zondag 7 november 2010

Peter van Walsum Oud-Diplomaat 33


De afgelopen twee weken schreef ik dit over de oud-diplomaat Peter van Walsum:

De NRC heeft de bejaarde oorlogsstoker Peter van Walsum van stal gehaald om de lezers te begeleiden naar een nieuwe oorlog die net als de oorlog tegen Irak, waarvan Van Walsum een enthousiast voorstander was, slecht voor het Westen zal aflopen. Maar de humanitaire kant van de zaak vindt Peter van Walsum een te verwaarlozen factor, zoals bleek in het befaamde interview dat de journalist John Pilger voerde met Neerlands hoogste diplomaat die als een Schreibtischmörder handelde:


In December 1999 John Pilger asked Peter van Walsum, Chairman of the UN Sanctions Committee to explain why Iraq is still being subjected to economic sanctions. The transcript of the interview appears below.

John Pilger: Why should the civilian population, innocent people, be punished for Saddam's crimes?
Peter van Walsum: It's a difficult problem. You should realise that sanctions are one of the curative measures that the Security Council has at its disposal. And obviously they hurt. They are like a military measure.
JP: But who do they hurt?
PW: Well, this, of course is the problem, but with military action, too, you have the eternal problem of collateral damage...

JP: What do you say to those who describe sanctions that have caused so many deaths as 'weapons of mass destruction' as lethal as chemical weapons?
PW: I don't think that's a fair comparison.
JP: Aren't the deaths of half a million children mass destruction?
PW: I don't think you can use that argument to convince me.
Zonder ook maar 1 verwijzing naar Israel als kernwapenstaat die in '73 dreigde met de inzet van nuclaire wapens beweert Van Walsum nu:


VS vinden ingreep minder erg dan Iraanse kernbom

Aanval op Iran is ophanden

Het lijkt onvermijdelijk dat de VS militair ingrijpen in Iran om te voorkomen dat het binnenkort een kernbom krijgt, meent Peter van Walsum.

Het non-proliferatieverdrag is sinds 1970 van kracht en wordt elke vijf jaar door de partijen in een Review Conference (RevCon) geëvalueerd. Het verdrag rust op drie pijlers: non-proliferatie, ontwapening en het recht op vreedzaam gebruik van kernenergie. Vijf staten, China, Frankrijk, Rusland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, worden in het verdrag erkend als kernwapenstaten. Tussen deze vijf en de overige partijen regelt het verdrag een soort uitruil: de niet-kernwapenstaten mogen geen kernwapens verwerven, maar in ruil daarvoor bevestigt het verdrag het recht op vreedzaam gebruik van kernenergie. Het verplicht de kernwapenstaten te goeder trouw nucleaire ontwapening na te streven.

Dit schreef eind oktober 2010 de oud-diplomaat Peter van Walsum in de NRC:

Aanval op Iran is ophanden

Iran

VS vinden ingreep minder erg dan Iraanse kernbom


Opinie Opinie | Woensdag 20-10-2010 | Sectie: Overig | Pagina: 07 | Peter van Walsum

Het lijkt onvermijdelijk dat de VS militair ingrijpen in Iran om te voorkomen dat het binnenkort een kernbom krijgt, meent Peter van Walsum.

Het non-proliferatieverdrag is sinds 1970 van kracht en wordt elke vijf jaar door de partijen in een Review Conference (RevCon) geëvalueerd. Het verdrag rust op drie pijlers: non-proliferatie, ontwapening en het recht op vreedzaam gebruik van kernenergie. Vijf staten, China, Frankrijk, Rusland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, worden in het verdrag erkend als kernwapenstaten. Tussen deze vijf en de overige partijen regelt het verdrag een soort uitruil: de niet-kernwapenstaten mogen geen kernwapens verwerven, maar in ruil daarvoor bevestigt het verdrag het recht op vreedzaam gebruik van kernenergie. Het verplicht de kernwapenstaten te goeder trouw nucleaire ontwapening na te streven.
Van oudsher wordt in de RevCons door de niet-kernwapenstaten kritiek geleverd op de ontoereikende nakoming door de kernwapenstaten van deze laatste verplichting, zonder dat deze wat obligate klachten de aanvaarding bij consensus van een slotdocument in de weg staan. Maar in de conferentie van 2005 liep het radicaal anders. Hoewel president George W. Bush twee ambtstermijnen heeft vervuld, heeft onder zijn presidentschap maar één RevCon plaatsgevonden.
Tot 2005 waren de VS als oudste en grootste kernwapenstaat in de RevCons altijd tactvol te werk gegaan, omdat zij zich van het arbitraire en discriminerende karakter van het verdrag bewust waren. Maar onder Bush namen de Verenigde Staten een onverzoenlijk standpunt in door uitsluitend over de eerste pijler (non-proliferatie) te willen spreken, met als argument dat sinds 11 september 2001 alles veranderd was. De conferentie liep hierdoor uit op een fiasco, maar voor Amerika's neoconservatieve vijanden van het multilateralisme was zij een triomf.
Vier jaar later hield president Obama zijn bezielende toespraken in Praag (5 april 2009: 'Een wereld zonder kernwapens') en Kaïro (4 juni 2009: 'een nieuw begin tussen de VS en alle moslims ter wereld'). In de RevCon van 2010 opereerde de Amerikaanse delegatie langs dezelfde lijnen. Er kon bij consensus een slotdocument worden aangenomen dat alle staten in het Midden-Oosten opriep tot deelname aan een in 2012 te houden conferentie om tot de instelling van een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten te komen. (Israël, het enige land in het Midden-Oosten dat geen partij is bij het non-proliferatieverdrag, had zich al eerder voor de instelling van zo'n zone uitgesproken, mits het met ieder land van de regio een vredesverdrag zou hebben gesloten.)
In het non-proliferatiekamp maakte de verslagenheid onmiddellijk plaats voor nieuw vertrouwen in de toekomst. RevCon 2005 was een eenmalig incident gebleken, en onder Obama openden zich kennelijk nieuwe perspectieven. Die reactie blijkt achteraf voorbarig. Hoe groter de overtuigingskracht van inspirerende woorden, des te meer kan de weerbarstige realiteit teleurstellen.
Er zijn in 2009 en 2010 onvervulbare verwachtingen gewekt met betrekking tot zowel het vredesproces als de kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten. Beide projecten staan nu op de internationale agenda, maar het vredesproces zal logischerwijze voltooid moeten zijn, eer de kernwapenvrije zone in ernst ter hand kan worden genomen. Het is duidelijk dat met deze processen samen jaren gemoeid zullen zijn, terwijl het even duidelijk is dat Iran op dit moment bezig is een kernwapen te ontwikkelen. Na het laatste kwartaalrapport van de IAEA van 6 september jl. kan daaraan geen twijfel meer bestaan. Medio augustus van dit jaar schatte de Amerikaanse regering dat het nog 'rond een jaar of misschien langer' zou duren eer Iran over een kernwapen zou beschikken. Dat betekent dat binnen zo'n tien maanden knopen zullen moeten worden doorgehakt. In Washington wordt steeds vaker, ook uit de mond van vooraanstaande Democraten, gehoord dat een militaire ingreep in Iran minder erg is dan een nucleair bewapend Iran.
Het gaat hierbij minder om de vraag wat Iran met dat kernwapen zou doen dan om de uitwerking die de verschijning van een Iraans kernwapen op de regio zou hebben. Naast Israël, de VS en Europa zouden ook de Arabische landen dit als een dreiging ervaren. Een Iraanse bom vraagt om een Arabische bom. Maar binnen de Arabische wereld zijn de verhoudingen van dien aard dat moeilijk met één Arabische kernwapenstaat zou kunnen worden volstaan. En als er meerdere zulke staten kwamen, zouden ook niet-Arabische landen als Turkije de optie van een eigen kernwapen onder ogen gaan zien.
Behalve in het onwaarschijnlijke geval dat de sinds eind december 2006 stapsgewijs verscherpte sancties Iran alsnog tot andere gedachten brengen, lijkt het bijna onvermijdelijk dat in de loop van 2011 ten minste door de Verenigde Staten militair zal worden ingegrepen. Russische èn Chinese steun voor een daartoe machtigende Veiligheidsraadsresolutie lijkt nauwelijks denkbaar, dus de interventie zal hoogstwaarschijnlijk plaatsvinden zonder mandaat van de Veiligheidsraad.
Dit is duidelijk niet de tijd om over nieuwe perspectieven voor het non-proliferatieproces na te denken. Nederland zou er beter aan doen zich vast te verdiepen in de vraag of die interventie Nederlands politieke steun verdient.
Info: Peter van Walsum was diplomaat en lid van de commissie-Davids.
Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.

U ziet dat op dit artikel auteursrecht rust. Die schend ik nu bewust omdat in dit geval het publieke belang, namelijk een oorlogsdreiging, ver uitstijgt boven het privebelang van NRC en Peter van Walsum. Ik zal de komende dagen uitleggen waarom ik die mening ben toegedaan. Leest u eerst wat Van Walsum beweert in de zelfbenoemde 'kwaliteitskrant' NRC.

Precies een week geleden beweerde de oud-diplomaat Peter van Walsum het volgende in de NRC:

Aanval op Iran is ophanden

Het lijkt onvermijdelijk dat de VS militair ingrijpen in Iran om te voorkomen dat het binnenkort een kernbom krijgt, meent Peter van Walsum.

Van Walsum benadrukte het volgende:

Het gaat hierbij minder om de vraag wat Iran met dat kernwapen zou doen dan om de uitwerking die de verschijning van een Iraans kernwapen op de regio zou hebben. Naast Israël, de VS en Europa zouden ook de Arabische landen dit als een dreiging ervaren. Een Iraanse bom vraagt om een Arabische bom. Maar binnen de Arabische wereld zijn de verhoudingen van dien aard dat moeilijk met één Arabische kernwapenstaat zou kunnen worden volstaan. En als er meerdere zulke staten kwamen, zouden ook niet-Arabische landen als Turkije de optie van een eigen kernwapen onder ogen gaan zien.

Deze zin moet verduidelijkt worden: 'Het gaat hierbij minder om de vraag wat Iran met dat kernwapen zou doen dan om de uitwerking die de verschijning van een Iraans kernwapen op de regio zou hebben. Naast Israël, de VS en Europa zouden ook de Arabische landen dit als een dreiging ervaren.'

Wat bedoelt Van Walsum? Welnu, hij bedoelt daarmee in concreto niet dat Iran zijn kernwapens zou gebruiken, maar hij bedoelt daarmee dat de westerse kernwapenmogendheden en Israel, dat over tenminste 200 kernbommen beschikt, Iran dan niet meer zouden kunnen bedreigen met geweld om het land te dwingen dat te doen wat het Westen eist. Het zou ook betekenen dat Israel niet langer meer de hegemonie in het Midden Oosten kan afdwingen. De 'Joodse staat' zou zich moeten aanpassen aan die nieuwe werkelijkheid en gedwongen zijn meer rekening te houden met het internationaal recht. Niet langer meer zou het met steun van het Westen grootschalig geweld kunnen inzetten tegen andere landen, zoals tot nu toe gebeurt. Het zou ook afgelopen zijn met het publiekelijk bedreigen van Iran. Israel zou zich niet langer meer kunnen gedragen als een schurkenstaat.

Dit alles verzwijgt Peter van Walsum in zijn verkapte pleidooi om de Amerikanen te steunen zodra Washington besluit in strijd met het internationaal recht Iran te bombarderen. Opvallend is ook dat deze oud-diplomaat geen enkel woord wijdt aan Israel als kernwapenstaat. En dat kan hij ook niet want dan valt de hele logica van zijn betoog weg. Immers als 'de uitwerking die de verschijning van een Iraans kernwapen op de regio zou hebben,' tot gevolg heeft dat 'naast Israël, de VS en Europa ook de Arabische landen dit als een dreiging [zouden] ervaren,' dan geldt hetzelfde voor het reeds bestaande kernwapenarsenaal van Israel voor de andere landen in de regio. Vooral als we weten dat Israel in 1973 tegenover de Amerikaanse regering dreigde zijn nucleaire wapens in te zetten als het zionistisch regime niet ogenblikkelijk nieuwe conventionele wapens van zijn bondgenoten zou krijgen. Met andere woorden: als Van Walsum logisch zou redeneren dan zou hij allereerst moeten pleiten voor de nucleaire ontwapening van Israel. Dat doet hij niet, want het gaat hem niet om logica, maar om iets heel anders. Daarover in een volgend stukje.

Overigens mag Peter van Walsum dan wel stellen dat het niet zozeer gaat om de vraag of Iran een kernbom zou gaan gebruiken, deze opvatting geldt absoluut niet voor Israel, zoals deskundigen weten:

the 'Samson Option' is not just a codename for Israel's nuclear response strategy. It is a warning.
It is intended to convey Israel's determination to take its enemies with it, should they attempt the nuclear destruction of the Jewish state.
Israel has enough nuclear weapons to turn the Middle East into a radioactive sea of glass, and it wants to leave no doubt as to its willingness to use them.
In essence, the 'Samson Option' is a code phrase for a nuclear 'scorched earth' policy, even if it means Israel is destroyed in the process.
The 'Samson Option' is often characterized as being part of Israel's overall 'Masada Complex.'
The 'Masada Complex' refers to another seminal moment in Jewish history, when some three hundred Jewish rebels held off the legions of Rome in a siege that dragged on for three years.
The rebels had fled to Herod's southern palace on Masada, a finger of rock jutting 1300 feet straight up from the desert floor.
The Romans eventually constructed a ramp and breached the Jewish defenses. The defending Jews chose to commit suicide rather than submitting to capture. They burned the complex, but left one storehouse full of food intact.
They wanted the Romans to know that they had plenty of food and water to demonstrate their suicide was an act of defiance rather than one of desperation.
Het is de Joods-Israelische hoogleraar Martin Levi van Creveld die als volgt geciteerd wordt in David Hirst's The Gun and the Olive Branch (2003): "We have the capability to take the world down with us. And I can assure you that that will happen, before Israel goes under." He quoted General Moshe Dayan: "Israel must be like a mad dog, too dangerous to bother."'

In 2002 zegt Van Creveld in Elsevier:
"We hebben enkele honderden kernkoppen en raketten om ze overal op te gooien, misschien zelfs op Rome. Met vliegtuigen zijn de meeste Europese hoofdsteden zelfs een doelwit. (...) Wij hebben de mogelijkheid de wereld mee te slepen als we ten onder gaan. En ik kan u beloven dat voordat Israël wordt vernietigd, we dat ook zullen doen."[8
Maar ook dit verzwijgt Peter van Walsum.

Vorige week woensdag beweerde de oud-diplomaat Peter van Walsum ondermeer het volgende in de NRC:

Aanval op Iran is ophanden

Iran

VS vinden ingreep minder erg dan Iraanse kernbom

Medio augustus van dit jaar schatte de Amerikaanse regering dat het nog 'rond een jaar of misschien langer' zou duren eer Iran over een kernwapen zou beschikken. Dat betekent dat binnen zo'n tien maanden knopen zullen moeten worden doorgehakt. In Washington wordt steeds vaker, ook uit de mond van vooraanstaande Democraten, gehoord dat een militaire ingreep in Iran minder erg is dan een nucleair bewapend Iran... Behalve in het onwaarschijnlijke geval dat de sinds eind december 2006 stapsgewijs verscherpte sancties Iran alsnog tot andere gedachten brengen, lijkt het bijna onvermijdelijk dat in de loop van 2011 ten minste door de Verenigde Staten militair zal worden ingegrepen.

http://stanvanhoucke.blogspot.com/2010/10/peter-van-walsum-21.html

Laat we de logica gebruiken bij het analyseren van deze bewering. Allereerst dit:

lijkt het bijna onvermijdelijk dat in de loop van 2011 ten minste door de Verenigde Staten militair zal worden ingegrepen.

Lijkt bijna onvermijdelijk? Dat is tweemaal een vaagheid. Dit is wartaal. Iets is onvermijdelijk of is het niet. Lijkt bijna onvermijdelijk is een tegenstrijdigheid. Bovendien gaat Van Walsum ervan uit dat ook al zou een Amerikaanse gewelddadige aanval illegaal zijn, Nederland er toch 'beter aan [zou[ doen zich vast te verdiepen in de vraag of die interventie Nederlands politieke steun verdient.' En wat bedoelt hij met de woorden 'ten minste'? Het kan niet anders dan dat hij bedoelt dat het 'bijna onvermijdelijk [lijkt]' dat de kernwapenstaat Israel in strijd met het internationaal recht Iran aanvalt. Waarom zou Nederland een 'Joodse' kernwapenstaat moeten steunen tegen een Iraanse staat dat nog steeds geen kernwapens bezit? In concreto: Van Walsum is net als in het geval van de illegale Amerikaanse inval in Irak voorstander van het schenden van het internationaal recht. Hij gebruikt voor dit verkapte pleidooi voor de inzet van grof geweld onder andere deze argumentatie:

Medio augustus van dit jaar schatte de Amerikaanse regering dat het nog 'rond een jaar of misschien langer' zou duren eer Iran over een kernwapen zou beschikken. Dat betekent dat binnen zo'n tien maanden knopen zullen moeten worden doorgehakt.

Opnieuw, laten we de logica op deze bewering loslaten. We hebben hier te maken met een schatting dat 'rond een jaar of misschien langer... Iran over een kernwapen zou beschikken.' Let u op: 'zou' dus. Dan: 'rond een jaar of misschien langer', ook de tijdsduur is dus onzeker. Ondanks al deze onzekerheden is zijn stellige conclusie:

Dat betekent dat binnen zo'n tien maanden knopen zullen moeten worden doorgehakt.

Dat kan dus niet. Deze bewering is op teveel onzekerheden gebouwd om legitiem te kunnen zijn. Zowel Van Walsum als de NRC hebben dit niet door, of verzwijgen het.

Dan dit:

Nederland zou er beter aan doen zich vast te verdiepen in de vraag of die interventie Nederlands politieke steun verdient.

Allereerst is het begrip 'interventie' onjuist voor een besluit dat naar alle waarschijnlijkheid volgens Van Walsum zelf illegaal zal zijn, aangezien hij schrijft:

Russische èn Chinese steun voor een daartoe machtigende Veiligheidsraadsresolutie lijkt nauwelijks denkbaar, dus de interventie zal hoogstwaarschijnlijk plaatsvinden zonder mandaat van de Veiligheidsraad.

Het zal dus geen 'interventie' zijn, maar een oorlogsmisdaad, een agressieoorlog die zoals we weten tijdens de Neurenbergse Processen illegaal is verklaard. Waarom noemt Peter Van Walsum een agressieoorlog een 'interventie'? De reden is simpel, net als Wilders en elke modale boef heeft Van Walsum lak aan het recht zodra het hem niet uitkomt. Het recht is slechts instrumenteel voor dit slag mensen, alleen als men er zelf beter van wordt kan het recht gehandhaafd blijven. De vraag is nu: waar berust deze barbaarse mentaliteit van de Van Walsum's in de wereld precies op?

Daarover meer in een volgend stukje.

(JPEG)Links: Peter van Walsum. Hieronder Anton Chigurh gespeeld door Javier Bardem in No Country for Old Men van de Coen Brothers.


javierbardem-no-country-for-old-men1.jpg

Peter van Walsum doet me denken aan Anton Chigurh, de huurmoordenaar in Cormac McCarthy's boek
Geen Land voor Oude Mannen. Chigurh vermoordt een andere huurmoordenaar, genaamd Wells, die nog een menselijk trekje vertoonde door zijn slachtoffer een kans te geven om gestolen geld terug te geven. Vlak voordat Chigurh zijn collega Wells vermoordt confronteert hij hem met de vraag waarom hij zijn humaniteit liet prevaleren. 'Als de regel waar jij je aan hield je in deze situatie heeft gebracht, wat had die regel dan voor nut?' Met andere woorden: als men de logica van het geweld aanhangt, de basis waarop onze westerse cultuur al meer dan vijf eeuwen rust, dan kunnen humanitaire overwegingen geen enkele rol van betekenis spelen. Vervolgens schiet Chigurh het gelaat van Wells aan flarden, zonder enige emotie, puur als een professionele daad.

Dit is precies de gestoorde houding van de oud-diplomaat Peter van Walsum, een autoriteit met de mentaliteit van de huurmoordenaar Anton Chigurh, een man zonder geweten. Dit mag dan wel cru gesteld lijken, maar ik zal mijn stelling toelichten met het volgende:

In December 1999 John Pilger asked Peter van Walsum, Chairman of the UN Sanctions Committee to explain why Iraq is still being subjected to economic sanctions. The transcript of the interview appears below.
John Pilger: Why should the civilian population, innocent people, be punished for Saddam's crimes?
Peter van Walsum: It's a difficult problem. You should realise that sanctions are one of the curative measures that the Security Council has at its disposal. And obviously they hurt. They are like a military measure.
JP: But who do they hurt?
PW: Well, this, of course is the problem, but with military action, too, you have the eternal problem of collateral damage.
JP: So an entire nation is collateral damage? Is that correct?
PW: No, I am saying that sanctions have (similar) effects. You understand we have to study this further.
JP: Do you believe that people have human rights no matter where they live or under what system?
PW: Yes.
JP: Doesn't that mean that the sanctions you are imposing are violating the human rights of millions of people?
PW: It's also documented that the Iraqi regime has committed very serious human rights breaches.
JP: There is no doubt about that. But what is the difference in principle between human rights violations committed by the regime and those caused by your committee?
PW: It's a very complex issue Mr Pilger.
JP: What do you say to those who describe sanctions that have caused so many deaths as 'weapons of mass destruction' as lethal as chemical weapons?
PW: I don't think that's a fair comparison.
JP: Aren't the deaths of half a million children mass destruction?
PW: I don't think you can use that argument to convince me...
JP: How much power does the United States exercise over your committee?
PW: We operate by consensus.
JP: And what if the Americans object?
PW: We don't operate.

Uitgaande van het feit dat het vermoorden van een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar als gevolg van het sanctiebeleid voor Van Walsum geen 'argument' is 'dat mij kan overtuigen,' kan de conclusie alleen maar zijn dat net als voor Chigurh voor de oud-diplomaat de logica van het geweld tot het bittere einde moet worden doorgevoerd. En dat is belangrijk te weten aangezien Peter van Walsum nu in de zelfbenoemde 'kwaliteitskrant' de NRC een verkapt pleidooi voor een gewelddadige aanval op Iran bepleit waarbij humanitaire overwegingen geen enkele rol van betekenis zullen spelen. Meer hierover in een volgend stukje.


John Pilger: Why should the civilian population, innocent people, be punished for Saddam's crimes?


Peter van Walsum: It's a difficult problem. You should realise that sanctions are one of the curative measures that the Security Council has at its disposal. And obviously they hurt. They are like a military measure... It's a very complex issue Mr Pilger... I repeat it's complex.


Dat Peter van Walsum een politiek uitvoerde waarbij humanitaire overwegingen geen enkele rol van betekenis speelden, blijkt uit het volgende.

Als voorzitter van het VN-sanctiecomite was hij twee jaar lang mede-verantwoordelijk voor een beleid dat door de direct betrokken VN-autoriteiten zelf als 'genocidaal' werd betiteld. After Denis Halliday resigned as UN Humanitarian Coordinator for Iraq in October 1998, von Sponeck took over, heading all UN operations in Iraq and managing the Iraqi operations of the Oil-for-Food program.[1] Von Sponeck together with Jutta Burghardt, head of the UN World Food Programme in Iraq, resigned in February 2000 for the same reason as Halliday, to protest UN's Iraq sanctions policy. Von Sponeck and Halliday wrote an article in The Guardian explaining their position, accusing the sanctions regime of violating the Geneva Conventions and other international laws and causing the death of thousands of Iraqis.

Dennis Halliday verklaarde over deze 'genoicidale' politiek:

my innate sense of justice was and still is outraged by the violence that UN sanctions have brought upon, and continues to bring upon, the lives of children, families – the extended families, the loved ones of Iraq. There is no justification for killing the young people of Iraq, not the aged, not the sick, not the rich, not the poor.
Some will tell you that the leadership is punishing the Iraqi people. That is not my perception, or experience from living in Baghdad. And were that to be the case – how can that possibly justify further punishment, in fact collective punishment, by the United Nations? I don’t think so. And international law has no provision for the disproportionate and murderous consequences of the ongoing UN embargo – for well over 12 long years.[5]

Ondanks het feit dat deze terreur in strijd was met elementaire regels van het internationaal recht verdedigde Van Walsum tegenover de Australische onderzoeksjournalist John Pilger deze wreedheden als volgt:

In December 1999 John Pilger asked Peter van Walsum, Chairman of the UN Sanctions Committee to explain why Iraq is still being subjected to economic sanctions.

John Pilger: Why should the civilian population, innocent people, be punished for Saddam's crimes?
Peter van Walsum: It's a difficult problem. You should realise that sanctions are one of the curative measures that the Security Council has at its disposal. And obviously they hurt. They are like a military measure.
JP: But who do they hurt?
PW: Well, this, of course is the problem, but with military action, too, you have the eternal problem of collateral damage...
JP: What do you say to those who describe sanctions that have caused so many deaths as 'weapons of mass destruction' as lethal as chemical weapons?
PW: I don't think that's a fair comparison.
JP: Aren't the deaths of half a million children mass destruction?
PW: I don't think you can use that argument to convince me.



Voor Peter van Walsum gold het vermoorden van een half miljoen Irakse kinderen onder de vijf jaar als gevolg van onder andere zijn eigen sanctiebeleid niet als een 'argument om me te overtuigen' dat dit beleid ogenblikkelijk gestopt moest worden. De Amerikanen hadden deze politiek uitgestippeld en als een ware Schreibtischmörder voerde Van Walsum de opdracht uit met een kadaverdiscipline waar Eichmann bewondering voor zou hebben gehad. Duidelijk is dat deze Nederlandse oud-topdiplomaat meent dat westerse politici het recht mogen schenden zodra er een 'probleem' ontstaat. Geen enkele jurist ter wereld zal publiekelijk verklaren dat men het recht mag schenden wanneer het hem of haar zo uitkomt. Peter van Walsum doet dit wel. Zijn standpunt is in wezen misdadig, maar verklaart wel waarom hij een 'genocidaal' beleid twee jaar lang zonder enige gewetenswroeging kon uitvoeren, ondanks het feit dat volgens de Verenigde Naties zelf meer dan een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar door de santies om het leven was gekomen. Desondanks, of misschien wel juist daardoor was in de ogen van twee NRC-journalisten Van Walsum 'het beste dat Nederland in huis heeft,' en'twee jaar lang het visitekaartje in het buitenland [is] geweest.' http://stanvanhoucke.blogspot.com/search?q=robert+van+de+roer

Kortom: Peter van Walsum die de grove schendingen van het recht impliciet en zelfs expliciet rechtvaardigt, grove schendingen dus van de basis van de internationale orde, is volgens de slijpsteen voor de geest een 'topdiplomaat' die 'zijn naam als eigenzinnig denker met scherpe tong waar[maakte].' Deze kwalificaties zeggen veel over de Nederlandse politiek en de Nederlandse journalistiek. Tegen deze achtergrond moet u de recente verkapte oproep lezen om Iran aan te vallen, die Peter van Walsum vorige week in de NRC kon publiceren. Wij hebben hier te maken met een kongsi van journalisten, politici en diplomaten die zich boven het recht verheven voelt en voor wie humanitaire overwegingen geen enkele rol van betekenis speelt. In feite hebben we hier te maken met een groep misdadigers die de commerciele media gebruikt om grootschalig geweld te bepleiten voor hun politieke doeleinden. In een werkelijke beschaving zou iemand als Van Walsum allang voor het gerecht zijn gedaagd om zich te verantwoorden voor zijn genocidaal beleid, voor een politiek waarover hij geen enkele gewetenswroeging heeft getoond. Inderdaad, het is een schoolvoorbeeld van de door Hannah Arendt zo helder beschreven 'banality of evil.'



John Pilger: Why should the civilian population, innocent people, be punished for Saddam's crimes?


Peter van Walsum: It's a difficult problem. You should realise that sanctions are one of the curative measures that the Security Council has at its disposal. And obviously they hurt. They are like a military measure... It's a very complex issue Mr Pilger... I repeat it's complex.


Meer over zijn
'curative measures,' oftewel 'heilzame maatregelen' in de taal van de handlangers, in een volgend stukje.


Met wat voor soort iemand hebben we te maken die stelt dat de moord op tenminste een half miljoen Irakese kinderen één van de 'curative measures' is, dus één van de 'heilzame maatregelen'? Wat voor mens rechtvaardigt de moord op tenminste een half miljoen Irakese kinderen met het eufemisme 'collateral damage', dus 'bijkomende schade.'

Laten we eerst het begrip 'collateral damage' analyseren. Is hier sprake van 'bijkomende schade'? Bijkomend bij wat? Het geproclameerde doel was Saddam Hoessein kalt te stellen, maar volgens VN-autoriteiten zelf brachten de sancties 13 jaar lang geen wezenlijke 'schade' toe aan het regime van de dictator. Integendeel zelfs, Saddam en zijn zoons lieten talloze paleizen erbij bouwen, en zijn bendeleden leefden in weelde. Het was alleen de bevolking die zwaar leed onder de sanctieterreur, zoals ook ik van nabij kon constateren in het grote kinderziekenhuis in Bagdad. In 1995 zag ik daar een zaal vol kinderen sterven aan de gevolgen van de westerse inzet van verarmd uranium-wapens. Omdat het Westen een boycot van Irak had bewerkstelligd was er voor deze kinderen, die aan verschillende vormen van kanker stierven, geen pijnstillers en geen medicijnen om de de gevolgen van kanker te verzachten of te bestrijden. De artsen van het ziekenhuis deden een beroep op mij om bij terugkeer in het beschaafde Westen burgers te mobiliseren tegen deze misdaad. Ik heb als journalist gedaan wat ik kon, besteedde er bij de VPRO Radio aandacht aan, maar kreeg geen respons. Men nam het voor kennisgeving aan. De enige die ooit reageerde, was mijn collega Rudie van Meurs die opmerkte dat het een schandaal was dat de westerse politiek dit accepteerde. Ik heb er daarna regelmatig aandacht aan besteed, maar niets.
Zie: http://home.planet.nl/~houck006/oorlogomolie22.html

Het eufemisme 'bijkomende schade' is een propagandabegrip waarachter terreur schuilgaat. Er was namelijk geen enkele sprake van 'collateral damage', maar van collectieve bestraffing van Irakese burgers, 'collective punishment' zoals de VN-autoriteit Dennis Halliday, uitvoerder ter plaatse van deze politiek, terecht verklaarde nadat hij uit protest was opgestapt. Collectieve bestraffing van een burgerbevolking is een oorlogsmisdaad. Met andere woorden: Peter van Walsum rechtvaardigt een oorlogsmisdaad met het begrip 'bijkomende schade', alsof het hier een per ongeluk afgezwaaide bom betreft die een tiental slachtoffers maakt en niet een bewust geplande genocidale politiek, die tenminste een half miljoen Irakese kinderen vernietigde, zoals Halliday en de VN zelf aantoonden. Met andere woorden: Peter van Walsum rechtvaardigt terreur en kan als zodanig zelf gezien worden als een terrorist, dat wil zeggen uitgaande van het Amerikaanse Leger-handboek dat terrorisme aldus formuleert: 'het bewust geplande gebruik van geweld of dreiging van geweld om doelen te bereiken die politiek, religieus, of ideologisch van aard zijn.' Neerlands voormalige 'topdiplomaat' is een aanhanger van de ideologie van de Pruisische generaal Von Clausewitz die stelde dat oorlog 'niets anders [is] dan een voortzetting van het politiek verkeer met andere middelen'. Het is deze leer die de verschrikkingen van onder andere de Tweede Wereldoorlog mogelijk maakte, maar die voor Van Walsum toch niets van zijn aantrekkelijkheid verloren heeft. En dan krijgt men onherroepelijk dit misdadige antwoord op de volgende vraag van John Pilger:

Aren't the deaths of half a million children mass destruction?

Peter van Walsum: I don't think you can use that argument to convince me.

Daarom nogmaals: met wat voor mens hebben we hier te maken? Allereerst enkele feiten:
Arnold Peter van Walsum (Rotterdam, 25 juni 1934) is een Nederlands oud-diplomaat...
Van Walsum studeerde rechten aan de Universiteit Utrecht, waar hij in 1959 afstudeerde. Van 1960 tot 1962 vervulde hij zijn dienstplicht. Vervolgens werkte hij bij het Ministerie van Algemene Zaken, waarna hij van 1963 tot 2001 voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken werkte... Van Walsum is gehuwd en heeft vier kinderen.

Kortom, een keurige burger, in de dagelijkse omgang een fatsoenlijk mens die met mes en vork eet en geen onvertogen woord in gezelschap spreekt. Juist dit maakt het zo raadselachtig, want tegelijkertijd bezit deze 'topdiplomaat,' volgens NRC 'het beste dat Nederland in huis heeft,' de agressieve mentaliteit van de eerste de beste voetbalhooligan die erop losmept wanneer hij zijn zin niet krijgt. Erger nog, Van Walsum gaat door daar waar een voetbalhooligan stopt. Van Walsum eist grootschalig grof geweld zonder dat daarbij elementaire rechtsregels, humanitaire overwegingen, in acht worden gehouden. Op die manier kan hij het vermoorden van een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar als 'een curatieve maatregel' zien, als een politiek dat 'genezend' werkt, een gedachte die zelfs de ergste voetbalhooligan er niet op nahoudt. Daarentegen is voor Van Walsum de genocide niets meer dan 'collateral damage,' dus 'bijkomende schade' die volgens hem de prijs is om het beleid succesvol te maken. Van wie hebben we dit eerder gehoord?

Acht jaar geleden schreef ik dit:

waarom steeg er geen golf van verontwaardiging op in onze democratische, tolerante, humanistische samenlevingen nadat op 4 maart 2000 Denis Halliday, de voormalige VN-coordinator van het Humanitaire Programma in Irak het Westerse publiek erop wees dat wij de mensenrechten in Irak op grote schaal schenden. Na uit protest te zijn opgestapt verklaarde hij in The Guardian: 'Ik had de opdracht gekregen om een politiek te voeren die voldoet aan de definitie van genocide: een bewust beleid dat in feite meer dan een miljoen individuen, kinderen en volwassenen, heeft vermoord. We weten allemaal dat het regime, Saddam Hoessein, de prijs voor de economische sancties niet betaalt… Het zijn de gewone mensen die hun kinderen verliezen of hun ouders door gebrek aan gezuiverd water. Duidelijk is dat de Veiligheids Raad momenteel zijn boekje te buiten gaat, want zijn acties ondermijnen hier het eigen handvest… De geschiedenis zal de verantwoordelijken afstraffen.' Mei 1996 verscheen de toenmalige Amerikaanse ambassadrice bij de VN, Madeleine Albright, in het befaamde CBS programma '60 Minutes.' Haar werd een reactie gevraagd op een VN-rapport waarin melding werd gemaakt van het feit dat als gevolg van de sancties en de Amerikaanse en Britse bombardementen die de infrastructuur volledig hadden verwoest, meer dan een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar om het leven was gekomen. De programmamaakster voegde eraan toe: 'Dat zijn meer kinderen dan in Hiroshima stierven… Is het de prijs waard?' Welnu, Albright antwoordde:'Wij denken dat het de prijs waard is.' Toen programmamaakster Lesley Stahl aandrong en de ambassadrice vroeg of de Amerikaanse regering 'zelfs met de hongerdood' van kleuters akkoord ging, rechtvaardigde Albright deze genocidale politiek met de opmerking: 'Weet je Lesley… het is moeilijk voor mij om dit te zeggen, want ik ben een humaan mens, maar mijn eerste verantwoordelijkheid is om ervoor te zorgen dat Amerikaanse troepen niet weer opnieuw de Golfoorlog hoeven uit te vechten.' Met andere woorden: een ongewapend, hulpeloos kind wordt opgeofferd voor een getrainde militair die zich wel kan verdedigen. Burgers worden opgeofferd voor militairen, de omgekeerde wereld, meer dan 1000 jaar nadat in het jaar 975 in het Zuid-Franse Le Pui voor het eerst in de geschiedenis de bescherming van burgers tegen oorlogsgeweld werd vastgelegd. Nog geen zes maanden na haar uitspraak werd Madeleine Albright bevorderd tot minister van buitenlandse zaken. Vier jaar later confronteerde de Australische journalist John Pilger de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken James Rubin met haar uitspraak. Zijn reactie kwam erop neer dat Pilger te 'idealistisch' was. 'Bij het uitvoeren van politiek beleid moet men een keuze maken tussen twee kwaden… en helaas zijn de gevolgen van de sancties groter dan we gehoopt hadden,' aldus Rubin. Hij adviseerde Pilger niet zo naïef te zijn omdat er nu eenmaal een 'echte wereld' bestaat waar 'werkelijke keuzes moeten worden gemaakt.'

'Werkelijke keuzes.' Zo rechtvaardigt dit slag autoriteiten de terreur. De terreur ligt diep verankerd in de psyche van de moderne bevelenuitvoerder, zoals zowel Harry Mulisch als Hannah Arendt lieten zien in hun beschrijving van Eichmann. Van Walsum is de vlees geworden 'banaliteit van het kwaad.'

'Mir besteht mein Leben jetzt in dem Wunsche,' schrijft hij [Goethe] aan zijn vriend Overbeck, 'dass es mit allen Dingen anders gehen möge, als ich sie begreife; und dass mir jemand meine "Wahrheiten" unglaubwürdig mache'. Deze waarheid, die niemand hem ongeloofwaardig heeft kunnen maken, bestond uit het besef dat God dood is, dat de bovenste waarden zich ontwaarden en dat het nihilisme voor de deur staat: 'der unheimlichste aller Gäste' [...] uit de puinhoop er van verrees niet zo zeer een nieuwe moraal voor het individu, als wel een moraal van de rangorde der individuen, met alle implikaties van teling en geweld: de bovenste mag doden, de onderste moet sterven.
Harry Mulisch De Zaak 40/61. Een reportage.

Van Walsum die volgens de NRC 'het beste [is] dat Nederland in huis heeft,' en 'twee jaar lang het visitekaartje in het buitenland [is] geweest' lijdt aan aan het kwaad van de gedachteloosheid, is niet in staat zijn verbeeldingskracht te laten werken. Juist over dit onderwerp sprak ik enige tijd geleden met de joods-Israelische filmmaker Eyal Sivan. Hij vertelde me zelf veel meer geinteresseerd te zijn in de dader dan in het slachtoffer, want met het slachtoffer kan iedereen zich vrijblijvend identificeren, met de dader nagenoeg nooit. De schuldige dader vertegenwoordigt het kwaad dat altijd buiten onszelf wordt geprojecteerd, wij zijn altijd het onschuldige slachtoffer. Wie anders? Op die manier ontkennen we onze eigen verantwoordelijkheid, en kan iemand als Van Walsum gezien worden door een zelfbenoemde kwaliteitskrant niet als een Schreibtischmördermaar als 'het visitekaartje in het buitenland.' Tijdens een masterclass die Eyal Sivan in Amsterdam gaf vroeg een dame verontwaardigd waarom Adolf Eichmann in Sivan's documentaire The Specialist niet afgebeeld was als alleen maar het vlees geworden kwaad. Ik vroeg Sivan een reactie daarop:

Ze maakte een vergissing, en dat komt omdat ze net als zoveel anderen gevangen zit in clichébeelden. Ik heb hem wel degelijk geportretteerd als het kwaad, maar niet via het ‘romantische’ beeld van het kwaad, zoals dat doorgaans in films en op het toneel getoond wordt, als een duivel. Het kwaad bij Eichmann was de absolute correctheid, was het normale aan hem, niet het psychopathische, dat bezat hij niet. Het kwaad bij hem was het niet nadenken, het klakkeloos uitvoeren van bevelen, zoals miljoenen anderen dit ook doen. Hij was een bureaucraat, een uitvoerder van bevelen. Wat ik in de documentaire heb gedaan is Eichmann terugplaatsen in de normaliteit, ik heb hem weer een mens gemaakt. Eichmann was een beambte die met papieren schoof, telefoneerde en telexte, een troubleshooter, hij was de productiemanager van de genocide, een punctuele organisator, ordelijk, toegewijd, altijd en eeuwig loyaal, zonder enig charisma, maar wel met een groot talent voor het zo efficiënt mogelijk laten transporteren van ‘biologisch materiaal’. Het echt gruwelijke aan hem was dat hij geen monster maar een spiegel is, waarin we de industriële samenleving weerspiegelt zien. Hij was geenszins het klassieke gezicht van het kwaad. Rony Brauman, met wie ik het script schreef, en ik probeerden aan de hand van de originele opnamen van het proces duidelijk te maken dat Eichmann een modern mens was, in staat zich telkens weer aan te passen. Een gespleten mens, die zijn geweten kon uitschakelen zodra dit noodzakelijk was. Wanneer het ‘materiaal’ afgeleverd was dan onderging het ‘een speciale behandeling’ waarmee hij het niet eens was. Maar aangezien hij niet verantwoordelijk was voor dat deel van het productieproces vond hij zichzelf niet bevoegd zich daarover uit te spreken. Eichmann zag zichzelf als een klein schakeltje in een groot proces dat een doel diende die hij niet had bepaald maar zijn hoogste superieuren. Hij deed alleen zijn werk, de man was niet bloeddorstig, integendeel hij kon zelfs niet tegen het zien van bloed. En ondertussen was hij medeverantwoordelijk voor de industriële massamoord. Zonder zijn toegewijde inzet was dit allemaal niet mogelijk geweest. Hij was blij en trots als zijn werk goed verliep. Desondanks blijkt uit niets dat deze SS’er een fanatieke ideoloog was, of een overtuigde nazi, Mein Kampf had hij slechts doorgebladerd. Het moderne kwaad is niet spectaculair, het is het niet nadenken over de consequenties van daden. Eichmann verplaatste zich niet in de ander, in zijn slachtoffers. ‘Gespaltenheit’ noemde hij dat zelf. Juist het feit dat dit een veel voorkomende doodnormale houding is, maakt het zo angstaanjagend. Eichmann werd onmiddellijk alom afgeschilderd als het absolute kwaad omdat hij niet mocht gaan lijken op een doorsnee westerling. Dan komt het te dichtbij, en kunnen we niet meer onszelf wijs maken dat wij niet zo zijn. In potentie lopen er miljoenen Eichmannen rond, die zodra de tijd rijp is aan de slag gaan, gehoorzaam hun werk zullen doen. Overal functioneert dit mensentype, in Israel, in Nederland, in de Verenigde Staten. De bureaucraat, de conformist, dat is de hedendaagse vorm van het kwaad. En dat beeld is voor de meeste burgers onacceptabel. Vandaar dat die mevrouw erop bleef hameren dat wij Eichmann veel meer als een duivel hadden moeten portretteren. De dader past alleen als buitenstaander in het mens- en wereldbeeld dat de pers van het bestaan geeft. De dader is de onbegrijpelijke ander, het vlees geworden kwaad. Daarentegen is het slachtoffer het gekoesterde zelf. Die zwart/wit voorstelling van de werkelijkheid is evenwel een vertekening, zoals iedereen die er enkele minuten over nadenkt kan begrijpen. Maar omdat het slachtoffer in een klemmende behoefte aan onschuld voorziet, wordt de werkelijkheid genegeerd.

Deze uiteenzetting van de Joods-Israelische filmmaker Sivan laat zien dat moderne bureaucraten als Eichmann en Van Walsum niet het vleesgeworden kwaad zijn, maar juist de banaliteit ervan. Dit slag kleine bevelsuitvoerders lijdt aan gedachteloosheid. Dit soort mensen kan zich het leed van anderen niet voorstellen. Wel de eigen leed, want als maar 1 van zijn vier kinderen zou worden vermoord, dan zou Van Walsum voor eeuwig getekend zijn.

Aren't the deaths of half a million children mass destruction?

Peter van Walsum: I don't think you can use that argument to convince me.

Meer hierover in een volgend stukje.

Een Irakese baby misvormd door de westerse inzet van verarmd uranium wapens.




Nogmaals: met wat voor soort iemand hebben we te maken die stelt dat de moord op tenminste een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar één van de 'curative measures' is, dus één van de 'heilzame maatregelen'? Wat voor mens rechtvaardigt de moord op tenminste een half miljoen Irakese kinderen met het eufemisme 'collateral damage', dus 'bijkomende schade.' Wat voor soort mens antwoord op de vraag: 'Aren't the deaths of half a million children mass destruction?' met de woorden: 'I don't think you can use that argument to convince me.'

Is Peter van Walsum een monster? Nee, hij is de banaliteit van het kwaad, een moderne bureaucraat die gedachteloos bevelen uitvoert en wiens geweten geen enkele rol van betekenis speelt in zijn besluitvorming. Van Walsum is wat de Amerikaanse socioloog C. Wright Mills een 'crackpot realist' noemde, iemand behept met 'the kind of short-run thinking that cannot reconsider an existing policy, no matter how disastrous.' De moord op tenminst een half miljoen Irakese kinderen is voor een dergelijke 'bizarre fanaticus' geen 'argument dat mij overtuigd' om een genocidale politiek ogenblikkelijk te stoppen. En waarom niet? Simpelweg omdat zijn terreur een interne logica bezit. Het is 'rationalisme zonder rede,' vergelijkbaar met de absurde logica van de Mutual Assured Destruction, de officiele NAVO-doctrine, waarbij de vijand vernietigd wordt ten koste van de eigen totale vernietiging.

Als men ervan uitgaat dat de vijand koste wat kost vernietigd moet worden dan geldt er geen ratio meer, geen recht, geen beschaving, dan is er slechts sprake van Joseph Goebbels' 'rationalisme zonder rede,' de 'logica' van 'den totalen Krieg.' Daar komt nog iets anders bij: een ingeboren haat tegen de cultuur. In dit verband wees de Canadese auteur Michael Ignatieff terecht op 'the force of male resentment that has been accumulated through the centuries of gradual European pacification. The history of our civilization is the history of the confiscation of the means of violence by the state.' Die ontwikkeling bevordert het verlangen bij een bepaald slag mannen naar grootschalig geweld. Het is de enige manier waarop ze hun haat tegen de beschaving vorm kunnen geven, een haat die volgens Freud voortkomt uit het ingeboren onbehagen tegen de cultuur. Van Walsum is daar een perfecte illustratie van. We hebben te maken met een hoogbejaarde man die als het ware over zijn graf heen probeert te regeren. Ondanks zijn 76 jaar en ondanks de chaos die zijn politieke leer heeft veroorzaakt blijft hij al dan niet verkapt een fervent voorstander van grootschalig geweld tegen anderen, waarbij humanitaire overwegingen volstrekt genegeerd worden. En daarbij geldt dat 'the joy of killing is strengthened... if the ''enemy'' is distant and impersonal. Since injury comes to us from remote sources we must find a remote victim on which to wreak our vengence,' aldus de Amerikaanse socioloog Philip Slater, die de ressentimenten van de Van Walsums ziet als bron waaruit de behoefte voortkomt naar wraak via technologische vernietiging van anderen en van uiteindelijk zichzelf. Hoe gefrustreerder de man des te meer hij verlangt naar de totale vernietiging. Dit slag mensen 'love their machines more than life itself -- more even than their children, toward whom... feelings of adoration and resentment are in precarious balance.'

De vraag is dus waarom zogenaamd beschaafde burgers niet doodziek worden van het door henzelf georchestreerde rücksichtslose geweld tegen bijvoorbeeld kinderen? Voor Van Walsum geldt dat als een volk eenmaal tot vijand is verklaard dit gegeven tenslotte gruweldaden rechtvaardigt. Wat mankeert een man als Peter van Walsum?

Daarover meer in een volgend stukje.


Ik eindigde het vorige stukje over Peter van Walsum aldus:

De vraag is dus waarom zogenaamd beschaafde burgers niet doodziek worden van het door henzelf georchestreerde rücksichtslose geweld tegen bijvoorbeeld kinderen? Voor Van Walsum geldt dat als een volk eenmaal tot vijand is verklaard dit gegeven tenslotte gruweldaden rechtvaardigt. Wat mankeert een man als Peter van Walsum?

Wat voedt de onverzadigbare agressie van Van Walsum? De Canadese auteur Michael Ignatieff stelt in Blood and Belonging dat dit verlangen naar grootschalig geweld -- dat het handelen van zowel voetbalhooligans als diplomaten, politici zowel als intellectuelen dicteert -- voortkomt uit een 'deeper substratum of male resentment at the ciivility and order of the modern state itself.' De bron van dit geweld is angst en 'the rational core of such fear is that there is a deep connection between violence and belonging.' Des te angstiger Van Walsum is des te dieper zijn zucht naar geweld om zijn eigen frustraties te kunnen bezweren. Deze autoriteit is vervreemd van de mensheid en van zichzelf en hij bezit een brandend verlangen om ergens bij te horen, bij een groep die hem bescherming kan bieden tegen het naar buiten geprojecteerde grote kwaad in het leven. Het is de enige zinnige verklaring voor die overweldigende drang naar verwoesting. Immers, 'I cannot help thinking that liberal civilization -- the rule of laws not men, of argument in place of force, of compromise in place of violence -- runs deeply against the human grain and is achieved and sustained only by the most unremitting struggle against human nature.' Ignatieff heeft gelijk, de alles vernietigende instincten nemen het op den duur over bij mannen die 'are mad with fear or mad with vengeance.' En dit geldt voor zowel een doorsnee voetbalhooligan als voor een oud-topdiplomaat, voor wie geweld een oplossing lijkt om zijn angst en wraakgevoelens te stillen.

Het door Van Walsum bepleitte geweld is geen politiek wapen meer, maar een irrationeel fenomeen, zeker wanneer deze autoriteit publiekelijk verklaart dat de moord op een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar geen 'argument' kan zijn om hem te 'overtuigen' daarmee ogenblikkelijk te stoppen, en wel omdat deze genocide behoort tot de categorie 'curative measures,' dus 'heilzame maatregelen' en dat hier slechts sprake is van 'collateral damage', dus 'bijkomende schade.' Autoriteiten die zo denken worden niet gedreven door rationalisme maar door een intens verlangen naar irrationele wraak. Irrationeel, ook vanuit het oogpunt van politieke doeleinden. De politiek van de generatie van Van Walsum is zoals iedereen kan weten volstrekt failliet. Voor de mensen die nog mochten twijfelen adviseer ik de volgende boeken van Amerikaanse intellectuelen te raadplegen:

*Blowback. The Costs and Consequences of American Empire. Chalmers Johnson.

*Overthrow. America's Century of Regime Change from Hawaii to Iraq. Stephen Kinzer.

*Devil's Game. How the United States Helped Unleash Fundamentalist Islam. Robert Dreyfuss.

*Imperial Overstretch. Roger Burbach & Jim Tarbell.

*Imperial Hubris. Why the West Is Losing The War on Terror. Michael Scheuer.

*Killing Hope. William Blum.

*Failed States. The Abuse of Power and the Assault on Democracy. Noam Chomsky.

*Iran. A People Interrupted. Hamid Dabashi.

*Treachurous Alliance. The Secret Dealings of Israel, Iran, and the U.S. Trita Parsi.

Al deze vooraanstaande Amerikanen hebben gedocumenteerd aangetoond hoe contraproductief het westerse geweld in het Midden-Oosten is geweest en nog steeds is, met als gevolg dat de Verenigde Staten opgezadeld zit met twee oorlogen die het kan niet kan winnen, maar waarmee het zichzelf niet alleen moreel maar ook financieel en politiek failliet heeft gemaakt. Peter van Walsum en anderen met extremistische opvattingen willen daar nu een derde gewapend conflict aan toevoegen, even bloedig en absurd als de andere twee. Hier is dus sprake van totale waanzin. We moeten niet vergeten dat

much of our energy has gone into war since 1940. War is supposed to stimulate capitalist economies because it "motivates people" to work hard, expand plants, and produce goods that will be instantly destroyed -- a bottomless market, the economists' ideal. What's ignored in this convoluted reasoning is that while pouring energy down a rathole is stimulating for a while, it tends ultimately to impoverish. While we've been beefing up our military position, all our basic services have suffered. We may not know that we're exhausted and impoverished but we are. No nation that can't afford to feed, clothe, or shelter its poor... can all itself wealthy. All we've managed to do is give money to a few hundred thousand individuals who are wealthy enough to buy out of all difficulties. They can feel that we're a wealthy nation, and since they command disproportionate power in the land, their distorted viewpoint often prevails. This is why government economists can speak of economic recovery while the poor are progressively losing jobs and income during severe inflation. The poor scarcely enter into their calculations. But at present, power is the only department in which we hold clear superiority in the world. In most others -- health, literacy, nutrition, and so on -- we fall below other highly civilized nations. But we can kill and destroy better than any other country, with the possible exception of the Soviet Union,

zo schreef in 1970 de Amerikaanse socioloog Philip Slater. Inmiddels, veertig jaar later, is de situatie alleen maar verslechterd, nu verarmt ook de middenklasse, de enige klasse waarop een parlementaire democratie rust. Door de permanente staat van oorlog is de VS net als de voormalige Sovjet Unie bankroet, en desondanks bepleiten de Van Walsums in de wereld een nieuw gewapend conflict, alsof Irak en Afghanistan geen les zijn in mislukte realpolitiek.

Het onderstreept nog eens de irrationele dwaasheid van mannen als Van Walsum. In zijn afscheidsrede als president waarschuwde Dwight Eisenhower, oud-opperbevelhebber van de Geallieerde Strijdkrachten, in 1961:

Our military organization today bears little relation to that known by any of my predecessors in peacetime, or indeed by the fighting men of World War II or Korea.

Until the latest of our world conflicts, the United States had no armaments industry. American makers of plowshares could, with time and as required, make swords as well. But now we can no longer risk emergency improvisation of national defense; we have been compelled to create a permanent armaments industry of vast proportions. Added to this, three and a half million men and women are directly engaged in the defense establishment. We annually spend on military security more than the net income of all United States corporations.

This conjunction of an immense military establishment and a large arms industry is new in the American experience. The total influence -- economic, political, even spiritual -- is felt in every city, every State house, every office of the Federal government. We recognize the imperative need for this development. Yet we must not fail to comprehend its grave implications. Our toil, resources and livelihood are all involved; so is the very structure of our society.

In the councils of government, we must guard against the acquisition of unwarranted influence, whether sought or unsought, by the militaryindustrial complex. The potential for the disastrous rise of misplaced power exists and will persist.

We must never let the weight of this combination endanger our liberties or democratic processes. We should take nothing for granted. Only an alert and knowledgeable citizenry can compel the proper meshing of the huge industrial and military machinery of defense with our peaceful methods and goals, so that security and liberty may prosper together.'

Lees: http://coursesa.matrix.msu.edu/~hst306/documents/indust.html


Acht jaar eerder had generaal Eisenhower op het volgende gewezen:

Every gun that is made, every warship launched, every rocket fired signifies, in the final sense, a theft from those who hunger and are not fed, those who are cold and are not clothed. This world in arms is not spending money alone. It is spending the sweat of its laborers, the genius of its scientists, the hopes of its children. The cost of one modern heavy bomber is this: a modern brick school in more than 30 cities. It is two electric power plants, each serving a town of 60,000 population. It is two fine, fully equipped hospitals. It is some fifty miles of concrete pavement. We pay for a single fighter plane with a half million bushels of wheat. We pay for a single destroyer with new homes that could have housed more than 8,000 people. This is, I repeat, the best way of life to be found on the road the world has been taking. This is not a way of life at all, in any true sense. Under the cloud of threatening war, it is humanity hanging from a cross of iron. […] Is there no other way the world may live?
Dwight David Eisenhower, “The Chance for Peace,” speech given to the American Society of Newspaper Editors, Apr. 16, 1953.

http://www.harpers.org/archive/2007/11/hbc-90001660
Al deze argumenten spelen geen enkele rol in de oorlogszuchtige retoriek van de Van Walsums. Alles, letterlijk alles, zowel rationaliteit als humaniteit, worden door hen opgeofferd aan hun onverzadigbare drift naar geweld. Zo zadelen deze al dan niet hoogbejaarde hooligans hun kinderen en de mensheid op met een uitzichtloze gewelddadige erfenis. En ondertussen blijft de oproep van Peter van Walsum in de NRC voor nog meer geweld onweersproken. Het past naadloos in de oorlogspropaganda van de westerse politiek en hun spreekbuizen, de commerciele media die de geesten rijp maken voor het volgende bloedbad. Onze samenleving is ernstig ziek. En op den duur zal de patient aan zijn ziekte overlijden. Het is allemaal een kwestie van tijd.


Vietnam.


the most lethal practice of arms conceivable. Let us hope that we at last understand this legacy. It is a weighty and sometimes ominous heritage that we must neither deny nor feel ashamed about -- but insist that our deadly manner of war serves, rather thans buries, our civilization.

En alleen daarom konden we tot voor kort tamelijk ongestoord de baas in de wereld spelen. Voor de blanke heersers gold en geldt nog steeds dat elke vorm van terreur gerechtvaardigd was/is tegen degenen die onze belangen in de weg stonden/staan. Mensenrechten en beschaving konden/kunnen daarbij worden genegeerd. Vandaar dat Van Walsum op de vraag:

Aren't the deaths of half a million children mass destruction?

zonder blikken of blozen onmiddellijk kon verklaren:

I don't think you can use that argument to convince me.

Massamoord, genocide, terreur zijn altijd de wapens geweest waarmee het Westen zijn hegemonie afdwong, een politiek die tot grote tevredenheid van de westerse machthebbers doorging tot de Vietnam-oorlog. In 1995 schreef de voormalige Amerikaanse minister van Defensie Robert McNamara dat als gevolg van het Vietnam-beleid ‘de regeringen Kennedy, Johnson en Nixon… verschrikkelijk leed’ hadden toegebracht aan miljoenen mensen, omdat wij de macht onderschatten van het nationalisme teneinde een volk te motiveren… om te vechten en te sterven voor hun overtuigingen en waarden- en we blijven dat vandaag de dag nog steeds doen in vele delen van de wereld,’ terwijl ‘wij niet het door God gegeven recht hebben om elke natie naar ons eigen beeld te scheppen.’ McNamara wees erop dat de ‘defensie uitgaven [in de VS] tijdens het fiscale jaar 1993 in totaal 291 miljard dollar bedroegen –25 procent meer… dan in 1980.’ Eenkwart meer, ondanks het feit dat de Koude Oorlog voorbij was, hetgeen aantoont dat de Sovjet Unie niet de oorzaak maar de aanleiding was van de militarisering van de nieuwe wereld. ‘De VS spendeert bijna evenveel voor nationale veiligheid als de rest van de wereld tezamen.’ Volgens de oud-minister zijn tijdens de Vietnam-oorlog 3,4 miljoen Zuidoost Aziaten gedood, onder wie talloze burgers van Laos, het zwaarst gebombardeerde land in de geschiedenis als we uitgaan van het aantal inwoners. Eenkwart van de bevolking vluchtte naar grotten in de bergen om aan het bruut geweld te ontkomen. De Amerikaanse luchtmacht gooide twee keer zoveel bommen op Laos dan op Nazi-Duitsland, tien jaar lang elke 9 minuten een clusterbom. Omdat, volgens USA TODAY tenminste 10 tot 30 procent van deze tegen mensen gerichte, in kleine fragmenten uiteenspattende bommen, niet explodeerde, komen tot op de dag van vandaag nog steeds Laotianen om het leven, de meerderheid van hen spelende kinderen. Ook Cambodja leed onder het Amerikaans terrorisme, een ander woord is er niet voor, tenminste als we de definitie hanteren zoals afgedrukt in het Amerikaanse Leger Handboek, waarbij terrorisme omschreven wordt als

het bewust geplande gebruik van geweld of dreiging van geweld om doelen te bereiken die politiek, religieus, of ideologisch van aard zijn.

Meer dan 600.000 Cambodjanen kwamen om bij Amerikaanse bombardementen en door de totale verwoesting van landbouwgronden werden de overlevenden geconfronteerd met een massale hongersnood.

Sinds Vietnam weten we dat het wapen van de terreur niet meer werkt, en wel om de simpele reden dat de tegenstander nu in staat is tegenterreur in te zetten en wij de dupe dreigen te worden van de door ons in gang gezette geweldscirkel. In zijn memoires omschrijft de McNamara dit proces met de opmerking dat 'wars generate their own momentum and follow the law of unanticipated consequences.' De logica van het geweld stuit op haar grenzen, op 'de wet van de onvoorziene consequenties' zodra de geweldpleger zelf de dupe wordt van het door hem begonnen geweld, zoals op 11 september 2001 voor iedereen duidelijk werd.

Vietnam bewees dat zelfs met de inzet van de grootst mogelijke wreedheden, het gebruik van napalm, agent orange en fragmentatiebommen, een hoogtechnologische maatschappij niet van een boerenbevolking kon winnen. Die waarheid wordt nu opnieuw in Afghanistan en Irak bewezen. Desondanks willen de Van Walsums ons opzadelen met nog meer grootschalig geweld, ditmaal tegen Iran. De gevolgen zullen rampzalig zijn, voor de bevolking daar en zeker voor onze nakomelingen die de rekening krijgen gepresenteerd. Stel dat de opkomende wereldmachten China en India dezelfde politiek gaan voeren als het beleid dat wij al vijf eeuwen in de praktijk brengen. Toen ik twintig jaar was kon men nog ongestoord overland van Europa naar India. Ondermeer door de geweldspolitiek van de blanke cultuur kan dit niet meer. En de toestand wordt alleen maar erger.
Ondanks deze feiten gaan de voorstanders van grootschalige terreur nog van de oude geweldsideologie uit zoals die in 1948 in een destijds geheime nota van een van de belangrijkste naoorlogse westerse beleidsbepalers werd geformuleerd. George Kennan die als hoofd van het Planningbureau van het ministerie van Buitenlandse Zaken de architect was van de naoorlogse westerse containment politiek, vier decennia lang de hoeksteen van de Amerikaanse buitenlandse politiek tegenover de Sovjet Unie, schreef toen:

Wij hebben ongeveer 50 procent van de rijkdommen in de wereld, maar slechts 6,3 procent van haar bevolking… In deze omstandigheden zullen we niet in staat zijn te voorkomen dat wij het voorwerp worden van jaloezie en haat. Onze werkelijke taak in het komende tijdperk is om een netwerk van betrekkingen op te bouwen die ons in staat stelt deze positie van ongelijkheid te handhaven… Daartoe zullen we alle sentimentaliteit en dagdromen opzij moeten zetten en dient onze aandacht overal geconcentreerd te zijn op onze directe nationale doelstellingen… We moeten ophouden te spreken over vage en… imaginaire doelstellingen als mensenrechten, het verhogen van de levensstandaard, en democratisering. De dag is niet veraf dat we in pure machtsconcepten moeten handelen. Hoe minder we daarbij gehinderd worden door idealistische slogans, des te beter het is.

Wij zien nu het einde van het tijdperk van exclusief westers grootscheeps geweld. Dat komt doordat er een bevolkingsexplosie heeft plaatsgevonden en doordat het Westen steeds meer afhankelijker is geworden van buitenlandse grondstoffen. Die twee feiten dwingen ons een fundamenteel andere politiek te volgen. Hoe die er precies moet uitzien weet ik niet, ik weet wel dat de terreur van de Van Walsums totaal irrationeel is geworden, zelfs vanuit politiek opzicht. Niet langer meer geldt voor ons de lijfspreuk van president Teddy Roosevelt: 'Speak softly and carry a big stick.' Even voor alle duidelijkheid:

Big Stick ideology, Big Stick diplomacy, or Big Stick policy is a form of hegemony and was the slogan describing U.S. President Theodore Roosevelt’s corollary to the Monroe Doctrine. The term originated from the phrase "Speak softly and carry a big stick". The idea of negotiating peacefully, simultaneously threatening with the "big stick", or the military, ties in heavily with the idea of Realpolitik, which implies an amoral pursuit of political power that resembles Machiavellian ideals.
http://en.wikipedia.org/wiki/Big_Stick_ideology

In een geglobaliseerde overbevolkte wereld is een dergelijke politiek contraproductief, aangezien dit onherroepelijk leidt tot 'imperial overstretch', het in stand houden van het imperium kost nu meer dan hij oplevert. Het beste wat Peter van Walsum kan doen is te zwijgen, zijn geweten te raadplegen en zich ditmaal voorbereiden niet op andermans dood, maar op zijn eigen vertrek uit de wereld. Ik wens hem een voorspoedige reis en een verrassende aankomst. Aan alles komt een eind, ook aan terreur.

Waar berust de overtuiging van Peter van Walsum op dat het vermoorden van een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar behoort tot de categorie 'curative measures'? Dus 'heilzame maatregelen' die in zijn woorden 'obviously... hurt. They are like a military measure.' Waar berust zijn overtuiging op dat massamoord niet meer is dan een kwestie van 'collateral damage,' dus simpelweg 'bijkomende schade' is? Hoe kan het dat hij op de vraag van John Pilger:

'Aren't the deaths of half a million children mass destruction?'

als antwoord geeft

'I don't think you can use that argument to convince me'?

Het antwoord is kort maar krachtig: dit alles komt voort uit racisme. De vermoorde kinderen zijn een te verwaarlozen detail in het politieke machtspel dat Van Walsum speelt. Ze zijn in zijn ogen inferieur, van een minder soort. Immers, hetzelfde antwoord zou de 'oud-topdiplomaat' nooit hebben gegeven wanneer het westerse kinderen waren geweest, of Joodse kinderen in Israel. In dat geval zou zijn antwoord onmiddellijk zijn aanzien volledig hebben vernietigd, maar zolang het hier om Arabische kinderen gaat is er geen vuiltje aan de lucht. Welnu, het meten met twee maten komt voort uit racisme. Wat dit betreft doet Peter van Walsum me denken aan de zestiende eeuwse Spaanse historicus Juan Ginés de Sepúlveda, die de wreedheden van de Spaanse conquistadores verdedigde met het argument

that the Amerindians were natural slaves [...] Those whose condition is such that their function is the use of their bodies and nothing better can be expected of them, those, I say, are slaves of nature. It is better for them to be ruled thus.


De blanke veroveraar kon doen met hen wat hij wilde, want de indianen behoorden in zijn ogen tot Untermenschen. Ze waren als het ware van nature inferieur aan de Spanjaarden 'just as children were to adults, women to men, and even apes were to humans,' en dus konden de 'beschaafde' blanke Europeanen hen onderwerpen aan alle mogelijke wreedheden. Volgens het betoog van Sepúlveda waren de indianen heidenen, wilden, aapachtigen die alleen de dood en de hel verdienden. In wezen is het diep gewortelde racisme niet fundamenteel veranderd, zoals wij blanke nazaten van Auschwitz en Hiroshima, van de gruweldaden in Vietnam en Irak maar al te goed weten. Het centrale argument is niet langer meer dat wij als christenen met een onovertroffen god kunnen doen wat we willen, maar wij als vertegenwoordigers van een superieur democratisch bestel. En dat daarbij zogeheten 'bijkomende schade' optreedt is een zaak die we voor lief moeten nemen, want onze politiek behoort tot de categorie 'heilzame maatregelen.' Het doel heiligt de middelen, en het doel is het verdedigen van onze hegemonie. Ondertussen pretenderen we tegenover de anderen en vooral tegenover onszelf dat wij geweld bedrijven vanuit humanitaire overwegingen, het is beter voor de slachtoffers dat wij hen terroriseren. En dan krijgt men een denkwijze die even inhumaan als absurd is, zoals destijdfs AP correspondent Peter Arnett liet zien.

Writing about the provincial capital, Bến Tre, on February 7, 1968, Arnett said: "'It became necessary to destroy the town to save it,' a United States major said today. He was talking about the decision by allied commanders to bomb and shell the town regardless of civilian casualties, to rout the Vietcong.


Het spreekt voor zich dat als onze tegenstander hetzelfde zou doen met ons dat we dan te maken hebben met grootschalig terrorisme, want wij zijn goed en zij zijn slecht. En zo komt Van Walsum tenslotte met de volgende verdediging voor het vermoorden van een half miljoen kinderen in Irak:

It's a very complex issue Mr Pilger.


Complex? Het toont in elk geval haarscherp de wrede mentaliteit aan van een westerse autoriteit die een 'genocidale' politiek uitvoerde. En omdat Van Walsum hierover zwijgt zijn we aangewezen op het betoog van Sepúlveda om dit geweld te rechtvaardigen. Hij beargumenteerde dat de slachtoffers van het westers beleid 'for their own welfare... are held by natural law to submit to the control of those who are wiser and superior in virtue and learning.' Met andere woorden: om de samenleving van de Irakese kinderen te redden moeten we ze wel massaal vermoorden. Het is onze morele plicht om grootschalig terrorisme toe te passen. Het is deze zieke houding die iemand als Peter van Walsum -- volgens de NRC 'het beste dat Nederland in huis heeft' -- zo gevaarlijk maken. De racist voelt zich altijd gerechtigd om de ander te terroriseren, en wel omdat dit beter voor die ander zou zijn. Het westers racisme heeft nu meer dan vijf eeuwen lang de loop van de geschiedenis gedicteerd. Nu onze macht in de wereld tanende is wordt de vraag actueel wat er in de plaats komt voor ons racisme.

Wij zouden de drijfveren van een man als Peter van Walsum serieus moeten analyseren, de drijfveren van een brave burger met de mentaliteit van de eerste de beste voetbalhooligan die erop losmept zodra hij zijn zin niet krijgt. We moeten ons op die manier wapenen tegen een autoriteit die gedreven wordt door de kadaverdiscipline van een Schreibtischmörder, een gewone burger die fatsoenlijk is in de prive-omgang, maar een wrede pyschopaat zodra het zijn werk aangaat, een man die bereid is kinderen op te offeren om zijn doel te bereiken. Vergeet niet, de banaliteit van het kwaad dringt in elk sociaal weefsel door. We moeten Peter van Walsum bestuderen als de doorsnee mens die hij is, een kleinburger die als ambitieuze bureaucraat onvoorstelbaar onheil kon aanrichten, een gehoorzaam klein radertje in een anonieme moordmachine. Het was de onlangs overleden Harry Mulisch die bijna een halve eeuw geleden in De Zaak 40/61 het volgende schreef:

Eichmann is definitief geschiedenis geworden. Waar praat ik nog over? Mensen bedreigen mensen met een vernietiging, waarnaast de jodenmoord een bagatel zal worden, een herinnering uit de goeie oude tijd. En geen Amerikaan of Rus die, komt het bevel, zal weigeren de bommen in het zachte vlees van hele volkeren te werpen -- zo min als Eichmann weigerde. Wat hebben wij eigenlijk over Eichmann te beweren? Wij, die zelfs de ongeborenen bedreigen: en die oorlog tegen ons nageslacht is al sinds zestien jaar aan de gang! Maar zoiets heet geen 'oorlog' meer, dat heet een vervloeking. Hier vervloekt de mens zichzelf, zijn eigen kindskinderen, hieruit spreekt een haat zo fundamenteel, dat wij wel moeten vrezen, de mens nog altijd overschat te hebben.

We moeten de mens Peter van Walsum aan een microscopisch onderzoek onderwerpen in plaats van hem de ruimte te geven in een zogeheten 'kwaliteitskrant' om nog meer geweld te bepleiten. Zo niet, dan is ook dat een keuze. We hebben dan de gevolgen daarvan bewust gekozen, en daar zullen we een hoge prijs voor betalen. Niet voor niets wees de zwarte humanist en dichter Aimee Cesaire op het volgende:

the colonizer, who in order to ease his conscience gets into the habit of seeing the other man as an animal, accustoms himself to treating him like an animal, and tends objectively to transform himself into an animal... They thought they were only slaughtering Indians, or Hindus, or South Sea Islanders, or Africans. They have in fact overthrown, one after another, the ramparts behind which European civilization could have developed freely.

De Zweedse hoogleraar en auteur Sven Lindqvist schrijft in zijn boek Exterminate all the Brutes, dat

Auschwitz de moderne industriële toepassing [was] van een uitroeiingspolitiek waarop de Europese overheersing van de wereld […] lang heeft gesteund.

De titel van zijn boek verwijst naar de zin uit Joseph Conrads Hart der Duisternis, ‘verdelg al het gespuis’. Lindqvist vraagt zich af waarom de westerse protagonist

Kurtz zijn rapport over de beschavingstaak van de blanke man in Afrika met deze woorden eindigt?

Hij schrijft dan:

Ik las Conrad als een profetische auteur die alle gruwelijkheden die in het verschiet lagen, voorzien had. Hannah Arendt wist beter. Zij zag dat Conrad over de genocides van zijn eigen tijd schreef. In haar eigen boek The Origens of Totalitarianism (1951), toonde ze hoe imperialisme racisme noodzakelijk maakte als het enig mogelijke excuus voor zijn daden […] Haar these dat nazisme en communisme van dezelfde stam komen is algemeen bekend. Maar velen vergeten dat zij ook de “verschrikkelijke slachtpartijen” en het “barbaarse moorden” van Europese imperialisten verantwoordelijk hield voor “de zegevierende introductie van dergelijke pacificatiemiddelen in de alledaagse, respectabele buitenlandse politiek”, daarmee totalitarisme en zijn genocides producerend.

Lindqvist ontdekt gaandeweg dat de

Europese vernietiging van de “inferieure rassen” van vier continenten de grond voorbereidde voor Hitlers vernietiging van zes miljoen joden in Europa […] Het Europese expansionisme, vergezeld als het was door een schaamteloze verdediging van het uitroeien, schiep manieren van denken en politieke precedenten die de weg baanden voor nieuwe wandaden, die uiteindelijk culmineerden in de gruwelijkste van alle: de Holocaust […] En toen hetgeen was gebeurd in het hart der duisternis werd herhaald in het hart van Europa, herkende niemand het. Niemand wilde toegeven wat iedereen wist. Overal in de wereld waar kennis wordt onderdrukt, kennis die als ze bekend zou worden gemaakt ons beeld van de wereld aan gruzelementen zou slaan en ons zou dwingen om onszelf ter discussie te stellen – daar wordt overal het Hart der Duisternis opgevoerd. U weet dat al. Net als ik. Het is geen kennis die ons ontbreekt. Wat gemist wordt is de moed om te begrijpen wat we weten en daaruit conclusies te trekken.

In zijn boek A History of Bombing beantwoordt Sven Lindqvist de volgende vraag:

Wat is toegestaan in oorlogen tegen wilden en barbaren? Antwoord: alles.

Ook in laatstgenoemde boek toont hij aan dat de barbarij eerst op gekleurde volkeren werd uitgeprobeerd voordat de westerlingen het op hun eigen blanke bevolkingen gingen toepassen. Het eerste bombardement op een ongewapende burgerbevolking vond dan ook niet plaats in 1937 op het Spaanse Guernica, maar 12 jaar eerder al op de Marokkaanse stad Chechaouen, niet door Duitse nazipiloten, maar door Amerikaanse democratische piloten, die in dienst van de Fransen deze onverdedigde stad vernietigden, waarbij volgens Walter Harris, toenmalig correspondent van deLondense Times,

weerloze vrouwen en kinderen afgeslacht werden en vele anderen verminkt en blind raakten.

Uiteindelijk vernietigt het geweld zichzelf.


Meneer Van Walsum,

Na al wat ik over u geschreven heb wil ik u één ding voorleggen. U bent jurist, heeft rechten gestudeerd, kennelijk vanuit de overtuiging dat het zinnig was om een aantal jaren van uw leven deze opgeschreven ordening te bestuderen. Daarom de vraag: wat betekent het recht in uw ogen? Ik vraag u dit naar aanleiding van het feit dat
het vermoorden van een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar volgens u behoort tot de categorie 'heilzame maatregelen' die in uw woordenn weliswaar 'onmiskenbaar... leed berokkenen,' maar die desondanks deze massamoord niet meer maken dan te verwaarlozen 'bijkomende schade.' En dus gaf u op de vraag van John Pilger:

'Aren't the deaths of half a million children mass destruction?'

als antwoord

'I don't think you can use that argument to convince me.'

Een half miljoen kinderen, u heeft het aantal niet aangevochten. Hoe kan een jurist die gelooft in de juistheid van de wet deze grootschalige schending van het recht voor zichzelf rechtvaardigen? Daarom mijn vraag aan u: wat betekent voor u het recht?

Ik zal u vertellen wat voor mij recht betekent. Ik citeer daarbij de formulering van een rechter die in Bonfire of Vanities het laatste woord heeft. Hij zegt:

Recht is de wet. En de wet is de fragiele poging van de mens om de principes van fatsoen vast te leggen. Fatsoen! En fatsoen is geen koehandel, is geen intrige, of een overeenkomst of gesjoemel. Fatsoen is wat uw grootmoeder u leerde. Het zit in ons merg en been.

En zo niet, wie beschermt ons dan nog tegen het onfatsoen, de terreur, de barbarij?




Meneer Van Walsum,

Het vermoorden van een half miljoen Irakese kinderen onder de vijf jaar behoort volgens u tot de categorie
'heilzame maatregelen' die weliswaar
'onmiskenbaar... leed berokkenen,' maar die desondanks deze massamoord niet meer maken dan te verwaarlozen 'bijkomende schade.' En dus gaf u op de vraag van John Pilger:

'Aren't the deaths of half a million children mass destruction?'

als antwoord

'I don't think you can use that argument to convince me.'


Een half miljoen kinderen, u heeft het aantal niet aangevochten. Nu mijn vraag:

Meneer Van Walsum,

U heeft hooguit nog een paar jaar te gaan, slechts een paar jaar om de balans op te maken. Wat was het allemaal waard deze genocide? Enkele momenten van internationale bekendheid? Een kortstondige bevrediging van uw ijdelheid? Ik vraag dat aangezien u de geschiedenis ingaat als een bureaucraat die onderdeel was van een meedogenloze terreur. Was het dat allemaal waard? Ik bedoel ook dit: u zadelt de volgende generatie (inclusief uw kinderen) op met een uitzichtloze erfenis, want denkt u werkelijk dat uw slachtoffers en al die anderen die op de een of andere manier lijden onder westerse politieke, economische of militaire druk dat zij overtuigd zijn dat u en de uwen werkelijk in mensenrechten, democratie en beschaving geloven?

Dankzij de VPRO heb ik veel door de wereld kunnen reizen en ik kan u zeggen dat de overgrote meerderheid van de wereldbewoners niet in de westerse claims gelooft, dat wil zeggen, door eigen ervaring weet men hoe meedogenloos u en de uwen zijn. Toen Mahatma Gandhi door een blanke journalist gevraagd werd wat hij van de westerse beschaving dacht, antwoordde hij spontaan:
'Ik denk dat dit een goed idee zou zijn.'

Waarom deed u het? Laat het me weten als waarschuwing voor degenen die na ons komen.


1 opmerking:

Sonja zei

"I was never an anti-Semite. ... My sensitive nature revolted at the sight of corpses and blood... I personally had nothing to do with this. My job was to observe and report on it." (Adolf Eichmann)

Toen Eichmann midden jaren dertig het boek Judenstaat van Theodor Herzl las, werd hij een overtuigd zionist, en ging hij zoeken naar oplossingen om de joden uit het Reich te verdrijven naar een land of plaats waar ze onder elkaar konden leven. Zo heeft hij 45.000 joden uit Oostenrijk weten te redden. Maar dat redden was niet belangrijk, voor hem telde alleen het doel, en dat was om Europa Judenrein te maken, zoals hem opgedragen was.

Saddam Hoessein moest weg. Dat was het doel. Iran moet 'onschadelijk' worden gemaakt, dat is het nieuwe doel. Maar wat ik mij afvraag: is Van Walsum een uitvoerder of een opdrachtgever? Wil hij geprezen worden? Is zijn minderwaardigheidcomplex zo groot is dat hij er het leven van een half miljoen kinderen voor over heeft om die kwelling in zichzelf te verminderen? En hoeveel mensen mooten er nog meer dood? Wie houdt hem tegen? En hoe?

Politie Martelingen Als Gevolg van Politieke Terreur van Halsema

 https://www.instagram.com/reel/DCXua4xvJqF/?igsh=OTdxNXJsb3p3ejhm