In zijn
essaybundel De Ander constateerde de
grote Poolse journalist Ryszard Kapuściński in 2006 hoe vanaf het begin van de
Griekse beschaving de ander de spiegel is geweest waarin de mens zichzelf
bekijkt en afmeet. Hij schreef vervolgens:
Xenofobie, zo lijkt Heordotus
te verkondigen, is een ziekte van bange mensen die lijden aan een
minderwaardigheidscomplex, die denken dat ze zichzelf zullen moeten bekijken in
de cultuurspiegel van de Anderen.
Die houding mag dan wel verklaarbaar zijn, maar blijft tegelijkertijd verwerpelijk, zeker wanneer blanke Europeanen, opgegroeid in
een christelijke cultuur, ineens xenofoben worden. Immers, Kapuściński merkte terecht op dat ‘het einde van de Europese Middeleeuwen en
het begin van de moderne tijd’ het begin inluidde van ‘een grote Europese expeditie met als doel
de wereld te veroveren, de Ander te knechten en te beroven’ en de
blanke op die manier ‘bloedige en
wrede bladzijden in de geschiedenis van onze planeet’ schreven. Kapuściński:
De schaal van deze genocidale praktijken van dit ruim
drie eeuwen durende tijdperk zou pas in de twintigste eeuw worden overtroffen,
de eeuw die de macabere gedaante van de Holocaust zou aannemen.
Het beeld van de Ander bij de Europeanen, die erop uit
zijn de planeet te veroveren, is dat van een naakte wilde, een kannibaal en een
heiden. Hem vernederen en vertrappen is zowel een heilig recht als de plicht
van de Europeaan – die blank en christen is. Aan de basis van de ongekende
bruutheid en wreedheid van de blanken lag niet alleen een verblindende begeerte
naar bezit van goud en slaven, iets waardoor de breinen van de Europese elite werden
verteerd, maar ook een uiterst laag niveau van beschaving en moreel besef van
degenen die de wijde wereld werden ingestuurd als een voorpost van contacten
met de Anderen. De bemanning van toenmalige schepen was grotendeels
samengesteld uit misdadigers, crimininelen, bandieten, notoir en evident gespuis,
en in het beste geval uit zwervers, daklozen en mislukkelingen.
Het feit dat Europa eeuwenlang zijn slechtste,
weerzinwekkendste vertegenwoordigers uitzond voor een ontmoeting met de
Anderen, nota bene ook voor de allereerste ontmoeting, zou een trieste schaduw
werpen op onze relaties met de Anderen; het zou de gangbare opvattingen over
hen doen ontstaan, het zou ervoor zorgen dat stereotypen, vooroordelen en
fobieen zich in onze breinen nestelden, die in een of andere vorm tot op de dag
van vandaag voortleven…
Veroveren, koloniseren, onderwerpen, afhankelijk maken
– deze reflex ten opzichte van de Anderen herhaalt zich voortdurend in de loop
der wereldgeschiedenis.
De
meest recente voorbeelden zijn Afghanistan, Irak, Libie en Syrie waar volgens
de International Herald Tribune van
vandaag de
C.I.A. guides Syria arms aid. The C.I.A.’s role has
schown a U.S. willingness to help support lethal aid for rebels in the Syrian
conflict.
En
hoe loopt de ‘arms pipeline to the
Syrian rebels’ oftewel de ‘arms
airlift guided by C.I.A.’? Wel volgens de IHT via pronkstukken van democratische beschaving, te weten Saoedi
Arabie en Qatar, Jordanie en Turkije.
Onze
rijkdom is gebaseerd en wordt in stand gehouden door westerse terreur, zoals ook Ryszard
Kapuściński duidelijk maakt. Tegelijkertijd proberen westerse mainstream-opiniemakers dit
zoveel mogelijk te verdoezelen en te verzwijgen. Een heldere illustratie van de
westerse hypocrisie kwam ik deze week tegen toen ik het programma van het, let op, Movies That Matter-festival inkeek dat
georganiseerd wordt door fatsoenlijke betrokken blanke Nederlandse burgers. Ik las ondermeer dit:
THE LAW IN
THESE PARTS - DISCUSSIE DE MEESTE WETTEN GELDEN
26 maart 2013
Na de vertoning van de film The Law in These Parts op dinsdag 26 maart om
21.00 uur in Theater aan het Spui 2 is er een discussie met Orna Ben-Naftali,
hoogleraar aan de Israelische Haim Striks School of Law, John Dugard, voormalig
VN mensenrechtenrapporteur in de bezette Palestijnse gebiedenen en Sam Muller,
oprichter en directeur van het Hague Institute for the Internationalisation of
Law.
Deze discussie wordt
georganiseerd in samenwerking met gate 48 - platform voor kritische Israëli’s
in Nederland.
Wat mij opviel was de naam Sam Muller, ‘oprichter en directeur van het Hague Institute for the
Internationalisation of Law.’
Hier wordt dus een discussie
georganiseerd met iemand die claimt een pleitbezorger te zijn van ‘the Internationalisation of Law,’ en die lid is van de ‘Temporary Board’ van ‘The Hague Institute for Global Justice.’
En wat is, na vijf eeuwen westerse
terreur in de wereld, de doelstelling van dit Haagse instituut?
The Hague Institute for Global Justice is
dedicated to address core problems in the field of global justice. Taking a
demand-driven and interdisciplinary approach, the Institute seeks to provide
new perspectives that will lead to feasible and effective steps in solving
current and future global challenges. It does this by combining the best and
most innovative knowledge from various disciplines and actors, and geographic
and cultural perspectives.
The Hague Institute for Global
Justice was established in 2011 by The Hague Academic Coalition, the City of
The Hague, the Hague Conference on Private International Law and the Hague
Centre for Strategic Studies, supported by the Dutch government.
Het staat er allemaal echt, terwijl
toch de ‘chair’ van de ‘Advisory Council’ van Hague Institute for Global
Justice niemand anders is dan ‘Dr Madeleine
K. Albright,’ dezelfde Madeleine Albright die
On May 12, 1996… defended UN sanctions
against Iraq on a 60 Minutes
segment in which Lesley Stahl
asked her ‘We have heard that half a million children have died. I mean, that's
more children than died in Hiroshima. And, you know, is the price worth it?’
and Albright replied ‘we think the price is worth it.’
www.youtube.com/watch?v=FbIX1CP9qr4
Nadat deze moeder en grootmoeder, die
een genocidale politiek had verdedigd, weer gewoon burger was geworden, begon ze
voor zichzelf en verdient nu veel geld in landen waarvan de infrastructuur door Albright's toedoen is vernietigd en weer moeten worden opgebouwd. Leest u even mee hoe
een Amerikaanse oorlogsmisdadigster gelauwerd wordt voor en rijk wordt aan de
door haar beleid veroorzaakte verwoestingen:
In 2001, Albright was elected a
Fellow of the American Academy
of Arts and Sciences.[69]
The same year, she founded the Albright Group, an
international strategy consulting firm based in Washington, D.C.[70]
It has Coca-Cola, Merck, Dubai Ports World, and Marsh &
McLennan Companies among its clients, who benefit from the access
that Albright has through her global contacts.[71][72]
Affiliated with the firm is Albright Capital
Management, which was founded in 2005 to engage in private fund
management related to emerging markets.[72]
Albright currently serves on the Council on
Foreign Relations Board of directors and on
the International Advisory Committee of the Brookings Doha
Center.[73]
She is also currently the Mortara Distinguished Professor of Diplomacy at the Georgetown
University Walsh School of
Foreign Service in Washington, D.C..
In 2003, she accepted a position on
the Board of Directors of the New York Stock
Exchange. In 2005, Albright declined to run for re-election to the
board in the aftermath of the Richard Grasso
compensation scandal, in which Grasso, the chairman of the NYSE Board of
Directors, had been granted $187.5 million in compensation, with little
governance by the board on which Albright sat. During the tenure of the interim
chairman, John S. Reed,
Albright served as chairwoman of the NYSE board's nominating and governance
committee. Shortly after the appointment of the NYSE board's permanent chairman
in 2005, Albright submitted her resignation. [74]
On October 25, 2005, Albright guest
starred on the television drama Gilmore Girls as herself.[75]
On January 5, 2006, she participated
in a meeting at the White House
of former Secretaries of Defense and State to discuss U.S. foreign policy with George W. Bush
administration officials. On May 5, 2006, she was again invited to
the White House to meet with former Secretaries and Bush administration
officials to discuss Iraq.
Albright currently serves as
chairperson of the National Democratic
Institute for International Affairs and as president of the Truman Scholarship Foundation. She is also the
co-chair of the Commission on
Legal Empowerment of the Poor and held the Chair of the Council of Women
World Leaders Women's Ministerial Initiative up until November 16,
2007, succeeded by Margot Wallström.
In an interview given to Newsweek International
published July 24, 2006, Albright gave her opinion on current U.S. foreign
policy. Albright said: ‘I hope I'm wrong, but I'm afraid that Iraq is going to
turn out to be the greatest disaster in American foreign policy – worse than
Vietnam.’ [76]
In September 2006, she received the Menschen in
Europa Award, with Václav Havel, for
furthering the cause of international understanding. [77]
Albright has mentioned her physical
fitness and exercise regimen in several interviews. She has said she is capable
of leg pressing 400 pounds. [78][79]
At the National Press Club in
Washington on November 13, 2007, Albright declared that she with William Cohen would
co-chair a new "Genocide
Prevention Task Force"[80]
created by the United States
Holocaust Memorial Museum, the American Academy
of Diplomacy, and the United States
Institute for Peace. Their appointment was criticized by Harut Sassounian[81]
and the Armenian
National Committee of America. [82]
On May 13, 2007, two days before her
70th birthday, Albright received an honorary doctor of laws degree from the University of
North Carolina at Chapel Hill. [83]
Albright endorsed and supported Hillary Clinton in her
2008 campaign for U.S. President. Albright has been a close friend of Clinton
and serves as her top informal advisor on foreign policy matters. She is
currently serving as a top advisor for U.S. President Barack Obama in a working
group on national security. On December 1, 2008, then-President-elect Obama
nominated then-Senator Clinton for Albright's former post of Secretary of
State.
In September 2009, Albright opened an
exhibition of her personal jewelry collection at the Museum of Art
and Design in New York City,
which ran until January 2010. The collection highlighted the many pins she wore
while serving at the United Nations and State Department, including the famous
pin showing a snake and apple she wore after the Iraqi press called her ‘an unparalleled serpent’,
and several jeweled insect bugs she wore to meet the Russian Foreign
Minister Igor Ivanov
after it was discovered the Russian secret service had attempted to bug the
State Department.[84]
In August 2012, when speaking at a Obama campaign
event in Highlands Ranch,
Colorado, Albright was asked the question ‘How long will you blame that previous
administration for all of your problems?’, to which she replied ‘Forever’.
[85][86]
World Justice Project
Madeleine Albright serves as an
Honorary Chair for the World Justice
Project. [87]
The World Justice
Project works to lead a global, multidisciplinary effort to
strengthen the Rule of Law
for the development of communities of opportunity and equity. [88]
The Hague Institute for Global
Justice
Madeleine Albright serves as Chair of
the advisory council for The Hague
Institute for Global Justice, which was founded in 2011 in The Hague. [89]
[…]
Hate speech incident in Prague
bookstore, 2012
In late October 2012, during a book
signing in the Prague bookstore Palác Knih Luxor, she was visited by a group of
activists from the Czech organization ‘Přátelé Srbů na Kosovu’. She was
heard saying ‘Disgusting Serbs, get out!’ to the Czech group, which had
brought war photos to the signing, some of which showed Serbian victims of the Kosovo War in 1999. The
protesters were expelled from the event when police arrived. Two videos of the
incident were later posted by the group on their Youtube channel, the
specific hate speech incident can be seen at 1:00 in one of them. [94][95]
Albright's involvement in the NATO bombing of
Serbia was the main cause of the demonstration - a sensitive topic
which became even more controversial when it came to light that her investment
firm, Albright Stonebridge Group, was preparing to bid in the proposed
privatization of Kosovo's state-owned telecom and postal company, Post and Telecom
of Kosovo. In an article published by the New York-based magazine Bloomberg
Businessweek, it was estimated that this deal may be as large as
€600 million. Serbia stands opposed to the sale, and plans to file a lawsuit
before international courts to block the sale, alleging that the rights of
former Serbian employees have been not respected. [96]
Emir Kusturica has expressed thanks to Czech
director Václav Dvořák for organizing and participating in the demonstration.
