Het recht van internationale verdragen en het internatio-
naal gewoonterecht geven houvast bij de beantwoording van
de vraag of een militaire actie gerechtvaardigd is. Maar zelfs
als de actie aan volkenrechtelijke maatstaven voldoet, is niet
uitgesloten dat schendingen van het internationaal humani-
tair recht tot individuele strafvervolging aanleiding geven.
Op grond van art. 51 van het VN Handvest hebben
lidstaten het recht op zelfverdediging tegen een gewapen-
de aanval, tot de Veiligheidsraad maatregelen tot herstel
van de vrede neemt. Met name in de Hague Regulations,
later tijdens de twintigste Internationale Conferentie
van het Rode Kruis en de Rode Halve Maan bevestigd, is
bepaald dat het lijden dat aan de andere partij wordt toe-
gebracht niet ongelimiteerd mag zijn. Twee belangrijke cri-
teria in de oorlogsvoering hebben zich tot fundamentele
beperkingen van het geweld ontwikkeld: de gewapende
actie moet noodzakelijk en proportioneel zijn.
Israël rechtvaardigt de aanval op Gaza met het
argument van zelfverdediging en wordt daarin door de
Nederlandse regering tot op heden gesteund. Wat er ook
te zeggen valt over de raketbeschietingen door Hamas
vanuit Gaza – of men deze als onrechtmatige aanvallen
beschouwt of als een laatste middel in de strijd van een
ingesloten volk –, het beroep op zelfverdediging is op zich-
zelf onvoldoende.
Israël zelf laat zich aan het vereiste van proportio-
naliteit niets gelegen liggen, zo blijkt uit de door generaal
Eisenkot, de militair secretaris van de voormalige premier
Ehud Barak, in oktober 2008 gepresenteerde ‘Daniyah
Doctrine’. Na de aanval in Libanon in 2006 waarbij 1000
mensen, vrijwel uitsluitend burgers, werden gedood in
de buitenwijk Daniyah, die werd beschouwd als Hezbol-
lah bolwerk, had Israël een militair probleem. Ondanks
het grootschalig geweld, was Israël er niet in geslaagd de
raketbeschietingen te stoppen. En dus kondigde generaal
Eisenkot op 3 oktober 2008 in het Israëlische dagblad
Yedioth Ahronoth aan Hamas anders te zullen aanpakken.
‘We zullen disproportioneel geweld gebruiken tegen ieder
dorp van waaruit schoten worden gelost op Israël, en we
zullen immense schade en vernietiging teweegbrengen.
Vanuit ons gezichtspunt zijn zij geen burgerdorpen, zij zijn
militaire bases. Dit is geen aanbeveling, dit is een plan dat
reeds is geautoriseerd.’ In een rapport voor het Instituut
voor Nationale Veiligheid van de universiteit van Tel Aviv
onderstreept kolonel Gabriel Siboni, even onverbloemd,
dat het antwoord op de raketaanvallen de ‘disproportionele
aanval in het hart van de zwakke plek van de vijand is,
waarbij pogingen de lanceringcapaciteit te schaden op de
tweede plaats komt’
Israëls aanpak vertoont een treffende gelijkenis met de
opdracht die de toenmalige president van Republika
Srpska, Radovan Karadzic die nu in de Scheveningse gevan-
genis wacht op zijn proces voor het Joegoslavië tribunaal
in 1995 aan het Bosnisch Servische leger gaf in ‘Directive 7’:
"Complete the physical separation of Srebrenica from
Zepa as soon as possible, preventing every communication
between individuals in the two enclaves. By planned and
well-thought out combat operations, create an unbearable
situation of total insecurity with no hope of further survival
or life for the inhabitants of Srebrenica."
Niet alleen in de woorden, maar ook in de acties zijn
sterke overeenkomsten te vinden. Het gedurende lange
tijd afsnijden van de aanvoer van eerste levensbehoeften
– te vaak wordt vergeten dat Srebrenica jarenlang bele-
gerd is geweest door het Bosnisch-Servische leger, zoals
Gaza al jaren is bezet door Israël –, het weghouden van
journalisten, het treffen van hulpverleners, het ter plaatse
onmogelijk maken voor hulpverleners hun werk te doen.
Het zijn methoden die aan de beschietingen en de inval
voorafgaan en onderdeel vormen van de aanval, met desas-
treus effect voor de burgerbevolking. Het treffen van de
burgerbevolking is in deze situaties geen bijkomstigheid,
maar een welbewust gekozen strategie. Opmerkelijk is hoe
openlijk de bezetters in beide gevallen hun methode onder
woorden hebben gebracht. Toen Karadzic zijn directief
uitbracht, bestond het Joegoslavië-tribunaal twee jaar. Van
hem kan wellicht nog worden vermoed dat hij dacht dat
het tribunaal een consequentieloos bedenksel van wes-
terse betweters was. De Israëlische leiders, echter, zouden
inmiddels beter moeten weten. Israël straft de Palestijnen
als collectief en negeert daarmee welbewust de grondbe-
ginselen van het internationaal recht.
Het was de Duitse historicus, nationalist en antise-
miet Heinrich von Treitschke die kort voor het begin van
de twintigste eeuw zijn tijdgenoten voorhield dat ‘het
internationale recht tot niet meer dan frasen verwordt als
men de beginselen ervan gelijkelijk op barbaarse volke-
ren wil toepassen. ‘Om een negerstam te straffen, moet
men hun dorpen platbranden. Als het Duitse imperium
in dergelijke gevallen het internationale recht toepast zou
dat geen menselijkheid zijn of gerechtigheid, maar zwak-
heid.’ Hij is geen bron die we luchthartig kunnen citeren,
al helemaal niet in deze context. Maar juist daarom... De
verdragen waarop juristen zich beroepen en die ‘Den Haag’
zo’n aanzien in de wereld verschaffen, zijn grotendeels
geschreven na de Tweede wereldoorlog in een oprechte
poging Von Treitschke’s gedachtegoed uit te bannen...
Lees verder hier
Geen opmerkingen:
Een reactie posten