'Wietverslaafde' Yoram Stein in een email aan professor Norman Finkelstein.
Lucas zei
Stein noemt Finkelstein een Galut.
Galut or Golus (Hebrew: גלות), means literally exile. Galut or Golus classically refers to the exile of the Jewish people from the Land of Israel. There were altogether four such exiles. These are said to be alluded to in Abraham's biblical vision of the future of his descendants according to Bereishit Rabba (44:17):
"And behold, a great, dark fear fell upon him." "'Fear' refers to Babylonia ... 'dark' refers to Media. ... 'great' refers to Greece.... 'fell upon him' refers to Edom.'"
These four exiles are said to correspond to four animals: the camel, the rabbit, the hare, and the pig.
The term has also become a Hebrew synonym for the Jewish diaspora, and the term "galut mentality" is used among Jewish nationalists to derisively refer to residents of the Jewish diaspora who do not support, or may even oppose, the reconstitution and reinstitution of Israel and its central socioreligious institutions due to ethnic or religious reasons (see also self-hating Jew and The "Negation of the Diaspora" in Zionism).
http://en.wikipedia.org/wiki/Galut
Galut or Golus (Hebrew: גלות), means literally exile. Galut or Golus classically refers to the exile of the Jewish people from the Land of Israel. There were altogether four such exiles. These are said to be alluded to in Abraham's biblical vision of the future of his descendants according to Bereishit Rabba (44:17):
"And behold, a great, dark fear fell upon him." "'Fear' refers to Babylonia ... 'dark' refers to Media. ... 'great' refers to Greece.... 'fell upon him' refers to Edom.'"
These four exiles are said to correspond to four animals: the camel, the rabbit, the hare, and the pig.
The term has also become a Hebrew synonym for the Jewish diaspora, and the term "galut mentality" is used among Jewish nationalists to derisively refer to residents of the Jewish diaspora who do not support, or may even oppose, the reconstitution and reinstitution of Israel and its central socioreligious institutions due to ethnic or religious reasons (see also self-hating Jew and The "Negation of the Diaspora" in Zionism).
http://en.wikipedia.org/wiki/Galut
In mijn boek De eeuwige oorlog kunt u de volgende analyse van de joods-Israelische hoogleraar Idith Zertal lezen:
‘De enige dialoog die Israël onderhoudt met de diaspora is een utilitaire: “stuur ons geld en treedt op als een lobby voor onze zaak”. Die houding is destructief omdat Israël daarmee een dubbele loyaliteit eist. Israël erkent niet dat de joden in de diaspora ingezetenen zijn van een ander land. Hun eerste loyaliteit dient ‘‘de Joodse natie’’ te zijn en pas dan hun eigen land. Israël zou zijn mentaliteit ten opzichte van de diaspora fundamenteel moeten wijzigen. Pas als het de culturele rijkdom van de diaspora-joden beseft en pas als het Israëlische zionisme het recht erkent om anders te zijn en om andere keuzes te maken, alleen dan kan Israël iets leren van de joodse gemeenschappen in andere landen. Tot nu toe is er geen kritische dialoog met de diaspora, er is geen open en respectvolle gedachte-uitwisseling met het jodendom. Overigens, er is ook geen echte pluralistische dialoog in Israël zelf. Israël heeft nooit naar de diaspora geluisterd en heeft de joden in de wereld alleen maar de les gelezen en onder druk gezet. De vraag is waarom Israël zichzelf als het centrum van de joodse wereld beschouwd. Waarom kan de diaspora dat niet zijn? Het woord diaspora alleen al is onthullend omdat het impliceert de marge te zijn, terwijl Israël het centrum is. Waarom kan er geen sprake zijn van een dialoog tussen twee gelijken? En niet alleen een dialoog, maar ook een relatie tussen gelijken, tussen verschillende joodse gemeenschappen, die van Israël en die van bijvoorbeeld Nederland, Frankrijk en de Verenigde Staten. Een dergelijke dialoog is er nooit geweest. Integendeel, het zionisme heeft de diaspora nodig als de inferieure ander om zichzelf te kunnen definiëren als het superieure centrum. De term aliyah betekent opstijgen, omhoog gaan, met andere woorden: als een joodse Nederlander naar Israël emigreert, dan emigreert hij niet zozeer, maar hij stijgt op, hij wordt heiliger, hij komt van een inferieure plaats en arriveert in een hogere plaats. Deze gedachte is vervuld van zowel een religieuze betekenis als een politiek neerbuigende betekenis. De manier waarop het Israëlische zionisme de diaspora-jood heeft afgebeeld is vreselijk; die is zwak, lelijk, steriel. Zo kon men een nieuwe zionistische Jood scheppen, er is een hele cultuur daaromheen gebouwd, die mannelijk is, de Sabra is viriel en krachtig, terwijl de diaspora als vrouwelijk wordt gezien, volgzaam en zwak. Het zionisme wilde een schone lei. De geschiedenis moest opnieuw beginnen, de Joden moesten zichzelf opnieuw uitvinden, een nieuwe identiteit scheppen en daar paste het beeld niet in van de -- in hun ogen -- altijd vernederde diaspora-jood. Ze schaamden zich ervoor. Hannah Arendt was het slachtoffer van deze zionistische doofheid en blindheid, haar woorden waren zo bedreigend dat ze geboycot werd. Pas in 2000 verscheen haar eerste boek in het Hebreeuws, Eichmann in Jeruzalem, bijna veertig jaar nadat het gepubliceerd was. Ik heb onlangs The Origens of Totalitarianism vertaald, een boek dat in alle mogelijke talen is verschenen, een meesterwerk van de 20e eeuw. De stem van Hannah Arendt werd al die jaren gesmoord en dat toont het gebrek aan een open politiek discours in Israël. De democratie is hier niet werkelijk geïnternaliseerd, de res publica is hier nog zeer problematisch. De publieke sector wordt niet beheerst door een gemeenschap van mensen die zich inspant voor een goed bestuur, burgerlijke deugden en een fatsoenlijk functionerende democratie. Alles staat hier in het teken van het geweld en de veiligheid. Ook dat is een groot probleem, dat opgelost moet worden.’
‘De enige dialoog die Israël onderhoudt met de diaspora is een utilitaire: “stuur ons geld en treedt op als een lobby voor onze zaak”. Die houding is destructief omdat Israël daarmee een dubbele loyaliteit eist. Israël erkent niet dat de joden in de diaspora ingezetenen zijn van een ander land. Hun eerste loyaliteit dient ‘‘de Joodse natie’’ te zijn en pas dan hun eigen land. Israël zou zijn mentaliteit ten opzichte van de diaspora fundamenteel moeten wijzigen. Pas als het de culturele rijkdom van de diaspora-joden beseft en pas als het Israëlische zionisme het recht erkent om anders te zijn en om andere keuzes te maken, alleen dan kan Israël iets leren van de joodse gemeenschappen in andere landen. Tot nu toe is er geen kritische dialoog met de diaspora, er is geen open en respectvolle gedachte-uitwisseling met het jodendom. Overigens, er is ook geen echte pluralistische dialoog in Israël zelf. Israël heeft nooit naar de diaspora geluisterd en heeft de joden in de wereld alleen maar de les gelezen en onder druk gezet. De vraag is waarom Israël zichzelf als het centrum van de joodse wereld beschouwd. Waarom kan de diaspora dat niet zijn? Het woord diaspora alleen al is onthullend omdat het impliceert de marge te zijn, terwijl Israël het centrum is. Waarom kan er geen sprake zijn van een dialoog tussen twee gelijken? En niet alleen een dialoog, maar ook een relatie tussen gelijken, tussen verschillende joodse gemeenschappen, die van Israël en die van bijvoorbeeld Nederland, Frankrijk en de Verenigde Staten. Een dergelijke dialoog is er nooit geweest. Integendeel, het zionisme heeft de diaspora nodig als de inferieure ander om zichzelf te kunnen definiëren als het superieure centrum. De term aliyah betekent opstijgen, omhoog gaan, met andere woorden: als een joodse Nederlander naar Israël emigreert, dan emigreert hij niet zozeer, maar hij stijgt op, hij wordt heiliger, hij komt van een inferieure plaats en arriveert in een hogere plaats. Deze gedachte is vervuld van zowel een religieuze betekenis als een politiek neerbuigende betekenis. De manier waarop het Israëlische zionisme de diaspora-jood heeft afgebeeld is vreselijk; die is zwak, lelijk, steriel. Zo kon men een nieuwe zionistische Jood scheppen, er is een hele cultuur daaromheen gebouwd, die mannelijk is, de Sabra is viriel en krachtig, terwijl de diaspora als vrouwelijk wordt gezien, volgzaam en zwak. Het zionisme wilde een schone lei. De geschiedenis moest opnieuw beginnen, de Joden moesten zichzelf opnieuw uitvinden, een nieuwe identiteit scheppen en daar paste het beeld niet in van de -- in hun ogen -- altijd vernederde diaspora-jood. Ze schaamden zich ervoor. Hannah Arendt was het slachtoffer van deze zionistische doofheid en blindheid, haar woorden waren zo bedreigend dat ze geboycot werd. Pas in 2000 verscheen haar eerste boek in het Hebreeuws, Eichmann in Jeruzalem, bijna veertig jaar nadat het gepubliceerd was. Ik heb onlangs The Origens of Totalitarianism vertaald, een boek dat in alle mogelijke talen is verschenen, een meesterwerk van de 20e eeuw. De stem van Hannah Arendt werd al die jaren gesmoord en dat toont het gebrek aan een open politiek discours in Israël. De democratie is hier niet werkelijk geïnternaliseerd, de res publica is hier nog zeer problematisch. De publieke sector wordt niet beheerst door een gemeenschap van mensen die zich inspant voor een goed bestuur, burgerlijke deugden en een fatsoenlijk functionerende democratie. Alles staat hier in het teken van het geweld en de veiligheid. Ook dat is een groot probleem, dat opgelost moet worden.’
Het gekke nu is dat Yoram Stein het verkiest om in zijn eigen land, Nederland, te blijven wonen en er niet aan denkt om in de 'Joodse staat' te gaan wonen. Tegelijkertijd kijkt hij neer op zijn eigen situatie. Het is een schizofrene houding die problematisch is voor een volwassen persoonlijkheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten