Op 5 juni 2008 schreef ik op deze
weblog over Obama:
Zo bang is Obama voor de joodse lobby in de Verenigde Staten dat hij
gisteren, nog voordat hij officieel presidentskandidaat is, onmiddellijk een
extremistisch standpunt innam, door het internationaal recht van tafel te
vegen. Van hem is weinig te verwachten, want zijn handen zijn gebonden, en hij
is volledig afhankelijk van de geldschieters, maar dat hij zo snel zo extreem
overstag zou gaan is een duidelijk signaal.
Obama
had namelijk tijdens een toespraak voor de machtige joodse lobby-organisatie
AIPAC onder luide toejuichingen van Amerikaanse zionisten verklaard dat
Jerusalem will remain the capital of Israel and it will remain
undivided.
Nog voordat
hij tot president was gekozen schreef ik op donderdag 30 oktober 2008:
Obama is een hype, een bijzonder knappe hype. Hij
verkoopt geen boodschap, maar een beeld. Niemand weet precies wat zijn
programma is, wat hij politiek gaat doen, maar velen denken toch dat zodra deze
man aan de macht is alles beter zal gaan, dat hij de hoop op een goede toekomst
is. Obama is op een geweldig slimme manier aan de man gebracht. Hij heeft ook
de financiele macht aan zijn kant, hij beschikt over twee keer zoveel geld om
reclame voor zichzelf te maken als McCain. Het feit dat iemand als Obama door
de werkelijke macht naar voren is geschoven is tekenend voor de ernst van de
crisis waarin het kapialistische systeem verkeert.'
Ik
wees erop dat Obama niets wezenlijks in het Amerikaanse binnenlandse en
buitenlandse politieke beleid zou kunnen veranderen vanwege het simpele feit
dat hij stroman is van de plutocratie die hem financierde, en omdat in een
westerse parlementaire democratie de woorden van de grondlegger van de public
relations-industrie gelden. Edward Bernays:
The conscious and intelligent manipulation of the organized habits and
opinions of the masses is an important element in democratic society. Those who
manipulate this unseen mechanism of society constitute an invisible government
which is the true ruling power of our country… In almost every act of our daily
lives, whether in the sphere of politics or business, in our social conduct or
our ethical thinking, we are dominated by the relatively small number of
persons, who understand the mental processes and social patterns of the masses.
It is they who pull the wires which control the public mind.
Dit kan iedere burger weten die ietsjes verder kijkt dan
de eigen neus lang is. Zeker als hij een klein beetje verbeeldingskracht heeft.
Eén van de grote denkers van de twintigste eeuw was de Spaanse filosoof
Ortega y Gasset die in 1929 in De Opstand der Horden schreef dat
Sinds de zestiende eeuw de hele
mensheid in een reusachtig process van unificatie [is] gekomen, dat in onze
tijd zijn toppunt heeft bereikt. Er is geen enkel deel van de mensheid meer dat
afgescheiden leeft van het geheel – er zijn geen eilanden meer. – Men kan dus
zeggen dat wie er sinds de zestiende eeuw in de wereld gebiedt, de invloed van
zijn gezag over het geheel ervan laat gelden. Europa heeft sindsdien bevolen,
en onder de eenheid van haar gezag leefde de wereld in unitarische stijl, of
ging ten minste voort op de weg van de unificatie.
Deze periode noemt men
gewoonlijk ‘de Moderne Tijd,’ een vale, weinig zeggende naam, waaronder deze
werkelijkheid ligt verscholen: de tijd van de hegemonie van Europa.
Ortega y Gasset wees er vervolgens op dat
uitoefening van macht altijd en overal berust op de publieke opinie en ‘dat
men geen heerschappij kan uitoefenen tegen de publieke opinie in’:
In de fysica van Newton is de
gravitatie de kracht die de beweging veroorzaakt. Op dezelfde wijze is de wet
van de publieke opinie de universele gravitatie van de politieke geschiedenis.
Zonder haar zou zelfs de wetenschap der geschiedenis niet mogelijk zijn. Daarom
wijst Hume er ook heel scherpzinnig op dat de taak van de geschiedenis bestaat
in het aantonen van de souvereiniteit van de openbare mening, verre van een
utopische aspiratie te zijn, een voortdurend feit is geweest, dat zich ten
allen tijd in de maatschappij van de mensen voltrekt. Want wie wil regeren met
behulp van de Janitsaren, is afhankelijk van hun mening...
De waarheid is dat men met de
Janitsaren geen heerschappij kan uitoefenen. Zo zei dan ook Tayllerand tot
Napoleon: ‘Met de bajonetten, Sire, kan men van alles doen, alleen kan men er
niet op gaan zitten.’ De heerschappij is niet de greep naar de macht, maar is
de rustige uitoefening van de macht. Heerschappij voeren wil zeggen gezeten
zijn, dus gezeten zijn op een troon, een curulis, een azuren bank, een
ministersfauteuil, een pauselijke stoel. De Staat is tenslotte de stand van de
openbare mening, het is een evenwichtstoestand, een geval van evenwicht.
Een tirannieke elite kan langere tijd de macht in
handen hebben, maar uiteindelijk gaat zij eraan, omdat de bevolking haar op een
bepaald moment niet meer accepteert en in opstand komt. Het voert de filosoof tot de volgende
vraag:
Hoe moet nu deze overheersing
worden opgevat? Het grootste deel van de bevolking heeft geen eigen mening,
deze moet hun onder druk van buiten worden bijgebracht, zoals men olie in de
machines spuit. Daarom moet de geest – welke dan ook – kracht hebben en die
kracht uitoefenen, opdat de mensen die geen eigen mening vormen – dit zijn de
meesten – een mening krijgen.
Op dit punt aangekomen waarschuwt Ortega y Gasset
voor het volgende feit:
iedere verplaatsing van de
macht, iedere wijziging in de heerschappij [is] tegelijk een wijziging van
meningen, en derhalve, niets minder dan een verandering van historische
zwaartekracht.
En het omgekeerde geldt evenzeer; een verandering van publieke mening leidt tot een verzwakking en ondergang van de ‘heerschappij’
van de bestaande macht. Vandaar dat de machtigen via hun spreekbuizen onophoudelijk hun legitimiteit moeten en willen bewijzen. Een voorbeeld hiervan is het
volgende:
Yes we can. ‘Change has come,’ houdt
hij het land voor dat hij zal regering – de verandering is gekomen… Hoe Barack
Obama het hoogste ambt ter wereld veroverde, zegt veel over hoe hij zal
regeren. Intelligent, strategisch, koel, niet bang om vijanden te maken… hij
staat symbool voor Amerika’s streven naar gelijkheid voor alle burgers en hij
is de verpersoonlijking van de Amerikaanse droom: iedereen kan bereiken wat hij
wil als hij maar hard genoeg werkt en zijn talenten op de juiste manier inzet.
Aldus de mainstream-visie van
Erik Mouthaan in 2008, ‘Amerika-correspondent
van RTL Nieuws.’ Ook bij hem is het vooral clichétaal die niet is
gebaseerd op de realiteit en steeds moelijker aan de man te brengen is. Het opmerkelijke is dat de Mouthaan's in de commerciele massamedia in hun eigen onzin geloven. De vraag hoe dit onnozele mainstream-fenomeen is te
verklaren werd eens door de Amerikaanse hoogleraar Noam Chomsky ter sprake gebracht
in een interview van de bekende BBC-journalist Andrew Marr. Chomsky zei:
'There's a filtering system
that starts in kindergarten and goes all the way through and -- it doensn't
work a hundred per cent, but it's pretty effective -- it selects for obedience
and subordination.'
Marr: 'So, stroppy people
(dwarsliggers. svh) won't make it to positions of influence.'
Chomsky: 'There'll be
"behaviour problems" or... if you read applications to a graduate
school, you see that people will tell you "he doesn't get along too well
with his colleagues" -- you know how to interpret those things.'
Marr: 'How can you know that
I'm self-censoring? How can you know that journalists are...'
Chomsky: 'I don't say you're
self-censoring - I'm sure you believe everything you're saying; but what I'm
saying is, if you believed something different, you wouldn't be sitting where
you're sitting.'
Hetzelfde gaat op voor de
Nederlandse zogeheten ‘vrije pers.’ Erik Mouthaan van RTL, Arie Elshout van de Volkskrant, Tom-Jan Meeus van NRC, om slechts drie ‘Amerika-deskundigen’ van
de commerciele massamedia te noemen van wie ik het werk heb bekritiseerd op
deze weblog. Allen geloven inderdaad voor een groot deel in wat ze beweren,
anders waren ze niet eens in aanmerking gekomen voor een correspondentschap in
de VS. Het is dus mogelijk om als geschoold mens in nonsens te geloven.
Chomsky:
If you’ve read George Orwell’s
Animal Farm which he wrote in the mid-1940s, it was a satire on the Soviet
Union, a totalitarian state. It was a big hit. Everybody loved it. Turns out he
wrote an introduction to Animal Farm which was suppressed. It only appeared 30
years later. Someone had found it in his papers. The introduction to Animal
Farm was about ‘Literary
Censorship in England’ and what it says
is that obviously this book is ridiculing the Soviet Union and its totalitarian
structure. But he said England is not all that different. We don’t have the KGB
on our neck, but the end result comes out pretty much the same. People who have
independent ideas or who think the wrong kind of thoughts are cut out.
He talks a little, only two
sentences, about the institutional structure. He asks, why does this happen?
Well, one, because the press is owned by wealthy people who only want certain
things to reach the public. The other thing he says is that when you go through
the elite education system, when you go through the proper schools in Oxford,
you learn that there are certain things it’s not proper to say and there are
certain thoughts that are not proper to have. That is the socialization role of
elite institutions and if you don’t adapt to that, you’re usually out. Those
two sentences more or less tell the story.
De nestor van de Nederlandse opiniemakers, H.J.A.
Hofland, kon alleen verheven worden tot de nog grootst mogelijke levende
journalist van de twintigste eeuw door de grenzen van de consensus in de
mainstream niet te overschrijden. En hetzelfde geldt voor al die andere ‘talking
heads’ die we in de massamedia in wisselend gezelschap voortdurend aan
ons voorbij zien trekken. Zij zorgen ervoor dat de boodschap op de juiste wijze
kort en krachtig wordt geformuleerd. Dus, in het geval van Hofland: ‘het
vredestichtende Westen.’ Zo wordt de vaak absurde officiele versie van
de werkelijkheid erin gestampt. De waarheid speelt in deze virtuele
werkelijkheid geen enkele rol. Marketing, branding, packaging, of dit nu
sportschoenen zijn of een ideologische doctrine, het maakt niets uit.
Opmerkelijk is nu dat ondanks de ontelbare
miljarden die aan reclame en aan politieke propaganda worden uitgegeven, de
legitimiteit van de macht in de westerse parlementaire democratie steeds meer
ter discussie staat. Hoe meer de massamedia verzwijgen en proberen te
manipuleren, des te duidelijker dit feit wordt. 'Het kwaad' dat sinds ’45
moeiteloos in de ander werd geprojecteerd, eerst de Sovjet Unie, toen de ‘drugsbazen’
en nu de ‘terroristen’ is diffuser geworden, minder herkenbaar en
moet steeds meer gepersonificeerd worden. Saddam, Chavez, Ahmadinejad, Assad.
Maar dit ‘kwaad’ doet de publieke kritiek op de krediet- en economische crises
niet verdwijnen. En dus komt de
macht onder druk te staan en begint fouten te maken. Ondertussen proberen
kritische intellectuelen als de filosoof Slavoj Zizek, wiens werk in vele talen
verschijnt, ‘het kwaad’ opnieuw te definieren, mede omdat het gevaar dreigt dat
het almaar projecteren van het kwaad in de ander tot nog grotere stagnatie van
de westerse cultuur leidt. Men kan niet eeuwig consequentieloos blijven
volhouden dat het Westen ‘vredestichtend’ is of de ‘ordebewaker’
van de wereld, al was het maar omdat de neoliberale
globalisering miljarden slachtoffers veroorzaak. De paniek van de regering Obama kan zelfs
de meest onnozele waarnemer niet langer meer ontgaan. Het feit dat de zogenaamd
‘machtigste man ter wereld’ een flinke stap achteruit moest doen
tijdens de Syrie-crisis, of beter nog: de Washington-crisis, heeft de
geloofwaardigheid van de eens onbeperkte macht van de VS nog verder doen afnemen. En dat heeft ingrijpende gevolgen voor economische en geopolitieke belangen van het Westen. Het momentum is voorbij. De waan van de dag is aan de kaak gesteld. Godzijdank, want zoals Zizek
terecht opmerkt ‘ontkennen de postindustriele rijken, die in hun
afgeschermde virtuele wereld leven, de harde werkelijkheid buiten hun terrein niet,’ en kunnen op die manier een ‘vals gevoel van urgentie,’
oproepen. ‘Er is geen tijd om na te denken, we moeten nu handelen.’ Het
is nu of nooit bombarderen, het maakt niet uit wat het resultaat zal zijn, als
de ‘goede mensen’ -- de kwalificatie is van NRC-columnist Bas
Heijne -- maar de mogelijkheid krijgen hun gevoel van morele voortreffelijkheid
te bevredigen. Wat er in werkelijkheid gebeurt is niet van belang,
gezien hun weigering om lessen te leren uit Vietnam, Chili, Nicaragua, Iran,
Irak, Afghanistan, Libie etc. de lijst is nagenoeg oneindig. Het gaat hen
uiteindelijk niet om de slachtoffers in de tragedie, maar om hun toeschouwersrol
in hun feel-good movie. Terwijl
de chaos van het neoliberalisme almaar toeneemt, zijn ze te druk bezig met
zichzelf en met hun morele gelijk om te beseffen hoe raak de beschrijving van mensen als Zizek is:
Een kritische analyse van de
huidige mondiale constellatie – een analyse die geen duidelijke oplossing
biedt, geen ‘praktische’ raad over wat te doen, geen licht aan het eind van de
tunnel, omdat men heel goed weet dat het licht wel eens van een trein kan komen
die op ons af dendert – stuit doorgaans op het verwijt: ‘Vind je dan dat we
niets moeten doen? Gewoon zitten en afwachten?’ Je moet de moed opbrengen om te
antwoorden: ‘JA, precies dat!’ Er zijn situaties waarin het enige werkelijk
‘praktische’ dat er gedaan kan worden het weerstaan is van de verleiding om
onmiddellijk in actie te komen, en waarin je door middel van een geduldige,
kritische analyse moet ‘afwachten.’
In plaats van opnieuw een land plat te bombarderen
en in nog grotere ellende achter te laten, zouden we aandacht kunnen besteden aan
de grotere context, aan de wereld waarin wij leven, en die door de Amerikaanse geleerde
Henry A. Giroux als volgt wordt beschreven:
The
political, economic, and social consequences have done more than destroy any
viable vision of a good society. They undermine the modern public's capacity to
think critically, celebrate a narcissistic hyperindividualism that borders on
the pathological, destroy social protections and promote a massive shift
towards a punitive state that criminalizes the behavior of those bearing the
hardships imposed by a survival-of-the-fittest society that takes delight in
the suffering of others. How else to account for a criminal justice stacked
overwhelmingly against poor minorities, a prison system in which "prisoners
can be held in solitary confinement for years in small, windowless cells in
which they are kept for twenty-three hours of every day,"[5]
or a police state that puts handcuffs on a 5-year old and puts him in jail
because he violated a dress code by wearing sneakers that were the wrong
color.[6]
Why does the American public put up with a society in which "the top 1
percent of households owned 35.6 percent of net wealth (net worth) and a
whopping 42.4 percent of net financial assets" in 2009, while many young
people today represent the "new face of a national homeless
population?"[7]
American society is awash in a culture of civic illiteracy, cruelty and
corruption. For example, major banks such as Barclays and HSBC swindle billions
from clients and increase their profit margins by laundering money for
terrorist organizations, and no one goes to jail. At the same time, we have the
return of debtor prisons for the poor who cannot pay something as trivial as a
parking fine. President Obama arbitrarily decides that he can ignore due
process and kill American citizens through drone strikes and the American
public barely blinks. Civic life collapses into a war zone and yet the dominant
media is upset only because it was not invited to witness the golf match
between Obama and Tiger Woods.
The
celebration of violence in both virtual culture and real life now feed each
other. The spectacle of carnage celebrated in movies such as A Good Day to Die Hard is now
matched by the deadly violence now playing out in cities such as Chicago and
New Orleans. Young people are particularly vulnerable to such violence, with
561 children age 12 and under killed by firearms between 2006 and 2010.
America's Plunge Into Militarized Madness
How
does one account for the lack of public outcry over millions of Americans
losing their homes because of corrupt banking practices and millions more
becoming unemployed because of the lack of an adequate jobs program in the
United States, while at the same time stories abound of colossal greed and
corruption on Wall Street? [11]
For example, in 2009 alone, hedge fund manager David Tepper made approximately
4 billion dollars.[12]
As Michael Yates points out: "This income, spent at a rate of $10,000 a
day and exclusive of any interest, would last him and his heirs 1,096 years! If
we were to suppose that Mr. Tepper worked 2,000 hours in 2009 (fifty weeks at
forty hours per week), he took in $2,000,000 per hour and $30,000 a minute."[13]
This juxtaposition of robber-baron power and greed is rarely mentioned in the
mainstream media in conjunction with the deep suffering and misery now
experienced by millions of families, workers, children, jobless public servants
and young people. This is especially true of a generation of youth who have
become the new precariat[14]
- a zero generation relegated to zones of social and economic abandonment and
marked by zero jobs, zero future, zero hope and what Zygmunt Bauman has defined
as a societal condition which is more "liquid,"less defined,
punitive, and, in the end, more death dealing.[15]
Narcissism
and unchecked greed have morphed into more than a psychological category that
points to a character flaw among a marginal few. Such registers are now
symptomatic of a market-driven society in which extremes of violence,
militarization, cruelty and inequality are hardly noticed and have become
normalized. Avarice and narcissism are not new. What is new is the
unprecedented social sanction of the ethos of greed that has emerged since the
1980s.[16]
What is also new is that military force and values have become a source of
pride rather than alarm in American society. Not only has the war on terror
violated a host of civil liberties, it has further sanctioned a military that
has assumed a central role in American society, influencing everything from
markets and education to popular culture and fashion. President Dwight D.
Eisenhower left office warning about the rise of the military-industrial
complex, with its pernicious alignment of the defense industry, the military
and political power.[17]
What he underestimated was the transition from a militarized economy to a
militarized society in which the culture itself was shaped by military power,
values and interests. What has become clear in contemporary America is that the
organization of civil society for the production of violence is about more than
producing militarized technologies and weapons; it is also about producing
militarized subjects and a permanent war economy. As Aaron B. O'Connell points
outs:
Our
culture has militarized considerably since Eisenhower's era, and civilians, not
the armed services, have been the principal cause. From lawmakers' constant use
of "support our troops" to justify defense spending, to TV programs
and video games like "NCIS," "Homeland"and "Call of
Duty," to NBC's shameful and unreal reality show "Stars Earn Stripes,"
Americans are subjected to a daily diet of stories that valorize the military
while the storytellers pursue their own opportunistic political and commercial
agendas.
The
imaginary of war and violence informs every aspect of American society and
extends from the celebration of a warrior culture in mainstream media to the
use of universities to educate students in the logic of the national security
state. Military deployments now protect "free trade" arrangements,
provide job programs and drain revenue from public coffers. For instance, Lockheed
Martin stands to gain billions of dollars in profits as Washington prepares to
buy 2,443 F-35 fighter planes at a cost of $90 billion each from the company.
The overall cost of the project for a plane that has been called a "one
trillion dollar boondoggle" is expected to cost more "than
Australia's entire GDP ($924 billion)."[19]
Yet, the American government has no qualms about cutting food programs for the
poor, early childhood programs for low-income students and food stamps for
those who exist below the poverty line. Such misplaced priorities represent
more than a military-industrial complex that is out of control. They also
suggest the plunge of American society into the dark abyss of a state that is
increasingly punitive, organized around the production of violence and
unethical in its policies, priorities and values.
1 opmerking:
Obama moest ook als presidentskandidaat goedgekeurd worden door AIPAC, speech.
Een reactie posten