Cardioloog Ron van der Wieken:
'veel antisemitische organisaties [worden] geleid door joden...'
De radicalisering van een overigens behoudend echtpaar als Ron en Rosa van der Wieken is onvermijdelijk geweest. Ron en Rosa behoren tot de geschoolde middenklasse, hij is cardioloog en zij is VVD-raadslid geweest, die zichzelf aanprijst als Independent Writing and Editing Professional. Beiden voelen zich allereerst joods, zonder dat ze daarbij fundamentalistisch zijn. In smaak en gewoonten verschillen ze niet van anderen uit hun milieu. Wel hebben ze een obsessie en die heet Israel. En naar mate de 'Joodse staat' almaar extremistischer werd, werden ook de Van der Wiekens steeds radicaler in hun opvattingen. Zo erg zelfs dat ze zich nu door bijkans de hele wereld bedreigd voelen, inclusief door keurige joodse Nederlanders uit hun eigen klasse die vanuit een humanistisch perspectief de Israelische schendingen van het internationaal recht met klem afwijzen. Dat mag niet van Ron en Rosa, want een beroep doen op internationale rechtsregels is in hun ogen 'antisemitisch' omdat Israel daarmee fundamenteel bekritiseerd wordt. In dat geval is er sprake van 'verraad' om de simpele reden dat ‘één van ons, zich tegen ons keert.'
Het is een bekend fenomeen dat sectarisme logischerwijs in extremisme eindigt. De secteleden kunnen de werkelijkheid op den duur niet meer accepteren, zien geleidelijk aan overal vijanden, raken verlamd door hun paranoide levenshouding, en bevestigen elkaar in hun waanzin. Het is diep tragisch, maar toch verklaarbaar. In het geval van Ron en Rosa van der Wieken is het niet absurd om te veronderstellen dat ze zich nooit helemaal door hun omgeving geaccepteerd hebben gevoeld. Dat is niet verwonderlijk voor nakomelingen van mensen die de vernietigingskampen in gedreven werden en die na de bevrijding aan hun lot werden overgelaten. Overlevenden die nergens met hun leed naar toe konden. Al die tijd wisten de slachtoffers en hun kinderen dat hun buren en hun stadsgenoten en hun landgenoten de andere kant op hadden gekeken toen zij werden afgevoerd alleen omdat ze joods waren. Niet voor niets laat 65 jaar na de oorlog de joodse schrijver Robert Vuijsje, die verder niets met het judaisme heeft, nog eens weten te leven in het land met 'het hoogste percentage collaborateurs van Europa.' De waarheid verdwijnt niet door haar te negeren. Het slachtoffer vergeet niets, kan niets vergeten, en de slachtofferist, die zijn slachtofferschap cultiveert, is onverzadigbaar. Het probleem hier is dat verraad door een medemens zowel zijn schaduw vooruit werpt als naar achteren. Niets is meer wat het lijkt en erger nog, niets meer is wat het ooit eens leek. Alles blijkt verraad te zijn geweest en zo verandert het hele bestaan, geuren, kleuren, herinneringen, gevoelens, etc.
In Ik was een kind van Holocaust Overlevers schrijft de joods-Canadese tekenares Bernice Eisenstein over haar vader die het vernietigingskamp had overleefd en
die woedend werd om mijn kwetsbaarheid, omdat ik gehecht kon raken aan dingen die er niet toe deden, terwijl alles waaraan hij ooit gehecht was geweest was verdwenen. Te begrijpen als de ouder die hij was geworden omdat hij de zijne niet had kunnen redden. Mijn vader is nu al meer dan tien jaar dood. Ik kan hem niet vertellen dat ik heb geleerd in te zien dat zijn woede-uitbarstingen en uitingen van liefde een en dezelfde waren. Hij is er niet meer om me zijn verleden te laten ontdekken, om vragen te stellen over de oorlog, over Auschwitz, of hoe het was om in Polen op te groeien. Over zijn familie, zijn ouders, mijn grootouders. Hoewel ik van jongs af aan wist dat het verleden iets was waar je beter niet over kon beginnen. Ik was wijzer geworden van de paar keer dat ik ernaar had gevraagd. Mijn vader kon alleen een paar welwillende woorden uitbrengen en moest dan stoppen. Dan huilde hij. Stilletjes naast hem zittend wilde ik er niet op aandringen dat hij verder ging. Er zat niets anders op dan zelf de stukken van zijn verleden op te sporen, gedreven door het verlangen naar meer.
Net zomin als ouders het kunnen verdragen dat hun kind lijdt, zo kan een kind het accepteren dat zijn ouders lijden. Het zal de rest van zijn/haar leven bepalen. Eisenstein over haar moeder:
Ik kon haar geen veilig gevoel geven, niet gerustellen...
En:
Toen mijn ouders en hun vrienden naar een nieuw land kwamen, hebben ze niet geweten dat hun verleden een onzichtbare schaduw zou leggen over de levens die ze ter wereld brachten. Alleen der schaduw weet het en hij probeert te spreken.
Imre Kertesz, een van de grootste hedendaagse schrijvers, die Auschwitz en Buchenwald overleefde constateert terecht:
Het is inmiddels duidelijk: het overleven is geen persoonlijk probleem van de overlevenden, de lange, donkere schaduw van de Holocaust ligt over de hele beschaving waarin hij is gebeurd, en die beschaving moet verder leven met het gewicht en de gevolgen van het gebeurde.
En onder die schaduw leven we allen. De meesten onbewust, maar sommigen voor wie het trauma onverwerkbaar is, bewust, zelfs uiterst bewust. De oorlog en het verraad was voor hen geen aberratie, maar de kern van het bestaan. En in die gesloten werkelijkheid is er alleen nog Israel, het beloofde land, de Joodse staat, een klein stukje grond dat als het erop aankomt de joden kan opnemen, hen een veilig onderkomen kan geven, bescherming kan bieden tegen het telkens weer opduikende verraad. Of in de woorden van het echtpaar Van der Wieken: 'Zonder een joodse staat zijn joden weer in een situatie zoals vóór WOII, waarbij uiteindelijk elke jood vogelvrij kan zijn.' Twintig jaar geleden sprak ik met de Joods-Israelische schrijver Amos Oz over het trauma, de angst. Hij zei over een van de ergste Joods-Israelische extremisten, te weten Ariel Sharon, het volgende:
Weet u, vele tragische helden in de literatuur beseffen niet dat ze tragisch zijn. Het is de lezer die beseft dat ze tragische helden zijn. Othello realiseert zich pas op het absolute einde van de tragedie dat hij tragisch is en met dat besef sterft hij. Op de vraag waar Sharons drang vandaan komt om met vlaggen te zwaaien en wat al niet meer, is het enige juiste antwoord: onzekerheid. Hij moet zichzelf keer op keer eraan helpen herinneren dat hij en zijn volk niet langer meer slaven zijn. De diepte van de Joodse onzekerheid is iets wat buitengewoon moeilijk te begrijpen is voor buitenstaanders. Uzelf vertelde mij over de receptioniste in uw hotel dat ze u onmiddellijk vroeg of u van Israël houdt. Deze obsessieve behoefte van de Joden in Israël om te horen dat iedereen van ze houdt, die drang om bevestiging te krijgen van de buitenwereld, om te worden geaccepteerd door de rest van de wereld, om te worden begrepen en te worden gekoesterd, is een syndroom van een buitengewoon diep zittend onzekerheidsgevoel. Het is een van de gevolgen van de lange en pijnlijke joodse geschiedenis, de joodse geschiedenis in christelijk Europa, moet ik helaas zeggen. Verplaatst u zich met een zekere mate van verbeeldingskracht in onze situatie. Duizenden jaren is je verteld dat je onmenselijk bent, een monster, een vrek wiens God geld is, dat je niet werkelijk gevoelens bezit, dat je niet lief kunt hebben, dat je sluw, doortrapt, onbetrouwbaar bent en daarnaast ook nog eens de moordenaar van Gods zoon. Na al die eeuwen kun je niet anders dan jezelf afvragen: wat mankeer ik? Zoiets is een menselijke reactie. Je vraagt je niet langer af: wat mankeert mijn vijand, wat mankeert degenen die mij vervolgen, wat mankeert de antisemieten, wat mankeert die christenen? Nee, je begint je af te vragen: wat mankeer ík toch dat me dit altijd overkomt? Het gevolg is dat je wilt bewijzen dat jij niet bent wat zij denken dat je bent. In het geval van Sharon is het waarschijnlijk een niet volledig bewuste emotionele drang om te reageren op een duizenden jaren oude bewering dat de Jood een lafaard is, een zwakkeling die zichzelf niet kan verdedigen, een