donderdag 30 december 2010

Rosanne Hertzberger. Racisme 15

Twee citaten van Rosanne Hertzberger. Citaat 1:
'Ik huiver nog steeds als ik zo’n jurk zie, zo’n Mohammed Bouyeri-gewaad, op straat, in de tram, in de trein. Mijn onderbewuste is namelijk niet politiek correct, mijn onderbewuste scheert mensen over één kam. Dus controleer ik de contouren van zijn middel om een eventuele bomgordel in een vroeg stadium te kunnen ontwaren. En bij de volgende halte ga ik in een andere coupé zitten. Dat vind ik prettiger. De wereld is veranderd.'

Met andere woorden: haar zogeheten 'onderbewuste', haar troebele driftleven dus, bepaalt haar bewuste leven, en dat maakt haar tot raciste die handelt op grond van uiterlijke factoren.  Hertzberger beseft niet dat de beschaving nu juist een poging is om dat 'onderbewuste' in het gareel te houden, en dat zodra de beschaving wegvalt, de barbarij het overneemt.

Citaat 2:
 De arbeiderspartij kreeg het voor elkaar dat de Nederlandse arbeider ongeveer heilig werd verklaard... 
En ach, die arme Cohen. Wat kan hij anders dan aan de zijlijn alleen maar een beetje ‘iedereen telt mee’ te roepen? Wat valt er voor sociaal-democraten nog te strijden?


Met andere woorden: de sociaal-democratie is niets anders dan een materialistische stroming voor de onderste laag van de bevolking. Voor Hertzberger speelt cultuur geen enkele rol in dit geheel, er bestaan geen normen en waarden voor een politieke partij, die hoeven niet verdedigd te worden tegen de aanvallen van het altijd sluimerend aanwezige barbarendom. 

Dit lijkt misschien een geborneerde pose van Hertzberger om zoveel mogelijk aandacht te trekken, maar ik denk dat de pose geen pose meer is, dat de poseur werkelijk meent wat hij/zij zegt.

In Het ironische van de ironie, over
het geval G.K. van het Reve, schreef Harry Mulisch aan het eind van de
jaren zeventig over het racisme en antisemitisme van de “grote volksschrijver” het volgende:

De ironie leidt to parodie, de parodie leidt tot identificatie – dat is de
onwrikbare wet, waaraan Van het Reve nog het meest onderhorig is… Zo
wordt het spel ernst. De corpsstudent speelt net zo lang de man met de
grote bek, tot hij het is. Dat is het ironische van de ironie: dat zij
het plotseling niet meer is. Hij is als het ware door de dubbele bodem
van de ironie gezakt. Wie ironisch spreekt, zegt het tegendeel van wat
hij meent, maar zodanig, dat de ander dat doorziet. Van het Reve zegt
wat hij meent, maar zodanig, dat de ander dat niet doorziet en denkt nog
steeds met ironie te doen te hebben… Als hij… schrijft:
‘Ik vind, dat de arbeiders in bepaalde aparte wijken zouden moeten
wonen, die ze alleen op weg van of naar hun werk zouden mogen verlaten,
& verder alleen met speciale verlofpasjes’- dan is dat eenvoudig zijn mening, geen grap, geen fantasie.

Laat duidelijk zijn dat zodra Rosanne Hertzberger in een zelfbenoemde 'kwaliteitskrant' haar racisme openlijk belijdt (en kan belijden), er dan een grens wordt overschreden. Wat eerst nog het obstinate geposeer mocht lijken van een 26-jarige jonge vrouw die weigert volwassen te worden blijkt nu ineens  gemeend te zijn. We ontdekken op dit moment dat we de hele tijd te maken hebben gehad met een cynische dame die overal de prijs van weet maar van niets de waarde. Het is ook geen wonder dat haar gedachtewereld spoort met die van Geert Wilders. Meer daarover  later. 

'In ons allen leeft de heiden onuitroeibaar en in ons allen leeft naast alle liefde de haat tegen de cultuur.'
Abel Herzberg