zondag 14 mei 2023

Het Gecultiveerd Slachtofferschap van Natascha van Weezel (4)

Met de stelligheid van een ware gelovige beweerde de columniste Natascha van Weezel in Het Parool over haar drie maanden oude baby Max: ‘Mijn zoon is Joods.’ Nog niet bewust van zijn zijn rol op aarde, heeft zijn moeder voor hem al de grenzen van zijn identiteit bepaalt. En als zij dit maar lang genoeg erin hamert, dan zal hij, net als zij, ‘Joods’ met een hoofdletter worden, dus behorend tot het Joodse volk, terwijl hij, evenals zijn moeder, in Nederland is geboren, en dus de Nederlandse nationaliteit bezit. Op deze manier erft de kleine Max, de derde generatie naoorlogse  joodse Nederlanders, ongevraagd de trauma’s van de Holocaust. Het gecultiveerde slachtofferschap wordt op die manier geconsolideerd, als het ware genetisch doorgegeven. Vanzelfsprekend heeft een ieder het recht zijn of haar trauma’s te blijven koesteren. Het probleem is alleen dat dit ernstige politieke consequenties bezit die anderen tot slachtoffer maakt. Het slachtofferisme creëert op die manier  zijn eigen slachtoffers. Een voorbeeld daarvan gaf Natascha van Weezel’s moeder Anet Bleich toen zij als opiniemaakster op 1 november 2000 in de Volkskrant de vraag opwierp: ‘Wie is de hoofdverantwoordelijke voor het geweld dat de westelijke Jordaanoever en de Gazastrook al meer dan een maand teistert?’ om vervolgens te schrijven:


Het lijkt allemaal zo helder als glas en desondanks is dit beeld misleidend. De confrontatie in de Palestijnse gebieden is een klassiek voorbeeld van een situatie waarin zwak en sterk niet automatisch samenvallen met goed en kwaad. De underdog heeft niet altijd per se gelijk. Het komt voor dat de sterkere partij door de zwakkere wordt geprovoceerd tot geweld. Dat is hier het geval…


In hoeverre het Israëlisch tegengeweld inderdaad buitenproportioneel is, durf ik niet te zeggen. Het zou goed zijn als daar, nadat de rust is weergekeerd, een internationaal onderzoek naar zou worden ingesteld.


Alle onafhankelijke ‘internationale onderzoeken’ hebben bevestigd dat de agressor de zelfbenoemde ‘Joodse staat’ is, en dat Israel functioneert als een ‘Apartheidsstaat,’ zoals Amnesty International het heeft verwoord. Desondanks bleef Bleich van mening dat ‘Yasser Arafat blijkbaar met geweld wil nemen wat hij aan de onderhandelingstafel had kunnen krijgen zonder dat daarbij één druppel bloed had hoeven te vloeien: een Palestijnse staat op 90 procent van de Westoever en de Gazastrook, met (een deel van) Oost-Jeruzalem als hoofdstad.’

https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/waar-heeft-arafat-zijn-nobelprijs-opgeborgen~bb5ca70c/ 


Bleich’s makkelijk weerlegbare nonsens vloeit voort uit haar onvermogen om in te zien dat er een wereld van verschil bestaat tussen het judaïsme en zionisme. Aangezien zij geen van beiden is, ze is immers niet gelovig en bovendien niet naar Israel geëmigreerd, waar ‘Joden’ zich als een volk beschouwen en daarom de Palestijnse bevolking blijven terroriseren, vervolgen en vermoorden en doorgaan met het stelen Palestijns gebied. Desondanks pleitte Anet Bleich in De Groene Amsterdammer van 24 juni 2015 voor een, let op, ‘linkse stedenband’ tussen Amsterdam en Tel Aviv. Anderhalve week eerder had het CIDI, de zionistische propaganda-arm van Israel, het volgende bericht gepubliceerd:


In mei 2014 ging de gemeenteraad van Amsterdam akkoord met het voornemen om een stedenband aan te gaan met Tel Aviv. Het idee kwam destijds van voormalig CIDI-directeur Ronny Naftaniel en paste in het internationale beleid van de stad.


