Voor de zionist zijn de anti-semieten, ‘onze betrouwbaarste vrienden... de anti-semitische landen onze bondgenoten.’(Herzl).
Het gecultiveerde slachtofferschap van de zioniste Leora Rosner die overal een antisemiet ontwaart, is eens treffend omschreven door de joods-Canadese tekenares Bernice Eisenstein, die in het aangrijpende Ik was een kind van Holocaust Overlevers dit fenomeen aldus beschrijft:
De Holocaust is een drug en ik ben in een opiumkit terechtgekomen. Mijn eerste roes heb ik gratis, argeloos, toegediend gekregen, van iedereen hier. Van de kracht ervan heb ik zojuist een glimp opgevangen, doordat ik mijn ogen liet gaan over de sporen van de naalden op elke linkeronderarm in deze kamer. En vanaf dat moment ben ik verslaafd. Ik zal erachter komen dat er geen eind is aan de dealers die ik weet te vinden voor nog één shot, nog één keer toegang tot die hallucunerende spookwereld. Mijn ouders beseffen niet eens dat ze drugsdealers zijn. Ze zouden zich nooit het soort roes kunnen voorstellen dat H teweegbrengt. Hoe ik ernaar verlang onder te duiken in zijn eindeloze diepte, hoe hij me het huis uit jaagt om in mijn eentje naar de bioscoop te gaan, naar de bibliotheek, waar ik elke film kan zien en elk boek kan lezen dat me aan Holocaust kan helpen. Ik zou hele rollen film, samen met bedrukte boekpagina's, tot een fijn poeder kunnen vermalen, in lijntjes achter elkaar neerleggen en opsnuiven. Toen ik in de twintig was heb ik de roman De laatste der rechtvaardigen van Andre Shwarz-Bart drie keer geinhaleerd, alleen maar om steeds weer dezelfde dosis toegediend te krijgen. Hij leidde me naar de ultieme, onovertroffen superioriteit van Primo Levi, die me in een roes achterliet, onder mijn bed, opgekruld als een foetus, nog steeds bibberend om meer...
Er zijn geen grenzen aan hoe ver een geobsedeerde fanatasie kan gaan met dit soort dingen. Maar om van die verslaving, die dwang, af te komen, zou ik mezelf moeten blinddoeken, mijn oren moeten dichtstoppen, mijn mond afplakken en de waarheid dat ik zonder de Holocaust niet zou zijn wie ik ben, moeten uitvlakken. Hij heeft me gestigmatiseerd en gebrandmerkt met zijn gestippelde kenteken op mijn onderarm, me onherroepelijk zijn wereld binnengetrokken als zijn nakomeling. Het collectieve geheugen van een generatie spreekt en ik ben gedwongen te luisteren, zijn verschrikkingen te zien en zijn verontwaardiging te voelen.
Dit proces van 'geobsedeerde fantasie' is het logische gevolg van hetgeen de joodse filosofe Hannah Arendt al 65 jaar geleden voorspelde toen ze constateerde
dat vele zionisten er inderdaad van overtuigd waren dat zij joden waren door de vijanden van het joodse volk. Hieruit concludeerden de zionisten dat het joodse volk zonder het anti-semitisme in de landen van de diaspora niet overleefd zou hebben; en daarom waren zij tegen elke poging om anti-semitisme op grote schaal te vernietigen. Integendeel, ze verklaarden dat onze vijanden, de anti-semieten, ‘onze betrouwbaarste vrienden zijn, de anti-semitische landen onze bondgenoten.’ (Herzl).
En zo is een paranoide levenshouding ontstaan die men als volgt zou kunnen typeren: des te sterker en veiliger de joden zijn, des te angstiger en agressiever de zionisten zich opstellen. Ondertussen is de holocaust een politiek wapen geworden om terreur te kunnen bedrijven. De holocaust wordt namelijk gebruikt om morele chantage te kunnen uitoefenen. Al in 1981 zei Nahum Goldman, 12 jaar lang president van de World Zionist Organisation, er dit over:
We zullen moeten begrijpen dat het joodse lijden tijdens de Holocaust niet langer meer als verdediging zal dienen, en we zullen zeker moeten nalaten de Holocaust als argument te gebruiken om gelijk wat we ook mogen doen te rechtvaardigen. De Holocaust gebruiken als een excuus voor het bombarderen… is een soort "ontheiliging", een banalisering van de onschendbare tragedie van de Holocaust, die niet misbruikt moet worden om een politiek twijfelachtig en moreel onverdedigbaar beleid te rechtvaardigen.
Het slachtofferisme van zionisten als Leora Rosner is veranderd in een politieke zaak. Ze heeft van haar trauma dat een prive-zaak was een publieke aangelegenheid gemaakt. Het probleem met slachtofferisten is evenwel dat ze onverzadigbaar zijn, dat ze nooit het gevoel kunnen krijgen dat ze gecompenseerd zijn, dat ze genoegdoening hebben gekregen. En de reden is simpel: ze hebben hun identiteit ontleend aan het gecultiveerde slachtofferschap. Zonder de holocaust zouden ze niets zijn, en vandaar dat Eisenstein in een haarscherpe zelf-analyse schrijft:
De Holocaust is een drug en ik ben in een opiumkit terechtgekomen. Mijn eerste roes heb ik gratis, argeloos, toegediend gekregen, van iedereen hier.
De holocaust moet hen beschermen tegen de wereld. Op die manier blijven zionistische slachtofferisten de wereld lastig vallen met hun angst en frustratie. Daarom stoppen ze ook niet me het terroriseren van de Palestijnen. Ze kunnen zichzelf domweg niet zien als daders, ze zijn immers de eeuwige slachtoffers. Ze zijn onaanspreekbaar, onberekenbaar, onaantastbaar, onbenaderbaar en zodoende ontoerekeningsvatbaar. Meer hierover later.
1 opmerking:
"Noting that anti-semite's desire to expel Jews from their nations would aid the Zionist cause."
The Diaries of Theodore Herzl as edited and translated by Marvin Lowenthal (Dial Press, New York, 1956)
Een reactie posten