zaterdag 26 mei 2007

Laura Starink 2

Gisteren gebruikte ik onder meer het volgende citaat van Laura Starink om haar een aantal kritische vragen te stellen: Precies vijfeneenhalf jaar nadat het Westen een oorlog begon tegen de Taliban kon onlangs de NRC-lezer de volgende bekentenis vernemen van u als chef van het magazine M van NRC: 'Na de aanslagen op de Twin Towers was ik voor de inval in Afghanistan. Met angst en beven natuurlijk, maar met velen deelde ik de overtuiging dat de trainingskampen van Al-Qaeda moesten worden gesloten en de Talibaan, die Osama bin Laden onderdak hadden verschaft, dus maar het veld moesten ruimen.'
Lees verder: http://stanvanhoucke.blogspot.com/2007/05/laura-starink.html

Naar aanleiding hiervan kreeg ik de volgende reactie van Sonja:

Afgezien van de emotionele beweegredenen van Starink's "overtuiging" is het duidelijk dat haar "overtuiging" synoniem is met een politiek besluit, en dus was haar overtuiging een politieke overtuiging. Dat resulteert in praktijk natuurlijk met het schrijven van stukjes die het neo-conservatieve geloof in de plundering en vernietiging van het Midden-Oosten ondersteunen. Dan ben je dus geen journalist, maar een propagandeur. Op zich niet verrassend, maar het moet wel gezegd worden.

Sonja heeft gelijk. Het is inderdaad 'niet verrassend.' Laura Starink staat model voor de kritiekloze en conformistische wijze van journalistiek bedrijven door de westerse commerciele massamedia, voor wie het grote kwaad niet bij onszelf moet worden gezocht maar constant in de ander moet worden geprojecteerd.

Drie jaar geleden schreef ik over haar:

Als chef van ‘Het Maandblad van NRC Handelsblad’ verbaasde Laura Starink zich onlangs over een ‘shi’itisch meisje’ dat in de fotoreportage ‘De bruiden van Bagdad’ in het december nummer van de glossy bijlage figureerde. Het betrof hier overigens een volwassen vrouw van twintig jaar oud, genaamd Leyla, wier ‘vader is gesneuveld in de oorlog tussen Iran en Irak.’ Ze leeft in de armenwijk van de Irakese hoofdstad. Starink schreef in een inleidend commentaar over Leyla: ‘Als de vrouw-voor-de-spiegel alleen is met de fotografe werpt zij haar zwarte kleed af. Plots ontluikt een twintigjarige schoonheid. Leyla heeft in het leven maar één droom: ze wil martelares worden. Dat fanatisme is zo intrigerend omdat het zo totaal onbegrijpelijk is… Zij trekt ten strijde tegen de Amerikaanse heidenen die haar dictator hebben verdreven. Leyla is misschien nog wel moeilijker te doorgronden dan de Marokkaan Mohammed B. die Theo van Gogh met messen heeft doorboord om Ayaan Hirsi Ali te treffen.’ Kennelijk weet de adjunct- hoofdredactrice van NRC iets niet wat het ‘shi’itisch meisje’ maar al te goed weet, namelijk dat vóórdat de Amerikaanse strijdkrachten ‘haar dictator’ verdreven de Amerikaanse CIA precies veertig jaar eerder de partij van ‘haar dictator’ via een gewelddadige coup aan de macht had geholpen. Op die manier probeerden ‘de Amerikaanse bevrijders’ de nationalisatie van de oliebronnen te voorkomen. Bovendien konden nu de invloedrijke Irakese communisten vernietigd worden, hetgeen gebeurde, met als gevolg dat het toenmalige hoofd van de CIA voor het Midden Oosten, James Critchfield, naderhand tevreden kon spreken van ‘een grote overwinning.’ In 1980 profiteerde ‘haar dictator’ nog eens van de aanzienlijke militaire en financiële steun van de Verenigde Staten toen Saddams troepen het shi’itische Iran binnenvielen en daar honderdduizenden shi’iten om het leven brachten tijdens een bloedbad waarbij -in de woorden van Henry Kissinger- 'het uiteindelijke Amerikaanse belang… is dat beide partijen zullen verliezen.' Een ander feit dat Laura Starink kennelijk ontging, maar zeker niet ‘het shi’itische meisje,’ is dat elf jaar later president Bush senior een oproep had gedaan aan 'de Irakese militairen en het Irakese volk om de zaken in eigen hand te nemen en om Saddam Hoessein te dwingen op te stappen.' Maar toen de shi’itiische bevolking in Zuid Irak in maart 1991 daadwerkelijk in opstand kwam, weigerden de Amerikaanse troepen de rebellen toegang te verlenen tot de militaire wapendepots in Irak. Ondertussen lieten de Amerikaanse strijdkrachten de Republikeinse Garde hun linies passeren om de opstandelingen te kunnen aanvallen. Daarbij werd vanuit Irakese helikopters kerosine gesproeid over grote groepen vluchtende burgers en vervolgens met lichtspoorkogels in brand werd geschoten, terwijl 'ik met mijn eigen ogen de Amerikaanse helikopters zag die boven de [Irakese] helikopters vlogen... Ze namen foto's en ze wisten precies wat er gebeurde,' aldus een rebellerende brigadier generaal. Wat Leyla ook weet en Laura niet is dat de shi’iten zwaar hebben geleden onder de vernietiging van de totale infrastructuur van het land en de jarenlange economische sancties, die uiteindelijk meer dan een miljoen doden hebben veroorzaakt, aldus de schattingen van de Verenigde Naties. Een mensenoffer die volgens de voormalige minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright ‘de prijs waard' was geweest. Daarnaast is Irak twaalf jaar lang gebombardeerd. 13 augustus 1999 berichtte de New York Times: ‘Amerikaanse oorlogsvliegtuigen hebben op een methodische manier en met zo goed als geen publieke discussie Irak aangevallen. In de laatste acht maanden hebben Amerikaanse en Britse piloten meer dan 1100 raketten afgevuurd op 359 doelen in Irak.’ Een maand later vertelden Amerikaanse functionarissen de Wall Street Journal dat er binnen afzienbare tijd geen doelen meer over zouden zijn: ‘Er resteert alleen nog maar een enkel bijgebouw.’ Al op 16 juni 2000 schreef Edward Cody, buitenlandredacteur van de Washington Post, dat ‘burgerslachtoffers routine zijn geworden’ in de bombardementscampagne die jaarlijks een miljard dollar kostte. Desondanks gingen deze oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid gewoon door. Tegenover de Washington Post verklaarde William Looney, brigadier-generaal van de Amerikaanse luchtmacht die de bombardementscampagne tegen Irak leidde: 'Ze weten dat wij hun land bezitten… wij dicteren de manier waarop zij leven en spreken. En dat is wat Amerika zo groots maakt. Het is een goede zaak, want er zit daar veel olie die we nodig hebben.'

Eerder al had de voormalige VN-coördinator van het Humanitaire Programma in Irak, Dennis Halliday, de economische boycot 'volkerenmoord' genoemd. Na uit protest te zijn opgestapt zei hij: 'Ik had opdracht gekregen om een politiek uit te voeren die voldoet aan de definitie van genocide: een bewust beleid dat in feite meer dan een half miljoen individuen… heeft vermoord. We weten allemaal dat het regime van Saddam Hoessein de prijs voor de economische sancties niet betaalt… Het zijn de gewone mensen die hun kinderen verliezen, of hun ouders… Juist de bepalingen van het Handvest van de Verenigde Naties en de Verklaring van de Rechten van de Mens worden opzij geschoven. We voeren een oorlog, via de VN, tegen kinderen en burgers van Irak, en met onvoorstelbare gevolgen: gevolgen die u niet zou verwachten in een oorlog onder de richtlijnen van de Geneefse Conventies. Wij gebruiken burgers als doelwit.’ In een brief schreef hij: ‘Ik treed af omdat de politiek van economische sancties totaal bankroet is. We zijn met een proces bezig waarbij een hele samenleving vernietigd wordt. Het is zo simpel als dat… Vijfduizend kinderen sterven elke maand…. Ik wil niet aan het hoofd staan van een programma dat resulteert in dergelijke cijfers.’ Na een loopbaan van 34 jaar bij de VN waar Halliday uiteindelijk de op één na hoogste functie bekleedde, zei hij tegenover de gerenommeerde onderzoeksjournalist John Pilger: ‘De genocide in Irak is de test voor onze wilskracht. Ieder van ons moet de stilte doorbreken: om degenen die verantwoordelijk zijn in Washington en Londen bewust te maken dat de geschiedenis hen zal vernietigen.’ De Amerikaanse toneelschrijver Arthur Miller zocht een verklaring voor het collectief zwijgen in het volgende: ‘De gedachte dat de staat krankzinnig is geworden en zoveel onschuldige mensen straft is ontoelaatbaar. En dus moet het bewijs innerlijk ontkend worden.’ En ook op die manier worden de slachtoffers onzichtbaar en hun motieven onbegrijpelijk. Maar dat doorgaans de Westerse massamedia met haar veelgeprezen ‘vrijheid van meningsuiting’ daaraan meedoet is pas echt onbegrijpelijk. Vooral ook omdat de bewijzen voor het oprapen liggen. Zo rechtvaardigde Robert Gates, de Nationale Veiligheids Adviseur van Bush senior, de vernietigingspolitiek publiekelijk met de opmerking: 'Irakezen zullen de prijs moeten betalen zolang Saddam aan de macht is.' In 2001 hadden de bombardementen op Irak langer geduurd dan de Amerikaanse invasie van Vietnam. Door al dit geweld was binnen een decennium het gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking gedaald tot slechts eenzesde van het vooroorlogse bedrag. Het waren vooral de shi’iten, de allerarmste groep, die het slachtoffer werden van het Amerikaans en Brits terrorisme. In tegenstelling tot Laura weet Leyla daar uit eigen ervaring alles van. En onder andere die concrete ervaringen met de wrede kant van het democratische Westen hebben haar wereldbeeld meer gevormd dan de westerse propaganda over ‘civil society’ en ‘nation building.’ In de harde praktijk van de dagelijkse werkelijkheid hebben de inwoners van de derde wereld allang geleerd dat het Westen de bescherming van de mensenrechten alleen predikt zolang ze de economische belangen niet belemmeren.

De woorden van Laura Starink illustreren een schrikbarende onwetendheid. Van een zelfde onwetendheid getuigde NOS-Journaal verslaggever Wouter Kurpershoek in maart 2003 toen hij zich in een reportage verbaasde over het feit dat de Amerikaanse/Britse ‘bevrijders’ in het zuiden van Irak niet door de shi’itische bevolking met gejuich werden ontvangen, maar dat men zelfs ‘negatief’ op hun komst reageerden. Omdat het NOS-Journaal geen eigen correspondent ter plaatse had, was de immer hard werkende, multi-inzetbare Kurpershoek met te weinig achtergrondinformatie afgereisd om het grote wantrouwen van de locale bevolking te kunnen snappen. Waar het hier in wezen om gaat is gekweekte onwetendheid; er is immers sprake van een bewuste keuze om geen correspondenten te stationeren in een van de belangrijkste gebieden op aarde, waar de meest vitale grondstof ter wereld wordt opgepompt. Maar ook het journalistieke beleid van de NRC liet geen ruimte over voor een gedegen continue diepgravende berichtgeving uit de Arabische regio, waarbij de gebeurtenissen in een brede context werden geplaatst. De krant had jarenlang maar één correspondent voor het hele islamitische gebied, dat zich van Marokko tot India uitstrekt. Die was niet in staat om in de diverse landen zelfstandig onderzoek te verrichten, met als gevolg dat niet alleen de lezers maar ook de adjunct-hoofdredactrice volstrekt verbijsterd zijn zodra de contraterreur toeslaat. Door een gebrek aan kennis en interesse beschikt men over geen enkel aanknopingspunt om de situatie waarin honderden miljoenen anderen leven te kunnen begrijpen. Het is ook opmerkelijk dat de ‘kwaliteitskrant’ al geruime tijd geen enkele correspondent meer in de Arabische wereld heeft. Omdat nagenoeg alle Nederlandse massamedia de slachtoffers in het Midden Oosten grotendeels onzichtbaar hebben gemaakt, blijven hun motieven ‘totaal onbegrijpelijk’ en is hun handelwijze moeilijk ‘te doorgronden.’ Men komt niet verder dan een kwalificatie als ‘fanatisme’ tegen de ‘Amerikanen‘ die ‘haar dictator hebben verdreven.’ Overigens verzwijgt Laura Starink daarbij dat secretaris-generaal Kofi Annan in september 2004 de Amerikaanse inval ‘illegaal’ heeft genoemd, in strijd met het VN-Handvest en het internationaal recht, waarmee nog eens wordt benadrukt hoe hier goed en kwaad door elkaar heen lopen. Desondanks zijn in haar visie niet de Amerikanen fanatiek, bezeten van een idee, maar juist degenen die zich tegen de illegale bezetting verzetten. In dit simplistische, manicheïsche wereldbeeld wordt een islamitische Nederlander die een andere Nederlander vermoordde, omschreven als een ‘Marokkaan,’ die als het ware zomaar pardoes ‘Theo van Gogh met messen heeft doorboord.’ Zijn Marokkaanse achtergrond is evenwel niet de reden van de moord, net zomin als Volkert van der G.’s Nederlandse achtergrond de reden van de moord op Fortuyn was. En ook zijn islamitische achtergrond is niet de drijfveer, net zo min als het ontbreken van een religieuze overtuiging Volkert van der G. motiveerde. Mohammed B. gebruikte de godsdienst als kapstok, net zoals Volkert van der G. een ideologie als kapstok gebruikte en net als op zijn beurt de Amerikaanse president het christendom misbruikt voor zijn ‘kruistocht tegen het terrorisme.’ Het extremisme wordt gevoed niet door een of andere religieuze of ideologische identiteit, maar juist door het ontbreken van een identiteit, niet door macht maar juist door een gevoel van machteloosheid. Het is een probleem waarmee alle culturen altijd worden geconfronteerd. Uit de Europese geschiedenis weten we dat er soms een collectieve identiteitscrisis kan ontstaan, meestal als gevolg van een uitzichtloze sociaal-economische situatie, het verlies van een oorlog of een andere traumatische ontwikkeling. Desondanks gebruikt de chef van NRC’s Maandblad de woorden Marokkaan en messen die in de context waarin ze gebruikt worden geen objectieve feiten zijn, maar stigmatiserende beelden. Deze beelden verhelderen niets, men hoeft niet over ze na te denken, ze dwingen niet tot inleving en prikkelen niet de verbeeldingskracht. Ze mobiliseren slechts de primaire gevoelens: angst en daarmee haat en op die manier vervuilt de allesoverheersende beeldcultuur de cultuur van het woord. Ik ga er vanuit dat Laura Starink dit alles niet beoogt, maar het werkt wel zo in een eendimensionale massacultuur, waarin ‘de macht van de afbeelding alleen maar [is] toegenomen’ en er sprake is van ‘beeldterreur,’ zoals onlangs de schrijver Henk van Woerden in dezelfde NRC schreef. In tegenstelling tot de simplificatie van de journalistiek toont de literatuur de complexiteit. In de roman Blackbox analyseert de Israëlische auteur Amos Oz de identiteitsloosheid van fundamentalisten: ‘Geloof uit on-geloof: hoe meer hij zijn geloof in zichzelf verliest, des te sterker wordt zijn fervente geloof in de verlossing, des te intenser zijn dringende behoefte verlost te worden…. In dezelfde mate waarin zijn zelfrespect, zijn bestaansgrond, ja de zin van zijn leven verloren gaan, wordt de recht-vaardiging van zijn geloof, zijn volk, zijn ras, het ideaal dat hij aanhangt of de beweging waaraan hij trouw gezworen heeft, verheven, vergroot, verheerlijkt en geheiligd.’ Het gaat in deze roman over joodse fundamentalisten, maar het mechanisme geldt voor alle religies, alle ideologieën en alle culturen, want zoals Oz stelt: ‘De mens houdt zich bezig met persoonlijke zaken zolang hij zaken heeft en zolang hij een persoonlijkheid heeft. Als die afwezig zijn, gaat hij zich, uit angst voor de leegheid van zijn leven, vol vuur bezighouden met zaken van anderen: hij brengt hen op het rechte spoor. Tuchtigt hen. Probeert te onderrichten wie malende is en te verpletteren wie dwalende is. Schenkt andere gunsten of vervolgt hen meedogenloos. Tussen de nobele fanaticus en de moorzuchtige fanaticus is uiteraard een verschil van morele gradaties, maar geen verschil in aard.’ Dat is tevens de reden waarom elkaar bestrijdende fundamentalisten zoveel op elkaar lijken, vertelde Oz me toen ik hem veertien jaar geleden over dit onderwerp interviewde. De atheïst die de gelovige te vuur en te zwaard bestrijdt, verschilt nagenoeg in niets van zijn opponent. En de grootste fanatici zijn doorgaans degenen die tot een andere religie of rationalistisch ‘geloof’ zijn bekeerd. December 2004 waarschuwde de AIVD in een rapport aan de Tweede Kamer dat de radicalisering onder moslim jongeren de afgelopen drie jaar razendsnel is toegenomen. Het gaat daarbij om jongeren die via onder andere internet met de ideologie van de radicale islam in aanraking komen. Tegelijkertijd benadrukken de analisten van de inlichtingendienst dat de politici het radicaliseringsprobleem niet moeten versimpelen. Het betreft hier niet een simpel politiek probleem, maar een gecompliceerd sociaal psychologisch verschijnsel. ‘Omdat hij niets te doen weet met zijn holle, troosteloze leven, valt hij anderen om de hals of grijpt hij hen naar de keel.’ Maar dit is de wijsheid van een schrijver en niet die van een politicus. Professor Muqtedar Khan van het Brookings Instituut, een van de oudste denktanks in Washington, verklaarde recentelijk over Irakezen die een zelfmoordaanslag plegen: ‘De dood van hun eigen families, de vernietiging van hun huizen – al deze zaken leiden tot frustratie en woede en uitzichtloosheid en ze willen de vijand dezelfde frustratie en uitzichtloosheid laten voelen, dus nemen ze hun toevlucht tot deze vorm van geweld.’ Dat geldt niet alleen voor de shi’iten maar ook voor de soennieten. Dit heeft niet met fanatieke godsdienst te maken, maar wel met schreeuwend onrecht. Volgens ABC News heeft de recente aanval op de stad Fallujah met de ‘invallen in privé woningen en militaire bombardementen die Irakese burgers doodden, jonge Irakezen geradicaliseerd.’ Men hoeft de Irak-foto’s maar te bekijken van Geert van Kesteren in zijn boek ‘Why Mister, Why?’ over het Amerikaanse geweld en met een beetje empathie kan men begrijpen waarom iemand tenslotte bereid is zich op te offeren. Niet ‘elke-vrouw-voor-de-spiegel’ die ‘haar zwarte kleed afwerpt,’ is meteen een van ‘De bruiden van Bagdad,’ ook al ‘ontluikt plots een twintigjarige schoonheid.’ Niet alles is keukenmeiden romantiek. Hoe ‘onbegrijpelijk’ het ook moge klinken: niet voor ieder ‘shi’itisch meisje’ vertegenwoordigt ‘Sex and the City’ het hoogste ideaal, met al die eenzaam achtergebleven vrouwen, die dag en nacht hunkeren naar ‘kerels, kopen en natuurlijk sex.’ Levend temidden van zoveel verschrikkingen identificeren sommige vrouwen zich eerder met Jeanne d’Arc dan met Carrie Bradshaw. Dat dit 'zo totaal onbegrijpelijk is' zegt meer over de Laura's hier dan over de Leyla’s daar. Het meest opmerkelijke is misschien wel het feit dat enkele Irak-foto’s van Geert van Kesteren door het maandmagazine van NRC in augustus 2003 waren gepubliceerd. Hoewel aangekondigd als een fotoreportage over ‘De moordmachine. Na de val van Saddam gingen in Irak de massagraven open. Overal zoeken wanhopige familieleden naar hun dierbaren. In de haast gaat veel bewijsmateriaal verloren,’ zag de doorsnee NRC-lezer toch iets volstrekt anders dat ernstig verontrustte. Een van hen, Maikel Steur, schreef: ‘veel beelden van arrestaties met voeten op hoofden geplaatst en getrokken wapens. Gegevens van arrestanten worden met gaffer-tape aan het hoofd geplakt… De MACHT waarmee de Amerikanen te werk gaan stoort me enorm. Ik heb medelijden met de angst van de arrestanten. Zijn de Amerikanen dan zulke enorme hufters?’ Tekenend voor de sfeer in de Nederlandse massamedia is het onvermogen zich te verplaatsen in de positie van de onderdrukte. Iemand die geen last heeft van dit soort wereldvreemdheid is Chalmers Johnson, een van de meest gerespecteerde geleerden in de Verenigde Staten. Al meer dan een jaar vóór 11 september 2001 waarschuwde hij voor grootscheepse terroristische aanslagen, die volgens hem niets anders zijn dan ‘blowback… de onbedoelde consequenties van politieke beleidsdaden die voor het Amerikaanse volk geheim waren gehouden.’ In zijn geruchtmakende boek ‘Blowback’ over ‘de kosten en consequenties van het Amerikaans imperium’ schreef deze emeritus hoogleraar: ‘Ik ben van mening dat de lichtzinnige verkwisting van onze hulpbronnen aan irrelevante wapensystemen… en terroristische aanvallen op Amerikaanse installaties en ambassades, alle voortekenen zijn van een eenentwintigste eeuwse crisis in Amerika’s informeel wereldrijk, een rijk gebaseerd op de uitbreiding van militaire macht naar elke uithoek van de wereld en op de inzet van Amerikaans kapitaal en markten om een wereldwijde economische integratie af te dwingen op onze voorwaarden, tegen welke kosten voor anderen dan ook.

Lees verder: http://home.planet.nl/~houck006/autisme2.html En ook:

http://stanvanhoucke.blogspot.com/search?q=maria+goos+4

Kenmerkend voor de vorm van journalistiek die de Laura Starinks van deze wereld praktiseren is dat hun berichtgeving ongeinformeerd, onnozel en vooral ook kritiekloos is. Bovendien is het gebaseerd op een vastomlijnd pakket van al dan niet onuitgesproken vooroordelen. Wanneer deze vorm van journalistiek nauwkeurig onderzocht wordt blijkt al snel dat we met propaganda te maken hebben. Het is geen toeval dat Laura Starink op een sleutelpositie zit. Dat is een bewuste keuze geweest van de directie van de krant, via de hoofdredactie natuurlijk, want vorm is van levensbelang in een zogeheten democratie. Dat proces beschreef Noam Chomsky eens kort maar krachtig toen hij tijdens een BBC uitzending in 1996 de volgende vraag kreeg van
de Britse journalist Andrew Marr: How can you know that I'm self-censoring? How can you know that journalists are...

Chomsky antwoordde: I don't say you're self-censoring - I'm sure you believe everything you're saying; but what I'm saying is, if you believed something different, you wouldn't be sitting where you're sitting.
Lees verder http://www.zmag.org/Chomsky/interviews/9602-big-idea.html

Zo is het en niet anders. Het systeem prijst het unieke maar verordonneert het conformisme, de massamaatschappij verheerlijkt het individualisme, maar dwingt het collectivisme af. Net als de overgrote meerderheid van de massa is de overgrote meerderheid van de journalisten bang om gemarginaliseerd te worden, de massa wil erbij horen, voor de overgrote meerderheid van de journalisten geldt alleen de van hogerhand officieel goedgekeurde versie van de werkelijkheid en niets anders. De dissident wordt ogenblikkelijk gemarginaliseerd. Daar zijn de meeste mensen bang voor, ze zijn bang uitgestoten te worden uit de groep. Uitgestoten zijn betekent niet alleen een sociale, maar vooral ook financiele klap. Een prestatiemaatschappij, waarin geld en dus status de hoogste waarden zijn, dwingt de mens tot conformisme.

Ons systeem heet de vrijheid van meningsuiting. De vraag is alleen: wiens mening. Behalve de officieel gesanctioneerde is er voor de commerciele massamedia geen andere. Dissidente stemmen zult u er zelden aantreffen.

vrijdag 25 mei 2007

Laura Starink



Ik heb onderstaande email aan Laura Starink van NRC gestuurd en ben in afwachting van een antwoord.

Geachte mevrouw Starink,

Precies vijfeneenhalf jaar nadat het Westen een oorlog begon tegen de Taliban kon onlangs de NRC-lezer de volgende bekentenis vernemen van u als chef van het magazine M van NRC: 'Na de aanslagen op de Twin Towers was ik voor de inval in Afghanistan. Met angst en beven natuurlijk, maar met velen deelde ik de overtuiging dat de trainingskampen van Al-Qaeda moesten worden gesloten en de Talibaan, die Osama bin Laden onderdak hadden verschaft, dus maar het veld moesten ruimen.'

'Met velen deelde ik de overtuiging,' vele ongeinformeerden had u mevrouw Starink erbij moeten vermelden. Goed geinformeerde deskundigen zetten al vanaf het allereerste begin vraagtekens bij de beoogde regime-verandering en wel vanwege talloze voor de hand liggende redenen die nu dan ook niet langer meer te negeren zijn. Bovendien, dat u die mening deelde met velen, zegt niets, de overgrote meerderheid van die velen is geen journalist in een leidinggevende functie bij een dagblad dat zich graag afficheert als een kwaliteitskrant. Van een doorsnee mediaconsument verwacht ik geen groot inzicht in dit soort problemen, maar wel van een collega-journaliste, zeker als ze 'de overtuiging' heeft dat het Westen het recht heeft een arm land met veel geweld aan te vallen. Door onder andere 'de overtuiging' van de Starinks in de wereld zijn er in Afghanistan meer onschuldige burgers om het leven gekomen dan bij de aanslagen van 11 september 2001. Dan nog het punt op welke feiten uw 'overtuiging' gefundeerd was. Ik stel die vraag vanwege het volgende. Voor mijn boek 11 september. het keerpunt citeerde ik op dinsdag 4 oktober 2001 het volgende bericht uit de Volkskrant: 'Nederland heeft dinsdag in de NAVO-raad vergeefs bedenktijd gevraagd om het bewijsmateriaal over de betrokkenheid van Bin Laden bij de aanslagen in de VS te bestuderen. NAVO-ambassadeur Patijn kreeg nul op het rekest. Volgens diplomaten in Brussel beschikken de VS niet over harde bewijzen tegen Bin Laden, hooguit over sterke aanwijzingen... Patijn vroeg dinsdag op verzoek van minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken een uur bedenktijd nadat de Amerikaanse gezant Frank Taylor de NAVO-raad bewijzen had overlegd van de betrokkenheid van Bin Laden bij de terroristische aanslagen. Ook enkele andere landen, waaronder Luxemburg, vroegen om een "stilteprocedure" ... Volgens goed geinformeerde bronnen wees NAVO-chef Robertson het verzoek meteen af met de woorden dat een NAVO-bondgenoot om onvoorwaardelijk vertrouwen vroeg en dat dit onverwijld gehonoreerd moest worden... Het "bewijs" tegen Bin Laden dat Taylor de NAVO-raad presenteerde, zou in een rechtszaal nooit standhouden... Dit stellen diplomaten en ambtenaren bij de NAVO en ministers van Buitenlandse Zaken die de presentatie bijwoonden... Bij de NAVO brengen diplomaten daar tegenin dat "we op dit moment geen rechtzaak aan het voeren zijn. Dus juridisch spijkerhard hoeft het ook niet te zijn. We staan voor een politiek besluit, dat politieke argumenten behoeft. En die hebben we voldoende gekregen," meent een diplomaat ... Dat is ook het verweer van de Amerikaanse regering. "Het is niet terecht om een puur juridisch criterium te hanteren," zegt een Amerikaanse functionaris... De Amerikaanse regering wil de beschikbare gegevens niet openbaar maken,' aldus de Volkskrant destijds.

Ik schreef erbij: 'Met andere woorden: om 1 misdadiger op te hangen of te vergassen moet de VS een "spijkerhard juridisch bewijs" overleggen van de schuld van de ter dood veroordeeld, maar om een heel land te kunnen bombarderen is "het niet terecht om een puur juridisch criterium te hanteren". In 1 vergadering is de mensheid weer terug bij af en kan het zwaar bevochten internationaal recht terzijde worden geschoven. En men is er nog eerlijk over ook, het argument is domweg dat "we voor een politiek besluit staan," en daarbij staat het recht alleen maar in de weg,' aldus de tekst in mijn boek.

Dit schreef ik in dezelfde tijd dat u 'de overtuiging' bezat dat Afghanistan moest worden aangevallen en 'dat... de Talibaan... dus maar het veld moesten ruimen.' Vandaar mijn vraag nu: geachte mevrouw Starink, vanwaar die 'overtuiging?' Wist u iets dat die twijfelende diplomaten en journalisten zoals John Pilger, Robert Fisk, ik en miljoenen mediaconsumenten niet wisten? En zo ja: wat dan? Zo nee, wordt het dan niet tijd uw verontschuldigingen aan de NRC-lezer aan te bieden, net zoals de New York Times in het geval van Irak heeft gedaan? Ik bedoel, die 'overtuiging' heeft ertoe geleid dat u als journalist en chef van het magazine vijfeneenhalf jaar lang niet kritisch heeft bericht over deze oorlog. Die 'overtuiging' is er mede de oorzaak van dat vele duizenden onschuldige Afghaanse burgers door de Amerikanen gedood zijn, buiten beschouwing gelaten de onschuldige Afghanen die door - onder andere - Nederlandse militairen zijn gedood. Woorden zijn niet vrijblijvend mevrouw Starink. In de wereld van de macht hebben ze consequenties die dodelijk kunnen zijn. Wat u in het cafe of thuis zegt is onbelangrijk, maar als u als journalist spreekt is het wel degelijk van belang wat u verklaart. Vijfeneenhalf jaar nadat u 'overtuiging' bezat dat Afghanistan moest worden aangevallen schrijft u in uw magazine: 'Met wie vechten wij eigenlijk in Afghanistan?' Had u uzelf als journalist die vraag niet moeten stellen toen u vijfeneenhalf jaar geleden ervan overtuigt was dat Afghanistan met geweld moest worden aangepakt? En waarom heeft u dat toen niet gedaan? In al uw naieviteit stelt u uzelf nu de vraag: 'Wie zijn toch die mythische Talibaan?' Vijfeneenhalf jaar te laat, mevrouw Starink. U schrijft: 'En nu zitten we daar in dat moeras van tribale tegenstellingen, met Nederlandse troepen die namens ons de fictie van een opbouwmissie overeind proberen te houden.' Namens ons? Geen sprake van, mevrouw Starink, wel namens u, maar zeker niet namens mij en al die andere (al dan niet) journalisten die ruim voordat de Amerikaanse agressie begon, waarschuwden voor de gevaren ervan. U ging toen akkoord met het schenden van het internationaal recht door te accepteren dat zonder solide bewijzen een land werd aangevallen. Waarom respecteerde u het internationaal recht niet?

