maandag 29 november 2010

Sjoerd de Jong van de NRC 3

Een verrukkelijk stukje arrogantie is te lezen in de NRC van de hand van Sjoerd de Jong, geen onderzoeksjournalist maar een echte ouderwetse opiniemaker. Hij schrijft:

Hoe moeten gevestigde media omgaan met die ongevraagde diensten van een klokkenluiderswebsite die wordt geleid door een op het oog excentrieke eenling?

Laten we even analyseren wat hier staat. Sjoerd de Jong spreekt namens de 'gevestigde media'. Wat bedoelt hij met 'gevestigde'? Het kan niet anders dan dat hij het over de media heeft die gevestigde belangen behartigen en die nu geconfronteerd worden met de werkelijkheid. Hoe komt het dat WikiLeaks over de echte informatie beschikt en de 'gevestigde media' niet? Dat komt omdat de 'gevestigde media' de gevestigde belangen behartigen, terwijl WikiLeaks de belangen van de burger behartigt, en dat zouden de 'gevestigde media' ook dienen te doen in een democratie. Maar omdat we geen democratie hebben mogen de 'gevestigde media' die in handen zijn van de gevestigde belangen dit niet. Dat verklaart nu ook waarom De Jong spreekt van 'ongevraagde diensten'. Voor wie zijn die 'ongevraagd'? Niet voor de lezers die graag op de hoogte worden gesteld van zaken die hun leven direct beinvloeden. Vandaar ook dat de commerciele media er nu als de kippen bij zijn, de NRC opent maar liefst 7 kolommen breed met WikiLeaks op de voorpagina. Maar wat bedoelt Sjoerd de Jong dan met 'ongevraagde diensten'? Wel, de gevestigde belangen die de 'gevestigde media' in handen hebben willen niet dat de bevolking op de hoogte wordt gesteld van wat er achter de schermen gebeurt, want dat is slechjt voor de gevestigde belangen. Volgende punt: waarom de kwalificatie 'excentrieke eenling'? Dat is simpel, voor De Jong is de boodschap onbelangrijker dan de boodschapper, dit is een oude en beproefde techniek om iemand te criminaliseren die de moed heeft publieke zaken publiek te maken. Want begrijp 1 ding goed. Hoe meer WikiLeaks onthult des te duidelijker wordt wat Sjoerd de Jong en zijn krant allemaal verzwijgen of domweg niet weten. Meer over deze NRC-opiniemaker later. Leest u eerst dit eens. Een proeve van onbekwaamheid:


NRC Handelsblad 29-11-2010, pagina 9

Media moeten WikiLeaks ook wegen

Illustratie Bas van der Schot

De openheid van WikiLeaks maakt de taak van de media niet minder belangrijk, maar juist belangrijker. Weeg en bied context, adviseert Sjoerd de Jong.

Is de Russische premier Poetin te vergelijken met Batman, de wrekende held in vleermuiscape, en president Medvedev met Robin, diens androgyne hulpje in een grote zwarte onderbroek?

Het is een van de talloze kruimels die de media dankbaar oppikken uit de vrachtwagen vol vertrouwelijk diplomatiek verkeer die de site WikiLeaks heeft leeggekieperd. Het begint zo langzamerhand te wennen.

Hoe moeten gevestigde media omgaan met die ongevraagde diensten van een klokkenluiderswebsite die wordt geleid door een op het oog excentrieke eenling? Overnemen, negeren of eerst maar eens wachten of er ‘echt nieuws’ in zit?

De hoofdredactie van The New York Times, die een selectie uit de documenten samen met een aantal Europese kranten publiceert, verdedigt het besluit om te publiceren in een uitvoerige ‘noot aan de lezers’. Daarin wordt niet alleen dat besluit beargumenteerd, maar ook uitgelegd waar het materiaal vandaan komt en hoe de krant ermee is omgegaan.

Goed om te weten is bijvoorbeeld dat de krant niet simpelweg het adagium publish and be damned heeft gevolgd. Integendeel, er is tevoren gedetailleerd overlegd met ambtenaren van de regering-Obama. De krant meldde welke stukken op de site zouden komen (ongeveer honderd van de 250.000) en nodigde de regering uit commentaar te leveren. Voorstellen om gevoelige informatie weg te laten of te bewerken, volgde de krant soms, maar niet altijd op.

Daarnaast bezweert de krant dat ze zelf alle moeite heeft gedaan passages te schrappen die het leven van informanten of de nationale veiligheid in gevaar kunnen brengen. Als regel hanteert de Times dat alles moet worden weggelaten wat terroristen van pas kan komen of inlichtingenoperaties over ‘vijandige’ naties kan compromitteren. Voor de Amerikaanse krant is dat logisch: het land is ten slotte verwikkeld in een oorlog en een mondiale strijd tegen terrorisme.

De positieve argumenten om te publiceren van de Times zijn pragmatisch (de documenten worden door WikiLeaks toch gepubliceerd, of wij nu meedoen of niet) en principieel (de lezer heeft recht op deze ‘ongepolijste’ kijk op beslissingen die het land zo veel mensenlevens en geld hebben gekost). „Het zou aanmatigend zijn te concluderen dat Amerikanen er geen recht op hebben te weten wat in hun naam wordt gedaan.”

Dat laatste argument doet denken aan die eerdere, geruchtmakende publicatie in 1971 van de Pentagon Papers door The New York Times en The Washington Post. De regering-Nixon spande een rechtszaak aan tegen de Times, die de publicatie van deze geheime studie naar de Vietnam-oorlog twee weken moest onderbreken, maar uiteindelijk bij het Hooggerechtshof gelijk kreeg. Geen klinkklare overwinning: de rechters oordeelden met 6 voor en 3 tegen dat de regering er niet in was geslaagd aan te tonen dat verdere publicatie moest worden verboden.

Net als toen heeft de krant nu een afweging gemaakt, los van de totale openheid die WikiLeaks nastreeft. Zo hoort het ook. Scoringsdrift moet in toom worden gehouden door afwegingen van journalistieke relevantie, zorgvuldigheid (zijn de documenten authentiek?) en de noodzaak geen onnodige of buitenproportionele schade aan te richten.

En dan het grote verschil met de Pentagon Papers: Daniel Ellsberg, die ze lekte, stapte nog met zijn gefotokopieerde stukken naar de Times. „Ik ga naar de krant” is dan ook een dreigement dat in Amerikaanse speelfilms uit de jaren zeventig de grootste schurken doet huiveren of in vertwijfeling naar hun hart doet grijpen. Het spel is uit!

Die tijden zijn voorbij. In de onbesuisde wereld van het internet kan iedereen zijn eigen klok luiden, wereldwijd en met oorverdovend kabaal.

Dat maakt de taak van de journalistiek niet minder belangrijk, maar juist belangrijker: eerst wegen, dan pas publiceren. En vooral: context bieden. Ook voor NRC Handelsblad en andere kranten die de stukken niet kregen toegespeeld, geldt dat de lawine aan feiten en weetjes die WikiLeaks heeft losgemaakt duiding en context vereisen. De lezer moet weten uit welke taart de kruimels komen.

6 opmerkingen:

Sonja zei

"weeg en biedt context"

Ik geloof er helemaal niets van dat journalisten nu opeens het gegeven 'context' van zolder gaan halen en afstoffen. Gebakken lucht. Aangezien ze hun dienstbare werk altijd zo goed doen juist vanwege het ontbreken van context.

Schiet me te binnen: Abu Ghraib is blijkbaar allang weer vergeten. Sjoerd de Jong hoorde je toen ook niet over dat de media daarbij met contexten in de rij moesten gaan staan en moesten "wegen" welke lichaamsdelen ze wel en niet zouden laten zien. En eerlijk gezegd zie ik weinig verschil tussen de Wikileaks cables en de Abu Ghraib-foto's. Die foto's tonen namelijk een gevolg van wat diplomaten onder elkaar bedisselen.

Nee, ik blijf erbij, de nadruk van de media over Wikileaks zal niet komen te liggen waar hij hoort te liggen: dat de zogeheten internationale diplomatie niet meer is dan een maffiose en tot op het bot corrupte bende handelaren in dood en onderdrukking. Sjoerd de Jong veinst in zijn bericht wel dat hij een fatsoenlijke journalist is met morele en ethische standpunten waarmee hij zichzelf en zijn métier direct boven de smeuiige roddels over politici plaatst - maar meer dan over die "kruimels" heeft hij blijkbaar niet te zeggen. In werkelijkheid zegt hij: we moeten de geopenbaarde onbetamelijkheden met een sausje van (mijn) fatsoen en (mijn) journalistiek gaan overgieten.

Sonja zei

Een voorbeeld van De Jong's fatsoenssausje en "de [belangrijke] taak van de journalistiek" hebben we in 2007 al meegemaakt:

NRC weigerde 'onbehouwen' brief Wilders


zondag, 12 augustus 2007 19:07
De brief van PVV-leider Geert Wilders waarin hij pleit voor het verbieden van de koran was een ondermaats en anticonstitutioneel stuk en werd daarom niet door NRC Handelsblad geplaatst. Dat schrijft plaatsvervangend hoofdredacteur Sjoerd de Jong in reactie op de brief van een lezer die klaagt over de media-aandacht voor Wilders. De brief van Wilders werd woensdag wel in de Volkskrant geplaatst.

De Jong stelt dat een mening zoals die van Wilders wel door een krant moet worden gemeld aan de lezers, ook al is die mening 'onbehouwen' en 'matig onderbouwd'. Maar plaatsing op de opiniepagina is 'gelukkig niet onvermijdelijk', schrijft De Jong. De reden voor de weigering was volgens hem niet Wilders' opvatting over de islam, maar 'de onbehouwen toonzetting en gebrekkige onderbouwing van de beweringen van het Kamerlid'.

Dat betrof dus de "duiding en context" die vereist zou zijn. Sjoerd de Jong had diplomaat moeten worden.

AdR zei

Integendeel, er is tevoren gedetailleerd overlegd met ambtenaren van de regering-Obama

Opdat het karakter van doorgeefluik van de macht aan het kiesvee worde onderstreept...

Anoniem zei

Ik ben het meestal met je eens, Stan, maar ik vind dat eigenlijk best een redelijk stuk. dat zou jij toch ook moeten vinden: we moeten niks voor zoete koek slikken!!

Anoniem zei

@ Sonja: Jouw bezwaar tegen de NRC zal best terecht zijn, de burgerlijke pers kennende, maar toch snap ik niet helemaal wat je bedoelt. Vind jij dan dat dat stuk van Wilders wel meteen geplaatst had moeten worden? Ik vind het goed dat er een keer tegen die man is gezegd: nee, bedankt. Jij niet?

stan zei

anoniem, mijn collega's bij de mainstream media slikken nagenoeg alles voor zoete koek, en nu ineens worden ze wakker? waarom nu pas?

The Synagogue of Satan