vrijdag 19 februari 2010

Jacqueline Maris van de VPRO 4



Jacqueline Maris,

Nooit in mijn veertigjarige loopbaan als journalist heb ik mij verontschuldigd voor het geven van de feiten. Het verslag doen van de werkelijkheid is nu eenmaal eigen aan het vak. Mijn vraag is nu: waarom is dit geen regel meer bij de VPRO-Radio? Wat is er veranderd sinds ik daar niet meer werk? Ik stel die vraag omdat je dit schrijft:

Terwijl ze dagelijks getuige zijn van elkaars aanwezigheid floreren mythes en het verlangen tot ontmoeting is uitgestorven. Hoe kan het ooit vrede zijn als buren elkaar niet kennen en de wildste ideeen over elkaar hebben, als ze denken het alleenrecht op de grond te hebben. Dat laatste geldt – moet ik helaas zeggen – vooral voor de joodse kolonisten en de staat Israel.


Hoezo: 'moet ik helaas zeggen'? Heeft dit te maken met het feit dat de pro-Israel lobby nu ook bij de VPRO is binnengetrokken? Concreet gesteld: sinds bij de VPRO Jair Stein zich onder leiding van baas Kees Schaepman met dit onderwerp begon te bemoeien. Even een aanloopje, dit schreef ik meer dan een jaar geleden:

Maart 2008 interviewde ik de joods-Israelische klinisch psycholoog Benjamin Beit-Hallahmi voor mijn boek De oneindige oorlog. Beit-Hallahmi is hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Haifa, doceerde in de VS, Engeland en Frankrijk, is auteur van talloze boeken waaronder Original Sins. Reflections on the History of Zionism and Israël, waarin hij beschrijft hoe in ruil voor de onbeperkte politieke steun aan Israël de Amerikaanse joden gekregen hebben waaraan het ze het meest ontbreekt: een ideologische inhoud om de leegte van hun identiteit te vullen.’ En dat geldt niet alleen voor de Amerikaanse joden, verklaarde hij tegenover mij, maar ook voor een aanzienlijk deel van de joden in de diaspora dat de herinneringen aan de Holocaust met zich meedraagt en daaraan gedeeltelijk zijn identiteit ontleent. Een aantal van hen is in de journalistiek terecht gekomen en gedraagt zich daar als pro-Israellobbyisten. Een van hen is de VPRO-radiopresentator Jair Stein over wie ik vijf maanden geleden een tweetal stukjes schreef naar aanleiding van het feit dat Ronny Naftaniel van de 'pro-zionistische lobbygroep' het CIDI de publicist Mohammed Benzakour bekritiseerde omdat die op zijn beurt weer Jair Stein had bekritiseerd. Ik schreef: 'Naftaniel schrijft dat Benzakour "suggereert... dat Jair Stein hem unfair behandelt omdat deze laatste Joods is. Dat is nogal wat. Als iemand zulke zware beschuldigingen uit, mag je verwachten dat hij ze kan onderbouwen.'' Een goede vraag. Vooruit dan maar. Hier is het antwoord wat Jair Stein betreft. Het was algemeen bekend bij de vroegere radiomakers van de VPRO dat Jair Stein pro-Israel was. In 2002 maakte ik voor de VPRO Radio 5 een serie programma's onder de titel De dagelijkse terreur van Israel.


Al snel hoorde ik van collega's dat Jair Stein woedend was dat deze programma's door de VPRO werden uitgezonden. Omdat ik er niet van hou dat mensen achter mijn rug om stemming proberen te maken, stapte ik op hem af en vroeg hem wat nu precies zijn bezwaren waren. Per slot van rekening de VPRO was toen nog een libertaire omroep waar ook het tegengeluid kon worden gehoord. Stein werd lijkbleek en verklaarde dat hij niet met mij in discussie wilde omdat hij zichzelf daarbij niet in de hand zou kunnen houden en mij het liefst fysiek te lijf zou willen gaan. Jair Stein gedroeg zich als een opgewonden pro-Israel lobbyist. Dus is het geenszins verwonderlijk dat Benzakour dit tijdens de uitzending ontdekte.'


Duidelijk is dat Stein kritiek op 'de Joodse staat' ervaart als kritiek op hemzelf. Tussen hem en Israel bestaat geen afstand, behalve dan dat Jair Stein slim genoeg is om niet naar Israel te emigreren, maar om hier in alle veiligheid zijn heil te zoeken, waar hij duizenden kilometers achter het front propaganda maakt voor de Israelische terreur tegen de Palestijnse bevolking. Voor hem geldt inderdaad datin ruil voor de onbeperkte politieke steun aan Israël' hij 'heeft gekregen waaraan het' hem 'het meest ontbreekt: een ideologische inhoud om de leegte van' zijn ''identiteit te vullen.'

Het zal de lezer dan ook niet verbazen dat op 22 januari 2009, na de drie weken durende Israelische geweldsorgie in de Gazastrook die door de VN-secretaris-generaal Ban Ki-Moon werd veroordeeld als 'gruwelijk', het hoogste tijd was voor Jair Stein om propaganda te maken voor de 'Joodse staat'. En dus nodigde hij Chizki Loonstein uit, de zionistische ambulancebroeder die tegenover de christenzionisten van de EO de Israelische oorlogsmisdaden betitelde als 'wij hebben nu een grote opruimingsactie gehouden, maar blijkbaar, wat ik begrijp, dus niet groot genoeg.'

Interessant daarbij is dat deze pro-Israel propagandist met zijn fascistische kwalificaties als 'opruimingsactie', waarbij meer dan 300 Palestijnse kinderen werden vermoord, te horen was bij de voorheen libertaire omroep de VPRO. Die kinderen spelen geen enkele rol van betekenis in het wereldbeeld van dit slag zionisten. Toen ik destijds Stein vertelde dat ik voor mijn ogen een Palestijns kind doodgeschoten had zien worden door een Israelische scherpschutter liet hij mij weten dat daar dan wel een reden voor zou zijn geweest. Het is deze mentaliteit die de gekte van Jair Stein illustreert. Het toont hoe leeg zijn identiteit is, hoe gekrenkt hij zich voelt door de verraderlijke wereld. Hij is Israel, hij is het vleesgeworden onverzadigbare slachtoffer dat geen kritiek kan verdragen.

Omdat hij toch ergens bij wilde horen dat aanzien had, wilde hij koste wat kost bij de VPRO. Maar omdat Jair Stein niemand anders is dan Jair Stein kwam zijn etnisch provincialisme onvermijdelijk in botsing met het libertaire karakter van deze omroep op het moment dat de VPRO programma's uitzond met kritiek op de Israelische terreur. Kritiek op Israel ervoer hij als kritiek op zichzelf, op zijn eigen wankele identeit.



De VPRO-radiouitzending, waarin Jair Stein en Chizki Loonstein propaganda maakten voor het Israelisch geweld in Gaza, begon met de aankondiging:
'Villa VPRO, met scherpe gesprekken, met verse gerechten, en ook veilige gerechten uit de magnetron, dat is natuurlijk in onze rubriek "Uitgekookt'', en met persoonlijke verhalen, zoals het verhaal van de 24-jarige Chizki Loonstein. De afgelopen weken reed hij rond in Gaza in een ambulance met daarop een Davidster.'

Vervolgens leidde Stein het eerste onderwerp in dat ironisch genoeg over de onbetrouwbaarheid van de massamedia ging. Stein:
'Een aanzienlijk deel van de berichten die u leest in de krant wordt vaak zonder bronvermelding klakkeloos overgenomen van persbureau's, andere media, of -- en dat klinkt wel heel zorgelijk -- PR-bureau's.' Gaande de uitzending werd duidelijk hoe 'zorgelijk' deze ontwikkeling wel niet is toen ook Jair Stein zelf zijn gast Loonstein ongecheckte public relations verhalen van de Israelische strijdkrachten onweersproken liet rondbazuinen. En dat terwijl eerder nog in de uitzending de academische onderzoeker Kees Buijs de luisteraars erop had gewezen dat uit zijn onderzoek was gebleken dat 'het checken als grondbeginsel van de professionele journalistiek gaandeweg afneemt.'

Uitgaande van het interview met Loonstein was de opzet om hem als een soort belangeloze held af te schilderen. Stein vroeg hem dan ook of de ambulancebroeder geen
'rijdende schietschijf' werd toen hij onder dekking van de Israelische strijdkrachten Gaza binnenreed? Het voor de hand liggende antwoord was: 'Ja, dat word je absoluut... gevaar voor eigen leven... al zijn wij redelijk goed beschermd. We rijden in volledig gepantserde ambulances.' En dat is weer een stuk beter dan de Palestijnse ambulancebroeders die al jarenlang in volledig onbeschermde ambulances door de Israelische strijdkrachten onder vuur worden genomen, waarbij doden en gewonden onder het personeel zijn gevallen. Maar dat verzwegen Stein en Loonstein, want dat paste niet in het propagandaplaatje. Stein was ook muisstil toen Loonstein beweerde dat 'Hamas-terroristen' bommen en munitie in Israelische ambulances meesmokkelen om zo dood en verderf te zaaien in Israelische ziekenhuizen. Dat is 'een reëel risico dat hier, zeg eventjes, aan de orde van de dag is.' Jair Stein liet deze propaganda onweersproken voorbijgaan omdat dit wel paste in het propagandabeeld, waarbij de Palestijnen worden afgeschilderd als 'terroristen', en het Israelische leger als hulpverleners. Het absolute hoogtepunt was het slot van dit 'interview' toen Loonstein desgevraagd verklaarde: 'Heb ik hoop op vrede?' En vervolgens kwam er een uitermate warrig verteld verhaal waarvan elke professionele journalist weet dat het een uit het hoofd geleerd lesje is, en waarvan de strekking ik hier kort weergeef. Loonstein: 'Ik zeg altijd: "hoop moet je houden", maar aan de andere kant heb je hier te maken met een volk dat gebrainwashed is... Ik heb in de afgelopen paar jaar in Israel een aantal keer vanuit mijn positie bezoeken moeten brengen aan Palestijnse scholen en dan hoor je leraren en leraressen aan kindjes in de leeftijd van drie tot tien jaar oud vertellen...' Het verhaal werd steeds chaotischer, maar Stein weet kennelijk wat er gaat komen en blijft dus zwijgen. Ineens onderbreekt Loonstein zijn eigen verhaal en probeert de draad van zijn eigen verhaal weer te vinden door te zeggen: 'Toen ik persoonlijk op mijn basisschool zat leerde ik tellen met een raamtel en zij leren tellen door middel van 1 dooie jood plus 2 dooie joden plus nog een dooie jood zijn twee dooie joden.' Ik weet niet waar precies in Nederland Chizki Loonstein heeft leren tellen, en hoe een 'raamtel' eruit ziet, maar ik heb zonder telraam op de basischool geleerd dat 1+2+1 in totaal 4 is, en niet 2 al dan niet 'dooie joden'.

Wat ik wel weet is dat dit verhaaltje tot het standaardpakket behoort van de pro-Israel lobby en je het in allerlei varianten kunt horen. Het is gelogen, maar de pro-Israel propagandisten vinden het kennelijk lekker geloofwaardig klinken. Vandaar dat Loonstein beweert dat telkens als hij als
'ambulancebroeder... Palestijnse scholen' in bezet en belegerd gebied binnenloopt juist op dat moment 'leraren en leraressen' dooorgaan met het geven van rekenles 'aan kinderen' zonder gebruikmaking van een 'raamtel' maar gewoon met 'dooie joden'. Het klinkt voor de propagandisten net zo lekker als de volgende bewering van Loonstein: 'Dus ja, heb je hoop op vrede? Je hebt te maken met mensen die niet beter weten dan dat ze 70 maagden krijgen als ze uit het leven stappen middels zelfdoding en daarin joden meenemen.' Diep ontroerd over zoveel prachtige propaganda fluisterde Jair Stein: 'Dank je wel, Chizki Loonstein, voor je verhaal.' Doek dicht en applaus. Wilt u het nog eens afluisteren:

http://weblogs.vpro.nl/villavpro/2009/01/22/villa-vpro-op-donderdag-22-januari-2009/

Het is voor mij als oud-programmamaker van de VPRO-radio wonderlijk om dit soort racistische nonsens via de VPRO te horen, aangezien mijn VPRO-collega's Ronald van den Boogaard en Roel van Broekhoven de eerste journalisten in Nederland waren, die al in 1979 als eersten aandacht besteedden aan het lot van de Palestijnen en in eerste instantie de dupe werden van de pro-Israel lobby die vlak voor de uitzending hun geluidsbanden vernietigde, omdat de informatie niet pastte in de pro-Israel propaganda.





Nadat ik van de toenmalige hoofdredacteur van de VPRO-radio naar aanleiding van mijn kritiek een woedende email had ontvangen, schreef ik dit in een weerwoord:

Kees Schaepman,

Vraag jezelf als eindredacteur van VillaVPRO en ook nog eens als hoofdredacteur van de VPRO-Radio het volgende af: zou 'mijn medewerker' zoals je hem zo fraai omschrijft, Jair Stein, een Palestijnse gast in de uitzending van VillaVPRO onweersproken hebben laten verklaren dat, wat betreft de Joden in Israel, wij 'te maken [hebben] met een volk dat gebrainwashed is.' Sterker nog: zouden Jair Stein en jij een Palestijn aan het woord hebben gelaten die publiekelijk verklaart dat na een bloedbad onder Joodse burgers in Israel, waarbij bijna 300 Joodse kinderen gedood werden: 'wij een grote opruimingsactie [hebben] gehouden, maar blijkbaar, wat ik begrijp, dus niet groot genoeg' ?

Welnu, beste collega Schaepman, het antwoord is zoals jij en ik weten ondubbelzinnig: 'Nee, meneer Van Houcke! Wij zouden een dergelijke persoon met dergelijke opvattingen niet onweersproken in de uitzending dit racisme hebben laten verspreiden. Sterker nog, beste collega, wij zouden een dergelijke Palestijn met dergelijke fascistische opvattingen, niet eens aan het woord hebben gelaten.'

Daarom Schaepman, waarom heb jij als eindredacteur en ook nog eens hoofdredacteur erin toegestemd dat de pro-Israel propagandist Loonstein aan het woord werd gelaten? En waarom heb je niet je excuses aan de luisteraars aangeboden voor het onweerproken laten verspreiden van racistische opvattingen? Ik bedoel, bij de christenzionisten van de EO kun je dergelijke gevaarlijkse nonsens verwachten, maar waarom nu ook bij de VPRO, waar jij de scepter zwaait?

In afwachting van je antwoord,
Collegiale groet
Stan van Houcke
Journalist
Amsterdam.


Welnu Jacqueline Maris, nooit meer iets vernomen van Kees Schaepman. Let wel, dit speelde zich allemaal af onmiddellijk nadat de Israelische strijdkrachten op grote schaal oorlogsmisdaden in de Gaza-strooks hadden gepleegd, waar de Palestijnse bevolking in het grootste concentratiekamp ter wereld opgesloten zat en nog steeds zit. Deze propaganda zond de VPRO uit terwijl men wist dat de Israelische strijdkrachten oorlogsmisdaden hadden gepleegd, omdat immers al geruime tijd bekend was dat men 'buitensporig geweld' zou toepassen. Al op 12 oktober 2008 maakte de Israelische kwaliteitskrant Haaretz bekend:

Coincidentally, in the same weekend, the Israeli public was exposed to an additional rare public confession from another criminal conspirator. This self-exposure occurred closer to home, in an interview in which the one confessing was none other than GOC Northern Command Gadi Eisenkot.





"What happened in the Beirut suburb of Dahiya in 2006 will happen in every village from which shots are fired in the direction of Israel," Eisenkot said to journalists from Yedioth Ahronoth. "We will wield disproportionate power against every village from which shots are fired on Israel, and cause immense damage and destruction. From our perspective, these are military bases. This isn't a suggestion. This is a plan that has already been authorized."

Hence, in two short sentences, one of the Israel Defense Force's senior commanders stated, with the world as his witness, his
intention to violate the two central tenets of the international laws of war: the principle of distinction, which states that every time military force is used, it is imperative to differentiate enemy combatants from enemy civilians, and that attacks may be directed only at the former; and the proportionality principle, which states that even in attacks against enemy combatants, disproportional use of power is prohibited.

It is important to understand this: T
he international legal definition of an illegal military attack is one directed at civilians, or one that involves a disproportional use of force. It was as if Eisenkot, then, was standing on a hilltop, declaring his intention to commit war crimes, yelling to passersby, "My intentions are biggest of all!"


Lees verder: http://www.haaretz.com/hasen/spages/1027755.html


Ruim een week eerder al, op 3 oktober 2008, werd deze Israelische militaire strategie van 'buitensporig geweld' tegen de Palestijnse bevolking aldus verwoord door generaal Eisenkot in het Israëlische dagblad Yedioth Ahronot: 'We zullen disproportioneel geweld gebruiken tegen ieder dorp van waaruit schoten worden gelost op Israel, en we zullen immense schade en vernietiging te weeg brengen. Vanuit ons gezichtspunt zijn zij militaire bases. Dit is geen overweging, dit is een plan dat reeds is geautoriseerd.' In een rapport voor het Instituut voor Nationale Veiligheid van de Universiteit van Tel Aviv onderstreepte kolonel Gabiel Siboni even onverbloemd, dat het antwoord op de raketaanvallen de 'disproportionele aanval in het hart van de zwakke plek van de vijand is, waarbij pogingen de lanceringcapaciteit te schaden op de tweede plaats komt.'


Dit alles verzweeg de VPRO omdat het niet paste in de zionistische propaganda, zoals die door Jair Stein werd verspreid. Ook verzweeg hij dat de toenmalige Israelische minister van Buitenlandse Zaken Tzipi Livni onmiddellijk na de terugtrekking uit Gaza op de radio trots het bloedbad in de Gazastrook had omschreven als Israel 'going wild'. Ook dat paste niet in de zionistische propaganda die de VPRO uitzond.


Kortom, Jacqueline Maris, laat je berichtgeving niet kleuren door de pro-Israel lobby bij de VPRO. Je hoeft je niet te verontschuldigen tegenover de redactie als je eerlijk verslag doet van de werkelijkheid. En dat hoef je zeker niet te doen tegenover de luisteraars. De omslag met betrekking tot Israel heeft allang plaats gevonden. In 2003 bleek uit een opiniepeiling van de Europese Unie dat Israël algemeen gezien werd als 'de grootste bedreiging' voor de wereldvrede. In 2007 toonde een BBC-onderzoek aan dat Israël door een representatieve groep burgers het meest negatief werd beoordeeld van in totaal twaalf landen, waaronder Iran en Noord-Korea. Ondertussen beoordeelt 43 procent van de Amerikanen Israel als een bedreiging voor de wereldvrede. VPRO-journalisten als Ronald van den Boogaard, Roel van Broekhoven en ik hebben in het verleden het grondwerk verricht. Bouw daar gewoon op verder. Doe niet net alsof je het wiel gaat uitvinden. Luisteraars zijn een stuk minder dom dan veel journalisten.


collegiale groet

stan


1 opmerking:

Anoniem zei

Gaat me aan het hart en ik denk veel mensen die naar de VPRO luisteren/luisterden? Je verwacht dit niet bij deze zender. Ik kan me de documentaire De Israël Lobby, Portret van een groot Taboe bij Tegenlicht nog herinneren in 2007. Hebben we inmiddels in 2010 een taboe gekregen bij de VPRO, nu inmiddels zoveel bekend en onderbouwt is met feiten? De VPRO ondermijnt zijn eigen doelstelling en daarmee zichzelf. Als de VPRO zo kritiekloos zulke propagandische flauwekul uitzendt, hoe geloofwaardig is men dan nog? Dit straalt ook af naar de andere uitzendingen. Zwaar teleurgesteld,

anzi