woensdag 10 februari 2010

Sander van Hoorn 39



Ik had de hieronder staande tekst op de site van Sander van Hoorn gezet, maar het is zonder opgave van redenen verwijderd.

Op 4 januari 2009, de Israelische strijdkrachten zijn druk doende oorlogsmisdaden te plegen in de hermetisch afgesloten Gaza-strook, geen journalist mag het gebied in, schrijft Sander van Hoorn het volgende:

4-1-2009 1:38
Wie kan wanneer naar Gaza? Het begint inmiddels een klucht te worden. Al maanden laat Israël slechts mondjesmaat journalisten toe in Gaza. Ik maakte voor het laatst gebruik van een korte opening op 10 december. Dat is dus ruim 3 weken geleden. Juist op dit moment moet je daar zijn. Om verslag te doen van de bombardementen, de grondaanval, maar vooral ook van de impact daarvan op het leven in Gaza. Wie naar binnen mag hangt nu af van het lot.
Het frustreert. Enorm. Iedereen. De buitenlandse persvereniging heeft daarom een proces aangespannen om voor haar leden, en dus ook voor mij, toegang te eisen tot de Gazastrook. We wonnen dat proces. Elke keer dat de grens open is, moet het Israëlische leger een klein groepje journalisten binnenlaten. Dat biedt hoop.

Nu mijn vragen: op het moment dat Sander van Hoorn dit schreef was hij al via de AIVD gewaarschuwd de Gaza-strook niet te betreden omdat de Israelische strijdkrachten elk moment dit gebied met inzet van 'disproportioneel geweld' zouden kunnen binnentrekken om zo de Palestijnse burgerbevolking collectief te straffen, een oorlogsmisdaad. EO-programmamakers die vorige maand aandacht besteedden aan de Nederlandse berichtgeving concludeerden dat door de Israelische autoriteiten ‘al maanden van te voren geprobeerd [werd] journalisten buiten Gaza te houden. En volgens David Poort heeft zelfs de Nederlandse overheid daaraan meegewerkt.’ David Poort (correspondent Wereldomroep en BNN): ‘Een paar maanden voor het Gaza-offensief hebben we een diner gehad in Oost-Jeruzalem met de Nederlandse vertegenwoordiger Frans Makken,’ die de Nederlandse correspondenten vertelde te zijn gewaarschuwd door de AIVD dat er een directe dreiging is voor Nederlandse journalisten in de Gazastrook… En veel collega’s hebben gedacht: dat moeten we dus serieus nemen. Er werd ons dringend verzocht er niet over te publiceren. Makken zei dat dit absoluut in deze groep moest blijven. Veel journalisten hebben gedacht: dan gaan we dus voorlopig even niet.’ Poort begon evenwel te twijfelen toen ‘ik van mijn Franse collega’s hier hoorde dat zij precies dezelfde waarschuwing hadden gekregen. En dat is gewoon gek, dan denk ik: dat klopt niet.'
Conny Mus: ‘En toen hebben we in overleg met onze hoofdredacties besloten om een tijdje als Nederlands journalist niet naar Gaza te gaan.’ Waarom schreef Sander van Hoorn op 4 januari 2009 hier niets over, terwijl op hetzelfde moment het Israelisch bloedvergieten in volle gang was. RTL-correspondent Conny Mus zei in de EO-uitzending over de Israelische autoriteiten: ‘Ze hebben in feite Gaza journalistenvrij gemaakt.’ En zijn collega Sander van Hoorn verklaarde dan ook een jaar na dato dat dit ‘niets met veiligheid te maken' had 'eerder denk ik dat ze geen pottenkijkers willen,’ zonder overigens een verklaring te geven waarom de Israelische militaire leiders en politici geen ‘pottenkijkers’ wilden. En die verklaring hadden hij en zijn collega’s wel degelijk kunnen geven door te wijzen op de uitspraken over ‘disproportioneel geweld’ zoals publiekelijk verwoord was door onder andere de Israelische generaal Gadi Eisenkot. Waarom verzweeg de correspondent van het NOS-Journaal deze vitale informatie? Waarom mochten de NOS-Journaal kijkers niet weten dat de officiele Israelische militaire strategie er een zou zijn van 'disproportioneel geweld', zoals die ruim voor het bloedbad op 12 oktober 2008 als volgt besproken werd in de Israelische kwaliteitskrant Haaretz:
Coincidentally, in the same weekend, the Israeli public was exposed to an additional rare public confession from another criminal conspirator. This self-exposure occurred closer to home, in an interview in which the one confessing was none other than GOC Northern Command Gadi Eisenkot.




"What happened in the Beirut suburb of Dahiya in 2006 will happen in every village from which shots are fired in the direction of Israel," Eisenkot said to journalists from Yedioth Ahronoth. "We will wield disproportionate power against every village from which shots are fired on Israel, and cause immense damage and destruction. From our perspective, these are military bases. This isn't a suggestion. This is a plan that has already been authorized."

Hence, in two short sentences, one of the Israel Defense Force's senior commanders stated, with the world as his witness, his
intention to violate the two central tenets of the international laws of war: the principle of distinction, which states that every time military force is used, it is imperative to differentiate enemy combatants from enemy civilians, and that attacks may be directed only at the former; and the proportionality principle, which states that even in attacks against enemy combatants, disproportional use of power is prohibited.

It is important to understand this: T
he international legal definition of an illegal military attack is one directed at civilians, or one that involves a disproportional use of force. It was as if Eisenkot, then, was standing on a hilltop, declaring his intention to commit war crimes, yelling to passersby, "My intentions are biggest of all!"


Eerder al, op 3 oktober 2008, werd deze Israelische militaire strategie aldus verwoord door generaal Eisenkot in het Israëlische dagblad Yedioth Ahronot: 'We zullen disproportioneel geweld gebruiken tegen ieder dorp van waaruit schoten worden gelost op Israel, en we zullen immense schade en vernietiging te weeg brengen. Vanuit ons gezichtspunt zijn zij militaire bases. Dit is geen overweging, dit is een plan dat reeds is geautoriseerd.' In een rapport voor het Instituut voor Nationale Veiligheid van de Universiteit van Tel Aviv onderstreepte kolonel Gabiel Siboni even onverbloemd, dat het antwoord op de raketaanvallen de 'disproportionele aanval in het hart van de zwakke plek van de vijand is, waarbij pogingen de lanceringcapaciteit te schaden op de tweede plaats komt.'

Waarom verzweeg Sander van Hoorn dit alles? Waarom verzweeg hij dat hij via de AIVD en dus via de Israelische inlichtingendiensten was gewaarschuwd voor wat er komen zou? Het antwoord werd gegeven door de correspondent van de Wereldomroep David Poort: 'Er werd ons dringend verzocht er niet over te publiceren. Makken zei dat dit absoluut in deze groep moest blijven.' Waarom speelde Sander van Hoorn vrijwillig mee in deze 'klucht' die niets met journalistiek heeft te maken? En dat terwijl '[je] juist op dit moment daar [moet] zijn. Om verslag te doen van de bombardementen, de grondaanval, maar vooral ook van de impact daarvan op het leven in Gaza,' om de woorden van Van Hoorn maar eens te citeren. Waarom speelde hij een spelletje met de NOS-Journaal kijkers? Waarom deed hij het voorkomen dat hij graag ter plaatse in de Gaza-strook getuige had willen zijn van de werkelijkheid, terwijl hij ondertussen uiterst belangrijke informatie bewust en langdurig achterhield? En wat houdt hij momenteel allemaal nog meer geheim? Want als je als journalist eenmaal begint met het achterhouden van doorslaggevende informatie, dan doe je het de volgende keer ook. Waarom niet? Sander van Hoorn was tijdens de Israelische oorlogsmisdaden vanuit Israelisch gebied afhankelijk van de Israelische propaganda.


Dat er iets wezenlijk niet klopte blijkt ook uit de EO-uitzending waarin Sander van Hoorn het volgende verklaart:

Eigenlijk is het dus heel raar wat Conny (Mus) en ik deden. Wij kwamen vaak gewoon een kwartier voor onze uitzending daar aanrijden, je klom die heuvel op, en daarna gingen we op de hoek met z’n allen zitten eten, en reed je weer terug naar huis.

En huis is het veilige Tel Aviv, ver van het bloedbad in Gaza, waarvan hij en al zijn collega's geen getuige mochten zijn van de Israelische autoriteiten, waardoor Van Hoorn wel kon horen bombarderen, maar hij kon niet zien welk effect dat had. En dat was precies de bedoeling van de Israelische autoriteiten, die in samenwerking met de westerse journalisten Gaza 'journalistenvrij' hadden gemaakt. Hadden de buitenlandse correspondenten wel hun werk gedaan dan 'denk [ik] dat de Kamer dan minder genoegen had genomen met Maxime Verhagen die zegt van: ja, ik wil het woord disproportioneel niet in de mond nemen. Ik denk dat dan bij Israel veel eerder het idee was opgekomen van: we moeten het of klinischer aanpakken of er eerder mee stoppen,' aldus Sander van Hoorn zelf. Ook op deze wijze onderstreept de NOS-Journaal correspondent welk spelletje met hem gespeeld werd en welk spelletje hij vrijwillig meespeelde door informatie bewust achter te houden. Duidelijk is dat dit geen journalistieke werkwijze is, maar doodordinaire propaganda.Waarom liet Van Hoorn zich gebruiken en waarom verzweeg hij dit? Conny Mus verklaarde dat toen hij na de beeindiging van het bloedbad Gaza inmocht van de Israelische autoriteiten 'het nog erger [was] dan ik me had voorgesteld. Ik was in totale shock. Enorme vernietiging. Al die huizen die plat waren, instellingen als scholen die plat waren, ziekenhuizen die geraakt waren.' Een andere correspondent vertelde in de EO-uitzending over de alles doordringende de lijkenlucht. Dit was allemaal mede mogelijk gemaakt door de buitenlandse correspondenten die voorkwamen dat ze 'pottenkijkers' werden, omdat 'we in overleg met onze hoofdredacties besloten [hebben] om een tijdje als Nederlands journalist niet naar Gaza te gaan,’ aldus Conny Mus. Sander van Hoorn, waarom verzwijg je dit alles?



2 opmerkingen:

Anoniem zei

Sander heeft een nogal wezenloze naive blik, en hij laat vaak merken geen enkel medegevoel te hebben voor de palestijnen. Ik herinner me nog goed dat hij na de bombardementen op Gaza vorig jaar, zei het leven gaat in Gaza weer gewoon verder. Het eerste wat je ziet verschijne zijn de terrasstoeltjes waar we weer lekker iets kunnen drinken alsof er niets gebeurt is.
Als dat het commentaar is op de afslachting en smerige gebruik van wapens tegen de palestijnen heb je echt geen enkel gevoel voor het leed van de mensen die genadeloos en sadistisch zijn afgeslacht.
Hij ziet ze niet als mensen, de palestijnen zijn volgens hem geen mensen. Hij kijkt ernaar zoals je naar een kippenboerderij kijkt, waar alle kippen machinaal afgeslacht worden, helaas het is wel wreed, maar ja wel noodzakelijk.

stan zei

ik denk dat het veel erger is, hij kan het leed niet zien, want hij kijkt alleen naar de facade. hij is een sprekend voorbeeld van de moderne journalistiek. in de woorden van John Berger ‘Consumptie en communicatie zijn tegenwoordig verenigd in een diabolische vennootschap, en uit deze vennootschap bestaat datgene wat wij kennen als de media. Eerst en vooral vertegenwoordigen de media een economisch contract waardoor alles wat er in de wereld gebeurt wordt gekoppeld aan het mechanisme van de verkoop.’