In 'Taking the Risk out of Democracy. Corporate Propaganda versus Freedom and Liberty' schreef de sociaal wetenschapper Alex Carey: 'The propagandist in the United States starts with advantages deriving from independent features of American society which predispose its members to adopt - or accept - a dualistic, Manichean worldview. This is a world-view dominated by the powerful symbols of the Satanic and the Sacred (darkness and light). A society or culture which is disposed to view the world in Manichaen terms will be more vulnerable to control by propaganda. Conversely, a society where propaganda is extensively employed as a means of social control will tend to retain a Manichean world-view, a world dominated by symbols and visions of the Sacred and the Satanic... Reflection inhibits action, while a Manichean world-view facilitates action.'
De manicheistische vertekening van de werkelijkheid, de werkelijkheid die zoals altijd en overal veel complexer is dan de eenvoudige zwart/wit vertekening ervan, die manicheistische vertekening is levensgevaarlijk omdat het uiteindelijk onherroepelijk tot moorden leidt. Zoveel bewijst de geschiedenis. Na de genocide op de joden die zich voltrok in het christelijke Europa en georganiseerd werd door ontwikkelde Europeanen verdween het manicheistische wereldbeeld geenzins. Wat veranderde was dat de joden niet langer meer Het Kwaad vertegenwoordigden. Maar daarmee verdween niet het verlangen, de behoefte om Het Kwaad in de ander te kunnen projecteren. Natuurlijk konden de Westerlingen niet zichzelf en hun cultuur aanwijzen als Het Kwaad. Het Kwaad moet per definitie altijd in de ander worden geprojecteerd, anders valt er niet met jezelf te leven. L'enfer c'est l'autre. En het gevolg was dat een andere semitische tak, de Arabieren, de rol van Het Kwaad kregen toebedeeld door het christelijke Westen, dat eeuwenlang de joden had vervolgd, en nu ineens zonder binnenlandse vijand moest leven.
Bij dit punt aangekomen wil ik Paul Brill introduceren, opiniemaker van de Volkskrant, die in 1981 voor het boek Israel: een blanco cheque? het volgende noteert uit de mond van een Koeweitse onderminister 'dat de Palestijnen groot onrecht is aangedaan en dat de hele Arabische wereld voor hen zal blijven opkomen totdat hun nationale rechten zijn erkend; dat de Nederlanders er toch ook geen genoegen mee zouden nemen als buitenlandse kolonisten zich overal in het land zouden vestigen en de autochtone bevolking zouden verdrijven.' Deze objectieve beschrijving van de werkelijkheid leidt bij de toen nog gematigd linkse journalist Paul Brill niet tot inzicht, maar tot de conclusie: 'Plotseling komt er een grote moeheid over me en heb ik een sterke en heb ik een sterke aanvechting om de bandrecorder demonstratief uit te zetten... In het verslag dat ik 's avonds naar Amsterdam doorbel, weet ik met veel moeite twee zinnen uit het interview te verwerken.' Brill maakt niet duidelijk waarom hij de woorden van de Koeweitse bewindsman niet meer kon aanhoren. Het leed dat de Palestijnen was aangedaan door de zionisten was nog lang niet voorbij en toch kon de journalist Brill de werkelijkheid niet meer horen. Waarom niet?
Misschien heeft het met Paul Brill's achtergrond te maken. Zo schrijft hij: 'En dan arriveer je in Israel. Jij zult daar met je eigen afkomst worden geconfronteerd, was me van zeer nabij voorspeld. Maar wat is je afkomst wanneer je joodse vader geheel heeft gecapituleerd voor de bekeringsijver van je katholieke moeder? Nebbisj. Of nog erger: minder dan een halfjood, zoals me eens smalend werd toegevoegd door iemand die zich op latere leeftijd had laten besnijden.'
Duidelijk aan deze tekst is dat Brill een persoonlijk trauma moet verwerken, zoals blijkt uit onder andere het woord 'gecapituleerd'. Zoals bekend is capituleren 'zich onderwerpen.' Zijn 'joodse vader' heeft zich dus volledig onderworpen aan de 'katholieke moeder'. Van capituleren, je onderwerpen aan de ander, is pas sprake als de vijand machtiger is. Dat moet een traumatische ervaring voor Paul Brill zijn geweest. Want wie was hij, de zoon van een joodse vader en van een katholieke moeder? De zoon van een man die zich aan zijn vrouw had onderworpen. 'Nebbisj. Of nog erger: minder dan een halfjood, zoals me later eens smalend werd toegevoegd door iemand die zich op latere leeftijd had laten besnijden.' Meer hierover in een volgend stukje.
3 opmerkingen:
Achter de boektitel Israel - een blanco cheque moet natuurlijk wel het vraagteken dat de toenmalig-linksige schrijvers met Joodse connectie er achter hadden gezet (als antwoord op Herzbergs uitspraak: Zonder Israel is iedere Jood een ongedekte cheque).
Inmiddels lijkt het overigens wel alsof de meesten van toen dit vraagteken in een uitroepteken hebben veranderd, dat wel.
dank je
ik heb het onmiddellijk verbetert.
stan
ja, er zijn binnen de commerciele media/journalistiek veel journalisten die onder het mom van objectieve journalistiek hun eigen psychologische 'vorige oorlog' uitvechten. Brill is misschien ook wel zo iemand. Bij deze journalisten is het daarom van belang het 'verhaal van de andere' ook mee te nemen. Dan wordt het pas echt objectief. Anders gaat het slechts om invloed en niet om democratie.
Een reactie posten