zaterdag 6 augustus 2016

Frank Westerman's Provinciale Schrijverij 9

To pretend that newspapers and television channels are neutral arbiters... is to ignore their place at the corrupt heart of the establishment. At the US conventions, to give one small example, The Washington Post, The Atlantic and Politico were paid by the American Petroleum Institute to host discussions, which provided a platform for climate science deniers. The pen might be mightier than the sword, but the purse is mightier than the pen.

Why should we trust multinational corporations to tell us the truth about multinational corporations? And if they cannot properly inform us about the power in which they are embedded, how can they properly inform us about anything?

If humanity fails to prevent climate breakdown, the industry that bears the greatest responsibility is not transport, farming, gas, oil or even coal. All them can behave as they do, shunting us towards systemic collapse, only with a social license to operate. The problem begins with the industry that, wittingly or otherwise, grants them this license: the one for which I work.
George Monbiot. The Purse is Mightier Than the Pen. Guardian. 3 augustus 2016

Met de hierboven beschreven realiteit neem ik drie citaten uit Frank Westerman’s betoog dat ‘[d]e grenzen tussen journalistiek, geschiedschrijving en literatuur vervagen,’ en dat daarom in de postmoderne tijd het onderscheid tussen ‘fictie en non-fictie’ niet langer meer als ‘indelings- of beoordelingscriterium’ kan dienen: 

Ook op een totaal ander vlak gaat het onderscheid fictie/non-fictie op de helling. Ons collectieve begrip van wat waan is en wat werkelijkheid, is in beweging. De New Economy bestaat omdat beleggers er in geloven. Maar zijn de miljarden van World Online eigenlijk wel echt? […]

Waar het op aankomt is de kwaliteit van het cement, en dat is de duiding, het blootleggen van de grote lijnen, het vertellen van het verhaal. Betogen en beschrijven vloeien dan ineen, en het bouwsel heeft alleen waarde als het overtuigt. Daarbij is het `hoe' vaak belangrijker dan het `wat’…

Het indelen van boeken in fictie en non-fictie (en `faction' voor mengvormen), is saai en belegen. Ik pleit er dan ook voor het te vervangen door een andere toets, eentje waarmee je zowel journalistiek, geschiedschrijving als literatuur in twee categorieën kunt onderverdelen. Het te hanteren criterium laat zich vangen in het woord `frictie.’ Daarmee bedoel ik heel plastisch: wrikt een tekst iets los? Verrast, ontroert, onthutst hij? Levert hij onverwachte inzichten op? Een andere kijk op de zaak?

Het eerste citaat weerlegt in feite Westerman’s hele betoog, maar dat besefte hij in 2000 nog niet. De ‘miljarden van World Online’ waren natuurlijk niet ‘echt,’ de aandelen van het bedrijf waren lucht, hun waarde werd bepaald door wat de gek ervoor gaf, tot de zaak ontplofte. Precies hetzelfde gebeurde in 2008 toen de kredietcrisis in volle hevigheid uitbarstte en het voor iedereen duidelijk werd dat de speculerende banken met ontelbare miljarden aan niet-bestaand-geld hadden gegokt.  Van het ene op het andere moment werd iedereen gedwongen in te zien dat er wel degelijk een fundamenteel verschil was tussen fictie en non-fictie. Overigens met als direct gevolg dat de westerse belastingbetaler verplicht werd de banksters meer dan een biljoen (een miljoen keer een miljoen) te verstrekken om het vertrouwen in hen te herstellen. Deze krankzinnigheid bewijst meteen hoe absurd Frank Westerman’s naïeve veronderstelling is dat de hedendaagse mens geen onderscheid meer kan maken tussen fictie en non-fictie. De ‘New Economy’ mocht dan wel bestaan ‘omdat beleggers’ enige tijd erin geloofden, maar de realiteit hielp hen uit de droom, totdat de belastingbetaler  financieel voor deze gekte moest opdraaien. Het tweede citaat sluit hier naadloos op aan. ‘Betogen en beschrijven vloeien ineen,’ zodra ‘de duiding, het blootleggen van de grote lijnen,’ op een bepaald moment maar overtuigend genoeg overkomt. Dat was tevens de belangrijkste reden waarom Nina Brink van ‘World Online’ in het bijzonder, en de speculerende bankiers in het algemeen, zo succesvol waren. Ze waren erin geslaagd ‘het verhaal’ zo overtuigend te ‘vertellen’ dat het ‘[b]etogen en beschrijven’ ineen waren gevloeid. De virtuele werkelijkheid was de werkelijkheid zelf geworden, waarbij aandeelhouders, vooraanstaande economen, politici en opiniemakers in de mainstream-media 'het symbool van de Nieuwe Economie'  én zichzelf rijk hadden gerekend. Op soortgelijke wijze kan een mainstream-journalist zichzelf ineens een literator wanen, tot de illusie uiteen spat, en het publiek zich realiseert dat hij, gelijk de keizer met nieuwe kleren, de hele tijd in zijn blote bips heeft rond geparadeerd. Feit is dat een literator nooit betoogt; zijn beschrijving van de werkelijkheid behoeft geen betoog. Dat doet alleen maar afbreuk aan zijn beschrijving. Wanneer ‘betogen en beschrijven [ineen] vloeien,’ dient de lezer of de luisteraar/kijker dubbel op te letten, want dan heeft hij met journalistiek of handel te maken en niet met literatuur. En dan blijkt al snel  een aandeel in World Online geen 50 euro waard te zijn, maar minder dan de helft ervan, of in het geval van de literatuur dat er sprake is van journalistiek gewauwel. Het blijft onduidelijk waarom volgens Westerman het ‘indelen van boeken in fictie en non-fictie (en `faction' voor mengvormen), saai en belegen’ is. En zijn stelling dat het 'te hanteren criterium zich [laat] vangen in het woord "frictie,"' geldt zowel voor de journalistiek als de literatuur. Dat ‘een tekst iets los’ moet wrikken is een platitude. Westerman heeft gelijk dat een tekst moet verrassen, ontroeren, zelfs onthutsen. Feit is alleen dat de mainstream-journalistiek dit allang niet meer doet, haar werk is een herhaling van zetten, een eeuwige rondgang langs dezelfde ‘autoriteiten’ voor wie men geacht wordt ‘ontzag’ te hebben, net zoveel ‘ontzag’ als de kleine Frank had voor de grote Atlanticus Henk Hofland. Vanwege diens vermeende ‘autoriteit’ werd zelfs ‘de sofa,’ waarop de éminence grise van de polderpers zijn ‘power naps avant la lettre’ deed, ‘beroemd.’ Probleem is alleen dat 'de teksten' van opiniemaker Henk Hofland mainstream waren en bij kosmopolitische lezers geen ‘onverwachte inzichten’ opleverden, en al helemaal geen ‘andere kijk op de zaak.’ Het was doorgaans de bekende propaganda voor de NAVO en de westerse superioriteit, zoals ik hier al vele malen heb aangetoond. Had Westerman het westerse terrorisme centraal gesteld in zijn door de mainstream zo geprezen Een Woord Een Woord (2016) dan had dit boek ‘onverwachte inzichten’ opgeleverd, en zeker een ‘andere kijk op de zaak.’ Maar dat doet het geenszins. Het zou zijn imago en daarmee zijn  inkomsten een genadeklap hebben gegeven. En waarom zou deze auteur dit doen, nu er tussen de werkelijkheid en de waan geen onderscheid meer te maken is, en ‘Of iets “waar gebeurd” is of aan de fantasie van de schrijver ontsproten, ongeschikt [is]’ geworden om ‘als indelings- of beoordelingscriterium’ te kunnen functioneren? Hier schuilt het grote gevaar. Juist vandaag de dag, nu de westerse propaganda totaal is, terwijl de commerciële journalistiek volstrekt gecorrumpeerd, en het Amerikaanse militair-industrieel complex aanstuurt op een gewapend conflict met de nucleaire grootmacht Rusland, dienen fictie en non fictie haarscherp van elkaar gescheiden te worden, zeker wanneer een mainstream-journalist als Frank Westerman onweersproken door de zelfbenoemde ‘politiek-literaire elite’ in de polder kan stellen dat ‘[o]ns collectieve begrip van wat waan is en wat werkelijkheid, in beweging [is].’ De zelfgenoegzaamheid van minor poets moet daarom permanent aan de kaak worden gesteld. Nu 'we' aan de vooravond staan van nieuwe massale staatsterreur dienen ‘we’ vooral de woorden van wijlen Samuel Huntington niet te vergeten. Als prominente ‘liberal scholar,’ regeringsadviseur en invloedrijke Amerikaanse hoogleraar vertelde hij in 1981 dat 

The architects of power in the United States must create a force that can be felt but not seen. Power remains strong when it remains in the dark; exposed to the sunlight it begins to evaporate.

en dat

you may have to sell [intervention or other military action] in such a way as to create the misimpression that it is the Soviet Union that you are fighting. That is what the United States has been doing ever since the Truman Doctrine.

En opnieuw slagen de westerse geheime diensten en in hun voetspoor de Amerikaanse en Europese mainstream-media erin Rusland als het grote gevaar van de mensheid af te beelden. Bovendien zijn de door culturele deprivatie half-geschoolde westerse consumenten inmiddels doodsbang gemaakt voor ‘het terrorisme,’ terwijl, zoals Chomsky schreef,  

On the issue of nuclear weapons, the record is similarly interesting -- and frightening. It reveals very clearly that, from the earliest days, the security of the population was a non-issue, and remains so. 

De elite in Washington en op Wall Street deinst er niet voor terug om het gecultiveerde conflict met de Russische Federatie op de spits te drijven en het risico te nemen dat dit eindigt in een nucleair armageddon. Maar door de nadruk te leggen op wat in feite kleinschalig terrorisme is, weet Frank Westerman de aandacht van het ware probleem af te leiden. Daardoor is hij een bruikbare pion in de geopolitieke strijd die de dagelijkse realiteit steeds meer bepaald. Tegelijkertijd speelt hij de rol van schrijver die, boven de partijen staand, ‘[e]en andere kijk op de zaak’ geeft. Hij behoort in werkelijkheid tot de angstige kleinburger die T.S. Elliot ‘the hollow men’ betitelde:

We are the hollow men
We are the stuffed men
Leaning together
Headpiece filled with straw. Alas!
Our dried voices, when
We whisper together
Are quiet and meaningless
As wind in dry grass
Or rats' feet over broken glass
In our dry cellar

Shape without form, shade without colour,
Paralysed force, gesture without motion;

Those who have crossed
With direct eyes, to death's other Kingdom
Remember us — if at all — not as lost
Violent souls, but only
As the hollow men
The stuffed men.

De uitgeholde mensen, de postmoderne van elkaar en zichzelf vervreemde individuen, opgezweept door politieke poseurs en hun belangenbehartigers in de massamedia, reageren alleen nog via geconditioneerde reflexen. Goed-Fout-Leven-Dood-Helden-Terroristen-Wij-Zij. De complexiteit wordt voortdurend vernietigd door het postmoderne simplisme. Ook al dreigt het Westen met een nucleaire holocaust, Wij blijven de Goeden, de Anderen zijn ‘terroristen.’ Deze bewustzijnsvernauwing functioneert alleen door de werkelijkheid te verzwijgen, door te weigeren zich te informeren. In de introductie van zijn boek Bomb Power. The Modern Presidency and The National Security State (2010) houdt Garry Wills hetgeen wordt verzwegen tegen het licht. Hij schreef:

This book has a basic thesis, that the Bomb altered our subsequent history down to its deepest constitutional roots. It redefined the presidency, as in all respects America's 'Commander in Chief' (a term that took on a new and unconstitutional meaning in this period). It fostered an anxiety of continuing crisis, so that society was pervasively militarized. It redefined the government as a National Security State, with an apparatus of secrecy and executive control. It redefined Congress, as an executor of the of the executive. And it redefined the Supreme Court, as a follower of the follower of the executive. Only one part of the government had the supreme power, the Bomb, and all else must defer to it, for the good of the nation, for the good of the world, for the custody of the future, in a world of perpetual emergency superseding ordinary constitutional restrictions.

De VS is allang geen democratie meer met afgegrensde staatsmachten die elkaar in evenwicht houden. De macht in het land is volgens oud-president Jimmy Carter in handen van een ‘oligarchy’ met ‘unlimited political bribery’ die ‘a complete subversion’ betekent ‘of our political system as a payoff to major contributors.’ Het huidige ‘doel’ van deze ‘oligarchie’ is, in de woorden van oud-minister van buitenlandse zaken Henry Kissinger, ‘het uiteen laten vallen van Rusland.’ De consequenties van deze terreur zullen een permanente staat van oorlog zijn en onvoorstelbare chaos met miljoenen vluchtelingen en regionale oorlogen. De enige die hiervan zal profiteren is het Amerikaans militair-industrieel complex. Desondanks wordt ‘het terrorisme’ van de Amerikaanse ‘oligarchie’ niet geanalyseerd in Frank Westerman’s boek. Als voormalig Rusland-correspondent van de NRC blijft ook voor hem ‘Amerika’ de leider van de ‘vrije wereld,’ en zeker geen oligarchische staat die door grootschalig terreur de grondstoffen en markten van zijn elite ‘veilig’ probeert te stellen. Kenmerkend voor zijn mainstream-wijze van verslaggeving over Rusland is de vooringenomenheid. Een voorbeeld van het ‘[b]etogen en beschrijven’ die ‘dan ineen[vloeien],’  is Westerman’s tendentieuze opmerkingen toen hij in het jaar 2000 Vladimir Poetin bij het NRC- publiek introduceerde als ‘kroonprins,’ als ‘voormalig KGB-agent met zestien jaar spionage-ervaring' en als ‘Engel der Wrake,’ die naar voren was geschoven door ‘Jeltsin en zijn hofhouding’ die ‘kennelijk alleen nog op die geheime dienst [vertrouwen].’ Vanzelfsprekend zou de toen nog jeugdige van het literatorschap fantaserende journalist nooit de oud CIA-directeur en latere president George Herbert Walker Bush als een ‘spion’ beschrijven, die naar voren was geschoven door de Amerikaanse financiële elite, en die als 'Engel der Wrake' in 1988 verklaarde: 'I will never apologize for the United States — I don't care what the facts are,' enkele maanden nadat de Amerikaanse marine een Iraans verkeersvliegtuig uit de lucht had geschoten waarbij 290 burgers gedood werden. In de manicheïsch wereld van de mainstream is het bovendien volstrekt onaanvaardbaar te stellen dat Microsoft, Goldman Sachs, JPMorgan Chase & Co president Barack Obama financierden om als een speelbal van het kapitaal te functioneren, of Hillary Clinton te kenmerken als marionet van de zionistische lobby, beursspeculanten en het militair-industrieel complex. En hoe enthousiast de corrupte media ook mochten berichten over Obama's 'Change We Can Believe In,' voor een aanzienlijk deel van het Amerikaanse publiek was die kreet niet meer dan een holle frase, hetgeen bleek toen 43 procent van de kiesgerechtigden niet kwam opdagen, een percentage dat met nog eens met drie procent steeg tijdens de presidentsverkiezingen van 2012. Dit feit wordt steevast door de ‘vrije pers’ verzwegen om de illusie in stand te kunnen houden dat de VS een democratisch land is. Kortom, Westerman weet precies waar zijn grenzen liggen, wat hij wel en niet kan schrijven. John Berger had gelijk toen hij stelde dat:

People everywhere -- under very different conditions -- are asking themselves -- where are we? The question is historical not geographical. What are we living through? Where are we being taken? What have we lost? How to continue without a plausible vision of the future? Why have we lost any view of what is beyond a lifetime? 

The well-heeled experts answer: Globalization. Post-Modernism. Communications Revolution. Economic Liberalism. The terms are tautological and evasive. To the anguished question of Where are we? the experts murmur: Nowhere! 

De opvattingen van Westerman met betrekking tot ‘het terrorisme,’ behoren tot het onbegrensde ‘Nergens,’  het domein van de waan van de dag, waarin de journalist droomt een schrijver te zijn, maar diep in zijn bewustzijn weet dat hij een poseur is, ingehuurd om een failliet systeem te legitimeren. ‘Waar zijn we?’ Ik bedoel, levert Berger’s beschrijving genoeg ‘frictie’ op `en ‘wrikt' zijn ‘tekst iets los? Verrast, ontroert, onthutst hij? Levert hij onverwachte inzichten op? Een andere kijk op de zaak?’ Voor mij wel, maar voor Frank Westerman? En zo ja, waarom bedriegt hij dan zijn publiek en ook zichzelf? Een kenmerkend voorbeeld van de doortraptheid van de macht gaf de Democratische president Harry Truman toen hij als senator zelfs nog in 1941 naar aanleiding van de nazi-invasie in Rusland opmerkte: ‘If we see that Germany is winning we ought to help Russia, and if Russia is winning we ought to help Germany, and that way let them kill as many as possible.’ Vier decennia later zei Henry Kissinger iets soortgelijks door tijdens de Irak-Iran oorlog te stellen dat 'het uiteindelijke Amerikaanse belang… is dat beide partijen zullen verliezen.' Om dit doel te realiseren steunde de VS in het geheim zowel de met zenuwgas opererende strijdkrachten van Saddam als die van ayatollah Khomeiny, waarbij tenslotte naar schatting rond een miljoen militairen en burgers werden gedood. Zowel Truman als Kissinger bepleitten dus het plegen van terreur wanneer men uitgaat van de Amerikaanse definitie dat terrorisme ‘het bewust geplande gebruik van geweld of dreiging van geweld’ is ‘om doelen te bereiken die politiek, religieus, of ideologisch van aard zijn.’ Truman liet vier jaar later ruim een kwart miljoen Japanse burgers vermoorden in Hiroshima en Nagasaki, maar deze terreur met kernwapens wordt illustrerend genoeg niet geanalyseerd in Frank Westerman’s boek over ‘het terrorisme.’ Kenmerkend is tevens Westerman’s stellige overtuiging dat de ‘pen niet zonder het zwaard’ kan, want ‘[w]e zijn best weerloos,’ waarbij ‘we’ allereerst de witte westerlingen zijn, die al vijf eeuwen lang de wereld terroriseren, onder het motto ‘The Purse is Mightier Than the Pen,’ zoals George Monbiot het formuleerde in de Guardian van woensdag 3 augustus 2016. De Britse publicist schreef:

The climate crisis is here, now, but a compromised, corrupted media doesn’t want to know.

What is salient (saillant. svh) is not important. What is important is not salient. The media turns us away from the issues that will determine the course of our lives, and towards topics of brain-melting irrelevance.

Television channel controllers, perhaps the least accountable arbiters in public life, see themselves as edgy and provocative, but they have purged from the schedules almost all challenges to established power. Newspapers style themselves defenders of free speech, but within their own pages most of them stamp out dissenting voices and dissonant topics. If you are scarcely aware of what confronts us, don’t blame yourself.

This, on current trends, will be the hottest year ever measured. The previous record was set in 2015; the one before in 2014. Fifteen of the 16 warmest years have occurred in the 21st Century. Each of the past 14 months has beaten the global monthly temperature record. But you can still hear people repeating the old claim, first proposed by fossil fuel lobbyists, that global warming stopped in 1998.

Arctic sea ice covered a smaller area last winter than in any winter since records began. In Siberia, an anthrax outbreak is raging through the human and reindeer populations, because infected corpses locked in permafrost since the last epidemic in 1941 have thawed. India has been hammered by cycles of drought and flood, as extreme heating parches the soil and torches glaciers in the Himalayas. Southern and eastern Africa have been pitched into humanitarian emergencies by drought. Wildfires storm across America; coral reefs around the world are bleaching and dying.

Throughout the media, these tragedies are reported as impacts of El Nino: a natural weather oscillation caused by blocks of warm water forming in the Pacific. But the figures show that it accounts for only one fifth of the global temperature rise. The El Nino phase has now passed, but still the records fall.

Eight months ago in Paris, 177 nations promised to try to ensure that the world’s average temperature did not rise by more than 1.5C above the pre-industrial level. Already it has climbed by 1.3C – faster and further than almost anyone predicted. In one respect, the scientists were wrong. They told us to expect a climate crisis in the second half of this century. But it’s already here.

If you blinked you would have missed the reports, but perhaps the most striking aspect of the Democratic platform (the party’s manifesto) approved in Philadelphia last week was its position on climate change. Hillary Clinton’s campaign now promises a national and global mobilization ‘on a scale not seen since World War II.’ She will seek to renegotiate trade deals to protect the living world, to stop oil drilling in the Arctic and Atlantic and to ensure America is ‘running entirely on clean energy by mid-century.’

There are some crashing contradictions in the platform. To judge by one bizarre paragraph, the Democrats believe they can solve climate change by expanding roads and airports. It boasts about record sales in the car industry and promises to cut ‘red tape,’ which is the term used by corporate lobbyists for the public protections they hate.


Het vernietigen van de toekomst van onze kinderen, kleinkinderen, de hele mensheid is niets anders dan het plegen van massale terreur. Het verzwijgen van dit feit, zoals Frank Westerman in zijn boek Een Woord Een Woord doet, is het collaboreren met terrorisme, zeker wanneer ‘we’ de desastreuze gevolgen voor miljarden mensen onder ogen zien. Augustus 2016 werd bekend dat 

A new study by the RAND Corporation titled ‘War with China: Thinking Through the Unthinkable’ is just the latest think tank paper devoted to assessing a US war against China. The study, commissioned by the US Army, provides further evidence that a war with China is being planned and prepared in the upper echelons of the American military-intelligence apparatus.

That the paper emerges from the RAND Corporation has a particular and sinister significance. Throughout the Cold War, RAND was the premier think tank for ‘thinking the unthinkable’ — a phrase made notorious by RAND’s chief strategist in the 1950s, Herman Kahn. Kahn devoted his macabre book ‘On Thermonuclear War’ to elaborating a strategy for a ‘winnable’ nuclear war against the Soviet Union.

De reden waarom het Amerikaanse leger ‘het ondenkbare denkbaar’ maakt door een oorlog met China te laten onderzoeken is alleen te verklaren uit de negentiende eeuwse doctrine van ‘manifest destiny,’ de uiterst agressieve overtuiging van zowel de Democratische als Republikeinse partij dat de VS een imperiale mogendheid is die het onvervreemdbare recht en zelfs de door God gesanctioneerde plicht bezit om de wereld haar wil op te leggen. Kortom, ’het geloof in de superioriteit van het Angelsaksische ras dat ‘leidde tot een "beschavingsoffensief" overzee en een argument [vormde] voor het Amerikaans imperialisme, dat eind 19e eeuw aan invloed won,’ en dat in eerste instantie de genocidale militaire campagnes tegen de Indianen rechtvaardigde en vervolgens de machtsovername op Hawaii, Guam en in de Filippijnen, waar een onafhankelijkheidsoorlog was uitgebroken die ten koste van vele honderdduizenden inheemse doden door de VS de kop in werd gedrukt.

Zonder overdrijven kan worden gesteld dat ‘het Amerikaans imperialisme’ geen onderscheid maakt tussen mijn en dijn en bereid is tot het absolute uiterste te gaan om zijn hegemonie met geweld af te dwingen. In dit opzicht is het erfgenaam van de Europese koloniale cultuur. Vandaar ook dat toen in 1890 de U.S. Census Bureau verkondigde dat de interne grenzen op het Noord-Amerikaanse continent bereikt waren, en dat er dus een einde was gekomen aan de eeuwenlange 'westward movement' van de witte, christelijke uit Europa afkomstige kolonisten, het overzeese Amerikaanse kolonialisme begon. In zijn Frontier Thesis uit 1893 zette de invloedrijke Amerikaanse historicus Frederick Jackson Turner uiteen dat 

the spirit and success of the United States was directly tied to the country's westward expansion. Turner expounded an evolutionary model; he had been influenced by work with geologists at Wisconsin. The West, not the East, was where distinctively American characteristics emerged. The forging of the unique and rugged American identity occurred at the juncture between the civilization of settlement and the savagery of wilderness. This produced a new type of citizen - one with the power to tame the wild and one upon whom the wild had conferred strength and individuality. As each generation of pioneers moved 50 to 100 miles west, they abandoned useless European practices, institutions and ideas, and instead found new solutions to new problems created by their new environment. Over multiple generations, the frontier produced characteristics of informality, violence, crudeness, democracy and initiative that the world recognized as 'American.' 

Turner ignored gender and race, downplayed class, and left no room for victims. Historians of the 1960s and later stressed that race, class and gender were powerful explanatory tools. The new generation stressed gender, ethnicity, professional categorization, and the contrasting victor and victim legacies of manifest destiny and imperialist expansion. Some criticized Turner's frontier thesis and the theme of American exceptionalism. The disunity of the concept of the West, the similarity of American expansion to European colonialism and imperialism in the 19th century, and the realities of minority group oppression revealed the limits of Turnerian and exceptionalist paradigms.


  
Door de manifest destiny-doctrine kon in de negentiende eeuw de VS zijn grondgebied meer dan verdubbelen, en raakte Mexico de helft van zijn grondgebied kwijt aan de oorlogszuchtige noorderbuur. Alleen vanwege het feit dat Groot Brittannië toen nog militair sterker was dan de VS lukte het de Amerikaanse elite niet om Canada te veroveren en was het als het ware gedwongen zijn macht elders uit te breiden. Met het oog op de hegemonie in de Pacific Rim was de Amerikaanse heerschappij over Hawaii, Guam en de Filippijnen van cruciaal belang. De VS zocht namelijk in de tweede helft van de negentiende eeuw nieuwe markten. Na een diepe economische recessie verwoordde president William McKinley jr. dit zonder omwegen toen hij rond 1900 liet weten: 'Wij hebben goed geld… maar wat we nodig hebben is nieuwe markten,’ omdat, zoals de invloedrijke voorzitter van de Senaatscommissie voor Buitenlandse Betrekkingen Henry Cabot Lodge, hem nog eens duidelijk had gemaakt, de binnenlandse markten ‘niet voldoende zijn voor onze op volle toeren draaiende industrieën.’ Met het oog daarop verklaarde de invloedrijke senator Albert Beveridge: 'The Philippines are ours forever... and just beyond the Philippines are China's illimitable markets... The Pacific is ours.’ Tijdens het debat in het Congres over annexatie van de Filippijnen was het argument bij uitstek dat deze eilanden-rijke natie als 'stepping-stones to China' moest functioneren, een opstapje naar een potentiële markt van destijds tenminste 400 miljoen consumenten. Natuurlijk werd deze noodzaak van de Filipijnse bezetting met nobel klinkende propaganda aan de man gebracht. De VS had de plicht om het christendom en de witte beschaving te verspreiden onder wat Beveridge noemde 'savage and senile peoples.' Een wonderlijk argument, omdat de meeste Filippinos na eeuwen Spaanse overheersing al rooms-katholiek waren. Net als nu ging het natuurlijk om het vestigen van de Amerikaanse hegemonie via economische en militaire middelen. Tijdens een college aan Columbia University in 1907 verklaarde de latere president Woodrow Wilson:

Since trade ignores national boundaries and the manufacturer insists on having the world as a market, the flag of his nation must follow him, and the doors of the nations which are closed must be battered down… Concessions obtained by financiers must be safeguarded by ministers of state, even if the sovereignty of unwilling nations be outraged in the process. Colonies must be obtained or planted, in order that no useful corner of the world may be overlooked or left unused.  

Dit doel werd nog eens benadrukt in 1933 toen luitenant generaal Smedley Butler,  oud-bevelhebber van het Amerikaanse Korps Mariniers uit de school klapte:

Oorlog is misdaad. Hij wordt gevoerd ten voordele van de zeer weinigen ten koste van de massa. Ik ben heel lang een eersteklas uitsmijter geweest voor het bedrijfsleven. Voor Wall Street en voor de banken. Ik was in feite een misdadiger, een gangster voor het kapitalisme. Ik heb in 1914 Mexico veilig gemaakt voor de Amerikaanse oliebelangen. Ik hielp bij het verkrachten van een half dozijn Midden Amerikaanse republieken voor het profijt van Wall Street. In China heb ik ervoor gezorgd dat Standard Oil ongestoord zijn weg kon gaan. Al Capone is niet verder gekomen dan drie wijken. Mijn werkterrein omvatte drie continenten.

Om er voor te zorgen dat de staat de multinationals volgt werden er honderdduizenden Filipinos afgeslacht door Amerikaanse militairen en dat alles onder leiding van Amerikaanse generaals die eerder in de VS hun sporen hadden verdiend met het uitroeien van de Indianen. Saillant detail is dat de Amerikanen in de Filippijnen voor het eerst waterboarding toepaste. Feit is dat de continuïteit van het geweld kenmerkend blijft voor imperia. In 1948 schreef George Kennan, het hoofd van het planningsbureau van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, in een destijds geheim beleidsstuk:

Wij hebben ongeveer 50 procent van de rijkdommen in de wereld, maar slechts 6,3 procent van haar bevolking… In deze omstandigheden, zullen we niet in staat zijn te voorkomen dat wij het voorwerp worden van jaloezie en haat. Onze werkelijke taak in het komende tijdperk is om een netwerk van betrekkingen op te bouwen die ons in staat stelt deze positie van ongelijkheid te handhaven… Om dat te doen, zullen we alle sentimentaliteit en dagdromen opzij moeten zetten; en moet onze aandacht overal geconcentreerd zijn op onze directe nationale doelstellingen… We moeten ophouden te spreken over vage en… imaginaire doelstellingen als mensenrechten, het verhogen van de levensstandaard, en democratisering. De dag is niet veraf dat we in pure machtsconcepten moeten handelen. Hoe minder we daarbij gehinderd worden door idealistische slogans, des te beter het is.


Het Amerikaanse 'beschavingsoffensief' in de Filippijnen rond 1900.



Deze terreur -- er is geen ander woord voor -- wordt angstvallig verzwegen door mainstream-journalisten als Frank Westerman. ‘Het terrorisme’ is voor hem de terreur van kleine groepen, vaak met een gekleurde huid. Dat een imperium als de Verenigde Staten met terreur zijn macht afdwingt is een onderwerp en een zienswijze die volstrekt taboe is voor ‘de vrije pers.’ Daardoor is zij niet in staat het ware probleem van de VS te analyseren, en dat is dat een rijk in zijn nadagen weinig opties meer heeft om gehoorzaamheid af te dwingen. Met precies dezelfde moeilijkheid zat de Romeinse keizer Trajanus rond het begin van de tweede eeuw van onze jaartelling opgescheept. Tijdens zijn heerschappij had het Romeinse rijk zijn grootste omvang bereikt door alle oorlogen die het had gevoerd. Maar de grote sommen geld die voor militaire campagnes werden uitgetrokken, gingen natuurlijk ten koste van alle andere voorzieningen voor de samenleving. Het gevolg was destijds -- en is nu nog steeds -- dat bijvoorbeeld de infrastructuur in een uiterst slechte staat kwam te verkeren. Iedereen die vandaag de dag door de VS reist ziet dit overal. Daardoor ontstaan er een paradox. De VS zal net als Rome ten tijde van Trajanus meer volkeren moeten 'onderwerpen' om aan geld te komen zodat het zijn eigen elite in stand kan houden, terwijl tegelijkertijd die veroveringen en het eronder houden van de andere volkeren peperduur zijn, zoals nu weer door Afghanistan en Irak blijkt. Op den duur is er sprake van wat de Britse historicus Paul Kennedy ‘imperial overstretch' noemt, het in stand houden van het imperium gaat meer kosten dan het oplevert. Trajanus lukte het, met dit voorbehoud dat zijn opvolger Hadrianus het rijk moest consolideren door alles in het werk te stellen enerzijds de vijand buiten de deur te houden, getuige de beroemde Muur van Hadrianus, en anderzijds om de volkeren binnen de Muur, inclusief zijn eigen soldaten, zo rustig mogelijk te houden. Men zou kunnen zeggen dat Trajanus het begin van het einde van het Romeinse rijk voorbereidde, en dat Harry Truman met zijn Koude Oorlog het einde van het Amerikaanse imperium inluidde. De val van de Sovjet Unie is in feite een Pyrrhus-overwinning geweest, zij betekende niet ‘het einde van de geschiedenis,’ zoals de neoconservatieve intelligentsia meende, maar het begin van het einde van ook de Amerikaanse hegemonie. De VS heeft zich failliet bewapend, en het met geweld afdwingen van zijn macht kost nu meer dan het oplevert. Weliswaar niet voor het Amerikaans militair-industrieel complex, maar wel voor de Amerikaanse samenleving als geheel. Hierdoor is voor de hele mensheid een uiterst gevaarlijke situatie ontstaan, die nooit eerder in de geschiedenis is voorgekomen. Door de nucleaire, chemische en biologische wapens beschikken de VS, Rusland en China over een arsenaal massavernietigingswapens die ingezet zullen worden zodra één van de partijen meent de oorlog te zullen verliezen. Niet voor niets wordt de Amerikaanse president gevolgd door een officier met de zogeheten ‘nuclear football,’ een kleine koffer, waarvan de inhoud hem of haar de mogelijkheid geeft ‘to authorize a nuclear attack while away from fixed command centers, such as the White House Situation Room.’ Zonder het Congres te raadplegen kan de Amerikaanse president in het uiterste geval zelf een nucleair armageddon beginnen. Dat de kernbom-optie serieus wordt genomen blijft ondermeer uit het feit dat het nucleaire arsenaal van de VS de komende decennia volledig wordt vernieuwd, hetgeen naar schatting rond één biljoen dollar gaat kosten. Desondanks wordt de mogelijkheid om de mensheid uit te roeien door de Westermannen niet gezien als een vorm van terreur. En ook het volgende wordt door de westerse mainstream-journalistiek als doodnormaal beschouwd:

Actions speak louder than mere words, and U.S. President Barack Obama has now acted, not only spoken. His action is to refuse to discuss with Russian President Vladimir Putin, Russia’s biggest worry about recent changes in America’s nuclear strategy — particularly a stunning change that is terrifying Putin.

On Sunday June 5th, Reuters headlined ‘Russia Says U.S. Refuses Talks on Missile Defence System,’ and reported that, ‘The United States has refused Russian offers to discuss Washington’s missile defence programme, Russian Deputy Defence Minister Anatoly Antonov was quoted as saying on Sunday, calling the initiative “very dangerous.”’

Russia’s concern is that, if the ‘Ballistic Missile Defense’ or ‘Anti Ballistic Missile’ system, that the United States is now just starting to install on and near Russia’s borders, works, then the United States will be able to launch a surprise nuclear attack against Russia, and this system, which has been in development for decades and is technically called the ‘Aegis Ashore Missile Defense System,’ will annihilate the missiles that Russia launches in retaliation, which will then leave the Russian population with no retaliation at all, except for the nuclear contamination of the entire northern hemisphere, and global nuclear winter, the blowback from America’s onslaught against Russia, which blowback some strategists in the West say would be manageable problems for the U.S. and might be worth the cost of eliminating Russia.

That theory, of a winnable nuclear war (which in the U.S. seems to be replacing the prior theory, called ‘M.A.D.’ for Mutually Assured Destruction) was first prominently put forth in 2006 in the prestigious U.S. journal Foreign Affairs, headlining ‘The Rise of Nuclear Primacy’ and which advocated for a much bolder U.S. strategic policy against Russia, based upon what it argued was America’s technological superiority against Russia’s weaponry and a possibly limited time-window in which to take advantage of it before Russia catches up and the opportunity to do so is gone.


B61 NUCLEAR BOMBS IN TURKEY

Ook voor Obama geldt: Amerika über alles, of zoals hij in 2015 tegenover afgestudeerde cadetten van de militaire academie Westpoint verklaarde: ‘I believe in American exceptionalism with every fiber of my being.’ Elke vezel van zijn lichaam gelooft in de mythe dat ‘because of its national credo, historical evolution, and unique origins, America is a special nation with a special role — possibly ordained by God — to play in human history,’ en daarom gerechtigd is de mensheid met geweld te dwingen de belangen van de Amerikaanse elite te dienen. Om dat doel veilig te stellen is onder Obama een begin gemaakt aan de vernieuwing van het totale Amerikaanse nucleaire arsenaal. December 2015 werd bekend:

The United States maintains a modern arsenal of about 1,900 strategic nuclear warheads deployed on Intercontinental Ballistic Missiles (ICBMs), Submarine-Launched Ballistic Missiles (SLBMs), and Strategic Bombers. The Departments of Defense and Energy requested approximately $23 billion in Fiscal Year (FY) 2015 to maintain and upgrade these systems, according to the nonpartisan Congressional Budget Office (CBO). CBO estimates that nuclear forces will cost $348 billion between FY 2015 and FY 2024. Three independent estimates put the expected total cost over the next 30 years at as much as $1 trillion.

The U.S. military is in the process of modernizing all of its existing strategic delivery systems and refurbishing the warheads they carry to last for the next 30-50 years. These systems are in many cases being replaced with new systems or completely rebuilt with essentially all new parts. Though the president and his military advisors have determined that U.S. security can be maintained while reducing the size of its deployed strategic nuclear arsenal by up to one-third below the 2010 New Strategic Arms Reduction Treaty (New START) levels, the proposed spending is based on maintaining the New START levels in perpetuity.

De huidkleur en het geslacht van een Amerikaanse president maken geen verschil uit. Dat de algehele vernieuwing van deze massavernietigingswapens tegen de letter en geest indruist van het non-proliferatieverdrag speelt eveneens geen rol bij de besluitvorming. De Britse krant de Guardian berichtte op dinsdag 10 november 2015 onder de kop ‘America's new, more “usable,” nuclear bomb in Europe,’ met betrekking tot de B61 ‘bomb,' waarvan '180 are stockpiled in Europe,' een  zogeheten 'upgrade' krijgen, 

which will make it more “usable” in the eyes of some in the American military.

The $8 billion upgrade to the US B61 nuclear bomb has been widely condemned as an awful lot of money to spend on an obsolete weapon. As an old fashioned ‘dumb’ bomb it has no role in US or NATO nuclear doctrine, but the upgrade has gone ahead anyway, in large part as a result of lobbying by the nuclear weapons laboratories. 

In non-proliferation terms however the only thing worse than a useless bomb is a ‘usable’ bomb. Apart from the stratospheric price, the most controversial element of the B61 upgrade is the replacement of the existing rigid tail with one that has moving fins that will make the bomb smarter and allow it to be guided more accurately to a target. Furthermore, the yield can be adjusted before launch, according to the target…

Referring to the B61-12’s enhanced accuracy on a recent PBS Newshour television programme, the former head of US Strategic Command, General James Cartwright, made this striking remark:

‘If I can drive down the yield, drive down, therefore, the likelihood of fallout, etc, does that make it more usable in the eyes of some — some president or national security decision-making process? And the answer is, it likely could be more usable.’

In general, it is not a good thing to see the words ‘nuclear bomb’ and ‘usable’ anywhere near each other. Yet they seem to share space in the minds of some of America’s military leaders, as Hans Kristensen of the Federation of American Scientists, points out.’

Cartwright’s confirmation follows General Norton Schwartz, the former U.S. Air Force Chief of Staff, who in 2014 assessed that the increased accuracy would have implications for how the military thinks about using the B61. ‘Without a doubt. Improved accuracy and lower yield is a desired military capability. Without a question,’ he said.

The great thing about nuclear weapons was that their use was supposed to be unthinkable and they were therefore a deterrent to contemplation of a new world war. Once they become ‘thinkable’ we are in a different, and much more dangerous, universe.

It is a universe in which former vice president Dick Cheney has apparently lived for some time. The new biography of George H W Bush has served as a reminder that in the run-up to the first Gulf War, Cheney commissioned a Pentagon study to find out how many tactical nuclear weapons it would take to kill a division of Saddam Hussein’s Republican Guard. The answer was apparently 17.

In his own memoir, Colin Powell, then chair of the Joint Chiefs of Staff, recalled being ordered by Cheney to carry out the assessment against Powell’s own better judgment. As related in Atomic Audit: The Costs and Consequences of US Nuclear Weapons since 1940, edited by Stephen Schwartz:

‘While planning strategy prior to the Gulf, Powell told Secretary of Defence Dick Cheney, 

“Let’s not even think about nukes. You know we’re not going to let that genie loose.” Cheney replied, “of course not. But take a look to be thorough.” Powell did and discovered that to “do serious damage to just one armored division dispersed in the desert would require a considerable number of small tactical nuclear weapons. I showed this analysis to Cheney and then had it destroyed.”' 

That assessment may have been trashed, but the spirit behind it clearly lives on in the US military mindset and on the right of the US political spectrum - a disturbing and volatile mix.

Het spreekt voor zich dat de politieke en militaire leiding van de Russische Federatie niet lijdzaam afwachten tot de Amerikaanse opperbevelhebber een nucleair aanval beveelt. Vooral niet nu in de VS openlijk wordt gesproken over 'new aerial bombs' waardoor 
putting them into service may considerably lower the threshold for the use of nuclear weapons. Instead of being a means of deterrence, such weapons are potentially becoming battlefield weapons, as was the case during the Cold War.

It is not by chance that in November 2014 former commander of the U.S. strategic command General James Cartwright said that as a result of modernization the B-61 bombs can become ‘more usable.’

Kernwapens die ‘bruikbaarder’ worden, waardoor een nucleaire holocaust een stap dichterbij is gekomen. Ook over dit terrorisme zwijgt Frank Westerman in zijn zo geprezen boek. Zijn ‘ontzag’ voor ‘zoveel autoriteit!’ weerhoudt hem ervan om mensen die in staat zijn massamoord te plegen, terroristen te noemen. De Banaliteit van het Kwaad, noemde Hannah Arendt het. En Harry Mulisch schreef in 1961 in zijn boek De Zaak 40/61 (1961):

Eichmann is definitief geschiedenis geworden. Waar praat ik nog over? Mensen bedreigen mensen met een vernietiging, waarnaast de jodenmoord een bagatel zal worden, een herinnering uit de goede oude tijd. En geen Amerikaan of Rus die, komt het bevel, zal weigeren de bommen in het zachte vlees van hele volkeren te werpen -- zo min als Eichmann weigerde. Wat hebben wij eigenlijk over Eichmann te beweren? Wij, die zelfs de ongeborenen bedreigen: en die oorlog tegen ons nageslacht is al (sinds Hiroshima) zestien jaar aan de gang! Maar zoiets heet geen 'oorlog' meer, dat heet een vervloeking. Hier vervloekt de mens zichzelf, zijn eigen kindskinderen, hieruit spreekt een haat zo fundamenteel, dat wij wel moeten vrezen, de mens nog altijd overschat te hebben.

Anno 2016 duurt dit terrorisme al 71 jaar en het gevaar van nucleair staatsterrorisme is alleen maar toegenomen, zonder dat de mainstream-pers gealarmeerd is geraakt. Hoeveel pennen moeten worden opgestoken door gewone burgers om journalisten, die zich literatoren wanen, te bewegen hun werk te doen? Ik bedoel, via Het Dagblad van het Noorden van 22 april 2016 kon de lezer vernemen dat:

Op de avond na het bloedbad op de redactie van het satirische tijdschrift Charlie Hebdo, een jaar geleden, Frank Westerman zich samen met zijn 12-jarige dochter Vera [voegde] bij een groep mensen op de Dam om te protesteren tegen de aanslag op het vrije woord. Twaalf doden waren er die dag in Parijs gevallen. Er werden kaarsen gebrand en toespraken gehouden.

‘Ik dacht: Ik hou een pen omhoog,’ blikt de schrijver terug op de spontane bijeenkomst. ‘Als gebaar vanuit het idee dat de pen machtiger is dan het zwaard en de pen uiteindelijk overwint. Dat wilde ik uitstralen. Iets hoopvols, ook vanwege mijn dochter.’  

Hoopvols'? Dit is pathetisch, ziehier het sentiment van de kleinburger die zich bedreigd voelt in de grote mensenwereld. In de jaren dertig schreef Albert Camus over het fenomeen hoop in het korte essay Summer in Algiers
  
From Pandora's box, where all the ills of humanity swarmed, the Greeks drew out hope after all the others, as the most dreadful of all. I know no more stirring symbool; for, contrary to the general belief, hope equals resignation. And to live is not to resign oneself.

Voordat hij opnieuw met een machteloos gebaar zijn pen opsteekt om zijn dochter ‘iets hoopvols' te verschaffen, zou Frank Westerman er beter aan doen zich te verdiepen in het onderwerp. In 2011 werd bekend dat 

You are 35,079 times more likely to die from heart disease than from a terrorist attack
You are 33,842 times more likely to die from cancer than from a terrorist attack
Wikipedia notes that obesity is a a contributing factor in 100,000–400,000 deaths in the United States per year. That makes obesity 5,882 to times 23,528 more likely to kill you than a terrorist.

En wanneer hij weer eens verkondigt dat ‘we best weerloos’ zijn, zou hij zichzelf eens moeten relativeren door bijvoorbeeld Lucebert’s volgende regels te overdenken:

alles van waarde is weerloos
                                                          wordt van aanraakbaarheid rijk
                                                           en aan alles gelijk

                                                           als het hart van de tijd
                                                           als het hart van de tijd

En hoe ‘kwetsbaar’ zijn ‘we’ in werkelijkheid? Vergelijk ‘onze’ kwetsbaarheid met die van de ongeveer ‘795 million people in the world’ die ‘do not have enough food to lead a healthy active life. That's about one in nine people on earth,’ terwijl het neoliberale Westen een terreur-systeem heeft geglobaliseerd waarbij 64 individuen nu even rijk zijn als de helft van de hele wereldbevolking tezamen. Hier is sprake van schaamteloos gecultiveerd slachtofferschap van mensen die weigeren hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. Zich druk maken over ‘het terrorisme’ en tegelijkertijd de ogen sluiten voor de werkelijkheid. Volgende keer meer.



Manifest Destiny in The Land of the Free, Home of the Brave.