dinsdag 9 november 2010

Arie Elshout van de Volkskrant 8


Gert Dijkstra uit Utrecht schreef gisteren in de Volkskrant:

Hoe kan het dat we in Nederland zo weinig lezen over ons verleden in Indonesië? De Belgen lijken beter in staat het eigen oorlogsverleden onder ogen te zien. In Nederland stoppen we dat ver weg. Mijn kinderen leren er niets over op school. In de Nederlandse boekwinkel is er niets over te vinden.

Nederland kent geen historisch bewustzijn omdat dit slecht voor business is, en de meeste Hollanders geen gezeur aan hun kop willen en consequentieloos willen blijven doorbabbelen. Wie weet dat Van Heutsz een grote oorlogsmisdadiger was die in Nederland nog steeds wordt geëerd met monumenten?

Joannes Benedictus van Heutsz (Coevorden, 3 februari 1851 – Montreux[1], 11 juli 1924) was een Nederlands officier. In 1900 bereikte hij met de benoeming tot luitenant-generaal zijn hoogste militaire rang. Van 1904 tot en met 1909 was van Heutsz Gouverneur-Generaal, de hoogste civiele ambtenaar van Nederlands-Indië. Hij speelde een grote rol in de koloniale geschiedenis van Nederland. Vanwege zijn bestuur in Atjeh werd hij jarenlang gezien als volksheld. Vanwege het feit dat 70.000 inwoners van Atjeh omkwamen tijdens zijn bewind, werd hij later ook het symbool van koloniaal bestuur.... Amsterdam... Er volgde een versterking van het elitekorps 'Korps Marechaussee te voet', een betere bewapening, en een niet aflatende, harde veldtocht om de rebellen te 'tuchtigen'. Dit alles gecombineerd met wat tegenwoordig een 'hearts and minds' campagne genoemd zou worden, zorgde eindelijk voor de door de Nederlanders zo gewenste rust, hoewel 'incidenten' voortduurden tot aan 1942 toen Nederlands-Indië werd bezet door Japan.


Monument in Amsterdam bij de onthulling in 1935


Op de Nieuwe Oosterbegraafplaats bevindt zich een praalgraf voor Van Heutsz.
In Amsterdam-Zuid, aan de Apollolaan, werd op 15 juni 1935 het Van Heutsz-monument onthuld, door Koningin Wilhelmina. Het monument heeft vanaf de onthulling veel kritiek gehad. Zelfs de zoon van Van Heutsz, Johan Bastiaan van Heutsz Jr. schreef op 16 juni 1943 hierover in een brief aan de Amsterdamse burgemeester Edward Voûte dat hij het monument een aanfluiting vond en het liever verwijderd zag. Het monument bestond uit een groot vrouwspersoon op een sokkel met daaronder een buste van Van Heutsz, hierdoor vond hij de persoon van zijn vader met zijn "heldendaden" te weinig tot uitdrukking komen. J.B. van Heutsz Jr. had zich als lid van de Waffen-SS gemeld, en werd hier Sturmbannführer der Waffen-SS, op 28 april 1945 kwam hij in Zuid-Duitsland bij oorlogshandelingen om het leven. Nadat het monument een aantal keer is vernield, is het in 2004 omgedoopt in Monument Indië-Nederland. De verwijzingen naar Van Heutsz zijn verwijderd.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Joannes_Benedictus_van_Heutsz

Let vooral op het taalgebruik van de Nederlander die dit stukje voor Wikipedia schreef:

70.000 inwoners van Atjeh kwamen [om] tijdens zijn bewind.


Hoe kwamen ze om? Wat bedoelt de schrijver met omkwamen? Omkwamen? Ze werden vermoord vaak op de meest gruwelijke wijze! Waarom wordt dat achter verhullend taalgebruik verborgen? De details van de joodse holocaust wordt terecht toch ook niet verzwegen? Of gaat het hier om aantallen, en tellen 70.000 vrouwen, kinderen, bejaarden niet mee omdat ze gekleurd waren? De volgende kwalificaties zijn ook typerend voor Hollanders, terreur wordt gekwalificeerd als:

'tuchtigen'. Dit alles gecombineerd met wat tegenwoordig een 'hearts and minds' campagne genoemd zou worden, zorgde eindelijk voor de door de Nederlanders zo gewenste rust, hoewel 'incidenten' voortduurden tot aan 1942 toen Nederlands-Indië werd bezet door Japan.


Tuchtigen, gewenste rust, incidenten, woorden die koloniale oorlogsmisdaden te verhullen. Dat is Nederland, het poldermodel dat uiteindelijk in intellectuele en politieke corruptie eindigt. Gewenste rust is een eufemisme voor het plunderen van de gordel van smaragd.

Let wel, deze terreur werd niet alleen uitgeoefend door het uitschot van Nederland maar ook door keurige heren als de politicus Colijn, de latere premier van het christelijke Nederland, aanvoerder van de Anti Revolutionaire Partij:

Hendrikus Colijn was adjudant van Van Heutsz en trok er ook zelf op uit met zijn mannen. Colijn was verantwoordelijk voor de gevangenneming van de vrouwen en kinderen van Panglima Polem. Panglima Polem werd zo gedwongen zijn verzet te staken.Tijdens zijn tochten draaide hij zich maar om als er iets gruwelijks uitgevoerd moest worden en stak daarna een sigaar op. Colijn schreef een brief aan zijn vrouw, waarin o.m. : 'Ik heb er een vrouw gezien die, met een kind van ongeveer 1/2 jaar op den linkerarm, en een lange lans in de rechterhand op ons aanstormde. Een kogel van ons doodde moeder en kind. We mochten toen geen genade meer geven. Ik heb 9 vrouwen en 3 kinderen, die genade vroegen, op een hoop moeten zetten, en zoo dood laten schieten. Het was onaangenaam werk, maar 't kon niet anders. De soldaten regen ze met genot aan hun bajonetten. 't Was een verschrikkelijk werk. Ik zal er maar over eindigen.'

De vraag: 'Hoe kan het dat we in Nederland zo weinig lezen over ons verleden in Indonesië?'

Wel, Gert Dijkstra, uiteindelijk omdat veel Nederlanders conformisten zijn, uitgekookte kleinburgers, opportunisten die net als Arie Elshout met twee maten meten en het doodnormaal vinden om grootscheeps geweld tegen andere volkeren in te zetten terwijl ze tegengeweld onmiddellijk als terreur bestempelen.

Geen opmerkingen:

Politie Martelingen Als Gevolg van Politieke Terreur van Halsema

 https://www.instagram.com/reel/DCXua4xvJqF/?igsh=OTdxNXJsb3p3ejhm