donderdag 22 oktober 2009

De Nuance van de NRC 128

Gisteravond berichtte de NRC het volgende: 'Israel wenst aanpassing oorlogsrecht... De Israelische premier Netanyahu wil dat zijn kabinet via internationale diplomatie probeert het internationaal oorlogsrecht te veranderen.'

'Aanpassing'? Even het woordenboek raadplegen: Aanpassen: aansluiten, voegen naar, bruikbaar maken.

Juist ja, 'voegen naar'. Naar wat, beste NRC-redactie? Naar de eisen van een staat die meer dan 300 Palestijnse kinderen vermoordde tijdens enkele weken 'disproportioneel geweld' zoals de toenmalige premier Olmert het zelf betitelde. Het oorlogsrecht moet 'bruikbaar' worden gemaakt voor oorlogsmisdadigers, net zoals een dief 'aanpassing wenst van het strafrecht' zodat zijn misdaden ongestraft blijven. Maar dat meldt de NRC niet, die laat de context weg. Dat is niet verwonderlijk, 'de slijpsteen voor de geest' is de krant die drie decennia lang een correspondent in Israel gebruikte (Salomon Bouman) die een overtuigde zionist was en nog steeds is en die publiekelijk verklaarde dat het etnisch zuiveren van Israel in 1947 en 1948 geen oorlogsmisdaad was omdat die etnische zuivering tijdens een oorlog plaatsvond. De NRC bedrijft geen journalistiek, maar propaganda.

De juriste Heikelien Verrijn Stuart wees eerder al in het Nederlands Juristenblad (overigens nadat de NRC-redactie deze informatie weigerde te publiceren omdat het niets nieuws zou bevatten) op het volgende:

'Het recht op zelfverdediging

Het recht van internationale verdragen en het internatio-

naal gewoonterecht geven houvast bij de beantwoording van

de vraag of een militaire actie gerechtvaardigd is. Maar zelfs

als de actie aan volkenrechtelijke maatstaven voldoet, is niet

uitgesloten dat schendingen van het internationaal humani-

tair recht tot individuele strafvervolging aanleiding geven.

Op grond van art. 51 van het VN Handvest hebben

lidstaten het recht op zelfverdediging tegen een gewapen-

de aanval, tot de Veiligheidsraad maatregelen tot herstel

van de vrede neemt. Met name in de Hague Regulations,

later tijdens de twintigste Internationale Conferentie

van het Rode Kruis en de Rode Halve Maan bevestigd, is

bepaald dat het lijden dat aan de andere partij wordt toe-

gebracht niet ongelimiteerd mag zijn. Twee belangrijke cri-

teria in de oorlogsvoering hebben zich tot fundamentele

beperkingen van het geweld ontwikkeld: de gewapende

actie moet noodzakelijk en proportioneel zijn.

Israël rechtvaardigt de aanval op Gaza met het

argument van zelfverdediging en wordt daarin door de

Nederlandse regering tot op heden gesteund. Wat er ook

te zeggen valt over de raketbeschietingen door Hamas

vanuit Gaza – of men deze als onrechtmatige aanvallen

beschouwt of als een laatste middel in de strijd van een

ingesloten volk –, het beroep op zelfverdediging is op zich-

zelf onvoldoende.

Israël zelf laat zich aan het vereiste van proportio-

naliteit niets gelegen liggen, zo blijkt uit de door generaal

Eisenkot, de militair secretaris van de voormalige premier

Ehud Barak, in oktober 2008 gepresenteerde ‘Daniyah

Doctrine’. Na de aanval in Libanon in 2006 waarbij 1000

mensen, vrijwel uitsluitend burgers, werden gedood in

de buitenwijk Daniyah, die werd beschouwd als Hezbol-

lah bolwerk, had Israël een militair probleem. Ondanks

het grootschalig geweld, was Israël er niet in geslaagd de

raketbeschietingen te stoppen. En dus kondigde generaal

Eisenkot op 3 oktober 2008 in het Israëlische dagblad

Yedioth Ahronoth aan Hamas anders te zullen aanpakken.

‘We zullen disproportioneel geweld gebruiken tegen ieder

dorp van waaruit schoten worden gelost op Israël, en we

zullen immense schade en vernietiging teweegbrengen.

Vanuit ons gezichtspunt zijn zij geen burgerdorpen, zij zijn

militaire bases. Dit is geen aanbeveling, dit is een plan dat

reeds is geautoriseerd.’ In een rapport voor het Instituut

voor Nationale Veiligheid van de universiteit van Tel Aviv

onderstreept kolonel Gabriel Siboni, even onverbloemd,

dat het antwoord op de raketaanvallen de ‘disproportionele

aanval in het hart van de zwakke plek van de vijand is,

waarbij pogingen de lanceringcapaciteit te schaden op de

tweede plaats komt’

Israëls aanpak vertoont een treffende gelijkenis met de

opdracht die de toenmalige president van Republika

Srpska, Radovan Karadzic die nu in de Scheveningse gevan-

genis wacht op zijn proces voor het Joegoslavië tribunaal

in 1995 aan het Bosnisch Servische leger gaf in ‘Directive 7’:

"Complete the physical separation of Srebrenica from

Zepa as soon as possible, preventing every communication

between individuals in the two enclaves. By planned and

well-thought out combat operations, create an unbearable

situation of total insecurity with no hope of further survival

or life for the inhabitants of Srebrenica."

Niet alleen in de woorden, maar ook in de acties zijn

sterke overeenkomsten te vinden. Het gedurende lange

tijd afsnijden van de aanvoer van eerste levensbehoeften

– te vaak wordt vergeten dat Srebrenica jarenlang bele-

gerd is geweest door het Bosnisch-Servische leger, zoals

Gaza al jaren is bezet door Israël –, het weghouden van

journalisten, het treffen van hulpverleners, het ter plaatse

onmogelijk maken voor hulpverleners hun werk te doen.

Het zijn methoden die aan de beschietingen en de inval

voorafgaan en onderdeel vormen van de aanval, met desas-

treus effect voor de burgerbevolking. Het treffen van de

burgerbevolking is in deze situaties geen bijkomstigheid,

maar een welbewust gekozen strategie. Opmerkelijk is hoe

openlijk de bezetters in beide gevallen hun methode onder

woorden hebben gebracht. Toen Karadzic zijn directief

uitbracht, bestond het Joegoslavië-tribunaal twee jaar. Van

hem kan wellicht nog worden vermoed dat hij dacht dat

het tribunaal een consequentieloos bedenksel van wes-

terse betweters was. De Israëlische leiders, echter, zouden

inmiddels beter moeten weten. Israël straft de Palestijnen

als collectief en negeert daarmee welbewust de grondbe-

ginselen van het internationaal recht.

Het was de Duitse historicus, nationalist en antise-

miet Heinrich von Treitschke die kort voor het begin van

de twintigste eeuw zijn tijdgenoten voorhield dat ‘het

internationale recht tot niet meer dan frasen verwordt als

men de beginselen ervan gelijkelijk op barbaarse volke-

ren wil toepassen. ‘Om een negerstam te straffen, moet

men hun dorpen platbranden. Als het Duitse imperium

in dergelijke gevallen het internationale recht toepast zou

dat geen menselijkheid zijn of gerechtigheid, maar zwak-

heid.’ Hij is geen bron die we luchthartig kunnen citeren,

al helemaal niet in deze context. Maar juist daarom... De

verdragen waarop juristen zich beroepen en die ‘Den Haag’

zo’n aanzien in de wereld verschaffen, zijn grotendeels

geschreven na de Tweede wereldoorlog in een oprechte

poging Von Treitschke’s gedachtegoed uit te bannen...

Lees verder hier

Geen opmerkingen:

Wat te Doen met het Nederlands Racisme?

  RELIGIE&FILOSOFIE OPINIE CULTUUR&MEDIA SPORT PODCASTS  PUZZELS ACHTERPAGINA Correspondent Nasrah Habiballah in Tel Aviv: ‘Onze saf...