Nu ik u toch vragen stel, vanochtend berichtte NRC.Next: 'Uruzgan kost 800.000 euro per dag. De Nederlandse missie in Afghanistan wordt véél duurder dan gedacht... De vraag is wie opdraait voor de stijgende kosten.' Dat laatste is simpel te beantwoorden, al dat extra Nederlands belastinggeld dat gaat naar het in het zadel houden van de corrupte Afghaanse krijgsheren die zich verrijken met de heroinehandel, kan natuurlijk niet besteed worden aan het Nederlandse onderwijs, gezondheidszorg, sociale uitkeringen, enzovoorts. (Zie daarvoor mijn stukjes over Nederland en Afghanistan.) NRC.Next meldt: 'De kosten van de missie in Uruzgan zijn in tien maanden bijna verdubbeld. Is de missie vooraf bewust goedkoper voorgespiegeld, of heeft iemand zich misrekend?' Het zijn allemaal consequenties van het feit dat u en die andere voorstanders in de journalistiek die de 'overtuiging' bezaten dat Afghanistan moest worden aangevallen hun controlerende functie niet hebben uitgeoefend. Waarom niet, mevrouw Starink? Wat belette u om uw werk als journalist te doen? Nu zitten we inderdaad met een immens probleem opgezadeld, mede door het misfunctioneren van u en al die andere overtuigden. Trekt u hieruit consequenties? En zo ja welke? De journalistiek is een vak en uit uw bekentenis blijkt dat u nog steeds niet weet 'met wie wij eigenlijk [vechten] in Afghanistan.' Tenslotte nog deze vraag: is het toeval dat volgzame mensen zoals u op sleutelposities in de journalistiek terechtkomen?

Mevrouw Starink,

Ik heb speciaal voor u nog wat achtergrond informatie die ik meer dan drie weken geleden op deze weblog plaatste, op 30 april jongstleden, om precies te zijn:

'Het staat er echt, ik verzin het niet. Nu eens opletten welke wakkere Nederlandse journalist dit kabinet vraagt om een reactie hierop. De NRC bericht:'Ook in Uruzgan is de laatste dagen zware strijd geleverd. Het ministerie van Defensie in Den Haag meldt dat Talibaan-strijders een politiepost in Chora hadden ingenomen, op een moment dat veel agenten waren weggebleven van hun werk om thuis te helpen met de papaveroogst. Nederlandse militairen zijn Afghaanse troepen te hulp geschoten die probeerden de post te ontzetten. Uiteindelijk is de post met een bombardement vernietigd. Zeker twee opstandelingen zijn gedood. De operatie was vandaag nog gaande.'

Lees verder:http://www.nrc.nl/buitenland/article704214.ece/

VS_doden_136_Talibaan_bij_strijd_in_Herat

Met andere woorden: Nederland helpt mee de heroinehandel te bevorderen.

Dit werd in 2001 bericht:

'Afghanistan, Opium and the Taliban

JALALABAD, Afghanistan (February 15, 2001 8:19 p.m. EST

U.N. drug control officers said the Taliban religious militia has nearly wiped out opium production in Afghanistan -- once the world's largest producer -- since banning poppy cultivation last summer.A 12-member team from the U.N. Drug Control Program spent two weeks searching most of the nation's largest opium-producing areas and found so few poppies that they do not expect any opium to come out of Afghanistan this year."We are not just guessing. We have seen the proof in the fields," said Bernard Frahi, regional director for the U.N. program in Afghanistan and Pakistan. He laid out photographs of vast tracts of land cultivated with wheat alongside pictures of the same fields taken a year earlier -- a sea of blood-red poppies.'

Lees verder: http://opioids.com/afghanistan/index.html

Vier jaar later, onder het door Nederland financieel, militair en politiek gesteunde bewind van de Amerikanen in Afghanistan, verscheen dit bericht:

'Lucrative opium production is flourishing in the country.

ISMAIL SAMEEM/REUTERS

Afghanistan riddled with drug tiesThe involvement of local as well as high-level government officials in the opium trade is frustrating efforts to eradicate poppy fields.

By Scott Baldauf and Faye Bowers Staff writers of The Christian Science Monitor

KABUL, AFGHANISTAN; AND WASHINGTON – The case of an Afghan village police chief, named Inayatullah, is a small example of a much larger problem.Is Commander Inayatullah a courageous law-and-order crusader responsible for smashing the drug mafia in his hamlet? Or, is he an opium smuggler? Or, as his bosses say, is he both?

Part 1 - 05/12/05 Afghanistan riddled with drug ties

Part 2 - 05/16/05 Will poppy eradication programs work? Reporters on the Job. The Monitor gives the story behind the story. From Internet cafe to crime scene in Kabul

It's a question that hangs over more and more public officials here. The post-Taliban boom in opium production means that drug money now permeates every stratum of Afghanistan's society - from the farmers cultivating poppies in the east to those in the highest levels of the central government of Kabul, according to senior Afghan and European officials working here."We are already a narco-state," says Mohammad Nader Nadery at the Afghan Independent Human Rights Commission, which has studied the growing impunity of former military commanders and drug dealers who now work within the Afghan government. "If the governors in many parts of the country are involved in the drug trade, if a minister is directly or indirectly getting benefits from drug trade, and if a chief of police gets money from drug traffickers, then how else do you define a narco-state?"Abdul Karim Brahowie, Afghanistan's minister of tribal and frontier affairs, says that the government has become so full of drug smugglers that cabinet meetings have become a farce. "Sometimes the people who complain the loudest about theft are thieves themselves," he says.In the past two years, the UN reports that poppy cultivation increased by two-thirds in 2004 to 323,708 acres. Afghanistan now produces 90 percent of the world's opium - most of it ends up on the streets of Europe and Russia as heroin. European officials warn that this fledgling democracy is being undermined as Afghan officials make decisions based on what's good for the drug trade, rather than the electorate. [ Editor's note: The original version overstated the extent of poppy cultivation.]'

Lees verder: http://www.csmonitor.com/2005/0513/p01s04-wosc.html

Kort samengevat: de Nederlandse regering en de meerderheid van ons parlement heeft inmiddels al een half miljard euro aan belastinggeld gespendeerd aan het in het zadel houden van Afghaanse krijgsheren die aan de heroinehandel miljoenen verdienen. Dat is nog eens een staaltje democratie. En nu opletten of de commerciele massamedia hier serieus onderzoek gaat verrichten. Ik denk het niet, maar je weet maar nooit. Let u op!Misschien dat NOVA-presentator Twan Huys zijn eigen mening dat de Nederlandse troepen daar moeten blijven, nog eens kan verduidelijken voor het televisiepubliek van het VARA-programma De Wereld Draait Door, waarin hij deze deskundige mening spuide.'

Zie: http://stanvanhoucke.blogspot.com/2007/04/nederland-afghanistan-131.html

Geachte mevrouw Starink, ik verwacht als journalist een antwoord op mijn vragen, aangezien het hier geen akkefietje betreft, maar een ernstige journalistieke fout, die verregaande consequenties heeft voor het leven van anderen.

In afwachting van uw antwoord,

Collegiale groet,

Stan van Houcke

Hezbollah 3

Family members of Mayor Ali Beydoun of the Ayn Al-Saghira neighborhood of Bint Jbail look out over the destruction of the town from the second story of their demolished home.

By Dahr Jamail

The history of liberty is a history of resistance.”
—Woodrow T. Wilson

“We rely on Hezbollah and these other countries which are helping us now because it’s all we have,” Abu Khalil, an unemployed construction worker injured by bomb shrapnel during last summer’s war in Lebanon, told me. As we stood talking in the warm spring sun outside his largely destroyed village of Aita Ech Chaab, a few hundred yards from Lebanon’s southern border, he added, “And we rely on Hezbollah to protect us again from the next Israeli aggression, because our own government cannot and will not do that job.”
In its savage 34-day assault on Lebanon, the Israeli government had hoped to knock down precisely that sentiment. One of the stated aims of the war, in which more than a thousand Lebanese and more than 40 Israelis were killed, was to turn the Lebanese against Hezbollah for having triggered the conflict. An ironic assumption considering that the creation of Hezbollah was a direct response to an earlier Israeli attack.
Formed in 1982 to resist the Israeli occupation of southern Lebanon, Hezbollah became a political entity in 1985. As a sworn enemy of staunch U.S. ally Israel, it has been labeled a “terrorist organization” by Washington. The sustained propaganda and bellicose posturing of the U.S. government regarding the outfit have kept most Americans ignorant of its true nature and of the fact that a large number of Lebanese are currently aligning with Hezbollah in a bid to thwart the policy of global hegemony being pushed by the Bush administration in Lebanon.
Another irony is that nearly half the members of the massive opposition alliance joining Hezbollah against the U.S.-backed Lebanese government are Christians.
Michel Samaha, a Maronite Christian who was Lebanon’s information minister from 1992 to ’95 and in 2003-04, is among the growing number of Christians, Druse and Sunnis to have joined the Lebanese Shiites in moving Hezbollah toward a democratic government in Lebanon. His reasons, like those of many others, lie in the perception of U.S. policy as being injurious to his country.'

Lees verder:
http://www.truthdig.com/report/item/20070521_hezbollah_lebanons_anti_heroes/

Religie

'Truthdig / Todd Wilkinson
Chris Hedges reads from his essay at the Truthdig debate “Religion, Politics and the End of the World”
By Chris Hedges

Editor’s Note: On Tuesday night, Chris Hedges and Sam Harris debated “Religion, Politics and the End of the World.” The following is Hedges’ opening statement, in which he argues that Harris and other critics of faith have mistakenly blamed religion for the ills of the world, when the true danger lies in the human heart and its capacity for evil.

Sam Harris has conflated faith with tribalism. His book is an attack not on faith but on a system of being and believing that is dangerous and incompatible with the open society. He attacks superstition, a belief in magic and the childish notion of an anthropomorphic God that is characteristic of the tribe, of the closed society. He calls this religion. I do not.
What he fails to grasp is not simply the meaning of faith—something I will address later—but the supreme importance of the monotheistic traditions in creating the concept of the individual. This individualism—the belief that we can exist as distinct beings from the tribe, or the crowd, and that we are called on as individuals to make moral decisions that at times defy the clamor of the tribe or the nation—is a gift of the Abrahamic faiths. This sense of individual responsibility is coupled with the constant injunctions in Islam, Judaism and Christianity for a deep altruism. And this laid the foundations for the open society. This individualism is the central doctrine and most important contribution of monotheism. We are enjoined, after all, to love our neighbor, not our tribe. This empowerment of individual conscience is the starting point of the great ethical systems of our civilization. The prophets—and here I would include Jesus—helped institutionalize dissent and criticism. They initiated the separation of powers. They reminded us that culture and society were not the sole prerogative of the powerful, that freedom and indeed the religious life required us to often oppose and defy those in authority. This is a distinctly anti-tribal outlook. Immanuel Kant built his ethics upon this radical individualism. And Kant’s injunction to “always recognize that human individuals are ends, and do not use them as mere means” runs in a direct line from the Christian Gospels. Karl Popper rightly pointed out in the first volume of “The Open Society and Its Enemies,” when he writes about this creation of the individual as set against the crowd, that “There is no other thought which has been so powerful in the moral development of man” (P. 102, Vol. 1). These religions set free the critical powers of humankind. They broke with the older Greek and Roman traditions that gods and destiny ruled human fate—a belief that when challenged by Socrates saw him condemned to death. They offered up the possibility that human beings, although limited by circumstances and simple human weaknesses, could shape and give direction to society. And most important, individuals could give direction to their own lives.
Human communication directly shapes the quality of a culture. These believers were being asked to embrace an abstract, universal deity. This deity could not be captured in pictures, statues or any concrete, iconographic form. God exists in the word and through the word, an unprecedented conception in the ancient world that required the highest order of abstract thinking. “In the beginning,” the Gospel of John reads, “was the Word, and the Word was with God, and the Word was God.” This is why the second of the Ten Commandments prohibits Israelites from making concrete images of God. “Iconography thus became blasphemy,” Neil Postman writes, “so that a new kind of God could enter a culture.”'

Lees verder:
http://www.truthdig.com/report/item/20070523_chris_hedges_i_dont_believe_in_atheists/

donderdag 24 mei 2007

De Commerciele Massamedia 68




Ook in het Verenigd Koninkrijk gaat de propaganda onverminderd voort. Media Lens bericht:


'MEDIA ALERT: PENTAGON PROPAGANDA OCCUPIES THE GUARDIAN’S FRONT PAGE

"The Guardian’s vision is to offer independent, agenda-setting content that positions us as the modern, progressive, exciting challenger to the status-quo." (Guardian editor, Alan Rusbridger; http://www.adinfo-guardian.co.uk/the-guardian/index.shtml)

The Con Coughlin School Of Hard News
Commenting on Con Coughlin‘s "reliance on unnamed intelligence sources in several far-fetched articles about Iran," the Campaign Against Sanctions and Military Intervention in Iran (CASMII) identified key features in reports filed by the Daily Telegraph’s executive foreign editor:
"Sources were unnamed or untraceable, often senior Western intelligence officials or senior Foreign Office officials.
"Articles were published at sensitive and delicate times where there had been relatively positive diplomatic moves towards Iran.
"Articles contained exclusive revelations about Iran combined with eye-catchingly controversial headlines." (Campaign Iran, ‘Press Watchdog slammed by "Dont Attack Iran" Campaigners,’ May 1, 2007; www.campaigniran.org/casmii/index.php?q=node/2060/print) CASMII revealed that it was Coughlin who, with the help of unnamed intelligence sources, discovered that Saddam Hussein could launch weapons of mass destruction in 45 minutes. And it was Coughlin who revealed the link between the 9/11 hijacker, Mohammed Atta, and Iraqi intelligence. Both claims have, of course, been exposed as utter nonsense.

However disturbing these revelations, many readers will have been reassured by the thought that these articles were, after all, published in the Telegraph.

The same readers may have shared our dismay, then, on reading the Guardian’s astonishing May 22 front-page story this week: ‘Iran's secret plan for summer offensive to force US out of Iraq’ by Simon Tisdall. (You can see the front page here: http://www.medialens.org/alerts/07/screenshots/guardian_070522_cover.jpg)

Tisdall’s high-profile piece claimed that Iran has secret plans to do nothing less than wage war on, and defeat, American forces in Iraq by August.

Iran, it seems, is “forging ties with al-Qaida elements and Sunni Arab militias in Iraq in preparation for a summer showdown with coalition forces intended to tip a wavering US Congress into voting for full military withdrawal”. http://www.blogger.com/www.guardian.co.uk/frontpage/story/0,,2085195,00.html)
The claim was based almost entirely on unsupported assertions made by anonymous US officials. Indeed 22 of the 23 paragraphs in the story relayed official US claims: over 95 per cent of the story. The compilation below indicates the levels of balance and objectivity:

“US officials say”; “a senior US official in Baghdad warned”; “The official said”; “the official said”; “the official said”; “US officials now say”; “the senior official in Baghdad said” “he [the senior official in Baghdad] added”; “the official said”; “the official said”; “he [the official] indicated; “he [the official] cited”; “a senior administration official in Washington said”; “The administration official also claimed”; “he [the administration official] said”; “US officials say”; “the senior official in Baghdad said”; “he [the senior official in Baghdad] said”; “the senior administration official said”; “he [the senior administration official] said”; “the official claimed”; ”he [the official] said”; ”Gen Petraeus’s report to the White House and Congress”; “a former Bush administration official said”; ”A senior adviser to Gen Petraeus reported”; “the adviser admitted”.

No less than 26 references to official pronouncements formed the basis for a Guardian story presented with no scrutiny, no balance, no counter-evidence - nothing. Remove the verbiage described above and a Guardian front page news report becomes a straight Pentagon press release.

Lees verder: http://www.medialens.org/alerts/07/070524_pentagon_propaganda_occupies.php

De vrijheid van meningsuiting moet kennelijk blijven sporen met de officiele versie van de werkelijkheid zoals die bepaald wordt door de economische en politieke macht.

Het is toch opmerkelijk dat burgers de journalisten in de gaten moeten houden in verband met het verspreiden van levensgevaarlijke propaganda.

De Commerciele Massamedia 67


'Press Watchdog slammed by 'Dont Attack Iran' Campaigners
(CASMII)

CASMII UK Press Release
Press Watchdog slammed by 'Dont Attack Iran' Campaigners
The Press Complaints Commission was criticised for a lack lustre response to serious complaints about the use of unnamed sources in articles by the Daily Telegraph. The complaints, in particular the one launched by Professor Abbas Edalat of the Campaign Against Sanctions and Military Intervention in Iran (CASMII) in December last year, centred on the fact that extraordinary claims made in a number of headline articles about the threat posed by Iran were all based on unnamed and untraceable sources.
In an ironic echo of President Bushs demand that Saddam produced WMDs that turned out not to exist, the Press Complaints Commission responded to the complaints, saying that the complainant had not presented any evidence that the unnamed sources had been inaccurately quoted.
The response followed complaints from the international campaign group, CASMII, questioning the reliance of unnamed intelligence sources in several far-fetched articles about Iran by the Daily Telegraphs executive foreign editor, Con Coughlin. On 24 January 2007, relying on an unnamed European defence official Coughlin alleged that North Korea is helping Iran prepare a nuclear weapons test. In December the Telegraph ran a headline article by Coughlin claiming that Iran was grooming Bin Ladens successor. Both stories were universally dismissed by Middle East and military experts, and no attempt has been made to substantiate either allegation over the months since publication. Jeremy Bowen, the BBCs Middle East correspondent described the Bin Laden claims as wholly implausible and pointed out that Al Quaeda, a Sunni organisation would not be supported by the Shia administration in Iran.
These stories led CASMII to conduct a broader analysis of the accuracy of Mr Coughlins stories and the journalistic methods he uses. Analysing 44 articles by Mr Coughlin on Iran, CASMII found some stark patterns in terms of his journalistic technique:
· Sources were unnamed or untraceable, often senior Western intelligence officials or senior Foreign Office officials.
· Articles were published at sensitive and delicate times where there had been relatively positive diplomatic moves towards Iran.
· Articles contained exclusive revelations about Iran combined with eye-catchingly controversial headlines.
· The story upon which the headline was based does not usually exceed one line or at the most one paragraph. The rest of the article focused on other, often unrelated, information.
In addition, they revealed that Coughlin was none other than the journalist who, with the help of unnamed intelligence sources discovered the fact that Saddam Hussein could launch weapons of mass destruction in 45 minutes and unearthed the link between the 9/11 hijacker, Mohammed Ata, and the Iraqi intelligence.'
Kijkt u ook eens naar de tendentieuze berichtgeving in Nederlandse dagbladen als de Volkskrant. Zie ook: http://stanvanhoucke.blogspot.com/2007/05/de-israelische-terreur-206.html

Hans Laroes 2


De positie van Hans Laroes als hoofdredacteur van het NOS-Journaal staat onder druk, nu er een vernietigend rapport over zijn gebrek aan goed functioneren is verschenen. Hij heeft nog niet de consequenties daaruit getrokken, maar daartoe kan hij natuurlijk op de een of andere manier gedwongen worden. Een stevig aangedane Laroes wordt verweten geen visie te hebben op de berichtgeving. Het was de goede kijkers en luisteraars al opgevallen, maar toch aardig dat dit nu ook het bedrijf zelf is opgevallen. De Journaals van zes en acht uur zijn niet goed en ook het Radio I Journaal niet. Journalisten worden geconfronteerd met problemen die niet opgelost worden omdat er geen noodzakelijke keuzen worden gemaakt door de hoofdredacteur.
Dinsdag 17 april jongstleden schreef ik op deze weblog:
Hans, je schrijft in de Volkskrant: 'De vraag is hier: hoe ga je om met de beperkingen en de mogelijkheden van je vak? Achter de decors kijken helpt. Een land op je laten inwerken en tot in je ziel leren beheersen, helpt ook, juist als het om dictaturen gaat. Tegen de spindoctors vechten is noodzakelijk. En inderdaad, het debat aangaan over het vak is essentieel, en dat mag altijd heftiger dan nu.' Inderdaad ja, juist, goede samenvatting, maar nu ter zake. 'Achter decors kijken.' Een simpel voorbeeld: waarom heeft het NOS-Journaal niet een correspondent in de bezette Palestijnse gebieden, die structureel en permanent de situatie daar volgt? Het NOS-Journaal beschikt wel over een correspondent in Israel, Eddo Rosenthal, die niet de bezette gebieden indurft omdat hij bang is dat hij als jood zal worden aangevallen door Palestijnen. Overigens, een onzin-redenering aangezien Amira Hass van Haaretz als joods-Israelische al jarenlang in bezet gebied woont en daar vandaan uiterst kritisch bericht over de dagelijkse terreur van de Israelische bezetting. Maar goed, daardoor is er niemand van het NOS-Journaal die daar 'achter de decors' kijkt en niemand die het Palestijnse gebied op zich kan 'laten inwerken en tot in je ziel leren beheersen.' Daardoor geeft het NOS-Journaal al jarenlang een volkomen vertekend beeld over de Israelische bezetting. De hele context van dit conflict is achter de waan van de dag verdwenen. Waarom doet het NOS-Journaal dit, terwijl de hoofdredacteur kennelijk beter weet, als we tenminste op jouw woorden in de Volkskrant afgaan? Inderdaad, 'in dit vak kan veel.'Je schrijft 'tegen de spindoctors vechten is noodzakelijk.' Ik ben het helemaal met je eens, maar waarom stel je jezelf dan op als een spindoctor? 17 november vorig jaar gaf ik op deze webblog een voorbeeld daarvan: 'Vanochtend schreef Laroes een directief voor zijn ondergeschikten, de radio en televisieredacties van de NOS, waarin hij zonder overleg met deze redacties bepaalde dat de Nederlandse militaire schendingen van de mensenrechten 'wangedrag' moesten worden genoemd. Dus geen marteling, maar 'wangedrag.' Hans is geen jurist maar toch dacht hij de juiste benaming te hebben gevonden. Zijn ondergeschikten lachten er besmuikt over, toen ze juristen vroegen hoe dit 'wangedrag' genoemd moest worden, want deze deskundigen antwoordden onmiddellijk dat deze militaire handelingen in strijd zijn met het internationaal recht. Het maakt in wezen niet uit wat men het precies noemt, wrede behandeling of onmenselijke behandeling, vernederende behandeling, het is absoluut in strijd met de normen en waarden van het internationaal recht. Sommige juristen noemen het dan ook marteling. Zeker is dat het woord wangedrag in dit verband absurd is. Zie ook Amnesty International.' Waarom spindoctorde jij dit woord? Het ging hier niet over een uit de hand gelopen studenten feestje, of het urineren op de dansvloer, maar over mishandeling van mensen in gevangenschap, burgers die alleen nog maar verdacht werden van iets! Inderdaad, 'in dit vak kan veel.'
In 2002 was ik getuige van de inval van het Israelische leger in de Westbank en zag er hoe gewelddadig de Israelische militairen optraden tegen de Palestijnse burgerbevolking en Israelische burgers die protesteerden. Bij mijn terugkeer in Nederland schreef ik in Vrij Nederland dat het bijna vijf weken duurde voordat het NOS-Journaal voor het eerst meldde dat 'de Palestijnen de Israëlische militairen er al vaak van hebben beschuldigd dat ze schieten met het doel mensen te doden.' Kennelijk was die beschuldiging voorheen niet interessant genoeg om te vermelden, laat staan om de correspondent in Israël te vragen zelf polshoogte te gaan nemen. Ik constateerde in mijn artikel dat er sprake was van selectieve berichtgeving. Naar aanleiding van een opmerking van correspondent Conny Mus wierp ik de vraag op of er sprake kon zijn van onafhankelijke berichtgeving als joodse correspondenten begrijpelijkerwijs emotioneel betrokken zijn bij Israel. Hoe onafhankelijk kan een correspondent blijven als bijvoorbeeld zijn kinderen in het Israelische leger dienen? Een voor de hand liggende vraag ook gezien het feit dat zelfs een goede journalist als de toenmalige Vrij Nederland-hoofdredacteur Joop van Tijn verklaarde bevooroordeeld te zijn zodra het Israel betrof. Vlak voor zijn dood zei hij tegen de journalist Arnold Karskens: 'Toen ik daar was, merkte ik dat ik meer dan ooit mezelf identificeerde met Israel. Je krijgt die legerberichten, verhalen over wat die anderen allemaal voor slechts doen, over verliezen en wreedheden. Of je wilt of niet, je wordt meegesleept. Ook als je je gebruikelijke scepsis bewaart en denkt: zo slecht zal die andere partij niet zijn. Je kiest.' Als reactie hierop suggereerde jij, Hans Laroes, dat het opwerpen van deze vraag een vorm van antisemitisme was. Zonder ook maar één door mij en anderen geconstateerd feit te weerleggen, bespeelde hij bij gebrek aan argumenten de sentimenten door te proberen de integriteit van de boodschapper van het slechte nieuws in twijfel te trekken. Zie:
http://home.planet.nl/~houck006/israel.html Inderdaad, 'in dit vak kan veel.'
Wat mij tevens opviel in de berichtgeving van het Midden Oosten was hoe vaak het NOS-Journaal zich bij de berichtgeving laat leiden door spindoctors. Nog steeds. Een zwaar bewapende Israelische tankschutter heet 'ontvoerd' of 'gekidnapt' te zijn, terwijl hij gevangen is genomen, krijgsgevangen, want het internationaal recht verbiedt namelijk niet een gewapende strijd tegen een bezetter. Het ontvoeren van democratisch gekozen Palestijnse politici door Israel heet ineens 'arrestatie'. Voorheen probeerde jij kritiek hierop af te doen met 'antisemitisme,' kennelijk heeft die hetze niet gewerkt en geef je eindelijk toe dat 'inderdaad, het debat aangaan over het vak is essentieel, en dat mag altijd heftiger dan nu.' Vandaar dat ik een antwoord verwacht op mijn vraag waarom de NOS-verslaggeving vanuit het Midden Oosten vaak zo tendentieus en onevenwichtig is, en nooit vanuit een context wordt gegeven. Jij schrijft: 'Nu gaat het om kwaliteit, modernisering, transparantie.' Waarom nu pas, Hans? Wat is er veranderd? Omdat 'Joris [Luyendijk] in de afgelopen maanden het Einde van de Journalistiek [leek] aan te kondigen'? zoals je zelf schrijft. Of is er iets anders? Transparantie. Ik ben het helemaal met je eens. Vertel ons, want inderdaad, 'in dit vak kan veel.' Heel veel.
Collegiale groet
Stan van Houcke
Weliswaar kan 'in dit vak veel' maar nu zijn er voor Hans Laroes toch nog grenzen gesteld. Kijken of hij het signaal heeft ontvangen en met een vorstelijke afvloeiing gaat verdwijnen. Misschien blijft hij en krijgt hij een extra toezichthouder naast zich, maar dat kost de belastingbetaler weer meer geld. In elk geval zal de adjunct-hoodredacteur die de NOS zoekt 'een goeie journalist' moeten zijn. Volgens Laroes 'waarschijnlijk iemand die mij moet compenseren voor gebrek aan visie.' Aldus het verslag van een mij bevriende VPRO-journalist. Overigens zal het me niet verbazen als Laroes blijft zitten. Hilversum zit vol incompentente managers, die al jarenlang goede journalistieke onmogelijk maken. Dat weet ik uit eigen ervaring.

Wijsheid 16


Opperhoofd Luther Standing Bear, Sioux indiaan:
Wij beschouwden de grote open vlaktes, de prachtige golvende heuvels, en de kronkelende stromen met struikgewas, niet als ''wild''. Alleen voor de witte man was de natuur een "wildernis" en alleen voor hem was het land "vergeven" van "wilde" dieren en "wilde" mensen. Voor ons waren ze tam. De aarde was overvloedig, wij werden omringd door de zegeningen van het Grote Mysterie. Pas toen de harige man uit het oosten kwam en met brute razernij ons en onze families die we lief hadden groot onrecht aandeed, werd de natuur voor ons "wild". Toen de dieren in het woud voor zijn komst op de vlucht gingen, pas toen begon voor ons het "Wilde Westen."
Wij westerlingen moeten onszelf de vraag stellen waarom wij deze wijsheid inferieur vonden aan onze eigen doelstellingen. Zo inferieur vonden we de Indianen dat we meenden recht te hebben op hun land, hen opgesloten in concentratiekampen en degenen die zich daartegen verzetten, uitroeiden. De westerse christelijke cultuur heeft miljoenen van hen vermoord, hele culturen bijkans van de ene op de andere dag vernietigd, op zoek naar goud, zilver, en land. Wat gaf ons het recht die misdaden te plegen? En hoe kunnen we stoppen met die misdaden als we tot nu toe geen echte verantwoording hebben afgelegd voor ons expansionisme? Waarom zouden we ermee stoppen als we er toch ongestoord mee wegkomen?

De Israelische Terreur 206



'A kind of military coup
By Haaretz Editorial
Does Israel still uphold that proper state of affairs in which the elected government sets policy and civil servants carry it out? According to an article published in Haaretz yesterday ("The spirit of the commander prevails" by Meron Rapoport), it seems that with regard to the army, the answer is negative. While ministers speak about a two-state solution, a kind of military coup is taking place in the West Bank, in which the Israel Defense Forces are turning the area into the state of the settlers. While the Palestinian population is being suffocated, the settlements are flourishing. It does not make much difference whether the Defense Ministry is headed by a civilian minister, because the army has its own agenda, and its subordination to the government is often simulated. For years, Israel was proud of the democratic miracle of an obedient army that did not accumulate too much power and served the elected government loyally, even though the country was engaged in a continual existential war. During the last war, however, cracks appeared in this faith, when it turned out that the cabinet had been dragged into approving military plans that were never even submitted to it. And even worse things happen every day in the occupied territories. Haggai Alon, an adviser to the defense minister who is responsible for the fabric of life in the West Bank, says that the army disregards the government's diplomatic agenda and essentially serves as the settlers' army. Or at least, that is how it was throughout Dan Halutz's tenure as chief of staff. One shocking example of this democratic crisis is the army's disregard of court decisions regarding the route of the separation fence. After years of High Court of Justice hearings on every meter of the fence, with the goal of striking a balance between security needs and the needs of Palestinian daily life, it turns out that along Route 317, which links several settlements in the southern Mount Hebron area, the army ignored these decisions and built a mini-fence in addition to the one that was formally approved - and it is located along the original route that the High Court nixed.'

De Israelische Terreur 205

'Amnesty condemns Israeli strikes
Rory McCarthy in Jerusalem
Thursday May 24, 2007
The Guardian
Israeli troops killed more than 650 Palestinians, including 120 children, last year, a threefold increase on 2005, the human rights group Amnesty International said yesterday.
Israel was criticised for air and artillery strikes on Gaza, continuing to build the West Bank barrier and restricting the movement of Palestinians with checkpoints. "Israeli soldiers and settlers committed serious human rights abuses, including unlawful killings, against Palestinians, mostly with impunity," the annual report said.
Amnesty also criticised the United States for its policy of "extraordinary rendition" and treatment of detainees, particularly at Guantánamo Bay. "The US administration's double-speak has been breathtakingly shameless," Irene Khan, the secretary general, wrote.
The "dark underbelly of globalisation" - discrimination and exploitation of migrant workers and a growing economic divide - was a concern, particularly in Africa and China. The report also criticised Russia's "authoritarian drift", the crackdown on online dissent in Belarus, China, Egypt, Iran, Saudi Arabia and Tunisia and ineffective government in Iraq and Afghanistan.'
Eens kijken of de Nederlandse correspondenten in Israel een van de ouders van de 120 Palestijnse kinderen die vorig jaar door de Israelische strijdkrachten zijn vermoord aan het woord laat. Ad Bloemendaal, sinds mensenheugenis correspondent van Het Parool was er als de kippen bij om met de slachtoffers van het Israelische stadje Sderot te praten. Nooit schrijft hij over de ouders van de vermoorde Palestijnse kinderen. Vanwaar die onevenwichtige berichtgeving? Waarom wordt een correspondent in Israel niet om de vijf jaar vervangen? Zo voorkomt men belangenverstrengeling. Waarom sturen onze kranten nooit een Palestijnse correspondent naar Israel en de bezette gebieden?
In Het Parool wordt wel melding gemaakt van het volgende: 'Bij een aanval met Kassaamraketten op de Zuid-Israelische stad Sderot is een 35-jarige vrouw om het leven gekomen,' maar niet van: 'eight members of one family were murdered on the spot in Israel's latest military strike on Gaza.' Zie: http://stanvanhoucke.blogspot.com/2007/05/de-israelische-terreur-204.html Waarom niet? Waarom is het leven van 1 Israelische vrouw belangrijker voor Het Parool dan het leven van acht Palestijnse burgers? Nog iets. In de journalistiek hanteert men de vuistregel: man bijt hond. Als een hond een man bijt is dat geen nieuws, omgekeerd wel. Welnu, de Israelische vrouw was een moslima. The Jerusalem Post berichtte dan ook onmiddellijk: 'Sderot victim was a Muslim married to a Jew.' Lees verder:
Waarom heeft Het Parool dit feit niet gemeld? Was het irrelevant dat het slachtoffer islamitisch was? Waarom wordt er dan wel telkens het geloof erbij vermeld zodra het islamitische daders betreft? Zie ook: http://www.volkskrantblog.nl/bericht/129960
120 vermoorde Palestijnse kinderen. Moet u nu opletten hoe groot de Nederlandse commerciele massamedia dit bericht van het onafhankelijke Amnesty gaan brengen, als ze er uberhaupt aandacht aan besteden. Stel uzelf de vraag: als er 120 joods-Israelische kinderen waren vermoord in slechts 1 jaar tijd, hoe groot hadden de Nederlandse commerciele massamedia dit bericht dan gebracht? 120 kinderen!!!

Leon de Winter


Op de onderste foto ziet u de schrijver Leon de Winter. Leon is een gekrenkt mens, die worstelt met de joodse geschiedenis. De Winter meent daarom dat hij de lezers van Elservier kan oproepen tot een jihad tegen het grote kwaad in de wereld. Deze week staat boven zijn column: 'Wij moeten willen offeren in strijd tegen terreur.' Natuurlijk niet de Israelische terreur, maar die van de moslims. Er gaan veel meer Amerikanen dood in het verkeer dus wat zeuren de Amerikanen over hun oorlogsdoden. Er kunnen dus best wel 3000 doden bij. 'Wij moeten willen... Wij? Nou ja, Leon schrijft in alle vrijheid en in alle veiligheid dat anderen hun leven moeten geven. Dat klinkt heel stoer. En passant suggereert Leon dat in navolging van de Sovjets de families van de leiders van het verzet tegen het Westen uitgeroeid moeten worden om zo onder andere het kidnappen de kop in te drukken. Zie: http://www.elsevier.nl/opinie/weblog/asp/artnr/152752/weblogid/59/index.html
Anderen moeten dus oorlogsmisdaden plegen en hun geweten vernietigen om Leon te plezieren. Waarom roept een Nederlandse schrijver op tot het plegen van terreur? Omdat hij zich slachtoffer van het leven voelt. Er moet bloed vloeien om Leon's gekrenktheid te bevredigen. Maar hoeveel bloed er ook zal vloeien, nooit zal het voldoende zijn Leon, want het kenmerk van een slachtofferist is dat hij/zij onverzadigbaar is. Zijn/haar verdriet is nooit te stillen, dat verdriet is eindeloos. Het is opvallend dat het vooral mensen zijn die zelf nooit de verschrikkingen van een oorlog aan den lijve hebben ondervonden, die oproepen tot geweld en het vermoorden van onschuldigen, want dat zijn de vrouwen, kinderen en bejaarden van degenen die in verzet zijn gegaan.
Iemand die wel de gruwelen van een oorlog aan den lijve heeft ervaren is de man op de bovenste foto: Hajo Meijer, die in een interview zei:
'“Geen enkel onrecht rechtvaardigt nieuw onrecht, al was die nog zo gruwelijk
Tekst: Elma Verhey Foto's Suzanne van der Kerk
Hajo Meyer overleefde de hel van Auschwitz. Desondanks heeft hij de nodige kritiek op Israël en is hij pleitbezorger van de Palestijnse zaak. Hij is bestuurslid van ‘Een Ander Joods Geluid’ en bracht samen met oud-premier Dries van Agt (CDA) een bezoek aan de Gaza-strook: “Bij de wilde spinnen af, het is één groot concentratiekamp.”
Meyer stelt onder meer dat Israël de Holocaust misbruikt om daarmee de eigen wandaden tegenover de Palestijnen te rechtvaar-digen. Hij is druk bezig met een tweede boek, waarin hij de ‘weeffouten’ van het zionisme wil aantonen.
Hoe kun je zo’n standpunt innemen, als je zelf slachtoffer bent geweest van de Holocaust?
“Omdat geen enkel geleden onrecht nieuw onrecht rechtvaardigt. Nooit, onder geen enkele omstandigheid, al was die nog zo gruwelijk en neem van mij aan: Auschwitz wás gruwelijk. Maar joden als Leon de Winter rechtvaardigen daarmee het geweld tegen Palestijnen of Libanezen en ze vinden joden die daar anders over denken verraders. Zelfs mijn pleegbroer heeft het me ooit letterlijk geschreven: Hajo, je bent een verrader. Natuurlijk raakt me dat, maar de primitieve gedachtegang die daar achter steekt: dat je kwaad met kwaad moet vergelden, vind ik erger. Ik ben liever verrader dan dader van misdaden.'''
Zes jaar geleden schreef ik voor het Algemeen Dagblad het volgende over Leon de Winter: 'Een pamflettist haat het grijze, angstaanjagende gebied in de menselijke geest, in zijn eeuwige onschuld kent hij alleen zwart-wit. Uiteindelijk is die houding kitsch. Ze wordt gevoed door ''de behoefte om zichzelf te bekijken in de spiegel van de verfraaiende leugen en zich erin te herkennen met ontroerende bevrediging,'' en is gebaseerd op ''pasklare ideeën die, ingevoerd in computers, gepropageerd door de massamedia, het gevaar met zich meebrengen binnenkort een macht te worden die elke oorspronkelijk en individueel denken verplettert en zo de werkelijke essentie van de Europese cultuur van onze tijd verstikt,'' aldus opnieuw Kundera. Wat dat betreft verschilt De Winter in niets van elke andere massamens voor wie goed en kwaad twee gescheiden werelden zijn, terwijl in hun naam overal ter wereld de beschaving wordt geterroriseerd. Blind voor de werkelijkheid hebben ze alleen oog voor hun eigen onstilbaar verdriet.'
Het ironische van het leven is dat bezeten mensen eindigen als degenen die ze het felst bestrijden. Dat zie je aan Leon de Winter en aan de man achter hem op de foto, Afshin Ellian, die zich steeds meer ontpopt als een gillende ayatolla. Degene die oproept tot het plegen van terreur is zelf een terrorist. De Winter die vanachter een bureau impliciet oproept tot het plegen van oorlogsmisdaden gedraagt zich als een Schreibtischmörder. Ik denk dat de ziekte waar Leon de Winter in feite aan lijdt een extreme vorm van ijdelheid is, een pathologische behoefte aan aandacht en vertroosting. Leon, je hebt mijn aandacht. Wordt snel beter, jongen.

woensdag 23 mei 2007

De Israelische Terreur 204


Palestinians inspect a destroyed metal workshop following an Israeli air strike in Gaza City, early 22 May 2007. (Hatem Omar/MaanImages)

'Sderot created the Gaza Strip
Philip Rizk writing from the Gaza Strip, occupied Palestine, Live from Palestine,
22 May 2007

Yesterday eight members of one family were murdered on the spot in Israel's latest military strike on Gaza. The target, doctor Khaleel Al-Haya, a Hamas member, remained unharmed. Later in the day Islamic Jihad responded by firing two homemade rockets into Gaza. One Israeli citizen was killed, another wounded. This sounds like a horrible, but straightforward series of events. The only aspect that calls for attention is that one of these attacks is considered terrorism, while the other is mentioned in most media outlets only in passing, and referred to as a legitimate attempt on a bad man's life. As Israel's extra-judicial assassinations in Gaza once again become the norm, Gaza is being cast into deeper and deeper despair.A month ago I visited Sderot and met with Dvora Babyan, an Israeli citizen of Iranian and Libyan descent. A homemade Qassam rocket hit her house on April 21 causing damage to the building but causing no fatalities. Having come from Gaza that morning, I had the sense I was overhearing Dvora's words as if spoken to a Palestinian living in Gaza. "We have sense, we are not barbarians. They are barbarians, we want peace but they are not interested ... When we strike we have to take into consideration the civilians, they don't do this," she said.Dvora's mindset entails a particular logic that Israel's aggression, because a familiar military apparatus is carrying it out, necessarily verifies its legitimacy. It barely matters who is killed or how many bystanders are dead if the intentions are those of a recognized military body. Why? Because behind the decision to carry out one such execution is expected to be a well-thought out and legal procedure, unknown to all and yet accepted by the general public. The targeting of a certain Hamas actor is a foreign scene; a rocket hitting a villa in a nice neighborhood of Sderot on the other hand is too close to home not to become a successful headline that grips reader's attention.'

Lees verder: http://electronicintifada.net/v2/article6934.shtml

De Commerciele Massamedia 66

'What is happening in Lebanon?
Laurie King-Irani,

Electronic Lebanon, 2

2 May 2007'

A survey of US television and radio news over the last 24 hours has told me the following:
· Bombings and gunfights in Lebanon. Again.
· Breathless analyses on US news programs about Al-Qaida's spread to the shores of the eastern Mediterranean.
· Analysts using the "cookie cutter" approach to this new development by citing the events of 1975-1976 and the tensions between Lebanese and Palestinian refugees.
· CNN's putative Lebanon analyst, Brent Sadler, characterized Palestinian refugee camps in Lebanon as "breeding grounds for terrorism," but now, according to Mr. Sadler, it's Islamic-flavored terrorism.This is all very ominous, anxiety-provoking and compelling "infotainment" -- and completely in line with the distorted views of US foreign policy makers.Such simplistic and knee-jerk reactions to Lebanon's current travails are too easy, and not up to the standards of good and responsible journalism.I've spent much of the past 48 hours trying to get a better grasp on what is really going on in Tripoli. It's not easy to do, and it occured to me this morning that this may, in fact, be the story: the difficulty of interpreting these events stems from the lack of a comprehensive understanding of the ways that dramatic changes throughout the region, and indeed, the world, are echoing through Lebanon's war-damaged sociopolitical landscape.Yesterday, Robert Fisk, the veteran war correspondent and author of the best book on Lebanon's decades of agony, Pity the Nation, observed in The Independent that:
"Not since the war -- yes, the Lebanese civil war that we are all still trying to forget -- have I heard this many bullets cracking across the streets of a Lebanese city. ... The bloody events in Lebanon yesterday passed so swiftly -- and so dangerously for those of us on the streets -- that I am still unsure what happened."
Well, if Robert Fisk is confused, how can Brent Sadler be so sure he knows what is going on in Lebanon? It's easy to point fingers at Syria, to invoke the shadowy and amorphous threat of Al-Qaida, to blame the Palestinians, or (in fine Lebanese fashion) to see a complex and nefarious plot underlying the bloodletting in Tripoli.'

Lees verder: http://electronicintifada.net/v2/article6931.shtml

Het Neoliberale Geloof 38

Voor mijn collega's van de NRC die denken dat China het probleem is en de context niet kennen of niet willen vertellen. Zie: http://stanvanhoucke.blogspot.com/2007/05/de-nuance-van-de-nrc-29.html

'Paulson’s Kabuki: Integrating China into the Neoliberal System

By Mike Whitney

05/22/07 "ICH" --- -

Treasury Secretary Henry Paulson is a man who knows what he wants. And what he wants is to further integrate the Chinese market into the global system---the “American-run” system. To achieve that goal he has assembled a group of 10 cabinet-level officials—mostly from big-business--who will are expected to urge the Chinese delegation to implement "sweeping economic reforms" that will open up their market to U.S. investment. Undoubtedly, Paulson will pay “lip service” to China’s manipulation of its currency which gives it an unfair advantage in competing with American exports. In truth, the “undervalued” Chinese Yuan is a godsend for Paulson and the US investor class who see it as a good way to expand the trade deficit and keep billions of dollars flowing into the stock market. From their perspective, the $230 billion trade deficit allows America to export its inflation, which keeps interest rates artificially low and makes the economy seem healthier than it really is. The down-side of this arrangement is that the American worker gets hammered. We have lost 3.2 million manufacturing jobs in the last 6 years while destroying America’s industrial base. If there is a sudden downturn in the economy, the US will not have the ability to work its way out of the doldrums. We are now a service-oriented economy. Paulson’s real goal is to see that the financial service industry can set up shop in China and lay their hands on the $2 trillion of Chinese savings which is languishing in Chinese banks earning a meager 2% interest per annum. This is the real prize, and as the former head of Goldman Sachs, Paulson will probably push hard to access to this promising new market. There’s a misconception in the US (particularly among “protectionist” Democrats) that trade with China is a “one way street” that only benefits the Chinese. That is not the case. In fact, the real beneficiaries of the present arrangement are the US business elites who set out to destroy the American labor movement by moving factories to a country with no labor or environmental laws. The Bush administration has enthusiastically assisted this corporate exodus by creating tax incentives for “off-shoring” and by promoting a “free trade” ideology which is ruinous to America’s future. As for the Chinese; consider the comments of China expert Henry C K Liu in his article “A Dialogue of the Mute”:
“China cannot expand domestic consumption because Chinese wages and benefits are too low. Yet Chinese cannot raise wages faster because real wealth has been leaving the country through export trade while the yuan money supply is expanding through the central bank buying dollar inflows with yuan. The result is a liquidity bubble, with too much currency chasing a dwindling supply of real wealth that has been exported.”'


Het Neoliberale Geloof 37


Get Busy Living, Or Get Busy Dying
A speech entitled "Get Busy Living, Or Get Busy Dying" which was delivered this past Friday evening by David Sirota,to the Montana AFL-CIO convention in historic Butte - the site of some of the labor movement's most important battles.
By David Sirota
As I was writing this speech late a few nights ago, the movie The Shawshank Redemption came on TV. Knee-deep in economic data and stories about the recent legislative session, I heard Morgan Freeman's distinct baritone voice utter that haunting phrase: "Get busy living, or get busy dying." I tried to keep focused on my work, but the phrase kept going through my head. "Get busy living, or get busy dying." And I finally realized why: Because it's not just some line in a movie. It is a message for the middle class, the labor movement and, really, the entire country precisely at this moment, and our decision to either get busy living or get busy dying will be looked back upon by generations to come. We are, right now, in the middle of a class war--one that threatens to destroy the social contract that has made this country what it is today. The statistics are grim. Today, American workers' take-home pay represents a smaller share of the nation's total income than at any time in the last forty years. At the same time, corporate profits as a share of national income are at an all-time high. In all, the top 1 percent of Americans--those who make on average $1 million a year or more--owns a larger percentage of the nation's wealth than at any time since the Great Depression.None of this, of course, happened by itself. These trends occurred at precisely the same time our government threw its lot in almost exclusively with those at the top. Consumer protection and environmental laws have been decimated, as corporate lobbying has become a multibillion-dollar industry. At a time of war and deficit, we have upcoming federal tax cuts that will hand roughly a half-trillion dollars to the wealthiest 1 percent--tax cuts for millionaires are larger than the annual income of the average American household. And labor laws have been weakened, creating in many cases the modern-day version of the turn of the twentieth century, where employers openly busted unions with brutal tactics. Whereas we once experienced the brutal tactics of mine company owners at Cripple Creek, Colorado, we now experience the brutal tactics of Wal-Mart thugs at Loveland, Colorado, where they recently broke the back of a fledgling organizing campaign. The Occupational Safety and Health Administration--the government agency that enforces workplace safety laws--has seen its budget slashed to the point where it would take the agency 108 years to inspect every work site under its jurisdiction. That has meant real consequences in this region. As the Associated Press reported last month, Wyoming and Montana had the worst records in the nation for workplace safety in 2005. Nonetheless, the debate over these issues continues to move to the right. It is now considered "controversial" for lawmakers to even consider pushing a law like the Employee Free Choice Act, which helps guarantee workers the right to join a union without being harassed and intimidated by employers.'

The Empire 251

'Why the US Government Is Hated All Over the World

By Fred Reed

05/22/07 "ICH"

Something is wrong with the United States. I think most of us have noticed it. There is a mortal rot in the country, made manifest by many little rots that are hard to integrate mentally yet are, I think, somehow related. The change is grave, accelerating, probably irreversible, and fascinating. Things are not as they were.The United States is the most hated country on the planet, followed by, to the extent that there is a distinction, Israel. So far as I know, there are no other contenders. You can say “Who cares?” as many will say, or “Screw’em if they can’t take a joke,” or “I’d ratherh be feared than loved.” All very droll. Still, it is an interesting datum. No country ever lives up to its own PR, but there was a time when America was widely admired. Now, almost universally, it is seen as a rogue state. And is.This carries a price. The US consulate in Guadalajara is part fortress, part prison, with barriers and cameras and bars and rentacops, and they take away a woman’s lipstick if she is going to enter. Maybe a country that fears lipstick needs to think. The French consulate around the corner is wide open, like all others that I know of. The French, Chinese, Japanese and so on aren’t hated.(1) The US government now lives in its own, strange, insulated world. (2) The United States is the most militarily aggressive country on the planet, followed closely by Israel. I am aware of no other contenders. Some of this combativeness is obvious – attacking Iraq for no good reason, occupying Afghanistan, threatening Syria and Iran, attacking Lebanon by proxy, bombing Somalia, putting troops in the Philippines to hunt Moslems. The US is also looking for trouble with Venezuela, threatening North Korea, moving to “contain” China (Doesn’t a container need to be bigger than its contents?), embargoing Cuba, pushing into Central Asia, increasing the military budget, and pushing NATO ever closer to Russia. (How stupid can you get? Very. Stay tuned.) And the Pentagon now has Africom, African Command. Africa is now America’s business. (3) Powerful domestic hostilities grip the United States. Maybe you have to be outside of it really to see it. I live in Mexico. You can go for…well, five years and counting, without hearing angry talk about this or that group. In America, women hate men and men are getting sick of American women. Blacks hate whites hate Hispanics. “Affirmative action” engenders intense hostility that doesn’t go away. It isn’t the normal friction found in any country. It is serious antagonism quashed by federal force.'

Lees verder: http://www.informationclearinghouse.info/article17747.htm