woensdag 14 april 2010

Yoram Stein 15



Leuk voor Yoram

Boeiend verhaal, afgelopen vrijdag in de Volkskrant: filosoof Yoram Stein ziet nu dus ook in dat blowen funest voor je kan zijn. Mooi. Ieder sprankje inzicht in deze duistere wereld is méér dan wel kom. Dapper van hem om hiermee de publiciteit op te zoeken – goed dat hij is gestopt, nog beter dat hij daarover een boek heeft geschreven, want zijn boodschap is van belang. En leuk voor Yoram dat heel Neder land nu aan zijn lippen hangt: midweeks groot in VN, dan op vrijdag eerst deze krant en dan de VPRO-radio, diezelfde avond aan tafel bij Jeroen Pauw, de ochtend daarop te gast bij de TROS – tjonge! Als ‘Stoppen met blowen’ nóu geen succes wordt, weet ik het niet meer.

Jammer alleen dat hij pas zo laat tot dit besef is gekomen. Jammer ook dat nergens uit blijkt dat hij nu, behalve voor zijn eigen hervonden welzijn, óók oog heeft gekregen voor de collateral damage die hij met zijn verslaving heeft aangericht.

Natuurlijk, élke addictie is een ramp. En niet alleen voor de betrokkene zelf, maar ook voor zijn omgeving: menig gezin is ten gronde gegaan doordat pa (of ma) niet van de drank af kon blijven, verwoed bleef gokken, het lonken niet kon laten. Yoram’s moeder zal wel blij zijn dat hij een punt achter de hasj heeft weten te zetten; en dat zij haar gegund.

Maar deze inkeer-ommekeer poetst natuurlijk niet zonder meer alle vlekjes uit het verleden weg. Wat ik bedoel? Dat zal ik u vertellen.

Mijn vrouw en ik kennen Yoram nog van vroeger; van de jaren 1994-1996, om precies te zijn, want toen was hij onze bovenbuurman. Wij deelden een “bijzonder gehorig pand” – aldus rechtbankpresident mr. R. Gisolf - in Amsterdam Oud-Zuid: wij beneden, hij samen met zijn maat Gerard M. op één-hoog.

U raadt het al: het waren jaren van ellende. Want het duo boven ons leidde een uitermate rumoerig, “studentikoos” leventje, ook in het holst van de nacht, met haast aldoor vrienden over de vloer, soms een die was voorzien van een elektrische gitaar mét versterker; er werd gestampt, geschreeuwd, met deuren gesmeten, gevoetbald in huis, en dat met als enige isolatie een planken vloertje en wat gips - het werd zo bar dat we uiteindelijk in ons schuurtje moesten gaan slapen om nog een beetje nachtrust te krijgen.

O, natuurlijk hebben we geprobeerd dit met het spreekwoordelijke kopje koffie en een goed gesprek op te lossen, maar “wij hebben ook rechten. Word zelf gelukkig, ouwe zeikerds.” Aldus filosofiedocent Stein, maar dan vijftien jaar jonger.

Kort en goed, het gedaver ging onverminderd door, werd zelfs almaar erger. En dus besloten we na een jaar – toen pas, ja! We wilden liever niet klikken - contact op te nemen met onze verhuursters, de beide gezusters L., via de eerste van wat een lange reeks brieven zou worden.

Kop in het zand

Om een meterslang verhaal iets korter te maken: onze huisbazinnen deden niks, op een enkel nietszeggend kattebelletje na.

Waarom? We hebben werkelijk geen idee. Gelóófden ze ons domweg niet? De bandopnamen en getuigenverklaringen van bezoekers die we hen toestuurden, waren toch duidelijk genoeg. Kwam het hen beter uit om het hierbij te laten? Dat geloven we liever niet.

Wat hiervan ook zij, een tipje van deze sluier werd opgelicht pal voor de eerste van de tien (!) juridische procedures die nog zouden volgen: na enig speurwerk kwamen we erachter dat Yoram Stein de bloedeigen zoon was van één van onze verhuursters en de neef van de andere. En “je eigen zoon geloof je nu eenmaal eerder,” aldus Yoram’s moeder oog in oog met de rechter, tijdens onze derde rechtszaak.

Tja. Op zichzelf heel begrijpelijk dat een moeder haar zoon de hand boven het hoofd houdt. Natúúrlijk wil je graag een veilig plekje voor een kind met een probleem; en wij wonen nog vlakbij de Jellinek-kliniek ook, dus dat kwam prachtig uit. Maar hoe diep kan een mens zijn/haar kop in het zand steken? Kun je als verhuurder het persoonlijke en het zakelijke wel met goed fatsoen zó door elkaar laten lopen?

Inmiddels weten we hoe misplaatst dat blinde vertrouwen was; immers, de meest betrouwbare bron die je je maar kunt wensen, Yoram zelf, geeft nu luid en duidelijk toe hoe goed in liegen en bedriegen hij was in zijn verslaafde tijd.

Hoe dan ook, mr. Gisolf vond dat de geluidsoverlast voldoende aannemelijk was gemaakt en stelde dwingende gedragsregels in. Vervolgens, in een door onze huis bazinnen ingesteld (en smadelijk verloren) hoger beroep, veroordeelde het gerechtshof onze verhuursters wegens wanprestatie en nalatigheid jegens ons.

Einde verhaal? Helaas. Goed, Yoram was kort na het eerste geding naar de VS vertrokken, maar zijn herrieschoppende huis genoot Gerard was wel gebleven – en die had zijn leven niet gebeterd. Integendeel. Ook onze verhuursters niet, ondanks de fikse tik op hun vingers die ze van de rechter hadden gekregen. Met andere woorden, ze bleven weigeren adequaat te reageren op klachten van ons over lawaai; en dat zijn ze tot op de huidige dag blijven doen.

En afdoende isolatie kwam er evenmin. Ook niet na het gedwongen vertrek van Mulder (u merkt het, ik laat hier veel weg), toen de ‘lawaai-etage’ door middel van een grondige renovatie geschikt gemaakt werd voor - hoogst profijtelijke – tijdelijke verhuur aan vooral expats. Telkens wisselende expats: we hebben er sinds 1997 al een kleine twintig (!) zien passeren. Dat waren vaak hele geschikte buren, maar er waren ook een paar regelrechte klieren bij; en dan bleek iedere keer weer dat onze verhuursters onze klachten niet serieus wensten te nemen.

Dat bizarre ongeloof – die kop in het zand waarover ik het net had – heeft ons in de jaren 1994-2004 mateloos veel gekost. Niet alleen aan nachtrust en frustratie, maar ook aan geld, want al met al heeft deze voortgaande nalatigheid ons zeker 30.000 euro gekost. Rechtszaken, akoestische onderzoeken – het hield maar niet op.

De laatste jaren is het gelukkig rustiger, al hebben we geen idee voor hoe lang: degelijke isolatie is er nog steeds niet. En nog altijd volgt de ene huurderwisseling na de andere. Met telkens weer alle angstige spanning van dien.

Dat akelige feit

Is dat allemaal de schuld van Yoram Stein? Welnee, natuurlijk niet. Maar ‘ergens’ ook weer wel, want het doen en – vooral – laten van onze huisbazinnen vloeit wel degelijk direct voort uit wat Yoram in die jaren heeft gedaan en verzwegen. Dat akelige feit zou hij – en zouden zijn moeder en tante – zo langzamerhand best eens onder ogen mogen zien. Met alle consequenties van dien: ze dienen hun verantwoordelijkheid te aanvaarden, vind ik.

Ik denk dat ik wel een beetje begrijp wat de slachtoffers van al die grijpgrage paters hebben moeten doormaken die konden doen wat ze deden dankzij hun zwijgzame, vergevingsgezinde, verdonkeremanende superieuren. Het is een zegen dat in RK-kringen alles nu open en bloot aan het licht komt, maar daarmee is de kous voor de misbruikten nog niet af. Die willen meer: niet uit wraakzucht, maar omdat er iets valt recht te zetten.

Ik weet het, dat de pater telkens aan je piemeltje zit is iets anders dan willens en wetens geteisterd te worden door je buren. En het toedekken door clericale overheden is niet hetzelfde als een huisbaas die het laat afweten. Maar er zijn ook overeenkomsten.

Het minste dat een dader kan doen, is spijt betuigen; maar dat is niet genoeg. Als je anderen ernstig hebt benadeeld, alleen of in commissie, moet je willen doen wat je maar kunt om die schuld te vereffenen, zeker als je in de media loopt te gloriëren met je bekentenis-boek. Juist die bereidheid bewijst hoe oprecht je nieuwe inzichten zijn.

Dus, Yoram?


Jan van Erp (61) was tijdschriftredacteur (met als specialisaties wetenschap, muziek en media) en sleutelt – naast allerlei andere bezigheden - al jaren aan zijn magnum opus Pantacyclopedie (zie http://www.pantacyclopedia.com).


Jan van Erp



2 opmerkingen:

Anoniem zei

Dit.
Plus zijn kranteartikel over Stan (in Trouw: verslaggever Yoram noemt hem 'terrorist' - leuk voor als je USA in moet).

Dat heet: anderen schade toebrengen.

eGast

Sonja zei

Ik voel met de man mee. Ik heb dit ook jarenlang moeten meemaken. Het is een vorm van terreur.

Van Erp schrijft: ""Dapper van hem om hiermee de publiciteit op te zoeken".
Ik heb daar een heel ander idee over. Het lukt allemaal niet zo met de carrière van Yoram Stein. Hij wil hogerop. Maar ja, zijn verleden... dat is geen visitekaartje. Misschien wil geen enkele krant hem nog, juist vanwege dat verleden. Wat te doen?
Stein dekt zichzelf in door ineens 'open' te zijn over zijn 'zonden'. Zo lijkt het alsof al zijn problemen als sneeuw voor de zon zijn verdwenen, niemand kan hem nu nog pakken op zijn verleden, want hij geeft immers (naar zeggen) alles toe. Yoram Stein is een gelouterd mens. Kom er maar in, werkgevers. Daarnaast zal zijn standpunt en dus zijn boek goed verkopen. Een goed gecalculeerde win-winsituatie.