Geplaatst op: maandag 29 november 2010
Door: Gerard Driehuis
Categorie: Media
Media moeten WikiLeaks wegen", staat er dapper boven een stuk van NRC-adjunct hoofdredacteur Sjoerd de Jong. "De openheid van WikiLeaks maakt de taak van de media juist belangrijker. Weeg en bied context". De muis brulde nog maar eens. Als Wikileaks een ding duidelijk maakt is dat de rol van de media steeds verder verschrompelt.
Allereerst vanwege de inhoud van de 200 telegrammen (van de 251.000) die zijn vrijgegeven.
Wisten we al dat de Amerikanen Merkel een sufferd vinden? Wisten we al dat de Chinezen uit zijn op een hereniging van de Korea's? Hadden de media ons al gemeld dat er sinds 2007 een kernreactor in de binnenlanden van Pakistan is waar de Amerikanen - vergeefs- de nucleaire brandstof van pogen weg te halen voor hij in verkeerde handen valt? Wisten we al dat de Amerikaanse ambassadeur in Pakistaan drie jaar lang aan de president schreef dat het Amerikaanse beleid op een ramp zou uitlopen? En dat de Arabische wereld de Amerikanen smeekt om Iran binnen te vallen? Had dat allemaal al in het NRC gestaan?
Vanaf januari gaat Wikileaks het (Amerikaanse) bedirjfsleven aanpakken. En als dat gebeurt gaan er ook bedrijven door de mand vallen en misschien wel omvallen. En wikkend en wekend zal het NRC of Le Monde daaraan niets veranderen.
Telkens als de feiten boven water komen, bij een parlementaire enquête, in een rechtszaal of door een klokkenluider, blijken er in binnenland en buitenland zeer veel interessante dingen te gebeuren waarvan de media geen benul hebben. Geen verwijt aan de media (de schrijver van dit stukje was 28 jaar journalist) maar wel een vaststelling.
En dat het pleidooi van Sjoerd de Jong om de informatie te wegen. Hoezo wegen? Wat valt er voor de media in het algemeen en voor NRC n het bijzonder te wegen.
Wikileaks heeft gewogen en publiceert, in porties, 251.000 geheime boodschappen. En alles wat daarvan interessant is zal zijn weg vinden naar de geïnteresseerden.
Daar is een zekere rol voor de media die voorinzage krijgen van Wikileaks - die bepalen waar in de eerste uren en dagen in het publieke debat de nadruk op zal liggen,
mar ook die rol si beperkt. Tegelijk met de publicatie in de Guardian etc stonden de boodschappen integraal online.
Er valt dus weinig te wegen. Zeker niet voor de Nederlandse avondkrant die verschijnt 24 uur nadat de wereld het nieuws heeft geleerd.
De publikatie van wikileaks zou journalisten deemoedig moeten stemmem.
"Wegen en context bieden', daar zijn de media niet meer echt voor nodig
Sjoerd de Jong in zijn commentaar in NRC:
Is de Russische premier Poetin te vergelijken met Batman, de wrekende held in vleermuiscape, en president Medvedev met Robin, diens androgyne hulpje in een grote zwarte onderbroek? Het is een van de talloze kruimels die de media dankbaar oppikken uit de vrachtwagen vol vertrouwelijk diplomatiek verkeer die de site WikiLeaks heeft leeggekieperd. Het begint zo langzamerhand te wennen. Hoe moeten gevestigde media omgaan met die ongevraagde diensten van een klokkenluiderswebsite dstemmenie wordt geleid door een op het oog excentrieke eenling? Overnemen, negeren of eerst maar eens wachten of er ‘echt nieuws’ in zit? De hoofdredactie van The New York Times, die een selectie uit de documenten samen met een aantal Europese kranten publiceert, verdedigt het besluit om te publiceren in een uitvoerige ‘noot aan de lezers’. Daarin wordt niet alleen dat besluit beargumenteerd, maar ook uitgelegd waar het materiaal vandaan komt en hoe de krant ermee is omgegaan. Goed om te weten is bijvoorbeeld dat de krant niet simpelweg het adagium publish and be damned heeft gevolgd. Integendeel, er is tevoren gedetailleerd overlegd met ambtenaren van de regering-Obama. De krant meldde welke stukken op de site zouden komen (ongeveer honderd van de 250.000) en nodigde de regering uit commentaar te leveren. Voorstellen om gevoelige informatie weg te laten of te bewerken, volgde de krant soms, maar niet altijd op. Daarnaast bezweert de krant dat ze zelf alle moeite heeft gedaan passages te schrappen die het leven van informanten of de nationale veiligheid in gevaar kunnen brengen. Als regel hanteert de Times dat alles moet worden weggelaten wat terroristen van pas kan komen of inlichtingenoperaties over ‘vijandige’ naties kan compromitteren. Voor de Amerikaanse krant is dat logisch: het land is ten slotte verwikkeld in een oorlog en een mondiale strijd tegen terrorisme. De positieve argumenten om te publiceren van de Times zijn pragmatisch (de documenten worden door WikiLeaks toch gepubliceerd, of wij nu meedoen of niet) en principieel (de lezer heeft recht op deze ‘ongepolijste’ kijk op beslissingen die het land zo veel mensenlevens en geld hebben gekost). „Het zou aanmatigend zijn te concluderen dat Amerikanen er geen recht op hebben te weten wat in hun naam wordt gedaan.” Dat laatste argument doet denken aan die eerdere, geruchtmakende publicatie in 1971 van de Pentagon Papers door The New York Times en The Washington Post. De regering-Nixon spande een rechtszaak aan tegen de Times, die de publicatie van deze geheime studie naar de Vietnam-oorlog twee weken moest onderbreken, maar uiteindelijk bij het Hooggerechtshof gelijk kreeg. Geen klinkklare overwinning: de rechters oordeelden met 6 voor en 3 tegen dat de regering er niet in was geslaagd aan te tonen dat verdere publicatie moest worden verboden. Net als toen heeft de krant nu een afweging gemaakt, los van de totale openheid die WikiLeaks nastreeft. Zo hoort het ook. Scoringsdrift moet in toom worden gehouden door afwegingen van journalistieke relevantie, zorgvuldigheid (zijn de documenten authentiek?) en de noodzaak geen onnodige of buitenproportionele schade aan te richten. En dan het grote verschil met de Pentagon Papers: Daniel Ellsberg, die ze lekte, stapte nog met zijn gefotokopieerde stukken naar de Times. „Ik ga naar de krant” is dan ook een dreigement dat in Amerikaanse speelfilms uit de jaren zeventig de grootste schurken doet huiveren of in vertwijfeling naar hun hart doet grijpen. Het spel is uit! Die tijden zijn voorbij. In de onbesuisde wereld van het internet kan iedereen zijn eigen klok luiden, wereldwijd en met oorverdovend kabaal. Dat maakt de taak van de journalistiek niet minder belangrijk, maar juist belangrijker: eerst wegen, dan pas publiceren. En vooral: context bieden. Ook voor NRC Handelsblad en andere kranten die de stukken niet kregen toegespeeld, geldt dat de lawine aan feiten en weetjes die WikiLeaks heeft losgemaakt duiding en context vereisen. De lezer moet weten uit welke taart de kruimels komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten