Islah Jad: ‘Zelfs het martelen in de gevangenissen wordt door Israelische academici begeleid.’
Onze oproep voor een academische en culturele boycot van Israël dateert uit 2004. Vanaf het begin hebben we benadrukt dat het geen boycot tegen individuen is, maar tegen instituten, de meest belangrijke zijn alle Israelische universiteiten, geen één uitgezonderd. In het geval van een culturele boycot ligt het gecompliceerder, aangezien veel werk op een individuele basis wordt gemaakt, films, beeldende kunst enzovoorts. Wij beseffen dat we bijzonder voorzichtig moeten zijn met het geven van adviezen over bepaalde doelen omdat ons uitgangspunt is geen individuen als individuen te treffen, maar ook hier kan sprake zijn van institutionele banden, die geboycot kunnen worden. Nadat we onze oproep hadden gedaan, volgden andere internationale initiatieven voor een boycot. In Groot-Brittannië is het British Committee for Universities of Palestine opgericht, een organisatie van academici, gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, om Palestijnse universiteiten, staf en studenten te steunen en om zich te verzetten tegen de voortgaande Israëlische bezetting van Palestijns land met alle bijkomende schendingen van internationale mensenrechtenconventies. En om te protesteren tegen Israels weigering VN-resoluties te respecteren en de ‘advisory opinion’ van het Internationaal Gerechtshof en tegen de voortdurende onderdrukking van de Palestijnse academisch vrijheid. Een soortgelijk initiatief bestaat ook in Canada en daarnaast zijn er nu verschillende organisaties die een boycot van Israël bepleiten. Meer daarover vindt u op onze website: www.pacbi.org
Dr. Islah Jad is als assistant hoogleraar Vrouwen Studies verbonden aan de Birzeit Universiteit. Ze zegt: ‘De oproep tot boycot is een vreedzame actie om op die manier aandacht te besteden aan de afschuwelijke wreedheid van de bezetting, die niet voor eeuwig kan doorgaan. De eerste intifada bracht in 1991 onderhandelingen op gang. Sinds die tijd horen wij politici praten over ‘een vredesproces’ terwijl er in werkelijkheid niets verandert. Integendeel, zoals blijkt uit alle officiële cijfers is sindsdien het in beslag nemen van Palestijns land en de uitbreiding van joodse nederzettingen alleen maar versneld. In de praktijk is de situatie hier in bezet gebied sinds het zogenaamde ‘vredesproces’ sterk verslechterd. De oproep tot boycot is gericht aan de internationale gemeenschap en de publieke opinie in de wereld om druk uit te oefenen op Israël zodat het de ernstige schendingen van het internationaal recht en van de mensenrechten stopt. We proberen aandacht te krijgen voor de Israëlische misdaden tegen de Palestijnse bevolking. Daarnaast werd het zogeheten ‘vredesproces’ op grote schaal gefinancierd door vooral de Europese Unie. De tweede intifada toonde ondubbelzinnig aan dat hulp en ontwikkeling onder de Israëlische bezetting volstrekt nutteloos zijn. Het bewijs werd in 2002 geleverd toen tijdens de grootscheepse militaire invasie van de Palestijnse gebieden in een paar dagen tijd alle hulpprojecten door Israël werden vernietigd. De Europese hulp voedt alleen maar het de bezetting en verdoezelt tegelijkertijd allerlei soorten Israëlische wreedheden. De oproep tot een boycot is om het ware gezicht van de bezetting te onthullen. Soms vernemen we van Europese collega’s dat ze tegen de Israëlische wreedheden zijn, maar desondanks een boycot niet kunnen steunen omdat ze bang zijn van anti-semitisme te worden beticht. Ze willen ons wel op andere fronten helpen, maar dan proberen we duidelijk te maken dat steun onder een bezetting zinloos is. Natuurlijk kunnen we materiele steun gebruiken, er ontbreekt ons van alles. We hebben veel studenten die bij gebrek aan een beurs hun studie niet kunnen afmaken, onze bibliotheken hebben meer boeken nodig, onze laboratoria hebben meer instrumenten nodig. We kunnen wel degelijk materiele steun gebruiken, maar zolang de bezetting doorgaat is dit allemaal toch nutteloos, want de Israelische militairen kunnen op elk moment en overal binnendringen en de zaak vernietigen. In 2002 deden ze in het gebouw van het ministerie van Cultuur hun behoefte in de kopieermachines en sloegen ze computers stuk. Ook deze universiteit wordt door het leger aangevallen, studenten worden opgepakt en gevangen gezet, worden getreiterd en lastig gevallen op weg hier naar toe, worden soms doodgeschoten. Birzeit was maandenlang gesloten, de toegangswegen worden soms afgezet, onze academische vrijheid aan banden gelegd. Daarom, hulp zonder een politieke keuze te maken is niet nuttig, eerder contraproductief, want de terreur van de onderdrukking gaat door.’
Lees verder: http://www.stanvanhoucke.net/deoneindigeoorlog/interviews/jad1.html
1 opmerking:
Lichtpuntje media: de NRC schrijft vandaag over "Het zogeheten vredesproces", i.p.v. 'het vredesproces'. Dat lijkt op inzicht!
Een reactie posten