De
universaliteit van de universele rechten van de mens wordt elke minuut van de
dag op de grofst denkbare manieren geschonden. Door ons, wij dus van de westerse
beschaving die penicilline en de clusterbom hebben voortgebracht, Sophocles en
Auschwitz, Eric Clapton en Hiroshima. Wij en
Wanneer
we dus ‘wij’ zeiden, meenden we het te hebben over alle mensen, terwijl het in
feite alleen maar over onszelf, de Europeanen, ging. Nu echter treden we
onherroepelijk het tijdperk binnen waarin een eenduidige vergelijking
‘wij=Europeanen’, als synoniem voor alle wereldburgers, in twijfel wordt
getrokken, gezien de historische veranderingen die zich voltrekken.
Als
gevolg van deze veranderingen werden immers nogal wat andere, tot dan toe
gedomineerde en gemarginaliseerde culturen wakker geschud. Ze leefden op en
begonnen een gelijkwaardige plaats op te eisen aan de mondiale ronde tafel. Ze
zijn ambitieus en dynamisch en beschikken over een sterk ontwikkeld gevoel van
eigenwaarde.
aldus
Kapuscinski. Hij schreef dit
op
het moment dat in de moderne cultuur de houding domineert om zich te beperken
tot zijn eigen, egoistische ik en zich erin op te sluiten, in een goed geisoleerde
kring, waarin de lusten en grillen van de consument bevredigd kunnen worden.
Hoe zit het met
Het
trotseren van de verleidingen en van het dictaat van het consumentisme door het
nemen van verantwoordelijkheid voor de Ander…?
Wie zijn wij, blanke
westerlingen, producten van een christelijke cultuur, voor wie de Ander alleen maar bestaat als degene die
naar ons moet luisteren en onze cultuur moeten imiteren? Wie zijn de medewerkers van Movies That Matter die Sophie Roborgh, van de Hague Centre for Strategic Studies,
uitnodigde en het Nederlands PVDA-Kamerlid Désirée Bonis, die eerder Nederlands
ambassadeur was in Damascus, om over de toekomst van Syrie te praten? En dat terwijl
ze tegelijkertijd representanten zijn van onze NAVO-cultuur, een cultuur
die zo haarscherp is gedefinieerd door de vooraanstaande Amerikaanse neoconservatieve historicus Victor Davis
Hanson in zijn boek Why The West Has Won. Nine Landmark Battles in the
Brutal History of Western Victory. Kort maar
krachtig samengevat concludeert Hanson dat wij vijf eeuwen lang wonnen vanwege
het simpele feit dat het Westen
harder kon meppen, meedogenlozer was in zijn streven naar hegemonie, want
wij bezaten
the most lethal practice of arms conceivable. Let us hope that we at
last understand this legacy. It is a weighty and sometimes ominous heritage
that we must neither deny nor feel ashamed about -- but insist that our deadly
manner of war serves, rather thans buries, our civilization.
Let op dames: 'weighty and sometimes ominous heritage,' waarvoor we ons zeker niet voor hoeven te schamen. Het staat er echt. Vanuit welk moreel recht
spreken wij om ons met geweld te bemoeien in een intern conflict in Syrie, een
burgeroorlog die door ons wordt aangewakkerd door het sturen van wapens vanuit
Saoedi-Arabie naar onder andere fundamentalistische jihadisten die geen
democratie willen, maar net als in Saoedi-Arabie, een theocratische dictatuur? Hier
is geen sprake van een dialoog, maar van een eeuwenlang monoloog nog steeds gedomineerd door Theodore Roosevelt’s adagium ‘speak softly and carry a big stick.’ Vanuit
dit gezichtspunt is de vraag: wie zijn Sophie Roborgh en Désirée Bonis, en wat beogen de organisatoren van Movies That Matter? Wat
is er met de universaliteit van de universele rechten van de mens gebeurt, wanneer volgens Brzezinski tweederde van de mens in diepe armoede verkeert? Terwijl ik dit tik hoor ik de nieuwslezeres van Sublime FM melden dat ‘premier Rutte tot de tien best geklede wereldleiders
is gekozen door het Amerikaanse tijdschrift Vanity Fair, dat verder zijn lach,
kapsel en frameloze bril roemt.’ Dat is nieuws in de polder, tezamen
met een gruwelmoord en de situatie in Syrie. Het is de auteur Milan Kundera die journalisten de ‘termieten van de reductie’ noemden, die zelfs
‘de grootste liefde terugbrengen tot een geraamte van schrale
herinneringen.’ Kundera:
Over de hele wereld strooien ze
dezelfde simplificaties en cliche’s uit waarvan mag worden aangenomen dat ze
door de meerderheid zullen worden aanvaard, door allen, door de hele mensheid.
En het is niet zo belangrijk dat in de verschillende organen van de media de
verschillende politieke belangen tot uiting komen. Achter het uiterlijke
verschil heerst een en dezelfde geest. Je hoeft de Amerikaanse en Europese
opiniebladen maar door te kijken, van rechts zowel als links, van Time tot Der
Spiegel: in al die bladen tref je dezelfde kijk op het leven aan, die zich in
dezelfde volgorde waarin hun inhoudsopgave is opgebouwd weerspiegelt, in
dezelfde rubrieken, dezelfde journalistieke aanpak, dezelfde woordkeus en
stijl, in dezelfde artistieke voorkeuren en in dezelfde hierarchie van wat ze
belangrijk en onbeduidend achten. De gemeenschappelijke geestesgesteldheid van
de massamedia, die schuilgaat achter hun politieke verscheidenheid is de geest
van de tijd.
1 opmerking:
BN/De Stem over een documentaire in Movies that Matter: Zuid-Afrika als voorbeeld voor Israël.
'er moet vrede komen', en 'als we elkaar kunnen vergeven komt het allemaal wel goed' zijn allemaal manieren om het werkelijke probleem, de werkelijke oorzaak te blijven ontkennen, nl. de bezetting. Het 'conflict' tussen Israëli's en Palestijnen is geen spontane natuurramp maar een gevolg van de bezetting. Net als de zwarte Zuid-Afrikanen zullen de Palestijnen allereerst (hun beloofde en erkende) rechten moeten krijgen. Maar dát is nu precies het probleem. Pas daarna kun je aan de slag met verzoening. 'No justice, no peace', dat weet een kind.
Een reactie posten