soort muis die altijd ontsnapt en zich verschuilt. Sharon wil laten zien dat hij geen muis is, maar een leeuw. Men kan dit emotionele complex niet begrijpen zonder de Joodse geschiedenis in gedachten te houden. Het feit dat de tegenstanders Palestijnen zijn en dat die onder een Israëlische bezetting leven en zij nu erg zwak zijn, is daarbij van geen belang. Je kijkt naar je vijand en ziet in hem al je vroegere vijanden. In de mythologie van Bertolt Brecht, die bijzonder ontroerend is maar tegelijkertijd volstrekt irreëel, worden alle slachtoffers automatisch bloedbroeders, die op grond van hun slachtofferschap een gevoel van saamhorigheid, solidariteit en medeleven hebben. In de werkelijkheid vertonen slachtoffers de neiging om onderling een grote vijandigheid te ontwikkelen, omdat ze in andere slachtoffers de onderdrukkers in vermomming zien. Dat gebeurt op individueel niveau tussen zeer ongelukkige mensen en op collectief niveau tussen onderdrukte en onderdrukkende volkeren. Vergeet niet dat minister Sharon en een deel van de joods-Israëlische bevolking nakomelingen zijn van mensen die in de christelijke wereld werden gehaat, vervolgd en veracht. En zonder dit telkens in gedachten te houden zal men nooit begrijpen wat Israël werkelijk beweegt, zowel ten goede als ten kwade. Het is een sentimentele veronderstelling om ervan uit te gaan dat iedereen die zelf slachtoffer is geweest zich voorbeeldig gaat gedragen zodra die eenmaal aan de macht komt. Uw vraag wat er dan overblijft van de Verlichtingsgedachte, die ervan uitgaat dat de mens door kennis en ervaring leert, zou ik willen beantwoorden met de opmerking dat dit een christelijke vertekening is. Vele heiligen werden aan het kruis genageld, toch betekent het niet dat daardoor iedere gekruisigde ook meteen een heilige is. De nazi’s hebben hun slachtoffers in de gaskamers niet besproeid met een moreel schoonmaakmiddel, maar met Zyklon B-gas. Degenen die de vernietigingskampen overleefden zijn niet per definitie gevoeligere en fatsoenlijkere mensen. Sommige overlevenden zijn humaner en rechtvaardiger geworden, andere slachtoffers wraakzuchtiger en onbetrouwbaarder. Beide reacties zijn volstrekt menselijk.
Betekent dit nu dat Ron en Rosa gelijk hebben? Nee, geenszins, ze zitten op een doodlopende weg. Geweld vernietigt altijd zichzelf. Bovendien is het een ernstige vorm van morele terreur om joden die Auschwitz hebben overleefd te beschuldigen van 'antisemitisme', louter en alleen omdat ze zich wensen te houden aan internationale rechtsregels die altijd de zwakkeren beschermen, of omdat ze geen grondgebied nodig hebben om zich Joods te kunnen voelen, zoals sommige orthodoxe joden. Mensen die deze beschuldiging uiten zijn hopeloze gevallen die de weg volkomen kwijt zijn. Tragische individuen die in alle eenzaamheid bevestiging zoeken en nooit zullen krijgen, gevangen zitten in het getto van hun eigen gelijk. Meer over Ron en Rosa van der Wieken later.
10 opmerkingen:
De nazi’s hebben hun slachtoffers in de gaskamers niet besproeid met een moreel schoonmaakmiddel, maar met Zyklon B-gas. Degenen die de vernietigingskampen overleefden zijn niet per definitie gevoeligere en fatsoenlijkere mensen. Sommige overlevenden zijn humaner en rechtvaardiger geworden, andere slachtoffers wraakzuchtiger en onbetrouwbaarder. Beide reacties zijn volstrekt menselijk.
Helemaal mee eens, maar er zijn grenzen.
Ik had nog een vraag. Stel, er was een andere bevolkingsgroep het doelwit geweest, in hoeverre had de joodse bevolking hen kunnen helpen?
anzi
Over nazi's en grenzen gesproken (off topic)
Dr. Hans Ester doceert literatuurwetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij bepleitte onlangs in het Nederlands Dagblad dat de raciale stereotyperingen van andere rassen in Kuifje prima in orde zijn omdat het humor is. Het is 'alleen maar' overdrijving. Het zijn slechts "karikaturen".
Wikipedia meldt over het Congo van Kuifje (voor het eerst gepubliceerd in 1931):
In geen tijd werd de Kongo-Vrijstaat het toneel van een ware bonanza, waarbij de concessie-maatschappijen en de overheid zelf op steeds driestere wijze steeds hogere winsten nastreefden, zonder enig respect voor de inlandse bevolking. Zo mondde het beleid van Leopold II, althans in de kerngebieden van de rubber-winning (onder meer in het noord-westen langsheen de Congo-stroom), uit in een waar schrikbewind, gekenmerkt door dwangarbeid en meedogenloze repressie. Arbeiders die de opgelegde quota niet vervulden of die de onmenselijke dwangarbeid ontvluchtten werden zwaar bestraft, vaak mishandeld - tot het afhakken van de handen toe - of zelfs standrechtelijk gefusilleerd. De brutale ontwrichting van de op pluk en jacht gerichte gemeenschappen in het gebied van het evenaarswoud leidde bovendien tot een scherp dalende nataliteit, terwijl de snelle verspreiding van voorheen lokale of vanuit het westen geïmporteerde ziekten de mortaliteit omhoog joegen. De schattingen over het totaal aantal slachtoffers variëren aanzienlijk. De Britse diplomaat Roger Casement heeft het over drie miljoen tijdens een periode van twaalf jaar. Peter Forbath noemt ten minste vijf miljoen. Adam Hochschild spreekt van tien miljoen en de Encyclopædia Britannica spreekt van een totale bevolkingsafname van twintig tot dertig miljoen naar acht miljoen.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Belgisch_Congo
De Belgische Congolees die aangifte heeft gedaan zal zijn achtergrond kennen. Ester vindt dat zijn protest van een "trieste humorloosheid" getuigt. Maar de Congolezen moeten met hun smerige bruine tengels van Hans Ester's witte held afblijven.
Lees van Adam Hochschild: The Blood Diamonds Myth en Blood and Treasure - Why one of the world's richest countries is also one of its poorest.
Poster 1909: 'Het Beschavend Belgenland'
Foto's uit Congo van Kuifje:
Slaven rubberplantage
Slaaf gestraft
"A result of Leopold's colonialism, children had their hands amputated when they didn't meet demands for the Belgians."
Engelse missionarissen en hun kudde
Kuifje en zijn "boy"
Conglese "workers"
(Leopold II noemde de Congolezen "mijn huurders")
@Sonja
Er is een samenhang in dit alles.
Die wordt in mijn ogen magistraal geschetst in Arendts Origins of totalitarianism, en het zal wel weer geen toeval zijn dat in het Nederlands het deel over de samenhang van antisemitisme, imperialisme en het bijbehorende racisme en totalitarisme, waardoor het in het Nederlands op de zoveelste Laatste Waarschuwing tegen het Vreselijk Communisme lijkt.
in het Nederlands het deel over de samenhang van antisemitisme, imperialisme en het bijbehorende racisme en totalitarisme,
is weggelaten
was weggelaten....
Engelse missionarissen en hun kudde
Ja AdR, ik zie deze ontwikkeling ook. Mensen als Hans Ester moeten ze op staande voet ontslaan, wanneer ze dat soort praatjes aan onze studenten verkopen. Ik ben woedend.
Ik moet denken aan die zwart-Amerikaanse die bij het Engelse verhaal over Robert Vuijsje zegt dat ze nergens zo beledigend is toegesproken als in Nederland.
En "je kunt niet tegen een grapje" hoort er ook bij.
Dus Ester vertolkt de gevoelens van het volk, vrees ik. En rapen jullie nou maar eens die omgevallen trein op.
Dat Hergé profetisch is kun je zien aan de vernietigde torens die ons van de overzijde van de oceaan uitdagen, in de Zaak Zonnebloem.
Trouw mei 2002
'Hiervandaan zijn tienduizenden joden afgevoerd'
AMSTERDAM - Tegen Gretta Duisenberg, echtgenote van Wim Duisenberg, president van de Europese Centrale Bank, is gisteren in Amsterdam een aanklacht ingediend wegens antisemitisme en het aanzetten tot haat. Ze heeft al weken de Palestijnse vlag opgehangen aan het balkon van hun woning in Amsterdam Zuid. Advocaat Herman Loonstein van de orthodoxe splintergroep Federatief Joods Nederland die de klacht indiende, las in Het Parool dat ze daarover tegen een overbuurman zou hebben gezegd dat de ellende van de Palestijnen de schuld is van rijke joden die Israël in stand houden. Gretta Duisenberg staat volledig achter de Palestijnse zaak. Wim Duisenberg praat niet over de vlag, 'want die is van mijn vrouw.'
