De centrale vraag is nu: wat is een plausibele verklaring voor de langdurige reeks wreedheden die de Joodse staat sinds 1948 heeft begaan ten koste van miljoenen islamitische- en christelijke Palestijnen in de nog steeds bezette en belegerde Westbank en in het totaal verwoeste Gaza. Hoe is het te verklaren dat de meerderheid van een klein volk als de Joden, die uit ervaring weet hoeveel leed een genocide veroorzaakt, zonder enige gewetenswroeging zelf een genocidale politiek steunen of plegen? Evenals de Holocaust demonstreert ook deze ontwikkeling dat de Verlichtingsidealen illusies zijn gebleken. Meer kennis leidt geenszins automatisch tot meer moraliteit. Integendeel zelfs. Al in de jaren vijftig signaleerde de prominente Amerikaanse socioloog C. Wright Mills vijf alles overkoepelende sociale problemen in de huidige technocratie:
Allereerst: “Vervreemding; 2) Morele onverschilligheid; 3) Bedreigingen voor de democratie; 4) Bedreigingen voor de menselijke vrijheid; en 5) Voortdurend Conflict tussen bureaucratische rationaliteit en menselijke rede.
Net als Marx beschouwt Mills het probleem van vervreemding als een kenmerk van de moderne samenleving, een karakteristiek dat diep geworteld is in de aard van werk. Maar in tegenstelling tot Marx schrijft Mills vervreemding niet alleen toe aan het kapitalisme. Hoewel hij het ermee eens is dat veel vervreemding te wijten is aan het bezit van de productiemiddelen, gelooft hij dat een groot deel ervan ook te wijten is aan de moderne arbeidsverdeling.
Een van de fundamentele problemen van de massasamenleving is dat veel mensen hun vertrouwen in leiders hebben verloren en daardoor buitengewoon apathisch zijn. De massamens besteedt weinig aandacht aan politiek. Mills karakteriseert een dergelijke apathie als een “spirituele conditie” die aan de basis ligt van veel van onze hedendaagse problemen. Apathie leidt tot “morele onverschilligheid.” De massamens aanvaardt zwijgend de wreedheden naartoe hij van hogerhand opdracht krijgt. Eenmaal geconfronteerd met morele gruwelijkheden mist hij de verontwaardiging daarover; hem ontbreekt het vermogen om moreel te reageren op het karakter, de besluiten en de daden van zijn leiders. Massacommunicatie draagt bij aan deze situatie, betoogt Mills, door de enorme hoeveelheid beelden die gericht zijn op het individu, waarin zij “de toeschouwer van alles worden, maar de getuige van niets.”
Mills relateert deze morele onverschilligheid direct aan het proces van rationaliseren. De daden van wreedheid en barbarij spelen geen rol van betekenis in het bewustzijn van de leiders – zowel daders als waarnemers. Wij verrichten deze daden als onderdeel van onze rol in formele organisaties. We laten ons niet leiden door het individuele bewustzijn, de persoonlijke verantwoordelijkheid, maar door de bevelen van anderen. Veel van onze daden zijn daarom onmenselijk, niet vanwege de omvang van hun wreedheden, maar omdat ze onpersoonlijk, efficiënt en zonder enige echte emotie worden uitgevoerd.
Mills ging ervan uit dat de combinatie van wijdverbreide vervreemding, politieke onverschilligheid, economische en politieke machtsconcentratie allemaal een ernstige bedreiging vormen voor de democratie. Ten slotte houdt Mills zich in zijn geschriften voortdurend bezig met de bedreiging van twee fundamentele menselijke waarden: “vrijheid en rede.” Mills karakteriseert de trends die deze waarden in gevaar brengen als “gelijksoortig aan de belangrijkste trends van de hedendaagse samenleving.” Deze tendenzen zijn, zo stelt Mills in al zijn geschriften, de centralisatie en uitbreiding van enorme bureaucratische organisaties, en het plaatsen van deze buitengewone macht en autoriteit in de handen van een kleine elite. Deze processen zijn sinds de komst van de televisie als belangrijkste medium van de moderne massa alleen maar versneld en omvangrijker geworden, zodat de beeldcultuur op dit moment het bewustzijn van de moderne mens heeft veranderd. De eerste getuigen-reacties op 9 september 2001 van de aanslagen in New York en Washington spraken wat dit betreft boekdelen. Verschillende getuigen verklaarden toen: “het leek wel een film.” De realiteit werd door het publiek allereerst en bovenal ervaren als fictie. De politieke elite besefte al snel dat ook zij een filmische rol moest spelen in dit drama. De sluwe Bush junior liet zich in een stoere jumpsuit hijsen om op “1 mei 2003 de eerste zittende president te worden die met een vliegtuig met vaste vleugels op een vliegdekschip te landen, de USS Abraham Lincoln, dat vlak voor de kust van San Diego lag. In een stoere jumpsuit poseerde hij voor foto's met piloten en bemanningsleden van het schip. Een paar uur later hield hij een toespraak waarin hij het einde van de grote gevechtsoperaties in de oorlog in Irak aankondigde. Achter en boven hem hing een spandoek met de tekst ‘Missie voltooid.’”Wikipedia: “Bush werd bekritiseerd voor de historische landing met een straalvliegtuig op het vliegdekschip als een te theatrale en dure stunt. Zo werd erop gewezen dat het vliegdekschip zich ruim binnen het bereik van Bush's helikopter bevond en dat een landing met een straalvliegtuig niet nodig was. Oorspronkelijk hadden functionarissen van het Witte Huis gezegd dat het vliegdekschip te ver van de kust van Californië lag voor een helikopterlanding en dat een straalvliegtuig nodig zou zijn om het te bereiken. Op de dag van de toespraak was de Lincoln slechts 48 kilometer van de kust, maar de regering besloot toch door te gaan met de landing met de straalvliegtuigen. Woordvoerder Ari Fleischer van het Witte Huis gaf toe dat Bush "een helikopter had kunnen gebruiken, maar dat het plan al klaar lag. Bovendien wilde hij een landing zien zoals piloten een landing zien.” […]
In zijn toespraak zei Bush: "De grote gevechtsoperaties in Irak zijn voorbij. In de strijd om Irak hebben de Verenigde Staten en onze bondgenoten gezegevierd." Hij zei ook: "We hebben moeilijk werk te doen in Irak. We brengen orde in delen van dat land die nog steeds gevaarlijk zijn." En hij voegde eraan toe: "Onze missie gaat door... De oorlog tegen het terrorisme gaat door, maar hij is niet eindeloos. We weten niet wanneer de uiteindelijke overwinning zal komen, maar we hebben het tij zien keren."
De toespraak en de "Mission Accomplished"-banner werden al snel bekritiseerd door mensen die erop wezen dat de oorlog nog lang niet voorbij was. Vragen van de media over de banner leken Amerikaanse overheidsfunctionarissen te verbazen, die aanvankelijk verschillende verklaringen gaven over de oorsprong en betekenis ervan.’
Sindsdien is de televisie-propaganda almaar geraffineerder en omvangrijker geworden, waardoor voor het grote publiek er nauwelijks meer onderscheid kan worden gemaakt tussen “fact and fiction.” Zo bericht Wikipedia het volgende over:
‘De spektakelmaatschappij, een boek van de Franse situationistische denker Guy Debord, gepubliceerd in 1967.
In het werk, dat geschreven is als een reeks van 221 polemische stellingen, beschrijft Debord de westerse consumptiemaatschappij als beheerst door het “spektakel," niet te verwarren met het schouwspel van massamedia en reclame in engere zin. Het allesoverheersende spektakel is een nieuwe vorm van vervreemding die het door Marx gesignaleerde warenfetisjisme overstijgt, doordat het de overdreven nadruk op het “hebben," en het eigendom vervangt door het abstractere “verschijnen," op het imago. In de spektakelmaatschappij, schrijft Debord, is "de waarneembare wereld vervangen [...] door een keur van beelden die erboven staat," terwijl deze beelden worden gepresenteerd "als het waarneembare bij uitstek."
Daarnaast bekritiseert Debord in het werk de sociaaldemocratie en het communisme, die beide de massa in de mal van vertegenwoordiging hebben gegoten. In plaats daarvan pleit Debord voor een radicale, directe democratie.”
https://nl.wikipedia.org/wiki/De_spektakelmaatschappij
In deze televisie-werkelijkheid is niets meer wat het eens had geleken. Overal is sprake van ontmaskering. Een tamelijk willekeurig voorbeeld gaf de bekende Britse programmamaakster Selina Scott in de televisie-documentaire “Jimmy Savile: A British Horror Story, een tweedelige Netflix-documentaireserie die op 6 april 2022 werd uitgebracht. De serie behandelt het leven en de carrière van de Britse televisiepersoonlijkheid Jimmy Savile en zijn geschiedenis van seksueel misbruik,” van kinderen. “Louis Chilton, die het programma recenseerde voor The Independent, zei: “Netflix tweedelige documentaire is een glad en soms verwoestend portret van Savile’s kwaadaardige leven, maar het onderwerp blijkt te netelig voor de standaard true crime-behandeling." Carol Midgley van The Times zei: "Zoals alle documentaires over deze walgelijke pervert, is het onaangenaam om naar te kijken. Dit komt niet alleen door de gruwelijke details, zoals Savile die routinematig zijn vingers in de vagina van meisjes steekt en getraumatiseerde tieners trips naar de BBC-studio's belooft in ruil voor orale seks. Het is ook stuitend omdat, zoals we weten, de natie een psychopathische pedofiel heeft geprezen, als held heeft vereerd en zelfs tot ridder heeft geslagen.” De kop van The Independent van zaterdag 12 januari 2013 vatte de zaak kort samen: “Jimmy Savile: A report that reveals 54 years of abuse by the man who groomed the nation.”Ter verduidelijking: “Grooming is wanneer iemand een relatie opbouwt met een kind, jongere of volwassene die risico loopt, zodat hij/zij diegene kan misbruiken en manipuleren om bepaalde dingen te doen. Het misbruik is meestal seksueel of financieel van aard, maar kan ook andere illegale handelingen omvatten.” Met andere woorden: deze “psychopathische pedofiel” die meer dan een halve eeuw in het brandpunt van de massamedia stond, was erin geslaagd niet alleen kinderen te verkrachten, maar in feite ook het voltallige Britse publiek, zowel de upper classes als de lower classes en vanzelfsprekend ook de identiteitsloze middenklasse. Allen waren getuige geweest van zijn dubbelzinnige seksuele spelletjes met meisjes en soms jongens, en niemand zag iets, want Jimmy Savile’s houding appelleerde aan de onderhuidse, opgekropte seksualiteit van de doorsnee Brit. https://www.met.police.uk/advice/advice-and-information/gr/grooming/
De altijd ongehuwd gebleven Salina Scott, die haar privéleven angstvallig afschermde, begint in de documentaire over “het monster Jimmy Savile” met de opmerking “toen ik begon te werken voor de BBC’s ontbijt-televisie wist ik instinctief wat mijn rol was, een beetje glamour,” een forse dosis geflirt, want “er lag destijds enorm veel druk op vrouwen. Hij was weliswaar vreemd, maar hij maakte mensen aan het lachen, en data is een gave. TV-studio’s zitten te springen om lichte amusement.” Ondertussen ziet de kijker hoe Scott in toenemende mate het als “onverdraagzaam” ervaart om naar zichzelf te kijken naar haar geflirt met Savile en naar haar dubbelzinnige vragen. “Ik speelde net als hij een rol,” een seksueel getinte rol, “dit is gênant. Ik doe prinses Diana na, hem, zo vanonder mijn pony, aankijkend. Ik moedig hem zoveel mogelijk aan.” En inderdaad, zij speelt dezelfde hoerige rol als Savile, terwijl zij van deze lelijke man gruwde. Scott zegt: “Als die man op straat liep zou je niet met hem willen praten,” laat staan gevingerd te worden. Maar ja, hij was een “superster,” en die mag als hoofdaap voor de camera een miljoenenpubliek opgeilen, zo zit de westerse televisiewereld in elkaar.
Volgende keer meer over Salina en Jimmy, over de leugen die de massamedia in alle openbaarheid verspreiden, en over de rol die de joden na de Tweede Wereldoorlog speelden.
Salina Scott: "It's Either Fortune or Fame, Though Neither Is What It Claims."












