https://twitter.com/MaxBlumenthal/status/1728260126325535208
Rechtsfilosofe Heikelina Verrijn Stuart anno 2010 in het Nederlands Juristen Blad:
Israël rechtvaardigt de aanval op Gaza met het argument van zelfverdediging en wordt daarin door de Nederlandse regering tot op heden gesteund. Wat er ook te zeggen valt over de raketbeschietingen door Hamas vanuit Gaza – of men deze als onrechtmatige aanvallen beschouwt of als een laatste middel in de strijd van een ingesloten volk – het beroep op zelfverdediging is op zichzelf onvoldoende. Israël zelf laat zich aan het vereiste van proportionaliteit niets gelegen liggen, zo blijkt uit de door generaal Eisenkot, de militair secretaris van de voormalige premier Ehud Barak, in oktober 2008 gepresenteerde ‘Dahiyah Doctrine.’ Na de aanval in Libanon in 2006 waarbij 1000 mensen, vrijwel uitsluitend burgers, werden gedood in de buitenwijk Dahiyah, die werd beschouwd als Hezbollah bolwerk, had Israël een militair probleem. Ondanks het grootschalig geweld, was Israël er niet in geslaagd de raketbeschietingen te stoppen. En dus kondigde generaal Eisenkot op 3 oktober 2008 in het Israëlische dagblad Yedioth Ahronoth aan Hamas anders te zullen aanpakken. ‘We zullen disproportioneel geweld gebruiken tegen ieder dorp van waaruit schoten worden gelost op Israël, en we zullen immense schade en vernietiging teweegbrengen. Vanuit ons gezichtspunt zijn zij geen burgerdorpen, zij zijn militaire bases. Dit is geen aanbeveling, dit is een plan dat reeds is geautoriseerd.’ In een rapport voor het Instituut voor Nationale Veiligheid van de universiteit van Tel Aviv onderstreept kolonel Gabriel Siboni, even onverbloemd, dat het antwoord op de raketaanvallen de ‘disproportionele aanval is in het hart van de zwakke plek van de vijand, waarbij pogingen de lanceringcapaciteit te schaden op de tweede plaats komt.’
E
ssay on the legal aspects of Operation Cast Lead, 2009, by
Israel against Gaza.
Published in Dutch.
https://www.palestinechronicle.com/26148-2/
Na de genocidale bombardementen op de Palestijnse burgerbevolking in Gaza is nu de vraag onontkoombaar: hoe is het te verklaren dat driekwart eeuw na de Holocaust de strijdkrachten van de ‘Joodse staat’ Israel dezelfde genocidale misdaden kunnen begaan als destijds de Nazi’s?Sterker nog: wat is de verklaring voor het feit dat al in mei 1948, dus slechts drie jaar na de Holocaust, Joodse Zionisten bloedbaden aanrichtten onder ongewapende Palestijnse boeren en vissers?
De Vlaamse journalist en vredesactivist Ludo de Brabander schreef 17 jaar geleden, begin 2006, over de toenmalige Israelische premier Ariel Sharon:
een man van de vrede noemen is niet zomaar een verbloeming van de werkelijkheid, maar een ronduit leugenachtige manipulatie van de ware feiten. Een grondige terugblik op zijn militaire en politieke carrière kan alleen maar doen besluiten dat Sharon maar één status verdient en dat is deze van oorlogsmisdadiger die achter de tralies hoort. Hij was daar overigens zeer consequent in, al van jongs af aan.
Sharon begon zijn drieste carrière als lid van de Alexandroni-Brigade van de Hagana-militie die in opspraak kwam omwille van een slachting in Tantura, een Palestijns dorp ten zuiden van Haifa, in mei 1948. Enkele jaren later werd hij officier en leidende commandant van eenheid 101, verantwoordelijk voor ‘vergeldingsacties tegen het Arabisch terrorisme.’ In augustus 1953 vonden naar schatting 50 vluchtelingen als gevolg van zo’n actie de dood in het kamp El Bureij (het ging om willekeurig geweld, door o.a. het gooien van granaten door de ramen).
In oktober van hetzelfde jaar was het de beurt aan het dorp Qibya. 69 burgers, onder wie vrouwen en kinderen, werden afgeslacht, 45 huizen werden met de grond gelijk gemaakt. Militaire waarnemers van de VN hebben de aanval als ‘gruwelijk’ omschreven. Het magazine Time stelde dat Sharons soldaten ‘elke man, vrouw en kind neerschoten die ze konden vinden. Het geschreeuw van de stervenden was te horen midden de explosies.
Het Amerikaans ministerie van Buitenlandse Zaken stelde dat de ‘verantwoordelijken rekenschap behoorden af te leggen.’ Sharon was evenwel niet onder de indruk en hij zou straffeloos doorgaan met het plegen van oorlogsmisdaden.
Sabra en Shatila. https://www.aljazeera.com/news/2022/9/16/sabra-and-shatila-massacre-40-years-on-explainer
Tijdens de Brits-Franse campagne om het Suez-Kanaal te veroveren op Egypte zouden naar schatting 270 Egyptische krijgsgevangenen en enkele Soedanezen zijn vermoord door Israëlische paratroepen. Eén van de verantwoordelijke officieren was… Ariel Sharon.
Als hoofd van het zuidelijk commando van het Israëlische leger was hij alleen al in augustus 1971 verantwoordelijk voor de vernietiging van 2.000 huizen in de Gaza-strook. Als minister van Defensie leidde Ariel Sharon de Israëlische invasie in Libanon – met de eufemistische naam ‘vrede voor Gallilea’ — die moest leiden tot de ontmanteling van de PLO. Deze campagne zou het leven kosten aan vele duizenden Palestijnen en Libanezen, onder wie 40 procent minderjarigen. Dramatisch dieptepunt was de slachting in de kampen Sabra en Shatila van 16 tot 18 september 1982 door de Falangisten in door het Israëlische leger gecontroleerd gebied. Het Rode Kruis telde 2.750 lijken. Het jaar daarop zou de Israëlische parlementaire Kahan Commissie Defensieminister Sharon ‘indirect verantwoordelijk’ achten voor deze slachtpartijen. De affaire zou slechts tijdelijk zijn politieke carrière schaden. Al vanaf 1984 verscheen hij terug op het politieke toneel, en vervulde hij diverse ministerposten. Van 1990 tot 1992 en nogmaals in 1996 zou hij als verantwoordelijk minister zorgen voor de drastische uitbouw van de Joodse nederzettingen in de Palestijnse bezette gebieden. Van 1993 tot 1999, de periode die tegen de werkelijkheid in het ‘vredesproces’ werd genoemd, verdubbelde het aantal kolonisten in Palestijns gebied en kwamen er 30 nieuwe nederzettingen bij. Een van de belangrijkste architecten daarvan was opnieuw Ariel Sharon. Volgens een verslag van het Franse persagentschap Agence France Presse (15 november 1998) sprak Sharon als minister van Buitenlandse Zaken tijdens een meeting met de extreemrechtse Tsometpartij de volgende woorden: ‘Iedereen moet zich inzetten om zoveel mogelijk heuveltoppen te veroveren als we maar kunnen om de nederzettingen te vergroten, want alles dat we nu nemen zal van ons blijven.’ Een maand eerder had de regering Netanyahu het Wye River Memorandum getekend, waarin Israël beloofde om de bouw van nieuwe woningen op de Westelijke Jordaanoever te beperken.
In 1990 interviewde ik de bekende Joods-Israelische auteur Amos Oz in Arad, in het woestijngebied van de noordoostelijke Negev waar de Kanaänieten leefden voordat zij in de oudheid rondtrekkende Joodse stammen werden vermoord dan wel verdreven. Aan het begin van het interview merkte Oz op: ‘Ik vraag altijd aan mensen die hier op bezoek zijn naar hun impressies, en waar ze geweest zijn: in Israël of in Jeruzalem? Jeruzalem en Israël bewegen zich in twee verschillende richtingen. Jeruzalem wordt steeds traditioneler, fanatieker, extremistischer en tragischer, terwijl de rest van Israël wereldser, hedonistischer, mediterraner wordt.’ Hij doelde met dit laatste vooral op Tel Aviv. Ruim drie decennia later weten we dat het extremisme in Israel het heeft gewonnen van de gematigdere stromingen. De Arbeiderspartij is geleidelijk aan meer op Likoed gaan lijken, de haviken hebben gewonnen. Die ontwikkeling was onvermijdelijk, om de simpele reden dat de grondslagen voor die verrechtsing door links werden geschapen, te weten de etnische zuivering onder leiding van de Arbeiderspartij in 1948. Door het verdrijven van ten minste 750.000 Palestijnen kan politiek ‘links’ de diefstal van nog meer land, ditmaal op de West Bank en Gaza niet veroordelen. Het huidige expansionisme van de Likoed-regeringen onder Netanyahu en de daaraan gekoppelde etnische zuivering van Palestijns land verschilt in niets van het expansionisme en de etnische zuivering in 1948 onder leiding van de vader des vaderlands, de eerste premier van Israel, de sociaal-democraat David Ben-Goerion. Politiek links en rechts zijn naar elkaar toegegroeid. Maar achter de eensgezindheid over het expansionisme schuilde volgens Oz ‘een dodelijk gevaar,’ want, zo zei hij tegen mij, achter die façade is sprake van een ‘voortgaande verdringing van de interne verdeeldheid over het karakter van de Israëlische samenleving en het camoufleren daarvan als ware het een meningsverschil over de locatie van de grenzen.' Zestig jaar na de oprichting van 'de Joodse staat' had links zowel als rechts nog steeds niet bepaald waar precies de grenzen van het land lagen en bleef Israel doorgaan met het stelen van Palestijns land. Amos Oz benadrukte ‘de verdringing van de interne verdeeldheid’ in de zogenaamde ‘Joodse Natie.’ Net als ten tijde van de Opstand van de Joodse fundamentalisten die van Israel een theocratische staat wilden maken en daarom hun geseculariseerde geloofsgenoten begonnen te vermoorden en in opstand kwamen tegen de Romeinen, is nu opnieuw sprake van hetzelfde conflict tussen geseculariseerde Joden en Joodse extremisten die alleen Gods woord accepteren, in de overtuiging dat zij ‘het uitverkoren volk’ zijn die van hun LuchtGod ‘het beloofde land’ ontvingen dat van de Nijl tot de Eufraat loopt. Talloze Joodse intellectuelen vrezen evenwel dat zodra het Joodse expansionisme stopt, het conflict tussen extremisten en gematigden in Israel onvermijdelijk zal uitmonden in een burgeroorlog.
https://x.com/umyaznemo/status/1870426589210829260 Rania @umyaznemo Everything about 1sr@el and 1sr@elis makes my skin crawl! 12:10 p.m. ·...