donderdag 6 mei 2010

Het Joods Slachtofferisme 7

Rosa van der Wieken-de Leeuw: 'de Joodse antisemiet'?

De joods-Israëlische hoogleraar Idith Zertal doceert geschiedenis en cultuur en is internationaal bekend door haar publicaties. Ze was als hoogleraar verbonden aan zowel de Universiteit van Chicago als aan de École des Hautes Études en Sciences Sociales in Parijs, en doceert momenteel ook aan het Institut für Jüdische Studien van de Universiteit van Bazel. Haar boeken zijn naast het Hebreeuws in het Engels, Frans, Duits en Spaans verschenen. In haar studie Israël’s Holocaust and the Politics of Nationhood laat de historica zien hoe ‘het proces van het heilig verklaren van de Holocaust – dat op zichzelf al een vorm van devaluatie is -- gekoppeld aan het concept van de heiligheid van het land… een vaderland heeft veranderd in een tempel en een eeuwig altaar.’ Ze zet helder uiteen op welke manier de herinnering aan de Holocaust een ideologisch wapen werd voor een verwerpelijke politiek, in feite ten koste van de ware slachtoffers zelf. ‘Terwijl de Israëlische samenleving de herinnering aan de Holocaust nationaliseerde – door leiders en woordvoerders die ‘daar’ niet geweest waren – en organiseerde… in een geritualiseerde, didactische herinnering, die een nationale les uitdraagt in overeenstemming met haar visie, sloot ze de directe boodschappers van deze herinnering uit – zo’n kwart miljoen Holocaustoverlevenden die naar Israël waren gemigreerd.’

Edith Zertal verklaarde in een interview met mij:

Wanneer ik in mijn boek schrijf dat door middel van Auschwitz Israël zich immuun heeft gemaakt voor kritiek en niet meer open staat voor een rationele dialoog met de wereld, moet opgemerkt worden dat voor die ontwikkeling geen duidelijk beginpunt aan te wijzen is. Er is sprake van een doorgaand proces, dat voortkomt uit de joodse geschiedenis die geen bijzonder vreugdevolle is, en die natuurlijk enorm verslechterd is door de Holocaust. Tijdens de Holocaust waren joden de ultieme slachtoffers en vanuit dit totale slachtofferschap en deze totale hulpeloosheid stamt nog steeds het gevoel slachtoffer te zijn. Het interessante is dat dit gevoel van slachtofferschap begrijpelijk was in de jaren tussen het eind van de oorlog en de stichting van de staat Israël, toen de herinnering aan de gruwelijkheden nog zo levendig en diep was, maar het nu veel minder begrijpelijk is geworden. Immers, de Israëlische werkelijkheid verwijdert zich steeds verder van de totale hulpeloosheid tijdens de Holocaust. Het huidige slachtoffergevoel is zelfs nogal vreemd en discutabel, aangezien Israël een machtige staat is geworden met een gevreesd leger. Meer nog dan een psychologisch fenomeen is het slachtoffergevoel een politiek verschijnsel geworden, beide zijn met elkaar verweven, in elkaar verstrikt geraakt, het psychologische voedt het politieke en omgekeerd. De claim slachtoffer te zijn, terwijl men dat niet is, is politiek gezien natuurlijk uiterst handig... terwijl we militair en technologisch sterk zijn, zijn we tegelijkertijd psychologisch zwak. Er zit een diepe neurose in de Israëlische psyche, een neurose die in stand wordt gehouden en gevoed door de Israëlische politiek, want het is opportuun om gezien te worden als slachtoffer. Dat geldt ook voor het huidige geweld tegen de Palestijnen, waarbij wij absoluut niet de slachtoffers zijn.

Het hele interview kunt u lezen in mijn boek De oneindige oorlog.

Een illustrerende voorbeeld van joodse slachtofferisten is het echtpaar Van der Wieken:

23-3-10 De Joodse antisemiet

Is er zoiets als Joods antisemitisme?

Ron van der Wieken en Rosa van der Wieken-de Leeuw onderzoeken wat een Jood beweegt om zich tegen zijn eigen volk te keren.
NIW 19 maart

Het afwijkende van de Nazi-holocaust is niet de gebeurtenis zelf, maar de uitbuiting ervan door de joden, beweert Norman Finkelstein in in zijn boek ‘The Holocaust Industry’. Finkelstein is het kind van twee joodse oorlogsgetroffenen. Wat beweegt mensen als hij om zich tegen het eigen volk te keren? De vraag is intrigerend doordat opvallend veel antisemitische organisaties geleid worden door joden of geïnspireerd worden door hun uitspraken. Niet-joden gebruiken bij voorkeur anti-joodse argumenten van joodse zijde als een legitimatie voor hun aanvallen. Al is het fenomeen van de joodse antisemiet van alle tijden, het lijkt zich vaker voor te doen dan vroeger. Bovendien heeft het joodse anti-joodse standpunt meer invloed door de toegenomen mediabelangstelling en door de onbeperkte publicatiemogelijkheden van Internet. Antisemitisme door niet-joden is zo oud als het Jodendom, en het laat zich door joods gedrag niet beïnvloeden. Het enige verweer dat een jood daartegen heeft is versterking van zijn fysieke en emotionele weerbaarheid. Maar als een jóód zich tegen het jodendom keert, maakt dat sterkere gevoelens los. Joden hebben in de verstrooiing altijd een zekere solidariteit met elkaar gevoeld en intensieve netwerken onderhouden. Het frappeert en verbijstert telkens weer als ‘één van ons’, zich tegen ons keert. Het wordt gevoeld als verraad en komt daardoor harder aan dan anti-joods gedrag van niet-joden. Beantwoording van de vraag waarom een Jood anti-joods gedrag vertoont, wordt bemoeilijkt door de grote verscheidenheid in etnische binding onder de Joden. Er zijn er die zich onlosmakelijk verbonden voelen met het volk en er zijn die slechts een zeer afstandelijke relatie met dat volk hebben, die het zien als een vage origine zonder veel persoonlijke betekenis. Toch zijn er in joods anti-joods gedrag vier mechanismen te onderkennen, die in verschillende combinaties kunnen voorkomen Binnen het Jodendom bestaat weinig eenstemmigheid over welk onderwerp dan ook. Toch is het mogelijk om binnen brede grenzen een gemeenschappelijke joodse overtuiging te omschrijven. Als een jood zich daar niet langer mee willen associëren is dat een vrije keus. Voor sommigen is het onvoldoende om die relatie alleen intern af te zweren. Zij vinden het ook belangrijk om de buitenwereld duidelijk te maken dat ze niet langer geassocieerd willen worden met het Joodse volk. Dat gaat vaak gepaard met een zekere openlijke vijandigheid. Een overtuigende manier is het overgaan tot een ander geloof. Het vroege christendom is een goede adstructie hoe dat kan leiden tot extreme vijandigheid. Toen in de eerste eeuw van de gewone jaartelling sommige joden gevoelig bleken te zijn voor het messiasschap van Jezus, waren dat in eerste instantie ‘gewone’ wetsgetrouwe joden . Allengs werd duidelijk dat de overgrote meerderheid van het joodse volk aan deze messiaanse verkondiging geen geloof hechtte en ontstonden tekenen van een schisma. Toen de bezettende Romeinen vanaf de verwoesting van de tempel (70 van de gewone jaartelling) tot aan de opstand van Bar Kochba (132-136) steeds hardhandiger met de Joden omsprongen, was het voor de vroegste christenen van levensbelang om niet voor joden aangezien te worden. Dat uitte zich in de vier evangeliën waarin ‘de joden’ regelmatig als schuldige worden aangewezen. Met de evangeliën sloegen ze twee vliegen in één klap: Het vroege christendom behoorde in Romeinse ogen niet langer tot het joodse gedachtegoed en de schuld aan onrecht en dood lag niet meer bij de Romeinen. De hier door joodse christenen ingezette anti-joodse toon werd met smaak opgepakt door de vroege kerkvaders en is tot op de dag van vandaag in de RK kerk niet uitgewoed. Een hedendaags voorbeeld van een overtuiging die een jood buiten de grenzen van het Jodendom plaatst is anti-Israelisme. Voor de goede orde: legitieme kritiek op handel en wandel van de staat Israel valt daar niet onder. Anti-Israelisme is herkenbaar aan de selectiviteit van de verontwaardiging over het gedrag van Israel, waarbij voor Israel andere maatstaven worden gehanteerd dan voor de rest van de wereld. De ultieme vorm hiervan stelt het bestaansrecht van de staat ter discussie of wijst dat zelfs af. Israel, met al zijn echte en vermeende fouten, is de kurk waar het Joodse volk op drijft. Zonder een joodse staat zijn joden weer in een situatie zoals vóór WOII, waarbij uiteindelijk elke jood vogelvrij kan zijn. Dat betekent dat iedere jood die een bijl aan het bestaan van de staat Israel probeert te slaan, bereid is het voortbestaan van het Joodse volk op het spel te zetten. Hij is daarmee per definitie een antisemiet. Als de Neturei Karta in zijn extreem religieuze antizionisme gemene zaak maakt met Ahmadinejad van Iran, dan stelt die groep zich op tegen het joodse volk en is daarmee joods èn antisemiet. Een ander mechanisme berust op de voortdurende blootstelling aan afkeurende taal en mening over een persoon of een groep. Zelfs bij totale afwezigheid van rationele argumenten zullen bij voortdurende herhaling steeds meer mensen geloof hechten aan die beschuldiging. Goebbels, de infame minister van propaganda van het Derde Rijk, onderkende dat als geen ander: “Wenn du lügst, dann lüge gründlich, und vor allem bleibe bei dem, was du gelogen hast!” (lieg grondig en blijf erbij). Bizar is dat hoe onwaarschijnlijker de leugen, des te sterker hij wint aan geloofwaardigheid bij onverdroten herhaling. De antisemitische propaganda van de Nazi’s is een voorbeeld, maar de hedendaagse propaganda in de Arabische, Iraanse en Turkse media, bijna lachwekkend door onwaarschijnlijkheid, is dat evenzeer. De boosaardige leugens over het joodse geloof en de joden die door de eeuwen heen zijn rondgestrooid, hadden vaak gewelddadige gevolgen. Voorbeelden zijn de bloedsprookjes en de vergiftiging van de bronnen in de middeleeuwen. Nu gaat het over orgaansprokkeling door de Israëlische overheid bij Palestijnen en op Haïti. Iets van al die griezelige beschuldigingen blijft hangen, bij niet-joden, maar soms ook bij joden. Joden met een laag zelfgevoel en een zwakke band met joodse cultuur en religie kunnen die negatieve beelden ervaren als behorend bij hen zelf. In de psychologie spreekt men van internalisatie, waarbij een mening van anderen zodanig wordt geïncorporeerd in het eigen denken en voelen, dat die wordt beleefd als juist en als het ware zelf bedacht. Zo wordt de Selbst-hass geboren, de zelfhaat, die soms pathologische vormen aanneemt. Dat was goed zichtbaar in de 19e-eeuwse Duitstalige cultuur. Karl Marx, gedoopt maar van joodse huize, noemde het joodse geloof een religie van de materie (“Geld is de afgod van de Joden”). Hij schreef ‘A world without Jews’. De titel dekt de lading. In Wenen beschreef de jood Otto Weininger in 1902 joden als lager en slechter dan de vrouw(!), een wezen dat in feite niet in staat was tot enige positieve bijdrage aan de wereld. Zijn belangrijkste werk ‘Geschlecht und Charakter’ vond veel weerklank bij Nazi-ideologen. Arthur Treibitsch, een epigoon van Weininger, haatte zijn volk met dezelfde rabide woede en beschuldigde in zijn Geist und Judentum (1919) de Joden van de Duits-Oostenrijkse nederlaag in WOI. Moderne zelfhaat heeft veelal een andere vorm gekregen. Zo zijn er joden zowel in als buiten Israel die onder invloed van de permanente anti-Israelische stemming in de wereldpers de mening zijn toegedaan dat de Israëlische staatsmoraal tot de meest verdorvene ter wereld behoort. Alle gebeurtenissen worden - passend of niet- in die mal gedwongen. In deze categorie is géén sprake van een a priori eerlijke overtuiging maar van een door de omringende niet-Joodse wereld opgedrongen mening die – op een al of niet pathologische voedingsbodem - leidt tot zelfhaat. Tijdens de eeuwenlange vervolgingen was er sprake van een moreel schuldige vervolger en een schuldeloze Joodse vervolgde. Het duidelijkst werd dat tijdens WOII. Bijna automatisch kreeg tegenover de ethische inferioriteit van de beul, het slachtoffer het aura van ethische superioriteit, ook in eigen ogen. Nu er een Joodse staat is, die zich in een vijandige omgeving staande moet houden, raken zowel Joden als niet-Joden teleurgesteld in dat irreële beeld van superieure ethiek. Het besturen van een staat brengt onvermijdelijk vuile handen met zich mee, zeker als het om een oorlogssituatie gaat. Er zijn zowel Joden als niet-Joden die die teleurstelling niet kunnen verwerken. Hun irreële verwachting van een superieure Joodse moraal wordt doorgeprikt en dat beeld kan overgaan in afkeer. Uitlatingen als “Zeker wij cq jullie zouden toch beter moeten weten” zijn daar een voorbeeld van. Het misverstand is natuurlijk dat de Joden weliswaar als slachtoffer volstrekt schuldeloos –en dus ethisch goed- waren, maar dat Joden zich als uitvoerders van een staat niet onderscheiden van andere democratieën. Een vierde oorzaak ligt in het diepe verlangen van sommige Joden om volledig te worden aanvaard en gerespecteerd door de niet-Joodse omgeving. Dat vereist soms een openlijke stellingname tegen de belangen van het Joodse volk. Deze vorm komt geregeld voor in een intellectuele context. Een voorbeeld is de historicus Ilan Pappe, die de Onafhankelijkheidsoorlog van 1948 beschrijft in termen van Palestijnse genocide door de Joden, ook als de feitenniet mee willen werken. Wetenschappers als hij en Tony Judt en Noam Chomsky hebben door hun uitgesproken anti-Israelische houding aanzien gezocht en verworven in linkse academische en politieke kringen . Richard Goldstone, een Zuid-Afrikaanse joodse jurist, liet zich volgens zijn voormalige vriend Dershowitz door gestreeld eergevoel verleiden om voor de VN een eenzijdig anti-Israëlisch rapport over de recente Gaza-oorlog te schrijven : hierdoor kon hij zich op wereldniveau presenteren als een topjurist. Zo is er in Nederland EAJG dat bij elke voorkomende gelegenheid oproept tot een boycot van Israel en zelfs bereid bleek om mee te marcheren onder een hakenkruisvlag, áls het maar acceptatie oplevert in de ogen van niet-Joden. Hoe anti-Joodser de stellingname hoe meer kans op acceptatie door niet-Joodse, met name linkse organisaties. Het zelfde geldt voor allerlei joden in linkse partijen.


7 opmerkingen:

Anoniem zei

Tjonge, het is me toch wat. Het enige waarop je wordt beoordeeld is je joods zijn. Zit er toevallig ook nog een mens achter, van Leeuwen? Behoorlijk denigrerend, niet voor niets bij de VVD, de wieg waar veel van dit soort rottigheid vandaan komt.
Moet van Leeuwen al niet doorschuiven?

anzi

Anoniem zei

Correctie: van der Wieken-de Leeuw.

anzi

AdR zei

Gustav Landauer, Noam Chomsky, Howard Zinn, Franz Kafka, Martin Buber, Simone Weil - de lijst van joodse anarchisten kan een heel encyclopediedeel vullen, interessant project enerzijds - anderzijds, waarom zou je eigenlijk? Maar goed, anarchisten zijn per definitie tegen de Staat, dus "zelfs" tegen Israel, zoals Buber illustreert.
En dan zijn deze mensen haters van Hun Eigen Volk omdat de Van der Wiekens vinden dat je Trouw aan Het Eigen Volk Moet zijn?

Waar herinnert mij dat eigenlijk aan?
Wie wijst deze Van der Wiekens er eens op dat zij juist zelf in een zwaar antisemitische traditie staan?

Israel Ongecensureerd zei

In Duitsland is een Joodvrijgesproken door de rechtbank nadat een Jood haar in een publicatie als antisemiet bestempeld had. De rechter oordeelde dat de uitspraken van deze Joodse mevrouw antisemitisch waren.

Israel Ongecensureerd zei

Hier is een link naar een Nederlandstalig bericht over deze gebeurtenis.
http://joodsactueel.be/2009/06/01/duitse-rechtbank-joodse-journaliste-deed-antisemitische-uitspraken/

Israel Ongecensureerd zei

http://joodsactueel.be/2009/06/01/duitse-rechtbank-joodse-journaliste-deed-antisemitische-uitspraken/

Paul zei

Het onschuldige Israël dat door de wereld-media altijd weer aan de schandpaal wordt genageld...

*sarcasme mode*
http://www.zonnewind.be/midden-oosten/israel/moslims-steken-synagoge-in-brand.shtml