dinsdag 7 mei 2013

Geert Mak en De Kroning van 2013 (9)





Terrorism is the war of the poor, and war is the terrorism of the rich.
Sir Peter Ustinov. Achtung! Vorurteile. 2003

UN resolutions and the International Court of Justice in the Hague have condemned the building of Israeli settlements on Palestinian territory (there are now nearly half a million such ‘settlers’) and the construction of the ‘seperation fence’, which is an 8-metre high concrete wall, as illegal. The Occupation and Wall nevertheless continue. Every month the IDF’s stanglehold across the territories is tightened. The stranglehold is geographic, economic, civic and military.

All this is clear; it is not happening in some remote, war-locked corner of the globe; every Foreign Office of every rich nation is watching and not one takes measures to discourage the illegalities. ‘For us,’ a Palestinian mother says at a checkpoint says after an IDF soldier has lobbed a tear gas bomb behind her, ‘for us the silence of the West is worse’ – she nods towards the armoured car – ‘than their bullets.’

Zo toont John Berger in de essaybundel Hold Everything Dear. Dispatches On Survival And Resistance zijn walging over de westerse hypocrisie en onverschilligheid. De al meer dan zes decennia durende zionistische terreur tegen de Palestijnse bevolking is één van de meest schrijnende voorbeelden van de Europese en Amerikaanse minachting voor de universaliteit van de mensenrechten en voor het internationaal recht in het algemeen, en al die andere normen en waarden die het Westen beweert te respecteren. De Palestijnse onderdrukking is uitgegroeid tot het voorbeeld bij uitstek van wat de westerse beschaving daadwerkelijk in de praktijk betekent. Het is de reden waarom een Britse intellectueel als Berger, wiens joodse voorouders uit Polen, Galicië en het Oostenrijks-Hongaarse Rijk kwamen, publiekelijk afstand nam van zijn joods ‘recht op terugkeer’ en wel omdat

ik mijzelf zonder te aarzelen [identificeer] met de rechtvaardige zaak en de pijn van degenen die de staat Israël (en neven van mij) veroorzaken in een mate die tragisch totalitair is.

Eind 2008 wees hij erop dat:

We are now spectators of the latest - and perhaps penultimate - chapter of the 60 year old conflict between Israel and the Palestinian people. About the complexities of this tragic conflict billions of words have been pronounced, defending one side or the other. Today, in face of the Israeli attacks on Gaza, the essential calculation, which was always covertly there, behind this conflict, has been blatantly revealed. The death of one Israeli victim justifies the killing of a hundred Palestinians. One Israeli life is worth a hundred Palestinian lives. This is what the Israeli State and the world media more or less - with marginal questioning - mindlessly repeat. And this claim, which has accompanied and justified the longest Occupation of foreign territories in 20th C. European history, is viscerally racist. That the Jewish people should accept this, that the world should concur, that the Palestinians should submit to it - is one of history's ironic jokes. There's no laughter anywhere. We can, however, refute it, more and more vocally. Let's do so.


Maar dat verzoek heeft de bestseller auteur en journalistieke opiniemaker Geert Mak telkens naast zich neergelegd. Tot nu toe heeft hij ervan afgezien uitgebreid in te gaan op wat Berger ‘one of history’s ironic jokes’ noemt. De ironie van een door het christelijke Europa eeuwenlang vervolgd volk in Israel dat nu een ander volk traumatiseert. In zijn maar liefst anderhalve kilo wegende In Europa besteedt Mak geen enkele aandacht aan het door het avondland veroorzaakte noodlot van de Palestijnen.  En in zijn vuistdikke Reizen zonder John, waarin hij claimt ‘op zoek naar Amerika’ te zijn, wordt de westerse steun aan Israel met 8 zinnetjes terloops afgedaan als een ‘delicate kwestie.’ En zo glijdt hij handig aan controverses voorbij. Ook verzoeken om over deze ‘delicate kwestie’ te schrijven negeert hij, zo weet ik uit eigen ervaring. De verklaring daarvoor is simpel: Mak moet dan kleur bekennen, want zoals ook Berger duidelijk maakt kan een betrokken mens zich in dit geval niet langer meer verbergen achter een sluier van onverschilligheid en holle woorden. De zaak is zo zwart/wit dat de jurist Mak zich bloot zou moeten geven door partij te kiezen voor democratie en mensenrechten. En dat wil hij in dit soort gevallen absoluut niet, Mak wil in het risicoloze midden blijven ronddobberen. Die veilige plaats garandeert hem de hoge oplages van zijn boeken en zijn imago bij de macht. Het is voor hem inderdaad een ‘delicate kwestie,’ omdat hij dan niet langer meer langs de geschiedenis kan schampen. In de praktijk komt deze houding neer op dezelfde typisch Nederlandse onverschilligheid die tijdens de Tweede Wereldoorlog ertoe leidde dat driekwart van de joodse Nederlanders in vernietigingskampen werden vermoord, terwijl de zeer weinige overlevenden  ‘na de Tweede Wereldoorlog Joodse oorlogsslachtoffers alsnog’ werden ‘aangeslagen en beboet voor het niet betalen van erfpacht tijdens de oorlogsjaren,’ zo berichtte Het Parool onlangs. Nobelprijswinnaar Elie Wiesel heeft gelijk wanneer hij stelt dat:

The opposite of love is not hate, it's indifference. The opposite of art is not ugliness, it's indifference. The opposite of faith is not heresy, it's indifference. And the opposite of life is not death, it's indifference.

Alleen zijn vandaag de dag de Palestijnen het slachtoffer van die onverschilligheid. Dit maakt de opportunistische Mak ook zo typisch Nederlands met zijn ‘lichte graad van knoeierij,’ zoals Johan Huizinga opmerkte, waaraan hij toevoegde dat

macht in zichzelf, niet geheiligd door een volwaardig doel, een kwaad [is]. Zij kan slechts heilzaam worden, indien zij gedragen wordt door persoonlijke zedelijke verantwoordelijkheid, en haar doel heeft buiten en boven de machtswil en het belang der dragers van die macht.

Al in 1934 constateerde Nederland’s grootste historicus dat

elke organisatie stolling van vrije geest [betekent], fixering van een geestelijk gemiddeld. Zij brengt een zekere rigiditeit der gedachte teweeg… De werkelijke belangstelling van het grote publiek is niet meer bij de werken des geestes… Het kan soms schijnen, alsof de hedendaagse mensheid geen hoger gemeenschappelijke cultuurfunctie meer kent, dan met blijde of toornige blik in de pas te lopen…. Men spant de instincten in het gareel om van het oordeel geen last te houden.

De huidige werkelijkheid laat Mak geen ruimte om controversiele onderwerpen serieus te behandelen. Het moet voor het grote publiek duidelijk blijven waar hij precies staat in de chaos der dingen. Een controversiele positie innemen is daarbij onmogelijk, dissidente opvattingen worden niet geacceptererd in en door de mainstream. De massamaatschappij is een maatschappij met, in de woorden van Huizinga, een ‘weerloze massa.’ Die wordt voortdurend door de ‘termieten van de reductie’ verteld hoe de ‘waarheid’ eruit ziet, aldus de auteur Kundera, waarbij de overal opduikende mainstream opiniemakers:

over de hele wereld dezelfde simplificaties en cliché’s uitstrooien waarvan mag worden aangenomen dat ze door de meerderheid zullen worden aanvaard, door allen, door de hele mensheid. En het is niet zo belangrijk dat in de verschillende organen van de media de verschillende politieke belangen tot uiting komen. Achter het uiterlijke verschil heerst een en dezelfde geest.

In die bewustzijsvernauwing voelt Mak zich als een vis in het water. Het ironische is dat tijdens de Radio I-uitzending over het oproer van 30 april 1980, waarin hij uitgebreid aan het woord kwam, juist ik werd genoemd als een ‘destijds omstreden verslaggever,’  kennelijk omdat ik de euvele moed had gehad om dissidente ’krakers’ aan het woord te laten, wat in onze ‘democratie’ getuigt van onvoldoende maatschappelijke verantwoordelijkheid, of zoiets. Terwijl toch in een naderhand verschenen officieel politierapport over 30 april 1980 onder andere mijn radioverslagen als ‘uitstekend’ werden gekwalificeerd en ‘van bijzonder hoge kwaliteit.’  In het rapport, getiteld De Dag van de Ether. Anatomie van een rel, met een chronologisch verslag van een onderzoek naar de feitelijke gebeurtenissen, spontaan en georganiseerd, in Amsterdam op 30 april 1980 staat verder letterlijk: 

Een groot gedeelte van der media spreekt, brult en schrijft schande van de realistische reportage die de medewerkers van Radio Stad over het eerste treffen met de Mobiele Eenheid van actievoerders, krakers en overig publiek. Het is nochthans de beste beschrijving van de gebeurtenissen die de media ons verschaft.' En verder: 'Ook de daden van de actievoerders c.q. relschoppers worden er duidelijk in beschreven.

Ondanks de radioverslagen ‘van bijzonder hoge kwaliteit’ blijft degene die dissidenten aan het woord liet tot het einde der dagen een verdacht sujet voor de gedweeë Hilversumse omroepen. Opmerkelijk hierbij is dat de kwalificatie ‘omstreden’ voor het besproken onderwerp volstrekt irrelevant was, behalve dan dat de Radio I-presentator daarmee te kennen gaf aan de goede kant van de streep te staan, namelijk gezagsgetrouw. Dat bleek bovendien ook uit het feit dat hij Mak onweersproken de grootst mogelijke daadwerkelijk omstreden en aantoonbare nonsense liet vertellen. Meer daarover later. 

A Palestinian mother and her two babies lay together in the drawer of the morgue fridge as workers prepare the bodies for burial in the Beit Hanun hospital.

US paid Israel military had tanks firing on homes in the northern Gaza Strip, November 2006.

18 people were killed, eight of them children.

The Israel military, including weapons: tanks, missiles, warplanes, artillery, shells, are all funded by the US taxpayer.

More than Fifteen million US dollars is given by US taxpayers to Israel each day for their military use.

Funding by the US Taxpayer for the enslavement of the Palestinian people continues to increase, estimated now considerably more than the previous 4 billion US dollars per year.

Photo: AFP/Mahmud Hams

I would argue as forcefully as I can that since the Palestinians are facing Nazi-like State [Israel] terrorism, the holocaust narrative and its meaning belongs to them at least as much as it belongs to the Jews or anyone else.
I would argue as forcefully as I can that if the Palestinians are indeed the last victims of Hitler, then the holocaust and its meaning do belong to them more than anyone else.

Geen opmerkingen:

Peter Flik en Chuck Berry-Promised Land

mijn unieke collega Peter Flik, die de vrijzinnig protestantse radio omroep de VPRO maakte is niet meer. ik koester duizenden herinneringen ...