'Shot in the face at point blank range.' Het Westen loopt voortdurend te
koop met begrippen als beschaving. democratie, mensenrechten en zoiets verplicht, dat spreekt voor zich. Daarom was het ook verbazend dat de
vorige minister van Buitenlandse Zaken, de VVD-zionist Uri Rosenthal, tegenover
de Volkskrant in december 2010 verklaarde dat voor de
Nederlandse regering economische belangen boven mensenrechten gingen, want
welvaart en werkgelegenheid voor Nederlanders gaan voor mensenrechten,
betoogt de minister vandaag in een interview met de Volkskrant.
In diezelfde tijd verklaarde de
minister tegenover de Telegraaf
dat hij 'zeer frequent' naar Israel ging 'omdat ik contacten had met een aantal
intellectuelen en mensen die in de advisering voor de regering zitten.' Met andere woorden: hij adviseerde
als joods zionistische Nederlander en 'vriend' van de ‘Joodse
staat’ indirect dan wel direct de zionistische regeringen die weigeren
het internationaal recht te respecteren en de mensenrechten,
en zelfs niet willen luisteren naar hun grote 'vriend' de
Verenigde Staten. In deze context was het volgende feit op zijn minst
opmerkelijk:
Minister
Rosenthal: ‘Contacten Nederlanders met Joodse nederzettingen niet illegaal.’
Contacten
tussen Nederlandse personen, organisaties en overheden met inwoners van de
Joodse nederzettingen zijn ‘niet illegaal’. Het staat hen vrij te beslissen die
contacten al dan niet te hebben. Dat schrijft de kersverse minister van
Buitenlandse Zaken, Uri Rosenthal naar aanleiding van Kamervragen van Joël Voordewind
(ChristenUnie), Kees van der Staaij (SGP) en Raymond de Roon (PVV). De
Parlementariërs stelden die vragen in reactie op het eerdere standpunt van de
Nederlandse regering over de reis van Israelische burgemeesters, die werd
afgeblazen omdat er burgemeesters van de Joodse nederzettingen bij waren.
Minister Rosenthal zegt niet hoe het afgelasten van de reis tot stand is
gekomen. Onduidelijk blijft dus of de Nederlandse ambassade in Tel Aviv, zoals
Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft beweerd, of het Ministerie zelf het
initiatief heeft genomen. 'Contacten tussen de Rijksoverheid en
vertegenwoordigers van de betreffende nederzettingen vinden er in beginsel niet
plaats', aldus de bewindspersoon. ‘Voorzover zij wel plaatsvinden, wordt het Nederlandse
standpunt uitgedragen’. *Het verbod op het bouwen van nederzettingen vloeit,
volgens Rosenthal, voort uit art. 49 van het Vierde Verdrag van Geneve uit 1949.
Het advies van het Internationale Gerechthof uit 2004 hierover noemt de
minister ‘een gezaghebbende uitleg van het internationale recht’. Maar een
dergelijk advies ‘is juridisch niet bindend’.
Wat bedoelde minister Rosenthal nu
precies met deze welhaast jezuitische spitsvondigheid? Illegaal en tegelijkertijd niet bindend. Van de wet mag u niet stelen, maar dit is niet bindend. Dat wil zeggen voor de rijken en voor de machtigen. Rosenthal unplugged:
Contacten tussen Nederlandse...
overheden met inwoners van de Joodse nederzettingen zijn ‘niet illegaal’. Het
staat hen vrij te beslissen die contacten al dan niet te hebben.
Klopt dit ook? Er zijn gerenommeerde
juristen, gespecialiseerd in het internationaal recht, die van mening zijn dat
dit volstrekt onjuist is, aangezien in 2004 het Internationaal Gerechtshof in
Den Haag, het hoogste rechtscollege ter wereld, bepaalde dat de Joodse
nederzettingen op de Westbank illegaal waren en onmiddellijk ontruimd dienden
te worden, waarbij werd aangetekend dat:
159. Given
the character and the importance of the rights and obligations involved, the
Court is of the view that all States are under an obligation not to recognize
the illegal situation resulting from the construction of the wall in the
Occupied Palestinian Territory, including in and around East Jerusalem. They
are also under an obligation not to render aid or assistance in maintaining the
situation created by such construction. It is also for all States, while
respecting the United Nations Charter and international law, to see to it that
any impediment, resulting from the construction of the wall, to the exercise by
the Palestinian people of its right to self determination is brought to an end.
In addition, all the States parties to the Geneva Convention relative to the
Protection of Civilian Persons in Time of War of 12 August 1949 are under an
obligation, while respecting the United Nations Charter and international law,
to ensure compliance by Israel with international humanitarian law as embodied
in that Convention.
Met andere woorden: de Nederlandse
overheden zijn verplicht geenszins mee te werken aan een directe of indirecte erkenning
van de illegale Joodse nederzettingen. Zodra de Nederland dit wel doet door
bijvoorbeeld Joodse burgermeesters in bezet gebied te erkennen als rechtmatige
functionarissen van de illegale Joodse nederzettingen, dan schendt ons land het
internationaal recht. En dat mag niet. Wij hebben immers 'an obligation not to render aid or assistance in maintaining
the situation created by such construction.' Daar komt nog bij dat het
Internationaal Gerechtshof alle staten heeft opgeroepen om Israël te
verplichten zijn uitspraak te respecteren. Dit staat dus haaks op
het VVD beleid van 'investeren in de relatie met Israël,' waardoor
de banden met deze staat nog verder worden aangehaald, een beleid dat onder de
huidige regering niet wezenlijk is veranderd, gezien de steeds nauwere banden van
de EU en de NAVO met Israel. Ook vice-premier Asscher heeft geen stappen
ondernomen om aan deze schending van het recht een einde te maken, zo weet ik
uit goed geinformeerde bronnen. Kennelijk staat ook voor hem de ‘Joodse staat’ boven de wet die voor elk
ander land geldt op straffe van bijvoorbeeld sancties.
Daardoor doet zich er een
merkwaardige situatie voor. Vice-premier Asscher neemt een aantal ‘Turkse
jongeren’ moreel de maat, terwijl hij de bevriende ‘Joodse natie’ het
recht laat schenden en het zionistische regime daarvoor zelfs laat belonen met
nog nauwere banden, zelfs militaire. Dit zou men nog kunnen toeschrijven aan
genadeloze machivallistische opvattingen van de minister van Sociale Zaken en
Wergelegenheid. Zijn acceptatie levert genoeg werkgelegenheid in Israel op, een
land waarvan de grootste handelspartner de EU is. Waar het mij vooral om gaat
is het volgende:
In een brief aan de Tweede Kamer
schrijft Asscher dat het onacceptabel is als solidariteit en sterke
identificatie met moslims elders in de wereld leiden tot openlijke
vijandigheden tegen andere groepen.
Minister Asscher stelt hier de 'loyaliteitskwestie' aan de orde. In zijn
ogen zijn deze ‘moslims’ van Turkse afkomst niet loyaal aan
de uitgangspunten van de Nederlandse democratische rechtstaat. Ze bezitten
volgens hem een ‘sterke identificatie met moslims elders in de wereld.’
Ongewild maar toch onvermijdelijk werpt de vice-premier daarmee de loyaliteitsvraag op van ook sommige joodse
Nederlanders die al decennialang blind achter de Israelische terreur staan. Ook
bij hen speelt een verklaarbaar identiteitsprobleem. Vijf jaar geleden
interviewde ik de eminente joods-Israelische hoogleraar Psychologie, Benjamin Beit
Hallahmi, over dit onderwerp, een geleerde die ondermeer stelt dat
Hoewel overal in de moderne wereld
het kolonialisme verworpen is, is Israël nog steeds een koloniale
garnizoensstaat.
Beit-Hallahmi die in de VS,
Engeland en Frankrijk doceerde, is auteur van talloze boeken waaronder Original
Sins. Reflections on the History of Zionism and Israël. Daarin schrijft
ondermeer het volgende:
Het lijden van de joden door de eeuwen heen, en speciaal tijdens de
Holocaust, is gebruikt om het ontzeggen van Palestijnse rechten te
rationaliseren en te rechtvaardigen. Dit is zo doeltreffend gebeurd dat de
Palestijnen beschouwd worden als de agressors in het Israëlisch-Palestijnse
conflict, dat gezien wordt als een simpele voortzetting van de eeuwenlange
joodse vervolging.
Tijdens het interview met hem
verklaarde hij:
Diep (of niet zo diep) is iedere zionist zich bewust van de fundamentele
immoraliteit van de manier waarop het zionisme de oorspronkelijke bewoners
heeft behandeld.
En over de identiteit van joden
in het buitenland schreef hij onder andere dit:
In ruil voor de onbeperkte politieke steun aan Israël hebben de
Amerikaanse joden gekregen waaraan het ze het meest ontbreekt: een ideologische
inhoud om de leegte van hun identiteit te vullen.