Together with other protesters, Dvořák has also reported Madeleine Albright to
the police, stating that she was spreading ethnic hatred and
disrespect to victims of war. [97][98]
American flags streamed recently above the main street of Pristina, Kosovo’s capital. One of the world’s newest countries, Kosovo separated from Serbia, with the support of the United States.
Laat ik een voorbeeld geven van de intellectuele corruptie die het onrecht legitimeert. Woensdag 12 december 2012, opende de International Herald
Tribune, The Global Edition of the New York Times, op de voorpagina met een
4 kolommen brede kop ‘Back in Kosovo, for business’ daaronder een
foto van een straat in de Kosovaarse hoofdstad Pristina met alleen maar
Amerikaanse vlaggen. De lezer wordt medegedeeld dat
Admired for roles in war, ex-U.S.
officials return to seek lucrative contracts. The prime minister is in a bind.
His country’s largest and most lucrative enterprise, the state telecom, is up
for sale… One bid is from a fund founded by former U.S. Secretary of State
Madeleine K. Albright. Lobbying for another was James W, Pardew, the U.S.
special envoy to the Balkans in Bill Clinton’s presidency. Both are among the
Americans who hold the status of heroes for their roles in the 1999 war that
separated one of the world’s newest states… so many former U.S. officials have
returned to Kosovo for business – in coal and telecommunications, or for
lobbying and other lucrative government contracts – it is hard to keep them
from colliding. The list reads like a ‘Who’s Who’ of recent American diplomatic
history in the region. It also includes Wesley K. Clark, the former supreme
allied commander of NATO forces in Europe who ran the 78-day bombing campaign
against the Serbian strongman Slobodan Milosevic… Kosovo is not the only nation
where former officials have returned to conduct business – Iraq is another
prominent example – but it presents an extreme case, and perhaps a special
ethical quandary, given the outsize American influence here. Pristina, the
capital, may be the only city in the world where a Bob Dole Street intersects
Bill Clinton Boulevard. Experts in foreign policy say the practice of former
officials returning for business is more common than acknowledged publicly.
Privately, former officials concede the possibility for conflicts of interest
and even the potential to influence American foreign policy, as diplomats who
traditionally spent careers in public service are rotating more frequently to
lucrative jobs in the private sector.
Wat wil ik hiermee stellen? Het volgende: wanneer het niet een joods-Amerikaanse politica was geweest die de moord op een half miljoen Irakese kinderen onder vijf jaar 'de prijs waard' vond, maar bijvoorbeeld wanneer een islamitische Arabische politicus het vermoorden van ook maar 1 joods kind publiekelijk had gelegitimeerd, dan had Sam Muller resoluut geweigerd om onder toezicht van een dergelijk sujet te werken. En daarmee wordt onmiddellijk duidelijk waar de grenzen van het internationaal recht liggen en dat voor Sam Muller, de gemeente Den Haag, de zelfbenoemde 'city of peace and justice,' en de Nederlandse gezeten burgerij de universele rechten van de mens zich niet uitstrekken tot Irakese kinderen onder de vijf jaar.
En daar sta ik dan als gewone burger van wiens belastinggeld ‘The Hague Institute for Global Justice’ mogelijk wordt gemaakt en waarvan de voorzitter van de ‘Advisory Council’ de oorlogsmisdadigster Madeleine Albright is. In 1995 zag ik in het grootste kinderziekenhuis van Bagdad Irakese kinderen die ‘de prijs waard’ waren geweest, langzaam sterven aan de gevolgen van het massale inzet van westerse verarmd uranium wapens. Als gevolg van de door Washington afgedwongen boycot kregen de kinderen niet de noodzakelijke medicijnen, laat staan pijnsttillers om de ergste pijn van verschillende soorten kanker te dempen. En desondanks wordt Sam Muller, 'oprichter en directeur van het Hague Institute for the Internationalisation of Law' uitgenodigd om bij Movies that Matter te vertellen wat het belang van het internationaal recht is. Het cynisme in het Westen heeft alles verpletterd. Voor de machiavellisten is het internationaal recht een goede bron van inkomsten en aanzien. Inderdaad: alles van waarde is weerloos.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten