de dorpelingen moesten ontwortelen, verdrijven en de dorpen zelf moesten vernietigen.’ In 2004 verklaarde de gezaghebbende Morris: 'Ben-Gurion had gelijk... Zonder de ontworteling van de Palestijnen zou hier geen Joodse staat zijn ontstaan… onder bepaalde omstandigheden is het verdrijven geen oorlogsmisdaad… Je kunt geen omelet maken zonder eieren te breken. Je moet je handen vuil maken. Ik ben van oordeel dat [Ben-Goerion] in 1948 een ernstige historische fout maakte. Hoewel hij het demografische vraagstuk begreep en de noodzaak van het vestigen van een Joodse staat zonder een grote Arabische minderheid, werd hij tijdens de oorlog bang. Op het laatst aarzelde hij… Ik weet dat dit de Arabieren en de ruim denkenden en de politiek correcte types verbijsterd. Maar mijn gevoel is dat deze plaats rustiger zou zijn en minder lijden zou kennen als de zaak eens en voor altijd opgelost was geweest… Als het eind van het liedje mistroostig blijkt te zijn voor de Joden dan zal dit zijn omdat Ben Goerion de verdrijving in 1948 niet voltooide. Omdat hij een groot en veranderlijke demografische reserve op de Westbank en Gaza en binnen Israël zelf achterliet.’
Dit is de kern van het zionistisch probleem: de meerderheid van de Joden in Israel is voor een gojim-vrij ‘Lebensraum,’ een getto waar geen enkele niet-Jood leeft, Christen dan wel Islamiet. Vandaar dat het zionistisch regime al tijdenlang een politiek van verdeel en heers voert, eerst om de PLO uit te schakelen en nu om Hamas te vernietigen. The Times of Israel: ‘Jarenlang hebben de verschillende regeringen onder leiding van Benjamin Netanyahu een beleid gevolgd die de macht verdeelde tussen de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever — waarbij president Mahmoed Abbas van de Palestijnse Autoriteit op de knieën werd gebracht terwijl hij stappen ondernam die de Hamas-terreurgroep steunden.
Het idee was om te voorkomen dat Abbas — of iemand anders in de regering van de Westelijke Jordaanoever van de Palestijnse Autoriteit — vooruitgang zou boeken in het oprichten van een Palestijnse staat. Bovendien ‘staat Israel het sinds 2018 toe dat koffers met miljoenen Qatarese contanten Gaza binnenkomen via zijn grensovergangen...'
Hamas’ militaire leiders functioneren al dan niet bewust als pionnen van de Mossad, met als onvermijdelijk gevolg dat de verzetsorganisatie corrupt is geraakt. Het verbaasde dan ook geen enkele serieuze waarnemer dat Israel’s kwaliteitskrant Haaretz op 9 oktober 2023 Netanyahu nog eens als volgt citeerde: ‘Een ieder die de oprichting van een Palestijnse staat wil dwarsbomen, moet de versterking van Hamas steunen en geld overmaken naar Hamas,’ aldus de zionistische machiavellist in maart 2019 op een bijeenkomst van de Knesset-leden van zijn Likoed-partij. ‘Dit maakt deel uit van onze strategie om de Palestijnen in Gaza te isoleren van de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever.’ Het onmogelijk maken van een Palestijnse staat in het voormalige Britse mandaatgebied Palestina is al vanaf het begin van het interbellum, een eeuw geleden, het doel geweest van de zionistische beweging.
Deze werkelijkheid werd al in oktober 1945 haarscherp geanalyseerd door de toen nog zioniste van het eerste uur, Hannah Arendt, één van de grootste joods Europese politieke denkers van de twintigste eeuw. In het essay Het Zionisme Bij Nader Inzien schreef Hannah Arendt twee jaar voor de verschijning van het VN-Verdelingsplan in 1947:
‘Het eindresultaat van vijftig jaar zionistische politiek is belichaamd in de recente resolutie van de grootste en invloedrijkste afdeling van de Zionistische Wereldorganisatie. Tijdens de laatste jaarlijkse conventie in Atlantic City in oktober 1944 namen Amerikaanse zionisten van links tot rechts unaniem de eis aan voor een “vrije en democratische Joodse staat” die “geheel Palestina zal omvatten, onverdeeld en onverminderd.” Dit is een keerpunt in de Zionistische geschiedenis, want het betekent dat het revisionistische programma, zo lang en bitter verworpen, uiteindelijk gewonnen heeft. De resolutie van Atlantic City gaat zelfs een stap verder dan het Biltmore Programma (1942), waarin de joodse minderheid minderheidsrechten had toegekend aan de Arabische meerderheid. Ditmaal werden de Arabieren in de resolutie simpelweg niet genoemd, wat hun — dat moge duidelijk zijn — de keuze laat tussen vrijwillige emigratie of tweederangs burgerschap… Deze doelen blijken nu volledig identiek te zijn aan die van de extremisten wat betreft de toekomstige politieke inrichting van Palestina. Het is de doodsklap voor die Joodse groeperingen in Palestina zelf die onvermoeibaar hebben gepleit voor een vergelijk tussen de Arabische en de Joodse bevolking. Anderzijds zal het de meerderheid onder het leiderschap van Ben-Goerion aanzienlijk versterken,’ zo besefte Arendt al driekwart eeuw geleden. Immers, ‘door de resolutie zo bot te verwoorden op een moment dat hun geschikt leek, hebben de zionisten voor een lange tijd iedere kans op onderhandelingen met de Arabieren verspeeld, want wat de zionisten ook mogen aanbieden, ze zullen niet vertrouwd worden. Dit zet op zijn beurt de deur wijd open voor een macht van buiten om het heft in handen te nemen zonder de twee meest betrokken partijen te raadplegen. De zionisten hebben nu daadwerkelijk alles gedaan om een onoplosbaar “tragisch conflict” te creëren, dat alleen kan worden beëindigd door het doorhakken van de Gordiaanse knoop. Het zou erg naïef zijn om te geloven dat het doorhakken van die knoop altijd in het voordeel van de Joden zou uitpakken en ook is er geen enkele reden om aan te nemen dat het zou resulteren in een duurzame oplossing.’
En juist dit is het resultaat van de vele decennia durende gewelddadige hubris van een kleine kliek Joodse ideologen die meenden dat het nu hun beurt was om de macht te grijpen. ‘Ondertussen,’ zo schreef Amos Oz met betrekking tot ‘de grenzen van de macht,’ is ‘de macht in onze handen zo verdraait geraakt dat het ons corrumpeert.’ Hij wijst daarbij op het feit dat ‘sinds de dagen van het Boek Genesis er in het Judaïsme een strijd gaande is tussen het xenofobe tribalisme (“met zijn lofzangen aan God in hun keel en tweesnijdende zwaarden in hun handen om wraak te nemen op andere naties”) en een open, universalistische houding (“Zijn jullie niet zoals de Ethiopiërs voor mij, o kinderen van Israël”).
Ter verduidelijking: 'Is het Joodse volk nog steeds het uitverkoren volk?'
Door Rabbijn mr. drs. R. Evers -
15 mei 2024
We maken moeilijke tijden mee maar dit is niet de eerste keer dat dit ons overkomt. Van een leerling kreeg ik een interessant historisch overzicht van alle oude beschavingen, die het Joodse volk wilden uitroeien. Natuurlijk zijn wij het kleinste volk.
Het geringste volk
Dit is een Bijbelse uitspraak die nooit zal veranderen (Deut. 7:6-7): "Want u bent een heilig volk voor uw G‘d. Uw G‘d, heeft ú uitgekozen uit alle volken op de aardbodem om voor Hem tot een volk te zijn dat Zijn persoonlijk eigendom is. Niet omdat u groter was dan al de andere volken heeft G’d liefde voor u opgevat en u uitgekozen, want u was het kleinste van al de volken.”
Het lijstje volkeren dat ons wilde vernietigen, is indrukwekkend. Het begon met het oude Egypte, de Filistijnen, Assyrië, Babylonië, het rijk der Perzen, Griekenland, het Romeinse rijk, de Byzantijnen, de Kruisvaarders, de Spanjaarden en de inquisitie, Nazi Duitsland etc. etc. tot en met Iran. Al deze wereldmachten zijn verdwenen. Alleen het Joodse volk is gebleven en volgens het onderschrift kwam dit omdat we een ‘Vriend’ in de hoogste regionen hebben. Baroech HaSjeem – G’dzijdank!
Is het Joodse volk iets bijzonders?
De profeet Amos heeft hier zo zijn eigen gedachten over (9:7): “Zijn jullie voor mij soms meer dan de Ethiopiërs, o Israël? – spreekt G’d. Ik heb jullie uit Egypte weggeleid, maar ook de Filistijnen uit Kreta en de Arameeërs uit Kir.”
De vergelijking van Israël met Ethiopiërs kan op verschillende manieren begrepen worden:
1. Net zoals Ethiopiërs afstammen van Noach, stammen jullie af van Noach. Jullie zijn niets bijzonders wanneer jullie je niet bewijzen door bijzondere daden waardoor jullie je onderscheiden van de rest van de wereld. G‘d spoort het Joodse volk in deze uitleg aan tot religieus beter gedrag dan de rest van de mensheid. Pas dan verdienen ze de titel van het uitverkoren volk. Beroemen jullie je er niet op, dat speciaal jullie weggevoerd zijn door G’d uit Egypte: ook de Filistijnen zijn bevrijd uit Kreta en de Arameeërs uit Kir!
2. Ethiopiers vallen door hun huidskleur op. Zo ook moet het Joodse volk door zijn goede gedrag, zijn G’dsvrezendheid en menslievendheid opvallen.
Het blijft een uitdaging
Ook de bekende filosoof Rabbi Jehoeda Hallevi (12e eeuw, Tudela en Jeruzalem) wijst zijn joodse medemens op zijn verantwoordelijkheid voor de wereld als geheel. G‘ds uitverkoren volk zijn heeft grote consequenties. Het was een uitdaging in de Oudheid, in de Middeleeuwen en het blijft een uitdaging tot op de dag van vandaag. Onze gehechtheid aan de enige, levende G-d was de bron van ons overleven. Geen enkel ander volk is het gelukt om een ballingschap van tweeduizend jaar te overleven zonder assimilatie.
Maar Amos gaat verder (ibid 9:8): “G’ds ogen zijn gericht op dit zondige koninkrijk. Ik zal het van de aardbodem wegvagen, maar ik zal niet het hele volk van Ja’akov vernietigen — spreekt G’d.” De zondige koninklijke elite verdwijnt. Het volk zal echter altijd blijven bestaan. Maar is G’ds verbond met het volk Israël niet ooit opgeheven?
https://www.christenenvoorisrael.nl/artikelen/is-het-joodse-volk-nog-steeds-het-uitverkoren-volk
Dit demonstreert wederom de paradoxale chaos in het Joods religieuze denken, dat niet meer is dan een bijgeloof. En zoals er mensen bestaan die geloven Napoleon Bonaparte te zijn een vorm van waanzin is, blijft ook het Joodse geloof in een God die ergens in de oneindigheid van tijd en ruimte nomadische stammen tot ‘uitverkoren volk’ koos, louter en alleen gebaseerd op collectieve krankzinnigheid. Desalniettemin rechtvaardigde God’s zogenaamde keuze dat ook nog eens op niets was gefundeerd, de eerst beschreven genocide van zes volkeren die al millennia-lang in Palestina leefden, lang voordat de moordlustige Joden aan de horizon opdoemden.
Het gedeelte in Deuteronomium in het Oude Testament, de Joodse Thora, over "alles wat adem heeft" dat vermoord moest worden, 'verwijst naar het verbod op het doden van alles wat leeft in de steden die de Israëlieten zullen innemen in het land Kanaän. Dit betekent dat de Israëlieten de opdracht kregen om geen levende wezens, inclusief mensen, te sparen.'
Meer gedetailleerd:
'Deuteronomium 20:16: stelt: "Maar van de steden dezer volken, die u de HEERE, uw God, ten erve geeft, zult gij niets laten leven, dat adem heeft.”
Deze tekst is onderdeel van de instructies die God aan Mozes gaf over hoe de Israëlieten het land Kanaän moesten veroveren.
De opdracht om alles wat adem heeft te doden was een onderdeel van de cherem, een religieuze vernietigingsoorlog.
Dit gebod wordt door sommige geleerden gezien als een indicatie van de harde realiteit van oorlog en de noodzaak om de vijand volledig te verslaan. Anderen interpreteren het als een uiting van de intense strijd tussen God en de afgodendienaren in Kanaän.
16 Van de steden van de volken die ín Kanaän wonen en die de Heer God aan jullie gaat geven, mogen jullie niemand in leven laten. 17 Jullie moeten alle Hetieten, Amorieten, Kanaänieten, Perezieten, Hevieten en Jebusieten doden, zoals de Heer jullie heeft bevolen. 18 Als jullie hen in leven laten, zullen jullie door hen dezelfde verschrikkelijke dingen gaan doen die zij doen voor hun goden en die de Heer God jullie heeft verboden.
19 Als jullie lange tijd een stad omsingeld houden omdat jullie die stad willen veroveren, mogen jullie niet de fruitbomen rond die stad omhakken. Want die zijn om van te eten. Jullie mogen ze niet omhakken om er een belegeringswal mee te bouwen. 20 Alleen bomen waaraan geen eetbare vruchten groeien, mogen jullie omhakken om er een belegeringswal van te bouwen om die stad te veroveren.
Jullie moeten alle Hetieten, Amorieten, Kanaänieten, Perezieten, Hevieten en Jebusieten doden, zoals de Heer jullie heeft bevolen. 18 Als jullie hen in leven laten, zullen jullie door hen dezelfde verschrikkelijke dingen gaan doen die zij doen voor hun goden en die de Heer God jullie heeft verboden.’
https://basisbijbel.nl/deuteronomium/20
Maar hiermee kwam geen einde aan de Joodse dwaasheden. Integendeel. Meer daarover de volgende keer. De stelling dat het 'Geen enkel ander volk is gelukt om een ballingschap van tweeduizend jaar te overleven zonder assimilatie,' is niet iets om trots op te zijn, maar heeft de Joden in de grootste moeilijkheden gebracht.
'Zionistische Joden zijn eeuwenlang een nomadisch volk geweest, tot op de dag van vandaag. Overal waar ze zich vestigden, werden ze uiteindelijk veracht door de gemeenschap en vervolgens door het gastland verdreven. Waarom kunnen ze zich niet goed aanpassen aan de gemeenschap?'