Beit Hallahmi werkt zijn
bevindingen uitgebreid uit in zijn publicaties en toont gedumenteerd aan dat de
loyaliteitskwestie van de joden elders even groot is als die van de ‘Turkse
jongeren’ die door minister Asscher worden aangesproken op hun haat en minachting voor ‘joden’. Het probleem is
nu dat politici al dan niet met een joodse achtergrond zoals meneer Asscher, zich te weinig of helemaal niet in het openbaar hebben uitgesproken tegen de terreur van Israel, of die terreur zelfs hebben gesteund. Politici als Uri Rosenthal vonden het opportuun om op verschillende manieren Israel tegen kritiek van democratische landen te beschermen:
Ties with
Israel are like our bond with NATO... ‘It’s like government support for an
organization saying we should totally sever our ties with NATO, while the Dutch
government feels itself a strong supportive member state,’ Rosenthal said.
En:
Wij willen weerstand bieden aan
Israël-bashing, we willen investeren in de relatie met Israël.
Terwijl de NRC berichtte dat volgens ingewijden Rosenthal ‘een nog grotere vriend van Israël' was
'dan zijn voorganger Verhagen en dat zegt
wat.’
En dit wekt logischerwijze weerzin op bij islamitische burgers, net zoveel
weerzin als joodse burgers voelen zodra joodse burgers als tweederangs burgers
worden behandeld, voor wie de zogeheten ‘universele
rechten van de mens’ niet gelden.
Dit alles is niet
zo moeilijk te begrijpen, het zijn millennia-oude psychologische wetmatigheden. De
mens is een gebrekkig wezen, dat geldt voor Turken, Nederlanders, Joden in
Israel etc. Mensen die niet begrijpen dat hun houding vijanden maakt en
haat oproept zijn niet geschikt voor de politiek. En zeker ook niet mensen die
daar politiek profijt uit proberen te slepen, zoals bijvoorbeeld Geert Wilders.
Ik vrees dat minister Asscher's hypocriete opstelling als resultaat
zal hebben dat alleen Wilders daar straks profijt van trekt. Juist
sociaal-democraten zouden moeten laten zien hoe bepaalde processen werken, in
plaats van ze tamelijk schijnheilig
te veroordelen, terwijl men in wezen hetzelfde doet. In plaats van anderen te veroordelen zouden ze allereerst zelf het goede voorbeeld moeten geven. Ik kom hierop terug.
Vooruitlopend daarop een fragment van mijn interview met
Benjamin Beit-Hallahmi: ‘Het
zionisme heeft het Joodse volk de mogelijkheid gegeven om nieuwe Joden te
worden en sommigen zijn dat ook geworden. Ikzelf ben daar een voorbeeld van, en
ik heb er veel profijt van gehad. Tegelijkertijd zijn veel Joden in Israël in
hoge mate geglobaliseerd. De zionisten zijn daar buitengewoon ontsteld over
omdat het betekent dat deze mensen de joodse traditie van migratie in stand
houden, het zoeken naar betere perspectieven elders en doortrekken. Precies zoals
de diaspora-joden doen. Nu de Israëlische diaspora groeit, lijkt het alsof de
zionistische oplossing voor de joden niet werkt. Het is net alsof jonge
joods-Israëli’s de diaspora in vluchten op zoek naar normaliteit, nadat de
Israëlische poging tot normalisering gefaald heeft. Gaandeweg zijn er joden die
de Israëlische claim op superioriteit aanvechten, zoals de joods-Amerikaanse
geleerde Jacob Neusner, die schrijft dat “het tijd wordt om te zeggen dat
Amerika een betere plaats is om jood te zijn dan Jeruzalem. Als er ooit een
Beloofd Land is geweest, dan leven wij joods-Amerikanen er in. Hier zijn de
joden tot volledige ontplooiing gekomen, niet alleen in de politiek en de
economie, maar ook in de kunst, de cultuur en in de wetenschap… Amerika, de meest
vrije en open samenleving die joden ooit hebben gekend, is voor de joden niet
alleen goed, maar zelfs beter dan de staat Israël.” De Israëlische diaspora
heeft Israël dus niet nodig om als volk of als individuen te kunnen bestaan.
