Opiniemaker Arie Elshout van de Volkskrant schrijft vanuit New York waar hij correspondent is:
waar het debat in de VS nu over gaat: activistische versus neutrale journalistiek. In The New York Times zegt ethicus Bob Steele dat door activistische journalistiek het principe van de journalistieke onafhankelijkheid van binnenuit gaat 'roesten'.
Een hele mond vol bombastische retoriek. Van dik hout zaagt men planken. Een aanzienlijke dosis scepsis is hier op zijn plaats, al was het maar omdat Bob Steele volgens eigen zeggen 'journalisten helpt met het beter anticiperen op de vele ethische valkuilen en landmijnen die hen wachten,' en ook nog eens 'ethische workshops heeft geleid bij meer dan 50 news organisations.' Met andere woorden Bob houdt nauwlettend in de gaten dat onze commerciele journalisten binnen de grenzen van kapitalistische consensus blijven, anders was hij niet zo vaak gevraagd. Zijn adviezen hebben in elk geval geen verandering teweeg gebracht, want de Amerikaanse journalistiek is nog steeds even beroerd zodra het om wezenlijke zaken handelt. Niet voor niets schreef de wetenschapper Edward Herman na een uitgebreid onderzoek dat het grote voorbeeld van de doorsnee journalist The New York Times
an establishment institution [is] and serves establishment ends. As Times historian Harrison Salisbury said about former executive editor Max Frankel, “The last thing that would have entered his mind would be to hassle the American Establishment, of which he was so proud to be a part.”
Ethisch bevlogen mensen die veel geld verdienen met grote woorden als 'de journalistieke onafhankelijkheid' dienen van nature gewantrouwd te worden, want die 'onafhankelijkheid' bestaat domweg niet in de commerciele pers. De eerste en laatste opdracht van een journalist die voor een concern werkt is winst maken voor de baas, en de rest is daarvan een afgeleide. Zodra de winst bedreigd wordt door de veel geprezen zogenaamde 'journalistieke onafhankelijkheid' wordt de betreffende journalist razendsnel op het matje geroepen en bij herhaling gemarginaliseerd, zo heb ik keer op keer van nabij kunnen meemaken.
Onder de kop 'The New York Times Versus The Civil Society' schreef de Amerikaanse media-analist en econoom Edward S. Herman een vernietigend artikel over 's werelds invloedrijkste krant.
The veteran New YorkTimes reporter John Hess has said that in all 24 years of his service at the paper he “never saw a foreign intervention that the Times did not support, never saw a fare increase or a rent increase or a utility rate increase that it did not endorse, never saw it take the side of labor in a strike or lockout, or advocate a raise for underpaid workers. And don’t let me get started on universal health care and Social Security. So why do people think the Times is liberal?” The paper is an establishment institution and serves establishment ends. As Times historian Harrison Salisbury said about former executive editor Max Frankel, “The last thing that would have entered his mind would be to hassle the American Establishment, of which he was so proud to be a part.”
Nu mijn vraag aan Arie Elshout: als The New York Times volgens jou geen 'activistische journalistiek' bedrijft, maar 'neutrale journalistiek' wat dat ook moge zijn, hoe verklaar je het dan dat
the veteran New York Times reporter John Hess
een ervaringsdeskundige dus, kan stellen dat hij in alle 24 jaar die hij voor de krant werkte
never saw a foreign intervention that the Times did not support, never saw a fare increase or a rent increase or a utility rate increase that it did not endorse, never saw it take the side of labor in a strike or lockout, or advocate a raise for underpaid workers. And don’t let me get started on universal health care and Social Security.
Leg het me uit, Elshout, en ik publiceer jouw uitleg op mijn weblog. Ik stel daar nu al tegenover dat in mijn ervaring jouw beweringen op niets concreets zijn gebasdeerd. We zullen zien, of niet.
1 opmerking:
Mooie column van Bas Heijne over o.a. de journalistiek in Nederland m.b.t. Irak en het gedweep met Obama.
"Er is in de Nederlandse journalistiek de afgelopen jaren een bizar fenomeen ontstaan, dat ik maar de perverse drogreden zal noemen. Wat overduidelijk is, kan nooit waar zijn – en dus wringt men zich in bochten om er iets anders van te maken. Een kind kan zien dat de militaire acties van Israël in Gaza dom en dubieus zijn, maar hier krijg je eindeloos te horen hoe verschrikkelijk Hamas is en bewust kleine kinderen neerzet op de plek waar de Israëlische raketten neerkomen. En de hoofdschuldige heet Harry van Bommel."
Over Arie Elshout:
"Het is ook pijnlijk ironisch: in het geval van de oorlog in Irak zag de domste demonstrant op de Dam het beter dan bijvoorbeeld de tragische Arie Elshout, buitenlandcommentator bij de Volkskrant – een man die nu week in, week uit wanhopig anderen probeert te laten opdraaien voor zijn eigen denkfouten."
Let ook op hoe Paul Brill in de reacties Elshout komt verdedigen, zonder, natuurlijk, in te gaan op de strekking van Heijne's column.
Een reactie posten