In het najaar van 2014 besloot de gemeente Amsterdam om de plannen voor de stedenband in de ijskast te zetten als gevolg van het opgelaaide conflict tussen Israel en Gaza in de zomer van 2014. In januari van dit jaar begon de gemeente een nieuw onderzoek en werd ook de mogelijkheid meegenomen om een stedenband relatie met Ramallah aan te gaan.

https://www.cidi.nl/31242/  


Mevrouw Bleich, die volgens eigen zeggen, ‘als linkse jodin’ een emotionele band met Israel heeft — haar zuster woont er — had evenwel, net als wijlen haar echtgenoot Max van Weezel, geen enkel rationeel argument om voor een stedenband te pleiten. Intussen gaat de gentrification, de etnische zuivering van Jaffa, onderdeel van Tel Aviv, gewoon door, zonder dat Anet Bleich zich hiertegen uitspreekt, waardoor opnieuw het identiteitsprobleem zich manifesteert van een niet gering aantal joodse Nederlanders.  


Het intellectueel niveau in Nederland is even zo beschamend laag dat dit identiteitsprobleem onbespreekbaar blijft. Spreekt men daarentegen met kritische Joods-Israelische intellectuelen dan ontdekt men snel welk gat er gaapt tussen de al dan niet joodse praatjesmakers in de polder en geschoolde insiders in Israel. In 2007 interviewde ik de gezaghebbende Joods-Israelische hoogleraar Edith Zertal die het volgende opmerkte:


Sinds de Oslo-akkoorden in 1993 zijn er meer Joodse nederzettingen gebouwd dan voorheen. Het zogenaamde vredesproces is het middel bij uitstek dat Israël helpt het beleid van de langzame dé-arabisering ten uitvoer te brengen. Daarom zal de wereld de Israëli’s een duidelijke boodschap moeten geven, namelijk: 'als jullie vrede en verzoening willen, zullen jullie allereerst moeten erkennen wat er in 1948 is gebeurd.' (de gewelddadige etnische zuivering van ongeveer 750.000 Palestijnse burgers. svh). De Joden in Israël moeten ophouden dit te ontkennen, ze moeten verantwoording voor hun misdaden nemen. Daarnaast zouden ze officieel moeten verklaren dat er een automatisch recht op terugkeer is voor de slachtoffers van de etnische zuiveringen, zoals overigens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken op zijn website bepleit. Alleen in het geval van de Palestijnen verzwijgt Washington de Israëlische etnische zuivering. 


Een tweede boodschap aan de Israëli’s zou moeten zijn dat ze onmiddellijk moeten ophouden met de politiek van het etnisch zuiveren, die sinds 1948 wordt gevoerd. En de Israëli’s moeten duidelijk worden gemaakt dat het ontmenselijken van de oorspronkelijke bevolking slechts tot misdaden leidt. Dit dient niet bij een vermaning te blijven, het veroordelen van mijn volk helpt niet, Israëli’s zijn totaal immuun voor kritiek, ze lachen erom, want ze weten dat afkeuring geen consequenties heeft, dankzij het Amerikaanse vetorecht. Alleen een boycot zal effectief zijn. Europa zou 'de Joodse natie' moeten boycotten, net zoals het deed met Zuid-Afrika toen daar misdaden tegen de menselijkheid werden begaan. Anders gaat het onrecht gewoon door. Sterker nog: er is sprake van een escalatie, op korte termijn zullen de Palestijnen worden geconfronteerd met nog wredere Israëlische beleidsdaden. Het einde van de verdrijvingen uit Palestina is nog lang niet in zicht. Op dit moment stuurt Israël aan op een etnische zuivering van de West Bank en Gaza. Het resultaat van die politiek zal verschrikkelijke reacties oproepen tegen de Joden in Israël en ik durf zelfs te zeggen tegen de joodse gemeenschappen in de rest van de wereld.


Als historica doceert Zertal moderne geschiedenis aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem en is door haar publicaties in brede kringen bekend. Zij was als hoogleraar verbonden aan zowel de Universiteit van Chicago als aan de prestigieuze École des Hautes Études en Sciences Sociales in Parijs, en doceerde tevens aan het Institut für Jüdische Studien van de Universiteit van Bazel. Haar boeken zijn naast het Hebreeuws in het Engels, Frans, Duits en Spaans verschenen. In haar opzienbarende studie Israël’s Holocaust and the Politics of Nationhood (2002) laat zij zien hoe:

het proces van het heilig verklaren van de Holocaust — dat op zichzelf al een vorm van devaluatie is — gekoppeld aan het concept van de heiligheid van het land… een vaderland heeft veranderd in een tempel en een eeuwig altaar.


Professor Zertal zet op scherpzinnige wijze uiteen op welke manier de herinnering aan de Holocaust een ideologisch wapen werd voor een verwerpelijke zionistische politiek. In de praktijk ging dit zelfs ten koste van de ware slachtoffers zelf: 


Terwijl de Israëlische samenleving de herinnering aan de Holocaust nationaliseerde — door leiders en woordvoerders die ‘daar’ niet geweest waren — en organiseerde… in een geritualiseerde, didactische herinnering, die een nationale les uitdraagt in overeenstemming met haar visie, sloot ze de directe boodschappers van deze herinnering uit — zo’n kwart miljoen Holocaust-overlevenden die naar Israël waren gemigreerd.


Hoewel de journaliste Anet Bleich in 2000 de Palestijnse leider Arafat de schuld gaf voor het massale zionistisch geweld tegen de Palestijnse bevolking, wist de Israelische politieke top dat dergelijke beweringen onzinnig waren. De beste bronnen zijn natuurlijk de betrokkenen zelf. Dit is wat de Joods-Israelische politicus Shlomo Ben-Ami verklaarde: 'in de praktijk waren de Oslo-akkoorden gebaseerd op een neo-kolonialistische basis, op een leven van afhankelijkheid… voor altijd.’ Dat het zogeheten Vredesproces op niets uitliep was volgens hem onvermijdelijk, aangezien de ‘mislukking in de genetische code van Oslo vastgelegd was.' En dit was, volgens hem, het gevolg van het feit dat het zionisme niet alleen een nationale bevrijdingsbeweging is voor joden, maar onlosmakelijk daarmee ‘een beweging’ is ‘om te veroveren, te koloniseren en het vestigen van nederzettingen.’ Shlomo Ben Ami is niet de eerste de beste, maar een Israelische voormalige minister van Buitenlandse Zaken die onder premier Ehud Barak de belangrijkste Israelische onderhandelaar was tijdens de Camp David-bijeenkomsten. Ben-Ami voegde daar later aan toe: ‘Als ik Palestijn was zou ook ik Camp David hebben afgewezen.’ Die uitspraak haalde nooit de wereldpers, een feit dat andermaal demonstreert hoe de pro-Israël-berichtgeving van een groot deel van de westerse mainstream-pers functioneert. Het onderstreept tevens hoe succesvol het werk van de pro-Israël-lobby is, waarvan mevrouw Bleich en haar dochter Natascha van Weezel, zo’n onlosmakelijk onderdeel is.


Het gecultiveerd slachtofferschap van Anet Bleich leidde in 2015 tot haar bewering dat ‘de Gaza-oorlog van de afgelopen zomer ontketend’ was ‘door Hamas.’ Deze voorstelling van zaken is op haar beurt weer het onvermijdelijk gevolg van een pathologie die zijzelf als volgt omschreef:


Wat er met Israël ook mis mag zijn, ik voel me verbonden met dat land. Het is vervelend als een persoon, club of land, waaraan je bent gehecht, grove fouten maakt. Dat geeft een onbehaaglijk gevoel, zelfs iets van plaatsvervangende schaamte.


‘Verbonden met’ een ‘land,’ dat wil zeggen 'verbonden' met een vlag, een etnisch gezuiverd volk, strijdkrachten, volkslied en mythologie die tribale behoeften moeten bevredigen. Het is in een geglobaliseerde, multiculturele wereld een achterhaalde, maar kennelijk toch noodzakelijke behoefte gebleven bij mensen, die wanhopig op zoek zijn naar een identiteit. Zij verlangen ernaar om ergens bij te horen, getuige ook de opkomst van de zogeheten ‘populisten.’ Het is niet overdreven te stellen dat mevrouw Bleich, de zelfbenoemde ‘linkse’ en ‘joodse’ opiniemaker, aan dezelfde mentale leegte lijdt als Wilders en Baudet, die voortdurend inspelen op tribale sentimenten. Haar 'onbehaaglijk gevoel,’ en zelfs haar ‘plaatsvervangende schaamte’ hebben tot nu toe niet geleid tot een humaner mens- en wereldbeeld. 


En zo  keer ik terug naar de drie maanden oude Max, die volgens zijn moeder ‘Joods’ is. Welke toekomst heeft zo’n baby? Daarover later meer. 





Geen opmerkingen: