maandag 10 november 2008

Simone Weil 2


'Sonja heeft een nieuwe reactie op uw bericht "Simone Weil" achtergelaten: Wat leuk, Simone Weil. In maart schreef ik het volgende:'Collectieven denken niet'“Wij hebben nooit iets gekend dat ook maar van verre op een democratie leek. In het systeem dat ‘democratie’ wordt genoemd heeft het volk zich nooit over een maatschappelijke kwestie kunnen uitspreken.“Simone Weil (1909-1943) pleit in haar posthuum uitgegeven pamflet “Note sur la suppression générale des partis politiques” (1950, met André Breton: ‘Mettre au ban les partis politiques’) voor de afschaffing van politieke partijen. Enkele citaten:“De partijen vormen een wonderlijk mechanisme waardoor in het hele land vrijwel niemand zich nog inspant om op maatschappelijk vlak het goede, het rechtmatige en het ware te herkennen.De afschaffing van de politieke partijen zou bijna zuiver goed zijn en volkomen gewettigd, en er vallen bijna uitsluitend goede effecten te verwachten van zo’n verbod.Eén voorwaarde luidt dat geen collectieve passie meespeelt wanneer het volk zich bewust wordt van een doelstelling en deze tot uitdrukking brengt.De tweede voorwaarde luidt dat het volk zijn wil kan uitspreken over welbepaalde maatschappelijke aangelegenheden, en niet enkel over een keuze tussen personen, en nog veel minder over een keuze tussen collectiviteiten die geen verantwoording afleggen. Want met dat laatste heeft de volkswil niets te maken.”Wat is het bezwaar van Simone Weil tegen de politieke partijen? De kern van haar overweging is de volgende. Politieke partijen worden per definitie gekenmerkt door twee eigenschappen: (1) zij staan voor een collectief ‘ideeëngoed’ of ‘programma’, en (2) zij zijn behept met een streven naar toenemende invloed en macht. Zonder ‘programma’ is er geen partij, en zonder machtsstreven – in beginsel gericht op de uitvoering van dat ‘programma’ – is er al evenmin een partij. Daar krijgt niemand een speld tussen. Maar het gevolg is, dat partijleden en partijaanhangers onder permanente druk staan, om het individuele denken en het persoonlijke oordeelsvermogen en geweten uit te leveren aan de partij. Weil stelt het radicaal: ofwel streeft men compromisloos en naar best vermogen de waarheid en de gerechtigheid na, en dan kan men zich niet aligneren op één of andere collectieve partijlijn, ofwel kiest men voor de partij, maar dan is dat ten koste van het primaat van waarheid en gerechtigheid.“Indien partijlidmaatschap altijd en in alle gevallen aanzet tot leugen, dan is het bestaan van partijen een volstrekt en onvoorwaardelijk kwaad.”(de bron heeft Stan al genoemd)'

Geen opmerkingen: