dinsdag 20 januari 2009

Carl Stellweg van het AD 14

De feiten. Naar aanleiding van een discussie over het gegeven dat AD-journalist Carl Stellweg de Israelische oorlogsmisdaden in 2002 in Jenin had gekwalificeerd als 'beheerst en effectief' gaf Stellweg uiteindelijk toe dat wat hij geschreven had onjuist was, dat zijn woorden niets anders waren geweest dan pro-Israel propaganda, zoals ik dat betitel. Als verklaring schreef Carl Stellweg onder andere het volgende: 'Op hetgene waar het bij jou in de eerste plaats om draait, moet ik terugkomen. Ik heb mijn artikel, dat de inzet is van deze voortgaande discussie, nog eens kritisch gelezen. Nu eens écht kritisch gelezen. Daar hebben jij en Sonja en wie deze discussie verder ook mag volgen, immers wel recht op. Ik het het dus proberen te lezen met jullie ogen. En sommige van mijn formuleringen verdienen geen schoonheidsprijs. Sterker nog, de schoonheidsprijs is wel het laatste wat ze verdienen. Het was absoluut mijn intentie niet het optreden van Israel goed te praten, dat moet je maar in goed vertrouwen van mij aannemen. Maar dat jij, en hoogstwaarschijnlijk dus ook anderen met jou, die gevolgtrekking hebben gemaakt, kan ik me voorstellen. Ik heb de plank misgeslagen, en daar ben ik, hm... niet fier op […] In mijn verhalen uit en over conflictgebieden heb ik door de jaren heen een onderkoelde, feitelijke toon gebezigd. Dat is nu eenmaal mijn stijl. De feiten, indien juist beschreven en in de juiste context geplaatst, spreken immers voor zich. Het is niet de taak van de auteur zijn gevoelens aan de lezer mede te delen, maar gevoelens in de lezer los te maken, ´alsof hij er zelf bij is geweest'. Maar dat is wel een evenwichtsnummer tussen afstand en betrokkenheid en nu ben ik van deze evenwichtsbalk afgelazerd. Ik ben in een krampachtige objectivering geschoten. Ofwel: door het Israelische perspectief te veel op te zoeken, heb ik mijzelf wijsgemaakt dat ik objectief was en mijn emoties in de hand had. Ik schreef niet wat ik meende - en meende juist dat dit goed was.'

Kortom, de AD-journalist 'schreef niet wat ik meende' en wel omdat hij 'in een krampachtige objectivering geschoten' was. Welnu, als journalist die al vier decennia dit vak bedrijf weet ik dat dit nonsens is. Ik schreef dan ook: 'Als jij in je krant schrijft dat het Israelische geweld in Jenin ''beheerst en effectief'' was om zo te kunnen suggereren dat het Israelische leger met zijn tanks en gevechtshelicopters een zegen zijn geweest, aangezien ‘Jenin destijds een van de meest gewelddadige en wetteloze steden op de Westelijke Jordaanoever [was], maar sindsdien tot bloei [is] gekomen,' terwijl je vervolgens aan mij schrijft dat er in Jenin sprake was van 'Israelische oorlogsmisdaden', dan bedrieg je je lezers.' Een dergelijke groteske propaganda wordt niet veroorzaakt door een 'krampachtige objectivering'. Integendeel zelfs, hier heeft iemand in een krant met een hoge oplage duidelijk partij gekozen voor terreur tegen de Palestijnse burgerbevolking.

De reactie van Stellweg hierop was onder andere dit: 'Stan, jij bent een bevlogen journalist. Ik zeg dit deze keer zonder ironie, maar met waardering. Maar je vertoont ook de trekken van een beroepsquerulant.' Het is de bekende reflex van journalisten om, zodra hun argumentatie door de lezer, luisteraar, kijker niet geslikt wordt, de lezer, luisteraar, kijker te kwalificeren als 'beroepsquerulant'. Even ter verduidelijking: een 'querulant' is volgens Van Dale: 'iemand die lijdt aan ziekelijke klaagzucht, iemand die zich altijd verongelijkt waant, altijd bezwaren oppert en wil procederen, ruziemaker, ruziezoeker.' Bovendien zou ik daar volgens Carl ook nog eens mijn beroep van hebben gemaakt. En letwel, dit alles omdat ik met argumenten zijn verklaring voor zijn pro-Israel propaganda bestrijd. Ik reageerde met deze woorden: 'Luister Carl, eerst schrijf je een propagandastuk in je krant, vervolgens probeer je je nonsens te verdedigen, wanneer blijkt dat dit onhoudbaar is, vertel je dat je fout zat, wanneer ik je verklaring niet accepteer ben ik een beroepsquerulant. wie is hier nu de querulant, de draaikont? schrijf voortaan gewoon vanuit een historische context als je vindt dat Hamas niet de oorzaak van het conflict is, maar het israelisch expansionisme. doe gewoon je werk voortaan. het is een serieus beroep, de journalistiek, dat een te grote invloed heeft op de samenleving. bedrijf je vak dan ook zonder al die propaganda. dat is alles.'

Ik wees hem op het volgende: 'Maak jezelf niets wijs Carl, je wist wat je deed! Je weet als journalist wat de strekking van je woorden zijn, tenzij je gek bent. Tenslotte dit: ik heb je geprezen voor het feit dat je uberhaupt gereageerd hebt, de meeste van onze collega's durven dat niet. Die zijn bang voor tegenargumenten en gaan elke discussie met mensen zoals ik angstvallig uit de weg. Als ik over jouw werkwijze schrijf, schrijf ik in feite over de werkwijze van de meesten van onze collega's. Jij bent geen uitzondering. Je hebt in wezen ook geen fout gemaakt, je hebt gedaan wat de meerderheid van de journalisten doen, je bent binnen de grenzen gebleven van de officiele versie van de werkelijkheid, de gesanctioneerde versie zoals de macht die graag ziet. Doe je dat in de toekomst niet dan zul je snel merken dat je gemarginaliseerd wordt en er zijn maar heel weinig journalisten die zich dat financieel en mentaal kunnen permitteren. Such is life.' Zijn reactie was daarop deze: 'Infamer, en hoogmoediger dan ''maak jezelf niets wijs, Carl, je wist wat je deed'' vind ik nog de constatering dat ik ''in wezen geen fout heb gemaakt''. Dankjewel, inquisiteur Stan. Ik zal mijn best doen mijzelf voortaan niet langer te zien als een individu, maar als een marionet. Ontsnapping is niet mogelijk. Milan Kundera en David Hume staan onverkort achter je, Stan, je baadt in hun licht. Ik benijd je. [...] Misschien heb ik jou iets te serieus genomen. Groet, Carl.'

Niets kan westerse journalisten zo blind van woede maken als de constatering dat ze binnen de grenzen blijven van de officiele versie van de werkelijkheid, dat ze angstvallig de grenzen van de consensus respecteren. Niet uit de pas lopen. Een feit dat niet nieuw is. De invloedrijke socioloog en sociaal psycholoog Gabriel Tarde schreef al in 1898, aan het begin van de massamaatschappij: 'Newspapers have transformed... unified in space and diversified in time the conversations of individuals... even those who do not read newspapers but who, talking to those who do, are forced to follow the groove of their borrowed thoughts. One pen suffices to set off a million tongues.' Elk systeem is gebaseerd op mythen. Een van de centrale mythen van het postmoderne Westen is dat wij allen in vrijheid leven en dat er een ware persvrijheid bestaat. En wanneer men de beginselen van dit geloof aanvalt dan is men in de ogen van de conformist een 'sujet' en een 'inquisteur'. Let ook op het badinerende toontje om de dissident in toom te houden: 'Stan, jij bent een bevlogen journalist. Ik zeg dit deze keer zonder ironie, maar met waardering.' Beste Carl, het is niet mijn bevlogenheid, maar het vak dat mij dwingt om me aan de feiten te houden en om de opvatting te bestrijden dat Israelische oorlogsmisdaden 'beheerst en effectief' zijn.

Het was de grondlegger van de public relations industrie, de neef van Freud, Edward Bernays, die schreef: 'The engineering of consent is the very essence of the democratic process, the freedom to persuade and suggest.' Zo is het maar net. En die vrijheid blijft natuurlijk beperkt tot degenen die de macht en het geld hebben om journalisten in te huren voor de 'engineering of consent'. En dat weet elke journalist, dat besef heeft hij volledig geinternaliseerd en is er zich vaak niet eens van bewust. Afgaande op zijn reactie moet Carl Stellweg zelf maar de conclusie trekken uit deze woorden: 'Maak jezelf niets wijs Carl, je wist wat je deed! Je weet als journalist wat de strekking van je woorden zijn, tenzij je gek bent.'

De westerse journalistiek is het verlengstuk van de macht. De journalist mag excessen beschrijven maar nooit de kern van het systeem. Abraham Lincoln verklaarde in 1860, vlak voor het begin van de Amerikaanse burgeroorlog, waarbij meer Amerikanen om het leven kwamen dan in alle oorlogen die de VS uitvocht tesamen: 'Public sentiment is everything. With public sentiment nothing can fail; without it nothing can succeed. He who molds public sentiment goes deeper than he who enacts statutes or decisions possible or impossible to execute.'



8 opmerkingen:

Anoniem zei

Ik kan niets anders dan u danken voor uw heldere uitleg, over hoe propaganda in het Westen wordt bedreven, aan de hand van dit voorbeeld.

yelamdenu zei

Wel respect voor Carl Stellweg dat hij toegaf fouten te hebben gemaakt! Hoeveel mensen, laat staan journalisten, doen dat?

Sonja zei

Maar het staat nog steeds op het internet. Als feit.

Anoniem zei

Stan,

Ik lees je woorden (en de precisie ervan) iedere keer weer met het grootste plezier. Het laat natuurlijk ook wel erg schrijnend het probleem zien waar we als maatschappij voor voor staan. Nl een Nederlandse pers die totaal de weg kwijt is. Jij draagt in ieder geval een grote steen bij om de weg terug te vinden.

Met veel dank, Succes, Ben

Anoniem zei

Wacht even, Stan,

Wat ik schreef over Jenin is in de kern geen onzin, wat jij ook beweert. Wel onvolledig, en onsmakelijk verwoord, waardoor een verkeerd beeld is ontstaan. Het staat je vrij mijn verklaring hiervoor te geloven of niet.

Mijn vermoeden is wel: het komt je niet uit mijn verklaring te geloven, want jij wil ook een punt maken over commerciele massamedia, met mij als voertuig. Ik bied jou daartoe een mooie gelegenheid, door als een van de weinige vertegenwoordigers van die commerciele massamedia in te gaan op jouw aantijgingen.

Alle vergaande conclusies over mij die je aan mijn professionele fout verbindt, alle lange citaten van grote denkers die je daarbij sleept, neem ik voor kennisgeving aan. Hoewel ik niet wil verhelen dat je mij blind van woede hebt gemaakt, zoals je terecht veronderstelt. En wel vanwege je valse propaganda tegen mij. Jij handelt in dienst van jouw eigen propaganda, en je staat niet zo alleen als jij het voorwendt.

Wat jij schrijft over macht en massamedia is geen onzin, maar wel zwaar overtrokken. Waarom de commerciele massamedia jou nooit in dienst zouden nemen? Het zou kunnen omdat ze bang zijn voor de waarheid die jij zegt te vertegenwoordigen. Het kan ook zijn omdat jij een eenzijdige opvatting van de waarheid en je beroep hebt, waardoor jij jezelf hebt veroordeeld tot een positie in de marge: je weblog, van waaruit jij nooit veel invloed zult kunnen uitoefenen. In die positie hebben bestaande machtsstructuren jou niet gedwongen, voor die positie heb jij zelf gekozen, want die verschaft je inderdaad een grote vrijheid om een journalistiek te bedrijven die nog eenzijdiger is dan die van de commerciele massamedia.

Jij hebt gelijk, omdat de commerciele massamedia jou niet aan het woord laten. Zo is het, Stan. Veel plezier in je elitaire hoekje.

Wat mij betreft: jij vindt niet eens dat ik een fout heb gemaakt. Ik heb simpelweg voldaan aan de eisen van de machinerie waarvan ik volgens jou deel uitmaak. Dat is een strategie van ontmenselijking van je tegenstander, die je van het militante zionisme lijkt te hebben afgekeken. Jij perst alles en iedereen in jouw wereldbeeld en daarmee ben je al net zo'n onverzoenlijke ideoloog als de onverzoenlijke ideologen die jij bestrijdt.

Jij bent een beroepsquerulant, maar dat doet hier eigenlijk niet ter zake. Wat wel ter zake doet, is dat jij een geobsedeerde bent.
Ik ben geen propagandist, en ook geen draaikont, wel kom ik soms op iets terug. Of ván iets terug. Wat draaikonterij betreft, kan ik bij jou in de leer.

Voorbeeld: ik schrijf dat slachtoffers niet altijd nobele mensen zijn. Jij komt daarop met een passage uit een onderzoek waaruit blijkt dat de verzetsstrijders in Jenin helden waren, die op handen werden gedragen. Kortom: behoorlijk nobel. Ik trek dit in twijfel. Jij komt daarop terug op mijn opmerking dat slachtoffers geen nobele mensen zijn. Je zegt dat dit klopt, en vraagt vervolgens waarom ze nobel van mij zouden moeten zijn. Ik heb nooit gezegd dat ze dit zouden 'moeten' zijn, jij hebt ze als nobel opgevoerd - om daarna te erkennen dat ze dit niet zijn en vervolgens op te merken dat een goede journalist het niet bij zo'n constatering laat, maar op zoek gaat naar verklaringen. Ik heb natuurlijk nooit beweerd dat een goede journalist dat niet zou moeten doen, het lijkt me vanzelfsprekend. In alles wat ik niet zeg, zie jij gelegenheid mij aan te vallen.
Verder vind jij kennelijk dat ik op dit moment niet mag zeggen dat Hamas óók geen lieverdjes zijn, dat is nu geen onderwerp, vind jij, dat zijn de meest verse Israelische oorlogsmisdaden. Met zo'n standpunt werp jij jezelf niet op als iemand die de 'juiste context' in ere houdt, maar als iemand die de context juist versmalt. Je werpt jezelf op als voorvechter van een zaak, als propagandadist, als activist - en dan pas als journalist. Geen bezwaar, maar maak dan ook duidelijk waar je prioriteiten liggen. Ik zeg namelijk helemaal niet dat de morele kwaleiten van Hamas het HOOFDonderwerp moeten zijn, dat die ooit het HOOFDonderwerp moeten zijn, dat maak jij ervan. Maar dat ze óók geen lieverdjes zijn, mag ook nu worden gezegd. Waarom niet?

Dan schrijf je: 'Als jij meent dat Hamas de oorzaak is van dit al 60 jaar durende onrecht, bewijs dat dan eens.'
Ik heb nog eens goed gekeken of dat er stond. Ik daag je, niet voor de eerste keer, uit om aan te wijzen waar ik dit precies beweer. Dit is absurd. Hamas komt voort uit de Moslimbroederschap en is in de jaren tachtig opgericht. Misschien denk jij dat ik dit niet weet. Misschien weet je het zelf niet, maar dat kan ik me niet voorstellen. Vanwaar dit liegen en verdraaien, Stan?

Luister, dit is nu echt mijn laatste kattenbelletje aan je. Ga maar door zonder mij. Ik had al eerder afscheid van je moeten nemen. Het is nu eenmaal beter om voor een pitbull een straatje om te lopen.

Maar vooruit, nog één verhaaltje voor het slapen gaan:

'Palestijnse commandant Zubeidi beschouwt verzet als noodzaak - De vijand die vriend had kunnen zijn
Zakariya Zubeidi staat nummer 1 op de Israëlische lijst van gezochte Palestijnse extremisten. Zelf beschouwt hij zich als een burger die gedwongen is `afzichtelijke keuzes' te maken.

15-01-2005
Door Carl Stellweg
Jenin - De wandelende dood is 28 jaar, maar ziet er uit als 18. Lang en tenger, schuchtere blik, slungelige pas. Over zijn schouder hangt een zwartglanzende M-16, aan zijn riem blinkt een zilvergrijze Browning.
In deze vervaarlijke uitrusting, die in het geheel niet bij hem lijkt te passen, stelt hij zich beleefd aan je voor, alsof dat nog nodig is. ,,Zakariya'', klinkt het zacht.
Hier staat de belangrijkste, meest charismatische commandant van de al-Aqsa Martelarenbrigades op de Westelijke Jordaanoever. De gewapende slungel en zijn getrouwen heersen over Jenin, de noordelijkste en vuurgevaarlijkste stad op de Westelijke Jordaanoever. Het Palestijnse Gezag in de stad, ambtenaren, bestuurders en politie, zijn volledig aan hen overgeleverd. Wie hun wensen weerstaat, kan rekenen op een aframmeling - of erger. ,,Als de geweren spreken, moet iedereen zwijgen'', aldus Zakariya.
De jonge roverhoofdman van Jenin acht zich onmisbaar: het is niet zijn schuld dat die ambtenaren en bestuurders niets voor elkaar krijgen en dat de op last van Israël ongewapende politie niet in staat is de burgerbevolking te beschermen. Zakariya Zubeidi ziet zichzelf als een noodzakelijk kwaad, de enige die iets kan afdwingen. Wat volgens hemzelf zijn verdiensten zijn? Dat hij bemiddelt bij conflicten, dieven en verkrachters in de kraag pakt en de stad verdedigt tegen de aanvallen van Israël.
Dat juist zijn aanwezigheid de oorzaak is van die aanvallen, ontkent hij beslist. In zijn optiek zijn er genoeg bewijzen dat Israël net zo'n hekel heeft aan vreedzame als aan gewelddadige Palestijnen. ,,Wat heeft het vredesproces ons opgeleverd? Een versnelde bouw van nederzettingen, voortzetting van liquidaties.'' Dus beschouwt Zakariya het niet alleen als een recht, maar ook als een noodzaak de bezetting gewapenderhand te bestrijden.
Een deel van de bevolking schijnt het met hem eens te zijn. ,,Zakariya, geef ons wat van je kogels'', roepen kinderen hem na als hij zijn ronde maakt door zijn koninkrijkje: het vluchtelingenkamp van Jenin, waar anderhalf jaar geleden gevechten tussen het Israëlische leger en Palestijnse milities woedden die zo hevig waren dat ze wekenlang het internationale nieuws beheersten.
Israël maakt al twee jaar verwoed jacht op hem, op beschuldiging van betrokkenheid bij aanslagen waarbij ook burgers omkwamen. Om die reden verblijft hij zelden langer dan een uur op dezelfde plek. Heel het vluchtelingenkamp is zijn schuilplaats. Een afspraak met hem vergt dan ook langdurig bellen naar talrijke tussenpersonen.
En toch, als je dan tegenover hem zit in een willekeurige huiskamer, vraag je je af of dit sujet nu al die drukte waard is. Er hangt geen enkele dreiging om hem heen, geen nervositeit zelfs. De minuten tikken voorbij zonder dat er iets bijzonders wordt gezegd. De sfeer is bijna huiselijk. Over de salontafel is een kanten kleedje met kunstbloemen gedrapeerd. Aan de muur hangen een pendule en een schilderijtje van een middeleeuwse dame die een luit bespeelt.
Zakariya lijkt gewoon een aardige jongen, die toevallig een automatisch geweer naast zich op de bank heeft liggen, dat hij af en toe teder maar achteloos beroert, alsof het een huisdier is. In zijn donkere gezicht is het pigment van gewapend geweld gebrand: een grillig patroon van zwarte stippen, gevolg van een ongelukje tijdens het maken van een bom die voortijdig ontplofte. Maar verder straalt dat gezicht louter zachtaardigheid uit. Wat gaat er in hem om?
Misschien dat je voor een antwoord op deze vraag terug moet naar Zakariya's jeugd. In de huiskamer van zijn ouders organiseerde Arna Mer Khamis, een idealistische joodse vrouw, jarenlang toneelvoorstellingen voor de kinderen van Jenin. Zakariya was een van hen. Aan dat huiskamertoneel, waarover een deels Nederlandse documentaire werd gemaakt die vele internationale prijzen won, kwam een einde toen Khamis in 1995 aan kanker overleed. In maart 2002 werd zijn moeder getroffen door een kogel in haar hoofd. Ze stond bij het raam, vandaar. Zijn broer kwam om in een huis dat door het Israëlische leger werd bestormd.
Nu beschouwt de regering van Israël hem als een terrorist. Israëlische. vredesactivisten zien hem echter als `een vijand die een vriend had kunnen zijn'. Hoe ziet hij zichzelf?
,,Israëliërs zijn naar mij toe gekomen'', zegt hij bijna fluisterend, een tikje plechtig. ,,Mensen die twijfels hadden over de propaganda die hun eigen regering over mij heeft verspreid. Ze hebben gezien dat ik inderdaad een vriend kan zijn.'' Ongevraagd brengt hij Tali Fahima te berde, een Israëlische secretaresse die hij zodanig het hoofd op hol zou hebben gebracht dat zij een levend schild voor hem wilde zijn. ,,Zij was een aanhangster van Likud, zeer conservatief'', zegt Zakariya. ,,Toch wilde ze me leren kennen. En nu? Nu staat ze volledig aan onze kant. En weet je waarom?'' Hij buigt voorover en wijst bezwerend naar zijn ogen: ,,Niet vanwege mij, maar omdat ze heeft gezien.''
Hoe hij tegen de dood van zijn moeder aankijkt? ,,Mijn moeder'', zegt Zakariya, ,,was een gewone burger die het niet verdiende op deze manier te sterven. Die constatering maakt Israël niets uit. De Israëlische mensenrechtenorganisatie Be'etselem heeft gezegd dat 75 procent van de Palestijnen die omkwamen tijdens de gevechten in dit kamp, burgers waren. Een onjuiste schatting. Het waren allemaal burgers. Ik ben ook een Palestijnse burger.''
Dan klopt hij op zijn M-16. ,,Dit?'', zegt hij. ,,Dit is het noodzakelijke attribuut van een burger die niet dood wil. Die gedwongen is afzichtelijke keuzes te maken. Maar luister: als dit ene geweer mij al tot terrorist maakt, hoe moet je de Israëliërs met hun tanks en gevechtshelikopters dan noemen?''
Hij zoekt de dood niet, maar als deze komt - en dat kan elk moment zijn - accepteert hij hem. ,,Daar heb ik een duidelijke reden voor. Ik wil niet worden gepakt. Ik wil niet gevangen worden genomen. Dat is voor mij onacceptabel. Niemand mag zo in mijn leven ingrijpen. Dan maar geen leven. Daarom'' - alweer een klopje op de M-16 - ,,ga ik door met dit bestaan.''
De vraag is hoe lang Zakariya de vrijheid daarvoor krijgt. De nieuwe president Abbas wil de `militaire intifada' staken omdat hij deze beschouwt als een strategische blunder. Bovendien is de Palestijnse bevolking de criminalisering van haar maatschappij beu. Die wetteloosheid komt voor een groot deel op het conto van al-Aqsa, dat niet veel meer dan een embleem is voor allerlei gewapend ongeregelds.
Ook Zakiriya zal rekening moeten houden met deze omslag in de Palestijnse publieke opinie. En met het vermogen van Abbas hem aan banden te leggen.
Met deze suggestie geconfronteerd, werpt de al-Aqsa-commandant zich plotseling op als een verantwoordelijk burger. ,,Ik accepteer Abu Mazen (bijnaam van Abbas, red.), want hij is de keuze van Fatah, de politieke beweging waarvan ik deel uitmaak, en hij is de keuze van het Palestijnse volk. Wat het volk wil, is voor mij heilig. Maar als ik gedwongen blijf mijzelf te verdedigen, en ik in mijn omgeving merk dat ik nog steeds steun geniet, dan bepaal ik zelf wat ik doe. Niet Abu Mazen.''
Hoe zal Zakariya eindigen? Onder een Israëlische raket, zoals veel van zijn kompanen, ligt het meest voor de hand. Maar het is ook goed mogelijk dat Abu Mazen hem een dezer dagen een politiepet opzet. Wie goed naar Zakariya Zubeidi luistert, hoort de sollicitatie tussen de regels door.

Anoniem zei

Ja, een zeer correcte analyse: "Het is de bekende reflex van journalisten om, zodra hun argumentatie door de lezer, luisteraar, kijker niet geslikt wordt, de lezer, luisteraar, kijker te kwalificeren als 'beroepsquerulant'."

Dit weekend las ik in Trouw 'de tien geboden' van Peter Faber. Wat mij bijbleef: "Als je niet bent verbonden met wat je doet, dan ben je nep. Dan ben je gevangen door een gedachte, een idee, een bedoeling, een mening, een opvatting. Dat leidt altijd tot troebelheid, verstikking, leugens.”

Veel journalisten zijn nep. Ik herinner me zomaar ineens twee docenten journalistiek, en journalist, die beiden, los van elkaar, eens tegen mij zeiden: "ik doe me altijd dommer voor dan ik ben". Gevangen door een gedachte, een idee, een bedoeling, een mening, een opvatting. Zo niet Arjan Visser. Die lijkt wel verbonden met wat hij doet. Oprecht geinteresseerd en zich niet dommer voordoet dan hij is. Mooie serie, meestal ook mooie uitspraken.

Anoniem zei

Beste Carl,

Wat is er zo eenzijdig aan het relaas van Stan Van Houcke?



All truth passes through three stages. First, it is ridiculed. Second, it is violently opposed. Third, it is accepted as being self-evident.
Schopenhauer



gr,
Merijn

Anoniem zei

Carl, ik google je nu net pas nadat ik je stuk in het ad heb gelezen do 22jan. Ik weet niet of dit bericht je bereikt maar ik vond het een goed stuk over de trieste zaak in Gaza. Geweldig verwoord, eindelijk iemand die over die oh-zo gevoelige grens heengaat. Zeggen zoals het is, zo moet het zijn..
Gr. Julien

The Real Terror Network, Terrorism in Fact and Propaganda

De hypocriete suggestie dat het genocidale geweld tegen de Palestijnse bevolking in feite pas op 7 oktober 2023 begon, zoals de westerse mai...