Nu zou de Volkskrant kunnen stellen dat hun bronnen twee persbureau's zijn, maar ook dat lijkt me niet voldoende. Betekent dit dat die persbureau's ter plaatse zijn en hun informatie altijd grondig checken? Nee. Vandaar de noodzaak om uit te vinden hoe die persbureau's hun informatie hebben vergaard.
Ik geef een voorbeeld: dertien jaar geleden was ik het Koerdische deel van Turkije, waar het Turkse leger met veel geweld en grootschalige schendingen van de mensenrechten het Koerdisch verzet probeerde te vernietigen. Via een medewerker van de Verenigde Naties werd ik naar de grens met Irak gesmokkeld en was daar getuige van een Turkse inval in Noord-Irak. Toen ik uiteindelijk het gebied weer wist te ontsnappen, arriveerde ik in Diyarbakir waar ik op tv F-16's bergen zag bombarderen. Ikzelf had geen enkel vliegtuig gezien, wel veel tanks en artillerie. Nadat ik in Ankara was gearriveerd om daar vandaan naar Nederland terug te vliegen, bezocht ik een persconferentie waar Turkse en Europese politici hun visie gaven op de mogelijke toetreding van Turkije tot de EU. Ik zag er eerst een Nederlandse correspondente die geen tijd had om met mij te praten, omdat ze het te druk had de Hilversumse omroepen te berichten wat er duizend kilometer verderop met de Koerden gebeurde. Ik was er geweest en had gezien wat daar gebeurde. Zij niet, maar toch had ze geen tijd om mijn ervaringen te horen voordat ze Hilversum ging vertellen wat er in dat afgesloten gebied gebeurde. Nadat Turkse tv-collega's hadden gehoord dat ik in dit afgesloten gebied was geweest, vroegen ze onmiddellijk wat ik gezien had. Na afloop stelde ik hen de vraag waar die beelden van F-16's vandaan kwamen? Oh, antwoordden ze, die dateren van twee jaar geleden, maar je weet hoe het gaat, niemand weet dat meer. En als je internationaal in prime-time beelden weet te verkopen, verdien je handenvol geld, zo is bekend.
Eenmaal terug in Nederland bleek ook het NOS-Journaal die beelden te hebben uitgezonden. Ik belde de toenmalige hoofdredacteur Gerard van der Wulp en vroeg hem tijdens een VPRO-uitzending waar hij die beelden vandaan had. Zijn antwoord: van Reuters in Londen. Maar Reuters in Londen liet mij weten dat ook zij niet wisten wanneer die beelden waren opgenomen en dat ze die tv-beelden van de Turkse televisie doorgestraald hadden gekregen.
Dus hoe wist Gerard dat die beelden ook daadwerkelijk onlangs waren opgenomen? Dat weten we niet, zei Van der Wulp. Je weet hoe het gaat, de hele dag stromen beelden binnen en daar maak je dan een keuze uit. Je hebt gewoon de tijd niet om te checken of die beelden kloppen. Met andere woorden: het NOS-Journaal weet in dit soort gevallen niet of de beelden die ze uitzenden ook de werkelijkheid illustreren. Dat maakte Gerard van der Wulp en ook jij in wezen niet uit. Als er maar bewegende beelden zijn, want zonder bewegende beelden, geen NOS-Journaal. Hetzelfde geldt voor de kranten, zonder 'informatie' geen krant. De schijn heeft de werkelijkheid allang ingehaald. Vandaar ook dat Gerard van der Wulp zonder enige moeite zijn baan als journalist kon inwisselen voor het spindoctorschap bij wat officieel heet de Rijksvoorlichtingsdienst, waar hij de eerste woordvoerder is van het koninklijk huis en de minister president. Let u nu eens op hoeveel journalisten van de commerciele massamedia als spindocters van de overheid of het bedrijfsleven eindigen, of omgekeerd. Gerard van der Wulp zelf is daar een schtterend voorbeeld van. 'Voordat hij in 1999 als plaatsvervangend directeur-generaal bij de Rijksvoorlichtingsdienst kwam, werkte hij ruim 25 jaar als journalist; in de jaren zeventig bij Dagblad Het Binnenhof in Den Haag en op de parlementaire redactie van Dagblad Trouw. In de jaren tachtig en negentig werkte hij bij het NOS Journaal; achtereenvolgens als politiek presentator, als hoofdredacteur (vanaf 1987), en als correspondent in Washington D.C. (vanaf 1996). Begin jaren tachtig was Van der Wulp enkele jaren woordvoerder van Ruud Lubbers, die toen fractievoorzitter was van het CDA in de Tweede Kamer.
Op 23 juni 2008 werd bekend dat Gerard van der Wulp zijn functie als directeur van de RVD neerlegt en de tweede man wordt op de ambassade in de VS. Van der Wulp was negen jaar woordvoerder van het Koninklijk Huis en de premier.' Zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Gerard_van_der_Wulp
Ik bedoel maar hun dun de lijn is tussen de journalistiek en de propaganda. Vandaar de noodzaak tot check en dubbelcheck, hoor en wederhoor.
donderdag 8 januari 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Israel dropped multiple 2000 pound bombs on Displaced Palestinian Children. Genocide
https://x.com/ShaykhSulaiman/status/1853733285597196560 Sulaiman Ahmed @ShaykhSulaiman Israel dropped multiple 2000 pound bombs on an UNRW...
-
Ziehier Yoeri Albrecht, die door een jonge journalist van het mediakanaal Left Laser betrapt werd tijdens een privé-onderonsje met twee ...
-
NUCLEAR ARMS AND PROLIFERATION ANTI-NUCLEAR ACTIVISM MILITARY-INDUSTRIAL COMPLEX A Women state legislators and advocacy group...
-
https://russiatruth.co/lviv-on-fire-british-canadian-military-instructors-took-off-in-the-air-along-with-training-center/ LVIV on FIRE: Br...
2 opmerkingen:
Misschien moet je hen eens uitleggen waarom de noodzaak van check en dubbelcheck en hoor en wederhoor zo belangrijk is Stan.
Want wij denken dan maar dat iedereen wel snapt waarom dat zo belangrijk is, maar kennelijk dringt het toch niet tot de 'gevestigde media' door dat zij mede het verloop van een conflict bepalen, door het beeld dat zij schetsen, waarop mensen afgaan. Of zouden de burgers steeds wijzer worden en hun meningen al helemaal niet meer baseren op wat de 'gevestigden' schrijven en uitzenden?
Als Dries van Agt de schellen van de ogen zijn gevallen, dan moet dat met Verhagen en Balkenende toch ook lukken? WAT zit erachter, dat zij dit niet WILLEN, KUNNEN of DURVEN ZIEN??
`Evenals zeer velen in ons land voelde ik mij van meet af aan verbonden met de staat Israël. Ook ik meende dat Israël, al vanaf de oprichting ervan in 1948, belaagd werd door Arabieren, in zijn voortbestaan bedreigd, en dat het onze plicht was dat land voluit te steunen.
In het begin van de jaren ’80, tijdens de Israëlische invasie in Libanon, kwam er twijfel. Toen verschenen er berichten over gruweldaden, bedreven door Libanese milities in twee Palestijnse vluchtelingenkampen in Libanon: Sabra en Shatila. Deze slachtingen vonden plaats in gebied dat onder controle stond van het Israëlische leger. Een Israëlische commissie van onderzoek velde later het oordeel dat de toenmalige minister Ariel Sharon als bevelhebber van de krijgsmacht daarvoor medeverantwoordelijk was. Sharon moest toen aftreden (maar werd later toch premier).
Pas in de jaren ’90 bracht een bezoek aan het Heilige Land mij in bezet Palestijns gebied. Daar vielen me de schellen van de ogen. Wat ik daar hoorde en zag, verbijsterde mij. Waarom was ik hieromtrent tot dan toe onwetend geweest?
Tussen 1977 en 1982 was ik minister-president van Nederland. In die periode heb ik mij nooit met Israël/Palestina ingelaten, behalve dan toen ik met de oorlogsmisdaden in de Palestijnse kampen te maken kreeg. Maar nadien heb ik mij opnieuw lange tijd niet om de Palestijnen bekommerd. Waarom niet? Verblind bleef ik en sprakeloos over wat het Joodse volk in de Tweede Wereldoorlog is aangedaan. Lange tijd in de waan dat Israël, een enkele misstap daargelaten, geen zware vergrijpen tegen het internationale recht zou kunnen begaan. Ik heb dus gefaald. Wat Israël doet, zo dacht ik met velen in Nederland, moet welgedaan zijn of minstens vergeeflijk.
De werkelijkheid is helaas anders. Voor honderdduizenden Palestijnen is de vorming van de staat Israël een ramp geworden, al zestig jaar geleden. Wat zij toen nog aan eigen gebied overhielden is door Israël veertig jaar geleden bezet en sindsdien bezet gehouden. Die bezetting is hardvochtig en in menig opzicht strijdig met het internationale recht. Bovendien worden grote delen van de bezette gebieden gaandeweg door de bezetter geannexeerd. Het Palestijnse volk betaalt aldus de prijs voor de onzegbare verschrikkingen van de Holocaust, hoewel die in Europa heeft plaatsgevonden en de Palestijnen er part noch deel aan hebben gehad. Dat is onrecht in de hoogste graad.
Om twee redenen ben ik aan deze website begonnen. Allereerst om uiting te geven aan mijn verontwaardiging over het gebrek aan politieke wil, ook in Nederland, om op te komen voor het internationale recht, het beschermen van mensenrechten daaronder begrepen, in het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Wij blijven toekijken hoe het Palestijnse volk wordt vertrapt en helpen de bezetter zelfs, in het kader van de Europese Unie, veelal in het voetspoor van Washington.
Ten tweede wil ik met deze website antwoord geven op de kwalijke bejegening die personen en organisaties in ons land niet zelden te verduren krijgen wanneer zij hun stem tegen dit onrecht verheffen. Wie in het openbaar hierover spreekt of schrijft wordt vaak zwart gemaakt, zelfs van antisemitisme beticht. Besmeur de boodschappers, zo luidt het consigne blijkbaar, want de argumentatie van de boodschap zelf is onweerlegbaar. Dikwijls zijn mijn woorden verdraaid en mijn bedoelingen opzettelijk miskend. Op deze website kunt u lezen wat ik werkelijk heb gezegd en geschreven.
Tot besluit nog dit. Een diepe bewondering heb ik niet alleen voor de Palestijnse en internationale vredesactivisten, maar vooral ook voor die Israëli’s die zich heldhaftig blijven inspannen voor een rechtvaardige vrede. En voor de Nederlandse vredesactivisten, waaronder veel Joodse Nederlanders. Vooral zij zijn het die mij inspireren. Via de pagina links kunt u hun websites bezoeken."
www.driesvanagt.nl (klik op motivatie)
Een reactie posten