De overburen van de Duisenbergs zijn Ron en Rosa van der Wieken. Zij is gemeenteraadslid voor de VVD en kwam in het nieuws omdat ze vorige maand tijdens de grimmige anti-Israëlbetoging klappen opliep, toen ze wilde voorkomen dat de Israëlische vlag werd verbrand.
Rosa van der Wieken: Het is ons meegedeeld ja.
Staat u er achter?
Rosa van der Wieken: Dat is een moeilijke vraag. Het is geheel voor hun rekening, laat ik dat zeggen.
Ron van der Wieken: Ik sta er niet achter nee, maar ik ga ook niet tegenwerken.
Is het een moeilijke vraag omdat Federatief Joods Nederland geassocieerd wordt met joods fundamentalisme?
Rosa van der Wieken: Precies. Dat wij hebben kunnen aangeven hoezeer ons het vlagvertoon heeft gegriefd, is voor ons voldoende. Wat anderen doen is voor hun rekening.
Hangt die vlag er nog?
Rosa van der Wieken: Ik wilde u juist meedelen dat hij een uur geleden is weggehaald. Dat moet Wim hebben gedaan, want ik zie hem net wegrijden en Gretta is niet thuis. Tja, we zijn buren hè.
Er is geen oude vete tussen u gaande, over de tuin of over de hond?
Rosa van der Wieken: Nee, nee, ons scheidt een straat van acht meter breed. We kennen elkaar oppervlakkig. Ze weten wel van ons bestaan. Ze weten dat we joods zijn en ze weten ook dat we kinderen in Israël hebben.
Wat is er precies tussen u voorgevallen?
Ron van der Wieken: Die vlag hangt er nu zes weken. Dik een week geleden besloot ik de Duisenbergs een brief te schrijven. Een nette brief, waarin ik begrip vroeg voor de omgangsvormen in de buurt. Dat die vlag voor sommigen ook het symbool van terreur kan zijn. Een paar dagen later belde Gretta Duisenberg. Ze zei dat ze blij was met mijn brief en er graag eens over wilde praten. Toen zei ze dat ze over een week of vier wel tijd had. Daarop vroeg ik: wat gebeurt er intussen met die vlag? Toen antwoordde ze: die blijft vanzelfsprekend hangen. Toen verslechterde de toon. We werden van weerszijden onvriendelijk en ik beken dat ik me ook niet onbetuigd heb gelaten. Maar haar ergste opmerking was wel dat ze zei dat het die puissant rijke joden in Amerika waren die Israël overeind houden. Dat is een klassiek antisemitisch argument. Ik zei: weet je wel wat je zegt? Ze heeft haar opmerking meermalen herhaald. Ik heb er even mee rondgelopen en toen besloten ermee naar de pers te gaan, want ze is toch de vrouw van de president van de Europese Centrale Bank. En als de top in Europa zo denkt...
Heeft u daarna nog contact met mevrouw Duisenberg gehad?
Ron van der Wieken: Nee.
Ook advocaat Loonstein had geen contact met haar.
Vervolg van bovenstaande
Waarop is uw aanklacht gebaseerd?
Herman Loonstein: Op persberichten in Het Parool en het NIW. Het ophangen van een vlag is niet verboden maar de wijze waarop mevrouw Duisenberg argumenteert is dat wel.
U heeft hierover niet met het echtpaar Van der Wieken overlegd.
Herman Loonstein: Dat is ook niet nodig. Ik ga af op de verklaring in de pers. Als ze dat zou tegenspreken, zou dat reden zijn om me te beraden en eventueel de klacht in te trekken. Maar die vlag irriteert de joodse gemeenschap al weken. Het is natuurlijk niet de gelukkigste buurt om zo'n vlag op te hangen. Er zijn hiervandaan in de oorlog tienduizenden joden afgevoerd. En zeker als je van Duitse komaf bent, moet je je wel twee keer bedenken voor je hier de Palestijnse vlag uithangt.
De vlag is nu weg.
Herman Loonstein: Mooi. Dan is er al iets bereikt
anzi
Een reactie posten