In 1983 verscheen het boek Israel: een blanco cheque? waarin 'twintig auteurs van joodse en/of linkse huize een poging [doen] de "dialoog van doven" over Israel en de Palestijnen te doorbreken.' Een van de 'auteurs' was Paul Brill die 'acht jaar lang redacteur bij De Groene Amsterdammer [was],' en 'momenteel als redacteur verbonden [is] aan De Volkskrant.'
Het is interessant dit boek nog eens te lezen omdat het een helder beeld geeft van de gecompliceerde relatie met Israel die deze 'auteurs van joodse en/of linkse huize' hadden en ten dele nog steeds hebben. Want zowel links als joods in Nederland kunnen zich natuurlijk niet encanailleren met een kolonialistische staat, die almaar doorgaat met het bezetten en stelen van Palestijns land op de Westbank.
Uit de bijdrage van Paul Brill blijkt ook een problematische verhouding met zijn eigen achtergrond. Zo schrijft hij: 'En dan arriveer je in Israel. Jij zult daar met je eigen afkomst worden geconfronteerd, was me van zeer nabij voorspeld. Maar wat is je afkomst wanneer je joodse vader geheel heeft gecapituleerd voor de bekeringsijver van je katholieke moeder? Nebbisj. Of nog minder: minder dan een halfjood, zoals me eens smalend werd toegevoegd door iemand die zich op latere leeftijd had laten besnijden.'
Deze wrange beschrijving van zijn eigen 'afkomst' illustreert een aantal zaken. Allereerst lijkt Paul Brill ernstig te twijfelen aan zijn eigen identiteit. Wie was hij nu eigenlijk, wat was zijn 'afkomst'? Joods? Katholiek? Joods Katholiek? Hij weet het niet. Bekend is dat 'de vraag wie Joods is het Jodendom vooral vanaf de 20e eeuw intens bezig houdt. De definitie van "wie is Joods" en Jood-zijn gebaseerd [is] op de traditionele joodse wetgeving en luidt: Alleen die persoon waarvan de moeder ten tijde van de geboorte een Jodin was of de persoon die zich vrijwillig tot het jodendom heeft bekeerd op grond van de Joodse wetten is Joods.'
Volgens deze definitie is Paul Brill niet joods, maar katholiek. 'Nebbisj' schrijft Brill dan ook, een kreet van medelijden, ach arme ik. 'Of nog erger' voegt hij daaraan toe: 'minder dan een halfjood.' En dan volgt er een bittere opmerking die duidelijk maakt dat het belangrijk genoeg voor hem was om dit na al die jaren nog eens op te schrijven. 'Minder dan een half-jood.' Het raakte hem diep. Die opmerking was als een angel in zijn bewustzijn blijven steken. 'Minder dan een half-jood'. Alsof zijn vader nooit had bestaan. Alsof hij geen zoon was van zijn vader.
'Eens,' zei iemand dit, iemand die pas 'op latere leeftijd' besneden was, het kenmerk dat kennelijk in Paul's ogen iemand pas echt joods maakt. Brill schept het beeld te zijn opgegroeid in een gezin, gedomineerd door een sterke 'katholieke moeder' en een zwakke 'joodse vader', die 'geheel heeft gecapituleerd,' dus volledig onderworpen was aan de katholieke moeder. 'Gecapituleerd' dus, alsof er sprake was van een oorlog in het gezin, een oorlog die door de vader werd verloren, en die de zoon achterliet met grote twijfels over zijn eigen identiteit. Wie ben ik? En hoe verhoud ik me als zoon uit een katholiek gezin ten opzichte van Israel, 'de joodse natie'? Het zijn makkelijke vragen, maar buitengewoon moeilijk te beantwoorden voor iemand die de eigen identiteit niet kent.
Ik overdrijf niet als ik stel dat Paul Brill, de opiniemaker van de Volkskrant, een uiterst complexe relatie heeft met zijn eigen achtergrond, en - veel belangrijker nog voor de buitenwereld - met Israel. Ik stel dit omdat Brill zich steeds meer ontwikkeld heeft als een pro-Israel lobbyist. Dat bleek afgelopen woensdag weer toen de Volkskrant een propagandistisch interview van Brill met de joods-Israelische historicus Benny Morris afdrukte onder de kop: 'Dreigingen voor Israel worden niet minder met komst Obama.' Daarover in een volgend stuk meer.
Paul Brill is nog steeds op zoek naar een vaderfiguur, de autoriteit bij uitstek die niet capituleert voor een zwakke vrouw, maar die als een echte gezaghebber zijn vijanden een lesje leert. En dat verlangen schuilt telkens weer achter zijn pro-Israel beschouwingen in de Volkskrant. Paul Brill is op zoek naar een duidelijke identiteit, het liefst een joodse identiteit die door zijn katholieke moeder werd vernietigd. Het probleem alleen is dat Paul door joden die recht in de leer zijn, niet als jood wordt erkend, maar als katholiek, want zijn moeder was niet joods. En zo blijft hij op zoek naar een identiteit waaraan hij zich kan vastklampen. Vanwege zijn trauma ontwikkelt hij zich steeds meer tot een autoritaire figuur, die niet de werkelijkheid beschrijft maar een ideologische versie ervan. Eergisteren schreef hij dit:
Nadat WikiLeaks met de publicatie van duizenden geheime documenten over de oorlogsvoering in Irak en Afghanistan de Amerikaanse regering al danig in verlegenheid had gebracht, heeft de digitale klokkenluider Washington nu geattaqueerd met wat gerust het politieke equivalent van een zware clusterbom mag worden genoemd. Niet minder dan een kwart miljoen vertrouwelijke diplomatieke boodschappen worden sinds zondagavond in porties in de openbaarheid gebracht. Het explosieve materiaal is in zijn geheel door WikiLeaks ook toegespeeld aan vijf grote kranten.
Kenmerkend voor zijn denken is deze opmerking:
Waarom is het zo explosief? Eigenlijk niet eens vanwege onthullingen die een geheel ander licht werpen op het Amerikaanse doen en laten op het wereldtoneel.
Volgens Brill hebben we hier dus te maken met:
onthullingen die een geheel ander licht werpen op het Amerikaanse doen en laten op het wereldtoneel.
En inderdaad: het clichebeeld van deze opiniemaker die hij permanent erin hamert bij zijn lezers staat diametraal tegenover de werkelijkheid. Vandaar ook de nauwelijks ingehouden woede over WikiLeaks bij hem en veel van mijn collega's die al jarenlang een gecorrumpeerd wereldbeeld geven waarbij wij goed zijn en de anderen slecht, dat spreekt voor zich, in elk verhaal moet er immers een held en een boef zijn. Zo verkopen journalisten dag in dag uit een opgeschoonde versie van de realiteit en nu worden ze ineens publiekelijk geconfronteerd met hun eigen leugens. En Paul Brill is onnozel genoeg om dit publiekelijk kenbaar te maken door impliciet toe te geven dat hij nooit 'een geheel andere licht' wierp op 'het Amerikaanse doen en laten op het wereldtoneel.' Brill en zijn reactionaire buitenlandkliek bij de Volkskrant bedrijven propaganda en worden nu op heterdaad betrapt. Vandaar dat u de komende tijd steeds meer berichten in de commerciele media, met de Volkskrant voorop, zult aantreffen waarin de aanval op WikiLeaks wordt aangescherpt.
Brill eindigt zijn stukje aldus:
de exhibitie van al die vertrouwelijke mededelingen en vaak onflatteuze observaties is en blijft een klap van jewelste voor de Amerikaanse diplomatie. Discretie is een vitaal kernmerk van het diplomatieke verkeer. Door het lek in het Amerikaanse kamp lijden velen reputatieschade, en dat zal zijn uitwerking op hun toekomstige omgang met de VS niet missen.
Dit is de naieviteit ten top, het mag weliswaar zo zijn dat Paul Brill de westerse propaganda voor zoete koek slikt, maar dat doen zeker niet de politici en de slachtoffers die dag in dag uit met de Amerikaanse terreur te maken hebben. Paul Brill is kennelijk de slachtpartij in Vietnam vergeten, waarbij meer dan 3 miljoen Zuidoost Aziaten afgeslacht werden, hij mag Chili en Nicaragua en al die andere landen zijn vergeten waar de VS het internationaal recht grof schond etc, maar de mensen in de Derde Wereld weten maar te al te goed hoe hun eigen realiteit is. De Volkskrant mag dan wel vierkant achter de illegale Amerikaanse inval in Irak staan dat inmiddels meer dan een miljoen Irakese burgerdoden tot gevolg heeft, maar dat wil niet zeggen dat de slachtoffers niet weten dat de gebeurtenissen van alledag een 'geheel ander licht werpen op het Amerikaanse doen en laten op het wereldtoneel' dan Paul en zijn extreem rechtse kornuiten geven. Het probleem met propaganda is dat de verspreiders ervan op den duur in hun eigen leugens gaan geloven. En dan krijg je opiniemakers als Paul Brill die bezorgd schrijven dat 'door het lek in het Amerikaanse kamp velen reputatieschade [lijden],' zonder te beseffen dat door hun eigen propaganda al die jaren gewone burgers onvoorstelbaar grote lichamelijke en geestelijke schade is toegebracht.
Het zal niemand verbazen dat de Volkskrant meteen een podium biedt aan de Amerikaanse ambassadrice in Nederland, een pro-Israel lobbyiste, die in opdracht van haar minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Clinton, zoveel mogelijk prive-informatie verzamelt over Nederlandse politici om die daarna zo mogelijk te kunnen chanteren want anders heeft verzamelen geen zin. En natuurlijk spreekt mevrouw zich uit tegen de openheid van WikiLeaks.
Diplomatie kan niet zonder vertrouwen
Fay Hartog Levin, 30-11-2010 11:00
De Amerikaanse regering blijft gehecht aan de vertrouwelijkheid van het diplomatieke verkeer en zal de nodige stappen nemen om die extra te beschermen. Een inbreuk op die vertrouwelijkheid, zoals nu, mag niet nog een keer gebeuren.
De auteur is de ambassadeur van de Verenigde Staten in Den Haag. Zeheeft forse kritiek op WikiLeaks.
Groot nieuws, maar nu de rest nog. Laten we eerst de feiten geven, en dan volgen de meningen later wel. De Volkskrant draait het om en wel omdat de krant woordvoerder is van de macht. In hun uitgebreid gedocumenteerde studie Manufacturing Consent. The political economy of the Mass Media beschrijven de Amerikaanse geleerden Edward S. Herman en Noam Chomsky de berichtgeving van de westerse commerciele media aldus:
In contrast to the standard conception of the media as cantankerous, obstinate, and ubiquitous in their search for truth and their independence of authority, we have spelled out and applied a propaganda model that indeed sees the media as serving a "societal purpose," but not that of enabling the public to assert meaningful control over the political process by providing them with the information needed for the intelligent discharge of political responsibilities. On the contrary, a propaganda model suggests that the "societal purpose" of the media is to inculcate and defend the economic, social, and political agenda of privileged groups that dominate the domestic society and the state. The media serve this purpose in many ways: through selection of topics, distribution of concerns, framing of issues, filtering of information, emphasis and tone, and by keeping debate within the bounds of acceptable premises,
aldus Herman en Chomsky, die door de New York Times omschreven wordt als 'arguably the most important intellectual alive.'
Beide wetenschappers concluderen na ruim 400 pagina's documentatie tenslotte:
As we have stressed throughout this book, the U.S. media do not function in the manner of the propaganda system of a totalitarian state. Rather, they permit -- indeed, encourage -- spirited debate, criticism, and dissent, as long as these remain faithfully within the system of presuppositions and principles that constitute an elite consensus, a system so powerful as to be internalized largely without awareness. No one instructed the media to focus on Cambodia and ignore East Timor. They gravitated naturally to the Khmer Rouge and discussed them freely -- just as they naturally suppressed information on Indonesian atrocities in East Timor and U.S. responsibility for the agression and massacres. In the process, the media provided neither facts nor analyses that would have enabled the public to understand the issues or the bases of government policies toward Cambodia and Timor, and they thereby assured that the public could not exert any meaningful influence on the decisions that were made. This is quite typical of the actual "societal purpose" of the media on matters that are of significance for established power; not "enabling the public to assert meaningful control over the political process," but rather averting any such danger. In these cases, as in numerous others, the public was managed and mobilized from above, by means of the media's highly selective messages and evasions. As noted by media analyst W. Lance Bennett: "the public is exposed to powerful persuasive messages from above and is unable to communicate meaningfully through the media in response to the messages... Leaders have usurped enormous amounts of political power and reduced popular control over the political system by using the media to generate support, compliance, and just plain confusion among the public".
En:
Given the imperatives of corporate organization and the workings of the various filters, conformity to the needs and interests of privileged sectors is essential to succes. In the media, as in other major institutions, those who do not display the requistite values and perspectives will be regarded as "irresponsible", "ideological," or otherwise aberrant, and will tend to fall by the wayside. While there may be a small number of exeptions, the pattern is pervasive, and expected. Those who adapt, perhaps quite honestly, will then be free to express themselves with little managerial control, and they will be able to assert, accurately, that they perceive no pressures to conform. The media are indeed free -- for those who adopt the principles required for "societal purpose".'
Dat wat betreft de ideologische achtergrond, maar ook qua opzet en functioneren van de commerciele massamedia valt het nodige op te merken.
The technical structure of the media virtually compels adherence to conventional thoughts; nothing else can be expressed between two commercials, or in seven hunderd words, without the appearance of absurdity that is difficult to avoid when one is challenging familiar doctrine with no opportunity to develop facts or argument... The critic must also be prepared to face a defamation apparatus against which there is little recourse, an inhibiting factor that is not insubstantial... The result is a powerful system of induced conformity to the needs of privilege and power. In sum, the mass media of the United States are effective and powerful ideological institutions that carry out a system-supportive propaganda function by reliance on market forces, internalized assumptions, and self-censorship, and without significant overt coercion. This propaganda system has become even more efficient in recent decades with the rise of the national television networks, greater mass-media concentration, right-wing pressures on public radio and television, and the growth in scope and sophistication of public relations and news management.
Onder de kop 'The New York Times Versus The Civil Society' schreef de onafhankelijke Amerikaanse media-analist en econoom Edward S. Herman een vernietigend artikel over 's werelds invloedrijkste krant.
The veteran New YorkTimes reporter John Hess has said that in all 24 years of his service at the paper he “never saw a foreign intervention that the Times did not support, never saw a fare increase or a rent increase or a utility rate increase that it did not endorse, never saw it take the side of labor in a strike or lockout, or advocate a raise for underpaid workers. And don’t let me get started on universal health care and Social Security. So why do people think the Times is liberal?” The paper is an establishment institution and serves establishment ends. As Times historian Harrison Salisbury said about former executive editor Max Frankel, “The last thing that would have entered his mind would be to hassle the American Establishment, of which he was so proud to be a part.”
Het hele artikel vindt u hier:
En op zijn beurt schreef een van de belangrijkste onderzoeksjournalisten, John Pilger:
On August 24 2006 the New York Times declared this in an editorial: “If we had known then what we know now the invasion if Iraq would have been stopped by a popular outcry.” This amazing admission was saying, in effect, that journalists had betrayed the public by not doing their job and by accepting and amplifying and echoing the lies of Bush and his gang, instead of challenging them and exposing them. What the Times didn’t say was that had that paper and the rest of the media exposed the lies, up to a million people might be alive today. That’s the belief now of a number of senior establishment journalists. Few of them—they’ve spoken to me about it—few of them will say it in public.
Uit wetenschappelijk onderzoek en de analyses van kritische ongebonden journalisten blijkt dat in tegenstelling tot wat jij beweert, Arie, de berichtgeving in het Westen slechts handel is, volledig onderworpen aan de markt van vraag en aanbod. Ralph Nader schreef dan ook terecht:
Face it, America. You are a corporate-controlled country with the symbols of democracy in the constitution and statutes just that-symbols of what the founding fathers believed or hoped would be reality.
Er bestaan wel 'enclaves' van onafhankelijke journalistiek, maar niet bij de commerciele media. Al vijf jaar lang laat ik op mijn weblog voorbeelden zien van dit feit. De Volkskrant is slechts een illustratie van de intellectuele corruptie in Nederland. De krant blijft braaf binnen de grenzen van de officieel toegestane consensus. Vandaar dat het nu een campagne voert tegen WikiLeaks die laat zien dat de commerciele journalisten niet in staat zijn een ander licht te laten schijnen op de schunnigheden van de westerse buitenlandse politiek. Jan en alleman wordt van stal gehaald:
WikiLeaks vooral gevaar voor Arabische wereld
Jonathan Powell, 01-12-2010 17:30 reageer 33 reacties
De auteur is diplomaat en was dertien jaar stafchef van Tony Blair. Hij betreurt het lekken door WikiLeaks vooral omdat levens in gevaar komen. Maar de gevolgen zullen snel wegebben. Diplomatie blijft diplomatie.
http://opinie.volkskrant.nl/artikel/show/id/7287/WikiLeaks_vooral_gevaar_voor_Arabische_wereld
Niemand die dit beter had kunnen formuleren dan Jonathan Powell, die 13 jaar lang stafchef was van Tony Blair, de politicus die als een van de eersten het geweld bepleitte tegen de Irakese bevolking dat leidde tot de dood van meer dan een miljoen Irakezen en tot meer dan 2,5 miljoen vluchtelingen, terwijl Irak zelf niet meer is dan etnisch gezuiverde gebieden. De westerse inval werd gerechtvaardigd met de leugen dat Irak massavernietigingswapens bezat, die volgens Tony Blair tegenover premier Balkenende binnen 45 minuten operatief konden zijn, terwijl nu blijkt dat
an Iraqi taxi driver may have been the source of the discredited claim that Saddam Hussein could unleash weapons of mass destruction within 45 minutes, a Tory MP claimed today.
Adam Holloway, a defence specialist, said MI6 obtained information indirectly from a taxi driver who had overheard two Iraqi military commanders talking about Saddam's weapons.
The 45-minute claim was a key feature of the dossier about Iraq's weapons of mass destruction that was released by Tony Blair in September 2002. Blair published the information to bolster public support for war.
http://www.salon.com/news/opinion/glenn_greenwald/2009/12/09/wmd
Dankzij het uitlekken van geheime gegevens weten we dit. Desondanks meent de Volkskrant dat zijn lezers graag de propaganda vernemen van deze uiterst onbetrouwbare Britse bron. Het gaat hier niet om journalistiek maar om wat invloedrijke Edward Bernays, de grondlegger van de public relations industrie, als volgt omschreef:
Regimenting the public mind every bit as much as an army regiments the bodies of its soldiers.
In zijn klassieke handboek voor media manipulatie wees hij erop dat
intelligent minorities
in een moderne massamaatschappij als taak hebben
the conscious and intelligent manipulation of the organized habits and opinions of the masses.
Een dergelijke ´engineering of consent´ was volgens Bernays juist de ´essence of the democratic process.´ Daarbij was ´controlling the public mind´ van eminent belang voor de rijken en machtigen om het volk in het gareel te houden en in de juiste richting te laten marcheren.
2 opmerkingen:
Geen stijl dus,
Gretta, antisemietenpoepers en waarom de Nederlander moet betalen voor dieven.
Ik zou de bloemen hebben aangenomen en hem wat te drinken hebben aangeboden. Ik zou hem zeggen niet te hopen dat er anjers tussen zouden zitten. Die anjers kunnen uit Gaza komen net zoals een doosje aardbeien. Deze komen dan weer uit de zak van de Nederlander. Waarom komen deze uit de zak van de Nederlander? Omdat de joodse Israelier alles wegsteelt onder de kont van de Palestijn en hem alle bestaansmogelijkheden ontneemt. En dit wordt weer gesteund door onze regering, wat niet verwonderlijk is gezien de samenstelling. Dus de Nederlands regering met gedoogsteun van Israel, belegt in de Palestijnse zaak, Israel strijkt de winst op en de zak van de Nederlander is weer wat leger.
Kortom: Waarom moet de Nederlander betalen voor dieven en antisemietenpoepers?
Beste Gretta, ik denk dat de kijkers van Powned daar wat meer mee uit de voeten kunnen.
Gretta, succes!
anzi
+e
anzi
Een reactie posten