Wie is die Martien Pennings, wiens nonsens vetgedrukt in de Volkskrant van vandaag staat? Ik weet het niet. Wel berichtte het toen nog christelijke dagblad Trouw op 8 oktober 1994: 'Martien Pennings is vrijgevestigd denker te Amsterdam. De vragen zijn afkomstig uit 'Dagboek 1966-1971' van Max Frisch; als 'Lastige vragen' in een aparte editie verschenen bij uitg. Meulenhoff.'
Gelijk in het begin zei Martien - die toen 'tegen de vijftig' liep - op de vraag: 'Wie zou u liever nooit zijn tegengekomen?' het volgende: 'Een zekere jonge vrouw. Ik heb haar besmet met herpes genitalis... Ik hoop in de loop van dit gesprek, mijnheer Frisch, nog even van u de gelegenheid te krijgen uit te leggen wat dat is, herpes genitalis.'
En ja hoor, wanneer de vraag opduikt 'wat staat uw geluk in de weg' antwoordt Pennings gretig: 'Dank u wel voor de gelegenheid. Het antwoord moet luiden: herpes genitalis. Dat is een virusziekte en die heb ik, dus. Het is ongeneeslijk, besmettelijk als de pest, en manifesteert zich periodiek in, soms pijnlijke, blaasjes en zweertjes. Je kan het krijgen op alle slijmvliezen: eikel en voorhuid van de penis, schaamlippen, anus, mond en lippen, neusgaten, ogen. Sommige lijders hebben slechts een paar per jaar een aanval, anderen veel vaker. Ik heb het gelukkig alleen op mijn penis, maar wel vrij vaak. De verneukeratieve rottigheid is, dat, als je geen echte aanval hebt, je toch onzichtbare miniblaasjes kunt hebben en een ander besmetten. Na enig inlevend nadenken, mijnheer Frisch, begrijpt u dat een en ander het liefdesspel enigszins bemoeilijkt en belast. En aangezien sexualiteit voor mij altijd een bevestiging van mijn vitaliteit en een overwinning op de dood betekende, staat die herpes mijn geluk danig in de weg.' Dat weten we nu ook weer.
Misschien wel door die herpes was Martien geobsedeerd geraakt door zijn mannelijkheid en de seksualiteit, want eigenhandig kiest hij de vraag: 'Wat beschouwt u als mannelijk?' Pennings antwoordt met tongue in cheek: ''Mag ik ter beantwoording van deze vraag citeren uit de Oikoia? ('Huiselijkheden', een pas ontdekt geheim dagboek van Homerus.): “Met geërecteerde penis, die staat te trillen, zo, zoals - wanneer een sterke boer zijn spade diep in de weerbarstige aarde heeft gestoken, en hij wrikt onder de brandende zon het nuttige ijzer in de harde klei - zoals de spadeschacht dan soms zwiepend ontsnapt aan zijn zwetende handen, en vibrerend in de vruchtbare aarde staat, zo, met zo een geërecteerde penis, dan, een vrouw benaderen - en uit haar ogen spreken ontzag en begeerte, want ze ziet dat het menens is - dat vind ik nou mannelijk.”
Nogmaals, van zo iemand wil je graag zijn mening horen over van alles en nog wat en dan allereerst in de Volkskrant en zeker zodra het gaat over 'de waarheid over Israel'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten