Het probleem van mensen als Afshin Ellian is dat ze pas later bekeerd zijn tot het ware geloof, althans tot dat waarvan ze menen dat dit het ware geloof is met zijn ultieme waarheden, in dit geval: de Verlichting. En als ware bekeerlingen worden ze plus royaliste que le roi, roomser dan de paus. Ze beginnen iedereen met hun nieuwe speeltje om de oren te slaan, alsof alleen zij weten waarover ze het hebben en de rest die in de traditie van de Verlichting is opgegroeid en geschoold niet weten hoe belangrijk hun eigen instrumentarium is. Hinderlijk aanwezig ontwikkelen ze zich als dreinende kinderen die overal en op elk moment hun zin willen hebben, en natuurlijk aandacht, want daar gaat het hen om. En omdat ze, in dit geval, politiek gebruikt kunnen worden door bepaalde belangen, gaan ze steeds harder schreeuwen. Ze denken echt dat er naar hen geluisterd wordt. Deels is dat ook waar, weliswaar niet door intellectuelen, maar op straat, in de kroegen, waar altijd al de heffe des volks zich racistisch kon uitlaten. Niemand stopt ze nu. Hirsi Magan/Ali is een ander sprekend voorbeeld daarvan. Als voormalig lid van de fundamentalistische Moslim Broederschap dat het doodnormaal vond dat Salman Rushdie zou worden vermoord is ze nu ineens een fanatieke aanhangster van de Verlichting, althans volgens eigen zeggen. Het is met dit soort lui altijd alles of niets. Het oude Griekse meden agan, hebben ze tijdens hun jeugd in hun geboorteland niet geleerd. En omdat de commerciele media alleen maar kunnen bestaan dankzij kitsch voor de grote massa worden deze bekeerlingen steeds weer in andere samenstellingen gerouleerd. Hup, daar is het hoofd weer, en die mond waaruit weer een of andere onverdraagzame mening rolt, of beschuldiging, of verdachtmaking. Ellian schrijft voor Elsevier en de NRC, dat zichzelf graag afficheert als slijpsteen voor de geest, is hoogleraar aan de Universiteit Leiden en is via ontelbare kanalen op tv en radio te beluisteren. Hij heeft een dagtaak aan het verspreiden van zijn meningen. Onder zijn vakgenoten in de juridische wereld staat hij slecht aangeschreven, en dat is niet verbazingwekkend als men rustig analiseert hoe hij argumenteert. En ook in het literaire wereldje heeft men geen hoge dunk van zijn geschreven werk.
Hoogste tijd om Milan Kundera van stal te halen om zo de kitsch van Ellian te beschrijven. Kundera wees ons erop:
'Je kunt je de toekomst wel voorstellen zonder de klassenstrijd of zonder de psychoanalyse, maar niet zonder de onweerstaanbare opkomst van pasklare ideeen die, ingevoerd in computers, gepropageerd door de massamedia, het gevaar met zich meebrengen binnenkort een macht te worden die elk oorspronkelijk en individueel denken verplettert en zo de werkelijke essentie van de Europese cultuur van onze tijd verstikt.’ Kundera waarschuwde ervoor dat we zo de wereld van de kitsch binnentreden. ‘Het woord kitsch verwijst naar de houding van degene die tot elke prijs zoveel mogelijk mensen wil behagen. Om te behagen dien je je te conformeren aan wat iedereen wenst te horen, in dienst te staan van de pasklare ideeen, in de taal van de schoonheid en de emotie. Hij beweegt ons tot tranen van zelfvertedering over de banaliteiten die wij denken en voelen… Op grond van de dwingende noodzaak te behagen en zo de aandacht van het grootst mogelijke publiek te trekken, is de esthetiek van de massamedia onvermijdelijk die van de kitsch en naarmate de massamedia ons gehele leven meer omsluiten en infiltreren, wordt de kitsch onze dagelijkse esthetiek en moraal.’
Misschien moeten we met een groepje mensen elk jaar de prijs voor de grootste kitsch uitreiken. Iedereen mag zijn eigen lijstje samenstellen. Bij mij staat dit jaar Ellian hoog op het lijstje.