Eens was de mens Gods schepping, een creatuur met een
tragisch lot die verlossing behoefde. Dit eenzame wezen werd door het
ideologische totalitarisme eerst tot een massa gekneed, daarna tussen de muren
van een gesloten staatssysteem opgesloten en vervolgens tot een levenloos van
zijn machinerie gedegradeerd. Nu heeft het geen verlossing meer nodig, want het
draagt geen verantwoordelijkheid meer voor zichzelf. De ideologie heeft hem
zijn kosmos ontnomen, maar ook zijn eenzaamheid, de tragische dimensies van het
menselijk lot. Het werd in een gedetermineerd bestaan geperst, waar zijn lot
bepaald wordt door zijn afkomst, zijn indeling bij een ras of een klasse. Samen
met zijn lot werd hem ook de menselijke werkelijkheid ontnomen, evenals de pure
ervaring van het leven... Het is de taak van de kunst om de menselijke taal
tegenover de ideologie te stellen, om de verbeeldingskracht te herstellen en de
mens te herinneren aan zijn herkomst, zijn werkelijke situatie en het menselijk
lot. De keuze van de kunstenaar kan daarom niet anders dan radicaal zijn.
Imre Kertesz. De
verbannen taal. 2005
De bundel essays
van deze Hongaar, die als jood Auschwitz overleefde, verscheen in zijn eigen
taal in hetzelfde jaar als Geert Mak's In Europa. Kertesz kreeg de
Nobelprijs voor Literatuur 'for writing that upholds the fragile
experience of the individual against the barbaric arbitrariness of history,' Mak werd voor zijn
'Europese inzet' door de Franse staat beloond middels zijn verheffing tot 'Chevalier
de la Légion d’Honneur.’ Kertesz's werk vertegenwoordigt
de stem van het menselijk verzet, en is dus radicaal, daarentegen is Mak's stem die van de conformistische en opportunistische mainstream. Een voorbeeld van het laatste was zijn tamelijk recente betoog op Radio I over het oproer op de Kroningsdag van 33 jaar geleden.
Als de luisteraar het allemaal goed begrepen heeft dan is volgens Geert Mak door de democratisering in de jaren zestig de Kroningsdag van 30 april 1980
in een oproer geeindigd, waardoor er een 'backlash' ontstond die
politici als Fortuijn en Wilders voortbracht, en dat mede daardoor vandaag de dag er
een 'evenwicht is gevonden.'
Tegelijkertijd meent hij dat het 'grootkapitaal' de
macht heeft gegrepen en de democratie daardoor is uitgehold. Deze
tegenstrijdigheid verklaart hij niet, hij weet wel dat iedereen die een beetje bij zinnen is moet nadenken over
vormen waarmee je je' tegen de onevenwichtigheid van de
neoliberale macht van het 'grootkapitaal' kunt keren. Het is een warrig verhaal
vol paradoxen, maar dat belet Mak niet om alvast te verklaren dat 'stenen gooien naar een paar jonge agenten die er ook niks
aan kunnen doen,' in 1980 niets anders was dan zinloos 'amok' maken.
Als er al sprake was geweest van sociale oorzaken, dan was dat volgens Mak een 'heel
dun politiek-ideologisch laagje,' de 'hoofdzaak' was gewoon 'knokken om
het knokken' geweest. Dit is het aloude standpunt waarmee door de
geschiedenis heen de gevestigde orde altijd haar macht legitimeerde, tot het onrecht zo ondraaglijk werd dat de burgers het niet meer pikten en de hoofden van de elite
en hun spreekbuizen begonnen te rollen.
De baby boom generatie die zichzelf zo graag prijst.
Geert Mak die nooit
deel heeft uitgemaakt van het actief verzet tegen wat dan ook behoort, net als ik, tot
de gepriviligieerde baby-boom-generatie die in een welvaartsstaat zonder oorlog
is opgegroeid. Mijn generatiegenoten en ik hebben een geweldige mazzel gehad, en dat geluk
verplicht ons, noblesse oblige, om in verzet te komen tegen het onrecht die ons
syteem veroorzaakt. De terreur van de armoede en onderdrukking, waarvoor wij
mede verantwoordelijk zijn, mag niet beantwoord worden met de houding van après moi le déluge. Het criminaliseren, zoals Mak
doet, door de woede, walging en verontwaardiging af te schilderen als het
'knokken om het knokken,' getuigt van een minachting voor het verzet van mensen
die hun 'maatschappelijke onvrede'
op dat moment alleen nog via het gooien van stenen wisten te uiten. Waarom via
stenen? Omdat hun woorden zoals altijd genegeerd werden door degenen die het voor het zeggen hebben, die altijd doen wat ze willen, en bepalen wie aan het 'debat'
mogen deelnemen en op welke voorwaarden. Geert Mak hoeft niet met stenen te gooien, die wordt maar al te graag en vaak uitgenodigd door het regentendom, want de elite kan ervan op aan dat hij nooit iets controversieels zal zeggen. Dat is ook de voornaamste reden dat Mak
door de macht geridderd wordt en bijvoorbeeld Imre Kertesz niet. 'Wie ooit met de macht heeft gespeeld of zich vrijwillig als speelgoed
van de macht heeft laten gebruiken, is nooit meer in staat over iets anders te
denken, te dromen, te praten en te zedenpreken dan over de macht,' zoals
Kertesz de Mak-achtigen treffend typeert. En deze joodse Hongaar weet wat hij zegt, want hij heeft als slachtoffer drie totalitaire systemen over zich heen gekregen, het nationaal socialisme, het communisme en het neoliberale kapitalisme. Het is een gotspe dat Mak
zich thans opwerpt als de autoriteit die kan bepalen hoe het verzet zich niet dient te manifesteren. Nog afgezien
van het feit dat hij zelf nooit in verzet is gekomen, kent hij het verzet ook
alleen maar van de buitenkant en heeft hij zich niet verdiept in de kritische
literatuur, als we uitgaan van hetgeen hij in zijn vuistdikke boeken bijeen
schreef. Wat heeft Geert Mak ons te bieden? De chaos van de officieel gesanctioneerde
mainstream versie van de realiteit, de werkelijkheid zoals de macht die ziet. Centraal
in hun oppervlakkige veronderstelling staat de Vooruitgangsideologie, het
geloof dat in een eindige wereld de materiele vooruitgang tot in de oneindigheid zal voortduren. Iedere serieuze waarnemer weet door om zich heen te kijken dat die
ideologie op niets is gebaseerd. De Britse auteur van A Short History of Progress, Ronald Wright, wees na het begin van
de kredietcrisis van 2008 op het volgende:
Faith in
progress has become a kind of religious faith, a sort of fundamentalism, rather
like the market fundamentalism that has just recently crashed en burned. The
idea that you can let markets go their way is a delusion, just as the idea that
you can let technology go, and that it will solve the problems created by itself
in a slightly earlier fase. That has become a belief very similar to the
religious delusions that caused some societies to crash and burn in the past.
Wat is materiele vooruitgang in feite? In the
filmdocumentaire Surviving Progress
zegt daarover een voormalige Wall Street-consultant, de Amerikaanse hoogleraar
Economie, Michael Hudson:
Written
records go back about 4000 years, and from 2000 B.C. to the time of Jesus it
was normal for all of the countries in the world to periodically cancel the
debts when they became too large to pay. So you have Sumer, Babylonia, Egypt and
other regions all proclaiming these debt cancellations, and the effect was to
make a clean slate so that society would begin all over again. This was easy to
do in a society were most debts were owed to the state. It became much harder
to do when enterprise and credit passed out of the hands of the state into
private hands, and into the hands of an oligarchy,
precies zoals vandaag de dag het geval is. Het resultaat is
dat daardoor de macht in handen van een rijke elite is gekomen, die maar ėėn
drijfveer kent: nog rijker en nog machtiger worden, terwijl de gemeenschap inmiddels
de mogelijkheid heeft verloren dit alles vernietigende egoisme in te perken. Michael
Hudson over de oligarchie:
The last
thing they wanted was to have a king who would actually cancel the debts and
restore equality. Rome was the first country of the world not to cancel the
debts. It went to war with Sparta in Greece to overthrow the government and the
king who wanted to cancel the debts.
The Roman wars
of the first century B.C. ended up stripping the countries of everything they
had. Not only that it stripped the tempels of gold, it stripped the public
buildings, it stripped the economies of their reproductive capacities, it
stripped them of their water-works, it made a desert out of the land, and it said:
a debt is a debt.
In Surviving
Progress merkt Ronald Wright op over de ineenstorting van het Romeinse
Rijk:
The collapse
seems to have been closely linked to ecological devastation which led to all
sorts of social and economic and military problems. In the early stages of the
Roman Republic you had a fairly egalitarian land owning system. The peasants
had acces to public land, but as the Roman State became more powerful and the
lords and the generals began to appropriate public land for their own private
estates more and more peasants became landless. All the same time erosion was a
serious problem, so bad that some of the Roman ports silted up with all the
topsoil that got washed down from the fields into the rivers. And archeologists
have been able to establish how badly degraded much of Italy was by the fall of
the Roman Empire, and how it took a thousand years for the much reduced
population during the Middle Ages to rebuild their fertilty.
Michael Hudson:
What was
absolutely new in the Roman Empire was irreversible concentration of wealth at
the top of the economic pyramid. And that has meant progress ever since.
Progress is meant that you will never get back what we take from you. That was
what brought on the Dark Ages and that is what threatens to bring in the Dark
Ages again, if society does not realize that if it let's the wealth concentrate
in the hands of the financial class this class is not going to be any more
intelligent on the long term in disposing of the wealth as their predecessors were
in Rome and other countries,
aldus deze Amerikaanse hoogleraar Economie die
zijn praktische scholing op Wall Street kreeg. Hetzelfde historische proces zien we al meer dan een halve eeuw zich in de VS en Europa voltrekken, zonder dat al die tijd de
westerse opiniemakers zich hierover druk maakten. Pas recentelijk heeft nu ook
Geert Mak ontdekt dat er zoiets bestaat als het 'grootkapitaal.' Maar als mainstream
opiniemaker heeft hij, plotseling overvallen door de werkelijkheid, geen enkel
idee hoe deze macht die volgens hem de democratie heeft uitgehold, bestreden
kan worden. Al die tijd heeft Mak dat 'grootkapitaal'
niet opgemerkt terwijl hij druk doende was vuistdikke bestsellers te schrijven over Amsterdam, het Friese platteland, Europa, de VS. Tegelijkertijd kwalificeerde hij kritische
intellectuelen uit grote cultuurlanden als pessimisten die 'de plank missloegen.' Een auteur als bijvoorbeeld Hans Magnes
Enzensberger betitelde hij als een ‘grumpy old,’ man
die ‘alles heeft opgegeven.’ Ook deze Duitse schrijver behoort tot Mak's
categorie van 'doemdenkers,' omdat hij, in tegenstelling
tot de gelauwerde bestseller auteur, veel sceptischer is over de zogeheten ‘Europese
Eenwording.’ Zo schreef hij met betrekking tot de EU over opiniemakers als Geert Mak:
In de ogen van haar pleitbezorgers wordt
het lot niet, zoals Napoleon nog dacht, door de politiek, maar door de economie
bepaald. Die presenteert zichzelf als een hogere macht die door niets wordt
tegengehouden, en zeker niet door de eeuwenoude tradities, mentaliteiten en
constituties van de Europese landen.
Maar
nu blijkt Enzensberger volgens Mak zelf dus wel degelijk gelijk te hebben; de macht is inderdaad in handen van het 'grootkapitaal,'
zoals hij de plutocraten noemt in het voorheen door hem zo verafschuwde
Marxistische jargon. Enzensberger mag dan helemaal geen 'grumpy old' man zijn, maar wat betekent dit voor de geloofwaardigheid van Gert Mak?
En al die tijd dat de alom geprezen Geert Mak enthousiast beweerde dat 'Europa als economische eenheid ook een eind op weg [is]' had hij totaal niet door wat de consequenties voor het avondland zouden zijn van de ontwikkelingen in de VS:
The American Dream of upward mobility is dead, thanks to the neoliberal ministrations of capital and government. But a new dream could rise from the mess left by globalization, off-shoring and austerity.
The continuation of the economic crisis of 2008 up to the present has driven home a social trend that has been evident since the late 1970s, the decline of what is usually called "the middle class" and the accompanying American Dream.
The American Dream is the belief that if you work hard, if you are blessed with at least a modicum of ability and have a little luck, you can succeed. That is, you can rise in society no matter how humble your origin to something better in the way of material well-being, economic security, a settled life and social prestige. It is the dream of upward mobility for oneself, or at least for one's children.
As Richard Wolff has pointed out in Capitalism Hits the Fan: The Global Economic Meltdown and What to do About it, this upward mobility was a reality for most citizens of the United States for several generations, from 1820 to 1970. For 150 years, real wages rose. In the quarter century from 1947 to 1973, average real wages rose an astounding 75 percent. But that shared prosperity came to a halt in the mid '70s. In the next 25 years, from 1979 to 2005, wages and benefits rose less than 4 percent. The sustained rise in standards of living had been made possible by a conjunction of historical circumstances, circumstances that began to reach exhaustion by the mid 1970s.
Post WWII prosperity was based on 1. the global economic dominance of the United States; 2. pent up consumer demand from the depression and war years; 3. supportive social programs; 4. some political clout due to a strong union movement that could demand a share of the prosperity; and 5. Keynesian stimulus (military spending, infrastructure development like the interstate highway system, etc.).
Fixing an Overaccumulation Crisis
By the mid 1970s, an overaccumulation crisis emerged, reflected in stagflation, which is simultaneous inflation and lack of economic growth. There were insufficient places to profitably invest all the surplus capital that had accumulated during the years of prosperity. The situation was set forth with unusual candor by former IMF Director Jacques de Larosière. In a 1984 policy address, he said:
Over the last four years the rate of return on capital investment in manufacturing in the six largest industrial countries averaged only half the rate earned during the late 1960s. . . . Even allowing for cyclical factors, a clear pattern emerges of a substantial and progressive long-term decline in rates of return on capital. There may be many reasons for this. But there is no doubt that an important contributing factor is to be found in the significant increase over the past 20 years or so in the share of income being absorbed by compensation of employees . . . This points to the need for a gradual reduction in the rate increase in real wages over the medium term if we are to it restore adequate investment incentives. - Quoted by William I. Robinson in "A Theory of Global Capitalism: Production, Class, and State in a Transnational World."
In other words, in order to ensure "adequate" profits to capital, workers' incomes had to be curtailed.
The policies that made this suppression of incomes possible came to be called neoliberalism, a public ideology represented by President Ronald Reagan in the United States and Margaret Thatcher in England. It involved a withdrawal of government from directing the economy, leaving it instead to market forces. This meant deregulation, privatization of the commons and free trade. And that required weakening the collective hand of workers by an assault on unions and social benefits so as to strengthen the hand of capital.
"Free trade" policies of our political elite were a key part of the neoliberal offensive against labor. Trade agreements like NAFTA promoted the export of entry-level jobs to low-wage countries of the global South. With globalization, beginning in the 1980s, those entry-level industrial jobs that had made mobility into middle-income levels possible were the first jobs to be sent offshore, where they could be performed by low-wage workers in the Third World. For instance, hourly compensation costs in manufacturing (wages plus benefits) amount to $1.50 or less in China, compared with $33.50 in the United States. The Economic Policy Institute has recently calculated that in the last decade alone, US trade with China has cost us 2.7 million jobs.
Globalization was "the fix"
The globalization of capital was the fix that was found for the crisis of overaccumulation. Investment was sent abroad to low-wage areas of the global South where goods could be produced cheaply and then sold to higher-income consumers in the North. By 2008, 48 percent of all sales by the top 500 US corporations were items produced abroad, as can be readily verified by looking at the "Made in . . ." labels on clothing, electronics, automobiles and myriad other consumer goods. Even more ominously, opportunities for investment were opened up by free-trade agreements like NAFTA and later the World Trade Organization (WTO). At the same time, the bargaining power of US labor was curtailed by capital's threat to move production abroad along with a government-endorsed campaign against unions. This restored corporate profits, but stagnated working Americans' wages. The Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) now reports that the United States has the lowest rate of upward mobility of all industrialized countries. It is even seeing downward mobility.
Witness the decline in entry level wages. From 2001 to 2008, entry-level pay for high school graduates declined by 4 percent. For college graduates, the decline was 7 percent. For example, when my son graduated in computer networking from a community college in 1997, his first job was with Sylvan learning Center. Fifteen years later, his son graduated from a university, and a classmate got the very same job - at exactly the same salary of $37,000! Allowing for inflation, Sylvan now gets a university graduate for less than it used to pay for a graduate of a two-year program.
In recent decades, the economy has grown, and there was a gain in total wealth. But where did it go? From 1983 to 2008, total GDP grew from $6.1 trillion to $13.2 trillion in constant 2005 dollars. The unequal distribution of the total wealth gain during this period is revealing. The wealthiest 5 percent of American households captured 81.7 percent of the gain. The bottom 60 percent of households not only failed to share in the overall increase, they suffered a 7.5 percent loss. Some of what the top 1 percent gained came directly from that bottom 60 percent.
Het argument dat Geert Mak als eenvoudige jurist deze economische wetmatigheden onmogelijk had kunnen begrijpen, gaat niet op. Hij had voor slechts 7,95 euro Maarten Toonder's, in 1963 verschenen, strip De Bovenbazen kunnen lezen. Daarin wordt het voor gemakzuchtige praatjesmakers allemaal in slechts 7 zinnen eenvoudig uitgelegd:
wat men hier ziet gebeuren was het gevolg van een oude natuurwet die de meer geschoolde lezertjes wel zullen kennen: Geld trekt geld aan. Als men weinig heeft, zal men het kwijtraken aan iemand die meer heeft; en als men veel heeft, komt er steeds meer bij… Zo gaan die gingen; minvermogenden vinden nog wel eens geld op straat en rapen het op, zonder te begrijpen dat het waarschijnlijk door een bovenbaas verloren is, die het terug wil hebben. Ach ja, het leven van de Bovenste Tien is een voortdurende strijd om het hoofd boven water te houden.
Meer over dit alles, later.
4 opmerkingen:
Voor iemand die zo bezig is met en op zoek is naar hoop verbaast het me hoe apathisch en defaitistisch Geert Mak zich opstelt. Hij klaagt wel, maar berust in de situatie. Ik moet denken aan De Telegraaf die op 15 mei 1940 een tekening publiceerde met de tekst: "Ontvang de Duitsche troepen kalm en waardig". En op 17 mei 1942 volgde logischerwijze o.a. dit bericht. Naast wegkijken en collaboreren is berusting en apathie ook koren op de molen van fascisten.
Jonge intelligensia in Nederland: Hoe Obama rechts Amerika onderuithaalt - Vergeet de loze beloftes, deze president heeft een heel ander doel http://www.joop.nl/opinies/detail/artikel/20985_hoe_obama_rechts_amerika_onderuithaalt/ Of dat is een jonge propagandist (Universiteit Leiden) die het nog ver zal schoppen, of een triest gebrainwashed geval.
kroningsdag 1980 op Geschiedenis 24 staan 2 artikelen die wat achtergronden maar ook het extreme politiegeweld belichten. Waar was Geert in vredesnaam?
30 april was woninginnedag, kraakacties in heel Nederland Uit: Het kroningsoproer - Eric Duivenvoorden.
Politie nam wraak na kroningsrellen van 1980 Uit: De kroning en de woning - Peter Hoefnagels.
Een citaat uit 'n commentaar bij het laatste artikel van iemand over het ME geweld. (Wat Tetterode betreft , het extreme politiegeweld daar op de hoek van de kinkerstraat en bilderdijkstraat uitgeoefend kan ik persoonlijk ten volle onderschrijven! Ze namen veel eerder wraak! Vanwege het weggejaagd worden, de afgang bij de herkraak van de Vondelstraat een paar weken eerder? ):
"Het is niet het enige buitensporige geweld dat er die dag heeft plaatsgevonden. Op de Vijzel1gracht bijvoorbeeld werd er vooral door politieagenten in burger vrolijk op losgeslagen, zonder enige controle op hun acties. Daar was ik zelf getuige van. Ze waren o.a. herkenbaar als agenten in burger, omdat ze geruisloos door de rijen ME-ers heen en terug mochten lopen.
In mijn herinnering werd het geweld die dag vooral in gang gezet bij de vroege kraakactie op de hoek van de Kinkerstraat en Bilderdijkstraat. Ik was daar zelf bij aanwezig, niet als kraker, maar wel als buurtbewoner. Daar werd door de ME zoveel geweld gebruikt dat de verontwaardiging die dat opriep een voedingsbodem bleek voor de bejegening die de ME die dag kreeg."
Complete kul wat hij schrijft. Obama heeft zelf een rechtse regering. Joop.nl n.b.schijnbaar anders maar gewoon mainstream.
Een reactie posten