Welke boodschappen zitten in deze verpakking? Allereerst dat Obama 'van een nieuwe generatie' is, dus niet van de generatie van Martin Luther King, Malcolm X, Huey Newton en al die andere zwarten met 'het opzwepende ritme van de traditionele dominee,' een kwalificatie die gepresenteerd wordt als een feit. Wat wil Paul Brill impliceren met 'het opzwepende ritme.' Bedoelt hij te zeggen dat een 'opzwepend ritme' inhoudelijk niets kan voorstellen? Dat lijkt me nonsens. Bedoelt hij te zeggen dat een 'opzwepende ritme' alleen goed is voor zwarte -, maar niet voor blanke kiezers? Bedoelt hij dat een 'opzwepend ritme' kenmerkend is voor zwarten omdat de emoties bij hen bespeeld moeten worden, terwijl blanken alleen maar door een bedaard en beschouwend betoog rationeel overtuigd kunnen worden? Wat suggereert Paul Brill nu eigenlijk?
Er zit nog een andere kwalificatie in deze zin, namelijk deze: in tegenstelling tot de generatie van Martin Luther King spreekt Obama 'allereerst namens zichzelf.' Hoe weet Paul Brill, deze jongen uit de polder, dit zo zeker? Dat weet hij niet, hij verzint het ter plaatse. Het is ook nonsens. Iedere onafhankelijke waarnemer van de Amerikaanse samenleving weet dat een presidentskandidaat nooit, maar dan ook nooit, 'namens zichzelf' spreekt. Alleen kunstenaars doen dat. Een politicus kan domweg niet 'namens zichzelf' spreken. Een toekomstige presidentskandidaat spreekt altijd namens belangengroepen, anders zou hij niet in de politiek zijn gegaan, en zeker nooit een kandidaat worden. Desondanks beweert Paul Brill in boodschap 2 het tegenovergestelde, want het beeld moet geschapen worden en in tact blijven dat Obama ongebonden is van iedereen en alles, en dat hij zeker niet gebonden is aan een of andere 'zwarte' activist die met een opruiend 'ritme' spreekt.
Nu boodschap 3. Obama leek op een geijkte blanke 'inleider van de Kamer van Koophandel' en niet op een zwarte schreeuwende geestelijke of op een andere al dan niet swingende zwarte radicaal. Opvallend aan deze boodschappen is dat op de achtergrond permanent het beeld opdoemt dat wij (blanken) hier met een ander ras (zwarten) te maken hebben. In de jaren zestig was het voor het eerst in de Amerikaanse samenleving dat de stereotypering van grote groepen mensen, zoals zwarten, ter discussie werd gesteld. Het is Paul Brill kennelijk ontgaan.
De Herald Tribune opent vanochtend met de vraag: 'Can Europe produce an Obama?' Ik denk het wel, maar ik denk niet dat hij door de blanke elite geaccepteerd zal worden. In elk geval, zeker niet in Nederland, zolang een blanke opiniemaker als de argwanende Paul Brill over de zwarte Obama de volgende woorden citeert: 'Zou de verklaring zijn dat hij onwillekeurig toch ''de drager van een raciale code" is en zich heeft opgewerkt in ''een politieke cultuur die hem meer als icoon nodig had dan als mens..."'
Het woord 'onwillekeurig' is hierbij saillant. Met 'onwillekeurig' probeert Brill te zeggen dat ook al zou Obama dit niet willen hij toch "de drager is van een raciale code," zijn wil kan geen greep krijgen op - als het ware - instincten die vastliggen in ''een raciale code''.
Paul Brill weet kennelijk niet dat Karl Kraus in de jaren dertig waarschuwde voor taal- en daarmee gedachtenvervuiling toen hij schreef: 'Taal is de moeder van de gedachte, niet haar dienstmeid.'
In diezelfde tijd schreef vooraanstaande Amerikaanse hoogleraar Harold Lasswell, die de staat en de grote concerns de kneepjes van de propaganda bijbracht: 'If the mass will be free of chains of iron, it must accept chains of silver. If it will not love, honour and obey, it must not expect to escape seduction.' En degenen die de 'seduction' vorm moesten geven waren allereerst de opiniemakers van de commerciele massamedia, mensen als jawel, Paul Brill. De macht kan niet bestaan zonder het werk van hun knechten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten