Ik kom terug op het verschijnsel Ein Hod. Wie door de door Israel bezette gebieden rijdt, ziet hoe de zionisten in hun poging de grond in beslag te nemen het landschap hebben verkracht, de ruimte is veranderd in een schuldig landschap. Het is niet alleen de Muur of het elektronisch beveiligde hek, omzoomd door een onbetreedbare zone, het zijn ook de lukraak aangelegde doorgangswegen, de nederzettingen die als witte middeleeuwse burchten boven op de heuvels in het zonlicht te schel afsteken tegen de blauwe lucht. Het is het puin, het stof, het platgebulldozerde land, de overal verpulverde rotsen, het beton dat alles egaliseert, de naar schatting 100.000 olijfbomen die met grof geweld zijn ontworteld. Om het Palestijnse land in bezit te nemen hebben de joods-Israëli’s hun heilige land ontheiligd, werkelijk niets is er organisch tot stand gekomen, alles is er neergeplempt door een oppermachtige ijzeren vuist die met brute kracht zijn wil aan het landschap heeft opgelegd, zonder enige rekening te houden met het stille verlangen van de heuvels, de dalen en de valleien. Israël: zo ziet verkrachting eruit.
John Berger, wiens joodse voorouders uit Polen, Galicië en het Oostenrijks-Hongaarse Rijk kwamen, schreef: ‘En hier identificeer ik mijzelf zonder te aarzelen met de rechtvaardige zaak en de pijn van degenen die de staat Israël (en neven van mij) veroorzaken in een mate die tragisch totalitair is.’ De Britse schrijver laat weten dat hij als kosmopoliet en humanist afstand doet van zijn ‘Recht op Terugkeer’, dat het elementaire recht van de Palestijnen onvermijdelijk heeft vernietigd. En diep in het bewustzijn van de Joods Israeli's knaagt de angst dat ‘het einde van de zionistische onderneming al voor de deur staat’. Aldus Avraham Burg, de voormalige voorzitter van de Knesset, die ten slotte de diaspora verkoos boven het leven in Israël, omdat een ‘een joodse staat gevaarlijk is. Het is dynamiet… De staat Israël definieren als een Joodse staat is de sleutel tot zijn ondergang.’ Burg verklaarde dat ‘er weliswaar toch nog een Joodse staat hier mag ontstaan, maar het zal van een ander slag zijn, vreemd en lelijk… Wij leven in een verpletterend mislukte werkelijkheid. Jazeker, we hebben de Hebreeuwse taal nieuw leven ingeblazen, een prachtige theatercultuur geschapen en een sterke munteenheid. Onze Joodse hersenen zijn zo scherp als altijd. We handelen aan de Nasdaq. Maar zijn dit de redenen waarom we een staat creëerden? […] De 2000 jaar oude joodse strijd om te overleven is geëindigd in een nederzettingenstaat, georganiseerd door een amorele kliek van corrupte overtreders van de wet die doof zijn voor zowel hun eigen burgers als hun vijanden. Een staat die geen rechtvaardigheid bezit, kan niet overleven. Meer en meer Israëli’s beginnen dit te begrijpen wanneer zij hun kinderen de vraag stellen waar ze denken dat ze over 25 jaar leven. Kinderen die eerlijk zijn geven toe, tot hun ouders schok, dat ze het niet weten. Het aftellen van het einde van de Israëlische samenleving is begonnen.’
Het leven in een leugen verontmenselijkt niet alleen, het maakt de mens ten slotte sprakeloos. Op de website van de kunstenaarskolonie Ein Hod staat in het Engels onder andere de volgende uitnodiging: ‘kom en ervaar de fascinerende geschiedenis van het dorp’. De wereld is uitgenodigd, behalve dan de voormalige Palestijnse inwoners uit het dorp, die naar het buitenland zijn gevlucht. Toen ik Dan Ben-Arye, de maker van Ein Hods website, per e-mail vroeg waarom er geen woord wordt gewijd aan het feit dat er Palestijnen woonden, kreeg ik als antwoord: ‘Ein Hod werd gebouwd door christelijke kruisvaarders. Toen de Turken het gebied veroverden (ongeveer vierhonderd jaar geleden) lieten ze zich bij de gevechten bijstaan door Turkse stammen. Het was gebruik om deze stammen de veroverde dorpen te geven. Het prachtige christelijke dorp Ein Hod werd gegeven aan een Túrkse stam genaamd Abu-Lega… Toen Israël zijn onafhankelijkheid uitriep was het dorp verlaten. Waar heb jij jouw geschiedenis geleerd?’ Turkse was vetgedrukt. In de ogen van Ben-Arye, die als beeldend kunstenaar ‘Bijbelse figuren’ maakt, hebben we hier niet met Palestijnen te maken maar met Turken. Bovendien zouden die ineens in het niets zijn verdwenen toen de staat Israël werd gesticht. Ik mailde de kunstenaar enkele vragen: waarom had hij de Palestijnen ‘Turken’ genoemd, ze woonden immers in Palestina? Noemt hij joden die uit Ethiopië komen nu Afrikanen of Israëli’s? Bovendien herhaalde ik mijn vraag waarom er niets over die geschiedenis op hun website staat, zodat lezers konden vernemen welke ‘fascinerende geschiedenis van het dorp’ hen te wachten stond. Zijn antwoord was dat Ein Hod al ‘80.000 jaar’ bewoond wordt en dat de website alleen de Joodse kunstenaarskolonie promoot. En wat betreft de Turken: ‘Hoe noem jij de golf moslimimmigranten die Europa overvalt?’ Ik antwoordde dat ik nooit in deze termen dacht over moslimimmigranten en ik ook het voor hem kennelijk beladen begrip Turken niet zou gebruiken als ik het over islamitische landgenoten zou hebben, zeker niet als hun families al 400 jaar in Nederland zouden hebben gewoond. Daarnaast wees ik Dan Ben-Arye op het feit dat de kracht van kunst is dat het een diepere waarheid onthult, en niet een of andere politieke leugen verbergt. ‘Leugens in de politiek worden propaganda genoemd, leugens in de kunst heten kitsch.’
Kan een kunstenaar elke dag weer negeren dat hij letterlijk boven op en in een verborgen misdaad leeft? Hoe kan het dat zogeheten progressieve Israëlische kunstenaars een schizofrene reactie vertonen zodra het hun eigen verleden betreft? Kunst is het ontsluieren van een fragiele en subtiele werkelijkheid, geen herhaling van een botte ideologische leugen. Ik mailde hem het citaat van Salman Rushdie waarmee de beschrijving van de documentaire van Rachel Leah Jones begint: ‘Indien een onzichtbare werkelijkheid zich als een fantoom bewoog onder een zichtbaar verzinsel, al haar betekenis ondermijnend… hoe kan dan iemand van ons aan die dodelijke laag ontsnappen? Hoe zouden we dan een authentiek leven kunnen leiden? Hoe zouden we anders kunnen zijn dan grotesk.’ Die vraag legde ik Ben-Arye voor. Ondanks herhaald verzoek kwam er geen antwoord. Leugens maken niet alleen de taal betekenisloos, maar ook het leven zelf. Het is een oude waarheid dat ontheemde zielen geen rust in hun omgeving vinden. Immers, niets spreekt in hun eigen taal met hen, om de simpele reden dat zij de taal van de omgeving niet spreken. Niets wat ze doen is in harmonie, hun handelingen vervloeken de omgeving, waardoor op haar beurt de omgeving hen vervloekt. Hun bestaan is niet doorleefd, maar kitsch, ze imiteren het leven, zonder het ooit echt te leven. In de documentaire van Leah Jones zegt een joods Israëli die in Ein Hod met oude materialen een Palestijns huis probeert na te maken over zijn poging: ‘Eigenlijk noem ik het een neo authentiek uiterlijk. Bij ons is het allemaal gekunsteld. Wij proberen te reproduceren, om te zijn zoals zij. Maar bij hen is het natuurlijk. Iemand zei eens dat zelfs hun kitsch aparter is dan onze kitsch, omdat het natuurlijk is bij hen, terwijl wij er zo hard voor moeten werken om het te bereiken.’ Het is als een vloek. Het opperhoofd Seattle had gelijk toen hij de blanke kolonisten waarschuwde zijn volk niet te vernietigen, want ‘alle dingen zijn met elkaar verbonden. Alles wat er met de aarde gebeurt, gebeurt met de kinderen van de aarde…. En zelfs de stof waarop u nu staat reageert liefdevoller op onze voetstappen dan op de uwe, want het is rijk aan het bloed van onze voorouders en onze blote voeten zijn bewust van de welwillende aanraking van de aarde.’
Na met zijn scherpe oude ogen in bezet Palestijns gebied te hebben rondgekeken, merkte John Berger op: ‘Toch wordt deze macht van de machtigen vergezeld door een furieuze frustratie: de ontdekking dat, ondanks al hun wapens, hun macht een onverklaarbare limiet kent.’
1 opmerking:
Abu-Lega klinkt bepaald niet Turks, maar tot in Egypte wonen sinds de Ottomaanse tijden (of van zelfs daarvoor) Turkstalige gemeenschappen verspreid, dus waarom niet in Palestina? Zij worden in het algemeen aangeduid als Turkmeens.
Was het in het verhaaltje van Ben-Arye verantwoorder Turken te verdrijven dan - ja dan wie eigenlijk? Het dorp is niet aan de christenen teruggegeven.
Ik had in het holst van de woestijn van Nevada de vreemde ingeving: de spoken van deze streek spreken niet de taal van de levenden. Dat geldt hier nog meer...
Een reactie posten