Daarentegen ontlenen talloze joden in de diaspora wel veel psychologische steun
aan het bestaan van Israël als Joodse staat, het is zelfs een centraal
onderdeel geworden van de identiteit van de meeste joden op aarde en dat komt
doordat de joden zich nog altijd onzeker voelen. Het antisemitisme is nog
steeds overal een realiteit als gevolg van het feit dat het een onderdeel vormt
van de christelijke cultuur. Zolang het christendom bestaat, zal er
antisemitisme zijn. De religie is een probleem en het antisemitisme is een
probleem en die veroorzaken onzekere, bange joden en het verlangen naar een
schuilplaats zodra het weer fout gaat. Ze weten dat ze altijd naar Israël
kunnen uitwijken. Op dit moment zullen ze dat zeker niet doen, maar niemand
kent de toekomst. Bovendien zijn de geseculariseerde joden onzeker over hun
joodsheid. Wat maakt hen nog tot jood? Ze zijn daarom heel blij met de nieuwe
Jood, die ze zien als volstrekt anders dan de diaspora-jood. De nieuwe Jood is
een soldaat, een krijger, een atleet, stoer, dapper, iemand die betrokken is
bij talloze zaken die de joden in de diaspora niet kennen, het vult een
bepaalde leegte in hun persoonlijkheid, het voldoet aan een psychische
behoefte. En nu kunnen ze zeggen: “Kijk maar, we kunnen anders zijn, de nieuwe
Joden worden niet als abnormaal
beschouwd, als mensen zonder wortels, als nomaden. Zij hebben een andere
werkelijkheid gecreëerd.” Het is immers nog steeds een realiteit dat joden in
de diaspora tot op zekere hoogte als afwijkend worden gezien omdat ze niet aan
een bepaalde plaats gebonden zijn. Toen rond 2000 een grote economische crisis
in Argentinië uitbrak vertrokken veel joden, en nadat de economie zich wat had
hersteld gingen ze weer terug. Dit vermogen tot mobiliteit kennen maar weinig
volkeren en ook daardoor voelen joden zich anders en ook daarom is Israël voor
hen zo belangrijk. Wanneer verschillende gemeenschappen bij elkaar wonen dan
veroorzaakt elk contact met een andere identiteit enige onzekerheid, dat is een
bekend fenomeen, en de joden voelen ook dat ze anders zijn, dat is hun
psychologische werkelijkheid, en Israël lijkt hen paradoxaal genoeg in contact
te brengen met normaliteit. Herzl heeft altijd gesteld dat de joden die in de
diaspora bleven uiteindelijk zouden assimileren. Het zal enige tijd duren, maar
het ligt in de aard der zaak dat dit gebeurt. Wij allen worden door de
moderniteit geassimileerd, door de globalisering raken we geïntegreerd in een
wereldwijd netwerk. U treft nu talrijke mensen uit de hele wereld aan in
Amsterdam, New York, Londen, Tel Aviv, terwijl nog geen halve eeuw geleden de
overgrote meerderheid van de mensen binnen zijn eigen gemeenschap bleef. Die
ontwikkeling kan het zionisme niet tegenhouden. De assimilatie zet door en de
joodse identiteit verdwijnt simpelweg in de grote smeltpot. Ook de Israëli’s
zullen als de wandelende jood ten slotte integreren. De huidige realiteit
ondermijnt de logica en rechtvaardiging van het zionisme. Het zionisme is niet
het antwoord geworden op de diaspora. En de joden worden niet langer meer
vervolgd omdat ze joden zijn. De joods-Israëli’s zijn in oorlog met de
Arabische wereld doordat zij de zonde van het kolonialisme hebben begaan, en
niet om het feit dat ze joden zijn.’
Fragmenten uit Original Sins: ‘Het zonder taboes
analyseren van het zionisme betekent de harde realiteit zien van de
overheersing en onderdrukking dat het gecreëerd heeft. Uit de erfzonden van de
wereld tegen de joden groeiden de erfzonden van het zionisme tegen de
Palestijnen… Israëli’s lijken te worden achtervolgd door een vloek. Het is de
vloek van de erfzonde tegen de inheemse Arabieren. Hoe kan Israël worden
bediscussieerd zonder de onteigening en uitsluiting van de niet-joden in
herinnering te brengen? Dit is het meest fundamentele feit over Israël, en geen
enkel begrip van de Israëlische realiteit is mogelijk zonder dit feit te
kennen. De erfzonde achtervolgt en kwelt de Israëli’s; het tekent alles en
bezoedelt iedereen. De herinnering eraan vergiftigt het bloed en kleurt elk
moment van het bestaan.’
‘De meeste Israëli’s van
vandaag, geboren na 1950, kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor de
onrechtvaardigheden van de vroegere zionisten. Wel kunnen en moeten ze
verantwoordelijk worden gesteld voor de huidige onrechtvaardige werkelijkheid,
die een directe voortzetting is van de vroege zionistische principes. Alle
Israëli’s zijn de erfzonden van het zionisme tegen de Palestijnen gaan
erkennen. Het verschrikkelijke geheim van het onrecht kent iedereen, maar het
kan niet openlijk worden behandeld. Het zich bewust zijn van de gruwelijke
onrechtvaardigheid die werd begaan om de staat te kunnen scheppen, en de druk
tegen het openlijk bespreken ervan, vervormt elke poging om een morele
discussie te voeren in Israël.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten