vrijdag 27 november 2009

Eyal Sivan


Eyal Sivan’s fimdocumentaire Jaffa, The Orange Clockwork, eindigt met de woorden van de hoogbejaarde joods-Israelische dichter en journalist Haim Gouri, die als militair betrokken was bij het geweld in 1948 dat leidde tot de verdrijving van ongeveer 760.000 Palestijnse burgers, en zo het begin was van wat eufemistisch het Palestijns-Israelisch conflict heet. Zes decennia na deze etnische zuivering zegt Gouri in Sivan’s documentaire dat de van origine Palestijnse Jaffa-sinaasappel tevens een ‘metafoor is voor een wereld die vernietigd werd. Die metafoor draagt in zich een immense pijn en een zeker gevoel van wraak, maar ook de poging om de breuk te herstellen. Ik erken dus dat ik, het is bijna iets anti-historisch, maar voor mij is veel pijn onlosmakelijk verbonden met het verlies van die wereld. Op de een of andere manier verlang ik zelfs nu naar een land dat genoeg heeft van de dood en waarnaar de mensen terugkeren. En juist in deze herinneringen bestaat die sinaasappel waarover we gesproken hebben. Het is geen nostalgie. Het is iets veel dieper dan dat. Het is een soort ''vervoersbewijs’’ naar de toekomst die, zo hoop ik, nog steeds bestaat.’


Uit Gouri's woorden valt op te maken dat het geweten niet ongestraft genegeerd kan worden. De mens kan niet eeuwig in oorlog leven met zijn directe omgeving. Hoe graag de zionisten en de filosemieten dit ook willen.

Geen opmerkingen: