Het correspondentschap van Marcel Haenen in Zuid-Amerika levert allerlei soorten berichtjes op, van de kledingaankopen van Maxima tot aan de grote mensenpolitiek. Vandaag heeft deze NRC-journalist een artikel over de Venezulaanse president onder de knallende kop: 'Buren willen van Chavez geen grote mond meer.' Haenen waarschuwt de NRC-lezer 'Venezuela dreigt zich radicaal te isoleren.' Let op de kwalificatie
radicaal, radicale president, dus
radicaal isolement. Dat is Haenens stijl, suggererend, insinuerend, implicerend, criminaliserend. Let op! Hij schrijft:
'Buenos Aires, 30 juni. Er zijn maar weinig staatshoofden die zo goed kunnen provoceren als Hugo Chavez.' Et voila, een provocateur als het ware, maar waarmee provoceert hij? Marcel Haenen:
'Vooral "het anti-imperialistische gedachtegoed"
van van collega Lenin verdient volgens hem "hernieuwde aandacht".' Wie provoceert de Venezulaanse president daarmee? Niet de meerderheid van de Venezolaanse bevolking die hem de overwinning schonk bij negen democratische verkiezingen en referenda, een absoluut wereldrecord. Die populariteit is ook niet zo verwonderlijk want de regering Chavez probeert de gigantische olierijkdommen uit handen van een kleine elite te houden om die te besteden aan de armen, want ondanks het feit dat Venezuela al een eeuwlang een rijk olieproducerend land is, leeft momenteel rond de 40 procent van de bevolking onder de armoedegrens en is het gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking er eenvijfde van dat van Nederland. Allemaal feiten die in Marcel Haenens artikel gemakshalve worden verzwegen.
Nu dus deze landgenoten van Chavez niet worden geprovoceert, is de vraag wie dan wel? Allereerst de Bush-Bende die in 2002 een mislukte staatsgreep van de Venezolaanse rijke kaste tegen de democratisch gekozen Chavez steunde. De VS ziet niets in steun aan de armen en hun buitenlands beleid is juist de belangrijkste factor geweest waarom Latijns Amerika generatieslang bestuurd werd door dictators, met de bekende armoede gevolgen terwijl een kleine blanke elite zich kon blijven verrijken. Ook daarover geen woord van Marcel Haenen. Dit zijn binnen zijn beoogde doel onwelkome feiten. En dat doel is Chavez zo zwart mogelijk maken omdat hij het in zijn hoofd heeft gehaald niet allereerst de westerse oliebelangen te dienen. Dat mag niet, ook niet als het volk dit democratisch wil. Democratie is mooi en aardig maar niet voor bewoners van Palestina, Irak, Venezuela en alle ander plaatsen waar de westerse economische belangen boven democratie en mensenrechten gaan. Dus vandaar dat Chavez door de westerse commerciele massamedia als een
'provocerende radicaal' met
'een grote mond' moet worden afgeschilderd. Met als gevolg dat zodra hij straks met geweld wordt verwijderd de NRC-lezers dan zullen denken:
had hij ook maar niet moeten provoceren. En deze politiek wordt salonfahig gemaakt door mensen als Marcel Haenen die daarvoor de journalistiek gebruikt.
Deze zin:
'Op het talent van Chavez om ongebruikelijke standpunten te verkondigen...' Haenen bedoelt het standpunt dat het
'imperialisme' voor de derde wereld geen oplossing is geweest, gezien bijvoorbeeld alleen al het feit dat rond de 40 procent van de bevolking van het olierijke Venezuela onder de armoedegrens leeft, terwijl een zeer kleine groep schatrijk is. Om daar tegen te zijn, is inderdaad een van de
'ongebruikelijke standpunten,' maar op een andere manier dan Haenen bedoelt. Maar goed, blijven we even de zin volgen:
'Op het talent van Chavez om ongebruikelijke standpunten te verkondigen, werd in de Latijns Amerikaanse regio tot voor kort vooral schouderophalend gereageerd.' Wie allemaal de schouders ophaalde, vertelt Marcel Haenen niet. In elk geval niet de arme bevolking van talloze Latijns Amerikaanse landen die de afgelopen jaren tijdens democratische verkiezingen een linkse regering aan de macht hebben gebracht. Die miljoenen Latijns-Amerikanen weten maar al te goed wat armoede is en dat Chavez die tracht te bestrijden.
Maar over wie heeft Haenen het dan? De NRC-correpondent geeft geen namen. Hij kijkt wel uit, het is weer het bekende suggereren, impliceren, insinueren en criminaliseren. Hoewel hij geen namen geeft, gebruikt hij wel de oude journalistieke truuk van het gefluister in de wandelgangen. En dat gaat dan zo:
'Hugo is "verbaal incontinent" maar achter gesloten deuren een stuk redelijker en charmant, hoorde je van diplomaten.' Pardon,
'hoorde je van diplomaten'? Wie is
'je'? Jij, Marcel? Waarom schrijf je dat dan niet? Of heb je het weer van een ander? Je weet wel, in jouw genre journalistiek schrijft iedereen iedereen na, omdat men het zelf ook niet weet. Dan, welke '
diplomaten'? Wellicht westerse diplomaten, die de neoliberale wereld vertegenwoordigen die van het olierijke Venezula een land hebben gemaakt waarin na een eeuw olieproduceren 40 procent van de bevolking onder de armoedegrens leeft? Waarom vertel je het je lezers niet? Wat verberg je? Ook deze zin getuigt van je tendentieuze berichtgeving:
'En als hij echt te doldriest wordt, dan weet Lula (de Braziliaanse president) Chavez altijd vaderlijk tot bedaren te brengen, susten de Brazilianen.' Allemensen Marcel
'susten de Brazilianen'? Wat is dit? Susten
alle Brazilianen in Brazilie? En hoe ging dat dan? Ben je daar bij geweest, werd van noord tot zuid, oost tot west
gesust? Van wie heb je dat gehoord of nageschreven? Zoals bekend is correspondentschap veel naschrijven en napraten. Maar waarom vertel je je lezers niet wie je bronnen zijn? Het is gebruikelijk en getuigt van een serieuze journalistiek om je bronnen te noemen! Waarom doe jij het dan niet?
Ik zou dit hele stuk regel voor regel uit elkaar kunnen ontleden, maar het is zaterdag, ik doe het wat rustiger. Lezers van mijn weblog die Haenens tendentieuze journalistiek zelf willen analyseren, zullen de krant moeten kopen. Kom op Marcel Haenen, hou op met je propaganda, het zijn de gewone arme mensen in Zuid-Amerika die de prijs moeten betalen voor dit soort journalistiek, niet jij. Jij verdient er alleen maar aan.
Meer over de Marcel Haenens in de wereld kunt u hier lezen, te beginnen een fragment van een onafhankelijke journalist, John Pilger:
'We soften them up by de-humanising them, by writing about "regime change" in Iran as if that country is an abstraction, not a human society. Currently, journalists are softening up Iran, Syria and Venezuela.Hugo Chavez of Venezuela is likened to Hitler. That he has won nine democratic elections and referenda -- a world record -- is of no interest…Ninety-five per cent of 100 media commentaries surveyed by the media watch dog FAIR expressed hostility to Chavez. “Dictator”, “strongman”, “demagogue” were the familiar buzz words, so that people reading and watching had no idea that Venezuela was the only oil-producing country in the world to use its oil revenue for the benefit of poor people. They would have no idea of spectacular developments in health, education, literacy. They would have no idea that Venezuela has no political jails - unlike the United States.So that if the Bush administration launches “Operation Balboa”, a mooted plan to overthrow the Chavez government, who will care, because who will know? For we shall only have the media version - another lousy demagogue got what was coming to him. The poor of Venezuela, like the poor of Nicaragua, like the poor of Vietnam and Cambodia, like the poor of Fallujah, whose dreams and lives are of no interest, will be invisible in their grief -- a triumph of censorship by journalism.'
Lees verder:
http://stanvanhoucke.blogspot.com/2007/06/john-pilger-16.html'De Verenigde Staten stelt alles in het werk om de president van het olierijke Venezuela Hugo Chavez uit de weg te ruimen. Tot nu toe is dat mislukt. U kunt in de tvdocumentaire
The Revolution Will Not Be Televised zien waarom het nog niet is gelukt.'The Revolution Will Not Be Televised. By Kim Bartley and Donnacha O'Briain.Their film records what was probably history's shortest-lived coup d'état. It's a unique document about political muscle and an extraordinary portrait of the man The Wall Street Journal credits with making Venezuela "Washington's biggest Latin American headache after the old standby, Cuba."Chavez, elected president of Venezuela in 1988, is a colorful folk hero, beloved by his nation's working class and a tough-as-nails, quixotic opponent to the power structure that would see him deposed. Two independent filmmakers were inside the presidential palace on April 11, 2002, when he was forcibly removed from office. They were also present 48 hours later when, remarkably, he returned to power amid cheering aides.' Zie:
http://www.informationclearinghouse.info/article13119.htmZie:
http://stanvanhoucke.blogspot.com/2006/07/het-olierijke-venezuela.html'Dit schreef ik vier jaar geleden over de achtergronden van de belangrijkste grondstof ter wereld, olie
:'Kon de Verenigde Staten tot begin jaren zeventig nog zelf in zijn oliebehoefte voorzien, nu moet het al 55 procent importeren. Daarmee wordt 's werelds machtigste staat steeds afhankelijker van de OPEC landen, op Venezuela na alle naties met een overwegend islamitische bevolking…Hoe vitaal de onbelemmerde oliestroom uit dat gebied is blijkt uit de feiten. Tot het einde van de jaren zestig beheerste zeven Westerse concerns de hele aardolie industrie. Maar toen begon het ene na het andere olieproducerende land zijn aardolievoorraden te nationaliseren. Bovendien werkten ze steeds nauwer samen binnen de in 1960 opgerichte OPEC, met als gevolg dat zij de prijs van 's werelds meest vitale grondstof gingen bepalen. De consequenties van die machtswisseling werden in 1973 pijnlijk merkbaar toen na de Jom Kippoer Oorlog de Arabische OPEC-landen de prijs van een vat olie met zeventig procent verhoogden, waardoor de meeste Westerse naties in een economische crisis belandden. Inmiddels is -gezien vanuit het perspectief van de rijke industrielanden - de situatie nog meer verslechtert, aangezien de wereld olievoorraden binnen afzienbare tijd hun hoogtepunt bereiken en er van dan af aan steeds minder olie op aarde zal zijn. Een van de deskundigen die daarop wees is Kenneth Deffeyes, emeritus hoogleraar van de Princeton Universiteit, adviseur van de olie industrie en jarenlang werkzaam geweest op het onderzoekslaboratorium van Shell in Houston. Twee jaar geleden verscheen zijn boek
'Hubbert's Peak. The Impending World Oil Shortage,' waarin hij schreef over de oliegeoloog King Hubbert, die aan de hand van een door hem ontworpen model al in 1956 voorspelde dat de Amerikaanse olieproductie begin jaren zeventig zou pieken. De Verenigde Staten zou vanaf dat moment olie moeten gaan importeren. Zijn berekening kwam precies uit. Deffeyes constateert dat
'rond 1995, verschillende analisten de methode van Hubbert begonnen toe te passen op de wereld olieproductie, en de meesten van hen schatten dat het piekjaar voor de olie op aarde tussen 2004 en 2008 zal zijn.' Een conclusie die gedeeld wordt door Colin Campbell, afgestudeerd in Oxford en veertig jaar lang als exploratiegeoloog werkzaam geweest in de olie industrie, auteur van
'The Coming Oil Crisis.' Als gerespecteerd wetenschapper vroeg het Britse Lagerhuis hem in 1999 een lezing te geven over zijn vakgebied. Campbell waarschuwde de parlementsleden dat rond 2008 de aardoliereserves over hun hoogtepunt heen zijn en dat
'de productie dan haar onvermijdelijke… afname zal beginnen met ongeveer drie procent per jaar. Toenemende tekorten zullen ontstaan, landbouw en transport zullen ernstig getroffen worden. De wereldwijde markt zal aan een eind komen door hoge transportkosten.' Hij attendeerde zijn gehoor erop dat het vinden van nieuwe olievelden in de jaren zestig piekte en dat 'we nu maar één vat vinden voor elke vier vaten die we verbruiken,' met als resultaat dat de welvaart in ons deel van de wereld volledig afhankelijk wordt van de elf OPEC-naties, waar 77 procent van alle oliereserves liggen. Maar liefst 67 procent van die olie ligt in slechts vijf landen in het Midden Oosten. Campbell waarschuwde het Britse parlement dan ook dat binnenkort
'de landen in het Midden Oosten… beseffend dat ze geen competitie hebben, zich dan vrij voelen om veel hogere prijzen op te leggen… Ik vind het absurd dat het beheer over het uitputten van de wereldvoorraad van de meest belangrijke brandstof over wordt gelaten aan een paar feodale families in het Midden Oosten. De regeringen die de olie afnemen zouden zich moeten realiseren waar hun belangen liggen.'… De aanval op Irak is bedoeld om de macht van OPEC te vernietigen, zoals het Amerikaanse tijdschrift Fortune november vorig jaar schreef. Fadhil Chalabi, de uitgeweken Irakese oud-minister van olie verklaarde daarover:
'Het zou niet in Irak's belang met de OPEC samen ter werken,' waardoor de Irakese olie
'een alternatief voor Saoedische olie zal worden.' Niet langer meer zal dan Saoedi Arabie de olieprijs kunnen bepalen. Centraal staat, om president Bush te citeren:
'affordable energy,' betaalbare energie, om de Westerse economie draaiende te houden en banen te scheppen. Niet dat Riyadh de prijs tot krankzinnige hoogte zal opdrijven, want de Saoedische elite heeft voor miljarden in de Amerikaanse economie belegd, maar hun prijs is altijd nog hoger dan de groot aandeelhouders en hun vertegenwoordigers in Washington willen betalen.'
Lees verder:
http://home.planet.nl/~houck006/oorlogomolie2.html
Dit alles vormt de context van het verhaal van Marcel Haenen, maar hij verzwijgt die context omdat het niet in het propagandaplaatsje past. Hij is niet de enige, zoals u hieronder kunt lezen. Onder de journalisten van de westerse commerciele massamedia bestaat altijd een consensus over wie de boef is en wie de held, zij de boeven, wij de helden. Degenen die weigert deze propaganda te bedrijven, wordt uiteindelijk gemarginaliseerd.
'CHAVEZ AND RCTV - TILTING THE BALANCE AGAINST ''THE BAD GUY''
As we have previously reported* Venezuelan president Hugo Chavez has long been demonised by the Western media as a "leftist firebrand" (The Independent), “Venezuela's demagogue” (Washington Post), and as a “militaristic strongman“ (Financial Times).
No surprise, then, that Chavez’s decision not to renew the licence of Radio Caracas Television (RCTV) has elicited outrage across Britain and America. In an article titled, ‘”He is losing the country's respect”,’ Catherine Philp wrote in the Times:
“The move has fuelled accusations that Mr Chavez is moving towards an increasingly authoritarian rule and is quashing dissent against his ‘socialist revolution‘.” (Philp, ‘”He is losing the country's respect”,’ The Times, May 29, 2007)
The Washington Post described the action as an attempt to silence opponents, supplying further "proof" that Chávez is a "dictator". (FAIR, Media Advisory, ‘Coup Co-Conspirators as Free-Speech Martyrs - Distorting the Venezuelan media story,’ May 25, 2007;
http://www.fair.org/index.php?page=3107)
One might think from these comments that Chavez is indeed behaving like a stereotypical “strongman”. So why is he refusing to renew the licence?
According to CNN reporter TJ Holmes the motive lies in the fact that RCTV "has been critical of his government" (Ibid). The Associated Press also stressed that RCTV "has been critical of Chávez". (Ibid) A Guardian headline carried the same emphasis: “Chavez silences critical TV station - and robs the people of their soaps.” (Rory Carroll, The Guardian, May 23, 2007) A Financial Times news report was titled: “Chavez pulls plug on dissenting TV station.” (Benedict Mander, Financial Times, May 9, 2007)
These and similar claims have given the impression that Chavez is simply crushing dissent. An Independent leader came closer to the truth:
“President Chavez has long detested RCTV, accusing it of helping to incite a coup against him in 2002.“ (Leader, ‘A show of intolerance,’ The Independent, May 30, 2007)
As this suggests, the problem with RCTV does not revolve around political differences with Chavez; it revolves around RCTV’s attempts to overthrow the democratically elected government of Venezuela.
A consistent theme of media reporting has been to ascribe this "accusation" to Chavez personally. Thus the Independent wrote of the “station, which Mr Chavez believes was plotting against him”. (‘Anti-Chavez protesters clash with police,’ The Independent, May 29, 2007)
The Times reported: “President Chavez withdrew its licence, accusing the network of ‘coup plotting‘”. (Philp, op. cit)
Likewise the Financial Times: “Chavez has repeatedly alleged that it supported the [2002] coup...” (Richard Lapper, ‘TV channel axed in latest Chavez drama,’ Financial Times, May 26, 2007)
And the BBC: “He [Chavez] says they were involved in a coup that nearly toppled him five years ago.” (James Ingham, ‘Venezuelans protest over TV issue,’ BBC Online, May 27, 2007;
http://news.bbc.co.uk/go/pr/ fr/-/1/hi/world/americas/6695769.stm)
These media reports thus all distort the truth by attributing a mere “claim” to Chavez, someone they have all previously demonised as an authoritarian “strongman”. This earlier demonisation acts to undermine the credibility of the charge against RCTV in readers’ minds, so reinforcing the bias of ostensibly balanced reporting against the Venezuelan government. Robert McChesney and Mark Weisbrot explain:
“This is a common means of distorting the news: a fact is reported as accusation, and then attributed to a source that the press has done everything to discredit.” (McChesney and Weisbrot, ‘Venezuela and the Media: Fact and Fiction,’ Common Dreams, June 1, 2007;
http://www.commondreams.org/ archive/2007/06/01/1607/)'Lees verder:
http://www.medialens.org/alerts/07/070613_chavez_and_rctv.php