donderdag 11 februari 2010

The Hurt Locker


Een film als The Hurt Locker is een combinatie van artistieke en financiele lef, en is daarom al de moeite waard. Ik schrijf dit omdat er vandaag in de Volkskrant interessante informatie staat over de film. Pauline Kleijer schrijft:

'Inmiddels is The Hurt Locker in maar liefst negen categorieen voor een Oscar genomineerd -- net zo vaak als Avatar. De aarzeling om de film hier in de bioscoop te vertonen lijkt onverklaarbaar, of het moet zijn dat films over de oorlog in Irak meestal weinig bezoekers trekken.'

Dit is interessant, het toont het fundamentele verschil aan tussen een groot en een klein land, tussen een levende cultuur en een parasitaire imitatiecultuur zoals we die in Nederland kennen. Voor het grote publiek in Nederland is het geweld in Irak een gedateerde zaak, een te verwaarlozen detail in een werkelijkheid die momenteel gedomineerd wordt door de klemmende vraag of de Elfstedentocht doorgaat. Het rapport van de Commissie Davids waarin gedocumenteerd wordt aangetoond dat premier Balkenende in strijd met het internationaal recht handelde, werd gisteren op de voorpagina van de NRC afgedaan met de opmerking dat het kabinet 'deemoed' toont en 'Davids' beschrijving van de feitelijke gang van zaken [accepteert]', gevolgd door de pendante reactie van het kabinet dat het 'zich realiseert dat ieder van de destijds betrokkenen de beschrijving van de feitelijke gang van zaken leest en beoordeelt vanuit de persoonlijke beleving en herinnering,' waarmee de schending van het internationaal recht teruggebracht wordt tot een kwestie van welk gevoel en welke opvatting men over deze affaire heeft. Recht is ook maar een mening, naar het oordeel van de christelijke sociaal democratische regering. En daarmee is de kous af en kunnen we weer goed gemutst overgaan tot de orde van de dag.

Dit heeft natuurlijk niets met democratie te maken, waarbij een regering verantwoording aflegt tegenover de vertegenwoordigers van de bevolking, maar daar gaat het allang niet meer om. Dat is allemaal schijn geworden. Ook het feit dat de toenmalige regering de illegale inval steunde had niets met democratie te maken en alles met de belangen van degene die in het Witte Huis woonde. En tevreden kan nu de NRC concluderen dat 'met de korte kabinetsreactie een kwestie opgelost [lijkt] die Balkenende IV een maand geleden nog aan de rand van de afgrond bracht,' en juist daarover gaat het in feite de hele tijd. Irak was slechts een te verwaarlozen detail in dat geheel. De mogelijke val van het kabinet is veel belangrijker dan de 1,3 miljoen Irakese burgers die om het leven zijn gekomen als gevolg van een illegale inval, zij zijn een quantité négligable, en dit geldt ook voor de meer dan 2,5 miljoen Irakese burgers die naar het buitenland zijn gevlucht, en het feit dat door ons ingrijpen Irak is ontaard in etnisch gezuiverde regio's waar de chaos totaal is. Daarover zwijgt iedereen angstvallig, inclusief de NRC, die op de dag van de illegale inval, 20 maart 2003, in een redactioneel commentaar het volgende advies gaf: 'Nu de oorlog is begonnen, moeten president Bush en premier Blair worden gesteund. Die steun kan niet blijven steken in verbale vrijblijvendheid. Dat betekent dus politieke steun - en als het moet ook militaire.'

Dat is allemaal verleden tijd, en het verleden telt niet mee in een land als Nederland, allemaal vergeten in een samenleving die autistisch reageert op de buitenwereld en waar geheugenverlies een diep gekoesterde nationale karaktertrek is. Het is ook niet verbazingwekkend dat Pauline Kleijer in de Volkskrant constateert dat 'er heel wat voor nodig [was] om The Hurt Locker in de Nederlandse bioscopen te krijgen. Ondanks enthousiaste recensies in Amerika, waar veel critici de film uitriepen tot de beste van 2009, zou The Hurt Locker in Nederland aanvankelijk alleen op dvd worden uitgebracht. Ook een stuk of vijftig filmprijzen veranderde daar niets aan.' Zoals gesteld: in een kruidenierslandje waar het poldermodel oppermachtig heerst, telt het verleden niet mee, met een 'korte kabinetsreactie lijkt een kwestie opgelost'. En dat is het belangrijkste in een maatschappij zonder geheugen. Pauline Kleijer wijst er terecht op dat 'de Irakoorlog nu eenmaal geen populaire oorlog [is]: te grimmig, te onbegrijpelijk, te uitzichtloos. The Hurt Locker bevestigt dat beeld.' Nederlanders haten de complexiteit van het bestaan, ze eisen hapklare brokken, eenvoudige beelden, waarbij wij de helden zijn en de anderen de schurken. En alles dat dit beeld, want het is niets meer dan een beeld, verstoort is 'te onbegrijpelijk' voor de kaaskoppen die hier de dienst uitmaken.

Dit alles tekent Nederland, in tegenstelling tot een echte levende cultuur als de Amerikaanse. Daar durft men controversiele films te maken, daar durft men financiele en artistieke risico's te lopen, daar durft men het publiek te confronteren met de eigen dwaasheden. "'Oorlog is een drug', staat er in het openingscitaat van de film, ontleend aan de oorlogscorrespondent Chris Hedges," zo schrijft Pauline Kleijer. Als ze 'War Is a Force That Gives Us Meaning,' de nationale bestseller van Hedges, een van de grootste anti-oorlogsboeken van de laatste halve eeuw, had gelezen dan had ze geweten dat Hedges in feite het volgende schreef: 'war is a drug, one I ingested for many years. It is peddled by mythmakers -- historians, war correspondents, filmmakers, novelists, and the state -- all of whom endow it with qualities it often does possess: exitement, exoticism, power, chance to rise above our small stations in life, and a bizarre and fantastic universe that has a grotesque and dark beauty. It dominates culture, distorts memory, corrupts language, and infects everything around it...'

En dat is het ware onderwerp, vandaar dat de film ook in Nederland moet worden uitgebracht, niet omdat het entertainment is, maar omdat het mythe doorprikt, omdat de film de opiniemakers, degenen die mythen verkopen, de corrupte politici en journalisten in Nederland en elders tegen het licht houdt, omdat het de realiteit laat zien, beter nog dan de realiteit zelf, omdat het aantoont hoe gecorrumpeerd de taal van de autoriteiten en hun spreekbuizen is en hoe het geweld het weefsel van onze hele samenleving infecteert, en hoe deze werkelijkheid achter de schermen ons dagelijks leven domineert. En juist daarom ook moet premier Balkenende gedwongen worden op te stappen. Een volk dat niet tegen de waarheid kan, zal eeuwig in een leugen blijven leven, tot het tenslotte aan zijn eigen onnozelheid ten onder gaat. De provinciale mentaliteit die hier het leven beheerst verstikt alles. Wat ik nu schrijf zult u nooit in de commerciele media aantreffen. Dissidenten worden hier gemarginaliseerd.


1 opmerking:

Anoniem zei

Goed stuk! Die Pauline toch....